Niemand klinkt zoals ik
Begaan met jong talent
PZC kunst cultuur vrijdag 10 november 1995 20 J
Rolling Stones
in goeden doen
Paul Weller
Nieuwe cd Queen meer
dan zakkenvullertje
Stripped
Als er een rockveteraan -
ook al is hij slechts 37, hij
zit zeker twintig jaar in het vak
- dit jaar in Nederland is
doorgebroken, dan is het Paul
Weller. Zijn derde studio
album op eigen naam, Stanley
Road, verkocht in ons land
meer dan honderdduizend
exemplaren. Deze zomer zette
de voormalige voorman van
The Jam en Style Council het
festival Halfway Amsterdam
naar zijn hand en onlangs deed
hij hetzelfde in Maastricht. Hij
speelt 5 december in Utrecht.
Kaarten zijn al wekenlang niet
verkrijgbaar, de nieuwe
generatie rond Oasis, Blur en
Radiohead loopt met Weller
weg. Vanwaar 's mans
aantrekkingskracht?
Ik denk er nooit over na, niet al te
lang althans, zegt Paul Weller
tegen een glas thee. Hij is schijn
baar in gedachten verzonken. Zo
dra hij zijn staalharde ogen op de
gesprekspartner fixeert, merk je
dat hij wel degelijk bij de les is.
„Soms ademt je werk volledig de
tijdgeest, veel vaker is dat niet het
geval. En als het wel zo is, dan ken
je de reden niet".
Paul Wellers muziek komt het bes
te tot zijn recht op de drie solopla
ten (plus een officieel live album)
en tijdens de diverse recente tour
nees die hem in dit land een grote
reputatie hebben verschaft. Tij
dens het Grand Gala du Disc trad
Weller onlangs alleen met zijn
akoestische gitaar op voor een ge
hoor dat er op z'n paasbest bij zat.
Een moment lang speelde hij met
de gedachte zoals ooit Jan Akker
man deed op te staan, maar hij
sloot zijn ogen en sloeg alsnog een
brug naar zijn gehoor. Weller, ge
scheiden levend van zijn grote lief
de, de zangeres D. C. Lee, zingt da-
nook over de angsten van twinti
gers. dertigers en veertigers.
Eenzaamheid, verlangen, ver
vreemding, hoop. Er wordt in de
rock wel wat meer gedaan dan ge
leuterd over seks, drugs en snoep
goed. Op Stanley Roadzijn laat
ste cd, zingt Weller met meer gruis
op de stembanden dan ooit het au
tobiografische The Changing
Man: „The more I see, the more I
know; the more I know the less I
understand". Vroeger waren die
beschouwende elementen ook al
aanwezig, maar nog erg onvolko
men, onvolwassen.
Paul: „Zelfs op de vroege Jam-al
bums zie je dat we ons bezighiel
den met de problemen van alledag
en vooral met de vraag waar je zelf
staat. Dan denk ik aan songs als I
got by in Time en Non Stop Dances
die dezelfde rhythm blues-on-
dergrond bevatten als mijn hui
dige werk. En een song als Ghosts
staat niet zover van Broken Sto
nes. In zeker opzicht ben ik terug
bij waar ik begon, alleen ben ik wat
wijzer en analytischer geworden.
Al kan ik nog steeds niet precies
aangeven waarom de dingen in het
leven zo gebeuren zoals ze zich
voordoen."
Identiteit
Misschien is dat de reden waarom
Weller telkens weer terugkeert
naar het Engeland van zijn jeugd.
Stanley Road ligt vermoedelijk in
een iets betere buurt dan Corona
tion Street, maar de achtergrond is
die van een arbeidersjongen die
door zelf alles aan te pakken werkt
aan zijn eigen identiteit. Paul is
bijna spreekwoordelijk voor dat
deel van de Britse jeugd dat er bo
venop is gekomen - niet alleen in
financiële zin, maar ook in mentaal
opzicht.
Kleine fotootjes uit die vormende
jaren illustreren het tekstboekje
van Stanley Road: Lennon, The
Small Faces, voetbalwonderkind
en enfant terrible Georgie Best.
Aretha Franklin. „Het is als met
persoonlijke dagboekfragmenten.
Vandaar dat ik in het titelnummer
zing over mijn toekomstdromen
als jochie van tien, twaalf jaar.
Georgie Best heb ik toen zien spe
len; hij was fantastisch. Niet alleen
omdat hij een schitterende tech
niek had, maai- ook omdat hij op
een of andere manier bij die tijd. bij
die late j aren zestig hoorde. Een in
dividualist, een stijlgevoelige man
die veel betrouwbaarder was dan
mensen voor mogelijk hielden.
Niet dat ik me met hem wil verge
lijken, hoor".
Wellers grootste dilemma is mis
schien wel de tijdfactor. Hij was te
jong om de late sixties echt opti
maal te hebben kunnen ervaren.
En misschien is hij veel te oud om
nu model te staan voor de ernst
waarmee de jonge bands uit de
Britpop zich op dezelfde fase stor
ten. Ieder ander zou op zijn 37ste al
'over the hill' zijn en in ieder geval
niet in staat zijn om zo'n ongeloof
lijke hang naar een jeugdige dyna
miek te blijven uitstralen. Zo bezit
Wellers muziek veel elementen uit
de jaren zestig - mod, soul, Beatles,
Small Faces -. de jaren zeventig en
tachtig - slick soul, Marvin Gaye,
Curtis Mayfield - en van nu.
Weller: „Ik ben me daar uiteraard
bewust van. Je verzamelt zelf
Small Faces- en Motown-platen of
niet. Maar de hele nieuwe golf van
Britse bands, van Suede tot Mens-
wear, van Pulp tot Oasis, van Blur
tot Supergrass - iedereen concen
treert zich op de sixties. En voor
hen schijn ik een goeroe te zijn om
dat ik al twintig jaar verzamel en
me al twintig jaar eerder oriënteer
de op die tijd".
Synthetische pop
Naast Lenny Kravitz en Prince/
Tafkap loopt er niemand rond die
zo krachtig de muziek van The
Small Faces, The Beatles, Led
Zep, Traffic of Humble Pie door de
tijdsmachine haalt en uit het verle
den het heden brouwt als Weller.
Op Stanley Road zit zelfs Stevie
Winwood achter de Hammond en
vormt Dr John's Walk on Guilded
Splinters de aanleiding tot een
broeierige groove.
Weller: „Om een of andere reden
ben ik pas kort geleden gevallen
voor de muziek uit New Orleans.
The Meters, Allen Toussaint, Lee
Dorsey. Die zwoele, trage funk is
echt verpletterend. En dit speci
fieke nummer leek qua tekst goed
te passen bij twee stukken die ik
zelf had geschreven over vormen
van onzekerheid, Porcelain Gods
en Walk out in the Sun. Er zit een
hele duidelijke gospelkant aan de
New Orleans-muziek. Dr John be
zit ook een spirituele kant naast
zijn vakmanschap om een kleine
band heel hecht te laten klinken.
Die combinatie is zalig".
Performance
„Nu heb ik zelf nog een forse vijf
koppige band, maar ik speel met
de gedachte om weer met een trio
te gaan spelen. En Dr John heeft
daarvoor gezorgd. Ze weten hecht
en relaxt te kunnen spelen. Dat is
fantastisch. De Engelse band The
Free, of Peter Green's vroege werk
met Fleetwood Mac, John May all,
hebben dat ook. Authenticiteit is
alles. En om een of andere reden
moeten wij nu in de jaren negentig
terugkijken om ons opnieuw te
orienteren waar we straks heen
moeten".
Paul Weller hekelt de jaren tachtig
en vooral de invloed die zij hebben
gehad op de synthetische ontwik
keling van de pop. „Ik haat de ma
chines die toen het podium werden
opgedragen. Sequencers, click
tracks. De machinale, ingeblikte
drummers. Waar was dat goed
voor? Zet alle Rolling Stones-pla-
ten op een rijtje en je hoort overal
Charlie Watts drummen, direct
herkenbaar, telkens lekker lui uit
de pols slaand, met een enorm ge
voel voor timing. Dat verschaft
aan de Stones die unieke kwaliteit;
niemand anders, geen enkele ma
chine kan een band die sound ge
ven. We praten dan wel over identi
teit en stijl".
Tijd voor een complimentje. Wel
ler heeft inmiddels bewezen over
die unieke, onvervreembare kwali
teit te beschikken als zanger. Hij
accepteert het met een hoofdknik
je. „Ik heb mijn eigen geluid gevon
den, door uitsluitend mezelf te wil
len zijn. Niemand kan klinken als
ik. Het heeft lang geduurd, maar
het is er nu en ik voel me daardoor
zelfbewuster dan voorheen. Tij
dens de jaren met The Style Coun
cil heb ik het gitaarspelen er een
tijdje aangegeven, omdat dat be
ter 'stond' - zeiden sommigen -. of
om beter te kunnen zingen - zeiden
anderen. Maar ik ben erachter dat
mijn manier van zingen onlosma
kelijk verbonden is met de manier
waarop ik gitaar speel. Het heeft
een dynamische band. Het een
steunt het ander".
Weller ziet de toekomst van de
Britpop gunstig in. „Ze kunnen
stuk voor stuk spelen, zijn bijna al
lemaal bezig met de plicht om
goede songs te schrijven. Het is
misschien nog wat vroeg om echt
conclusies aan te verbinden - de
meesten zijn aan hun eerste of
tweede album toe - maar de elf-,
twaalfjarige jongetjes die die
nieuwe bands zien spelen, en
straks zelf beginnen - dat geeft me
hoop. Get. performance back in
music! Een paar jaar geleden werd
ik om dergelijke uitspraken nog
ouwerwets of retro genoemd. Let
eens op: het oude is straks spiks
plinternieuw en actueel. Die digi
tale troep, die raakt straks uit
zwang."
John Oomkes
Als docente aan de conserva
toria in Utrecht en Tilburg
is Emmy Verhey gewend zich te
bekommeren om jong talent.
Niemand kent de weg naar het
klassieke concertpodium beter:
„Ik ben niet zo'n extravert type.
Het heeft lang geduurd voordat
ik me op het podium thuisvoel-
de". De bekende violiste werkt
mee aan een concerttournee, die
Sterren van nu en morgen heet.
Emmy Verhey en het door haar
geleide strijkorkest Camerata
Antonio Lucio werken daarin
samen met enkele jonge Neder
landse musici.
Eerst zijn er acht concerten tot
half november en in maart '96
volgen er nog eens acht. In de eer
ste serie treden de klarinettist
Lars Wouters van den Ouden-
weijer en de violiste Janine Jan
sen op. Volgend jaar zijn violiste
Sonja van Beek en cellist Johan
van Iersel aan de beurt. Twee im
presariaten werken er voor sa
men wat in die wereld, waar ze
gewoonlijk eikaars bloed kunnen
drinken, niet alledaags is er
zijn een paai' sponsors bij betrok
ken en de Avro is eveneens van
de partij.
Emmy Verhey wil benadrukken
hoe belangrijk het is, dat jonge
Nederlandse musici niet alleen
hier en daar koffieconcerten ge
ven, maar ook in de grote con
certzalen staan. „Zelf merk ik,
dat de orkesten toch vaak aan
buitenlandse solisten te voor
keur geven. Dan speel je met een
symfonie-orkest, heb je de indruk
dat het prima gaat, ook door de
reactie van het publiek, dan vra
gen ze je of je terugkomt, maar
dan hoor je er niets meer van. Het
is niet overal zo in Nederland,
maar die ervaring heb ik toch
herhaaldelijk gehad".
Kwartet
Emmy Verhey is net terug uit
Spanje. Heeft in Barcelona in het
gezelschap van enkele Neder
landse schrijvers een aan onze li
teratuur gewijde manifestatie
muzikaal opgeluisterd. Zij praat
enthousiast over het strijkkwar
tet, dat zij voor die gelegenheid
formeerde, „Heerlijk was dat.
Dat is één kant van de muziek die
ik nauwelijks ken. Wat ik zo fan
tastisch vind, is dat je in een
Emmy Verhey: „Het heeft lang geduurd voordat ik me op het podium thuisvoelde."
kwartet zo goed muzikale ideeën
kunt uitwisselen. Met z'n vieren
in zo'n kwartet, dan is echt gewel
dig. Dat zou ik wel vaker willen.
Maar ja, waar haal ik de tijd van
daan".
Op de voor de hand liggende
vraag of zij een dergelijke inten
sieve uitwisseling van muzikale
ideeën niet met dirigenten heeft,
reageert zij lauw. „Een enkele
keer. Meestal is er niet eens vol
doende tijd om behoorlijk te re
peteren met een orkest. Ik ben al
blij als er behoorlijk overleg is. Ik
ben vaak behoorlijk geïrriteerd
geweest wanneer er weer eens
een dirigent was, die mij zijn
ideeën wilde opdringen. Tegen
woordig denk ik: laat maar gaan.
Als er maar wederzijds respect is.
dat vind ik het belangrijkste. Ik
heb niet vaak problemen met di
rigenten gehad, maar als dat wel
zo was, dan meestal met jonge
ren, die zich nog moeten waarma
ken bij een orkest. Dat zijn de
vervelendste dirigenten. Maar
wij hebben hier in Nederland in
elk geval een paar dirigenten, die
ideale begeleiders zijn: Hans
Vonk, Edo de Waart, Lucas Vis,
Ed Spanjaard. Met Haitink spe
len was ook een prachtige erva
ring. Hij is zó aardig, denkt altijd
met je mee".
Ensemble
Het dozijn musici van de Came
rata Antonio Lucio heeft geen di
rigent nodig. Het ensemble, dat
voornamelijk bestaat uit (ex-
lleerlingen van haar en collega
Viktor Liberman aan het
Utrechts Conservatorium, wordt
geleid vanaf de stoel achter de
eerste lessenaar. Soms zit Emmy
Verhey daar zelf, soms treedt zij
als soliste op. Vier jaar geleden
maakten zij en haar met Vivaldi's
voornamen getooide Camerata
een succesvolle Bach-cd. En één
met De vier jaargetijden.
„Daarna", zegt zij, „is er een
beetje de klad in gekomen. Nu
zijn er hoofdzakelijk nieuwe mu
sici. We zijn vastbesloten het
lang vol te houden. Er is een
meerjarenplanning, waarbij we
hebben gestreefd naar een eigen
signatuur. Zo willen we in elk
programma een werk van Vivaldi
spelen. Hij heeft zoveel geschre
ven en wat we van hem kennen is
daar maar een fractie van. Verder
proberen we altijd een Neder
lands werk te presenteren. Ook
nieuwe stukken. Kort geleden
hebben we de première gegeven
van een compositie, een Rapso
die voor vioolstrijkers en klave
cimbel, van Arne Werkman. Maar
de beroemde stukken voor strij
kers, van Tsjaikovski en Bartók
bijvoorbeeld, slaan we natuurlijk
niet over".
Duo
Of het accent in haar carrière nu
meer op deze activiteiten komt te
liggen? „Best mogelijk", zegt
Emmy Verhey voorzichtig.
„Maar de grote vioolconcerten
blijven me trekken. Af en toe Si
belius of Tsjaikovski, dat zou ik
niet willen missen. Verder zijn er
natuurlijk de duo-recitals met
piano, of met Frédéric Meinders,
of met Carlos Moerdijk".
Twaalf was zij toen zij voor het
eerst op het concertpodium
stond. Dat is nu 34 jaar geleden.
„Vioolspelen is er voor mij niet
makkelijker op geworden", zei
Emmy Verhey bij haar 25-jarig
solisten-jubileum. Dat blijkt nog
steeds zo te zijn. „Aan de ene
kant', zegt zij, „is het fijn dat je
meer mentale rust hebt dan vroe
ger. Gebeurt het eens, dat je tij
dens een concert niet voor hon
derd maar vijfennegentig pro
cent bent geslaagd in wat je wil
de, dan heb je niet meer het ge
voel datje hele leven daarvan af
hangt. Maar aan de andere kant:
je wordt je steeds meer bewust
van de moeilijkheden. Boven
dien is vioolspelen ook fysiek
zwaar. Ik denk dat de viool een
moeilijker instrument is dan bij
voorbeeld de cello of de piano.
Omdat de viool zo sterk met je li
chaam verbonden is. En alles
luistert zo nauw. Het is millime
terwerk. Maai' ik wil niet klagen.
Ik kom wel eens mensen tegen
die zeggen: datje dat kan. Als ik
dat hoor, voel ik me goed".
Aad van der Ven
Sterren van nu en morgen doet zater
dagavond <20.30 uur) de Koningin Eli-
sabethzaal in Antwerpen aan Strijk
orkest Camerata Antonio Lucio. So
listen: Emmy Verhey (viool), Janine
Jansen (viool) en Lars Wouters van
den Oudenweijer (klarinet): werken
van Locatelli. Stamitz, Graaf, Tartini
en J S. Bach
Een nieuwe cd van Queen - mèt de
stem van de vier jaar geleden
overleden Freddy Mercury - is niet
niks. Zeker omdat men in business-
kringen weet dat dode artiesten vaak
beter verkopen dan levende sterren.
Daarbij komt Queen ook nog eens een
paar weken eerder dan de 'nieuwe'
Beatles.
Het achteraf toevoegen van be
geleiding aan een reeds opge
nomen zang- of leadgitaar-partij is
niet ongebruikelijk. Talloze platen
van bijvoorbeeld Jimi Hendrix en
Buddy Holly zijn zo tot stand geko
men. En het langs die weg ontsta
ne An American Prayer van Jim
Morrison The Doors is zelfs een
meesterwerkje. Maar de veelbete
kenend Made in Heaven getitelde
nieuwe Queen is een ander ver
haal. Freddie Mercury had aids en
wist in 1991 dat hij zou sterven.
Snel zou sterven. Toch heeft hij de
laatste maanden van zijn leven
nog zoveel mogelijk zangpartijen
op tape gezet. Ieder moment dat
hij zich sterk genoeg voelde, belde
hij de anderen en kwam de groep
een paar uur in de studio bijeen.
Het ging om Mercury's partij - de
rest kwam later wel. Gitarist Brian
May vertelt hoe de zanger voortdu
rend om teksten vroeg om te zin
gen. Blijkbaar om geen goed mo
ment verloren te laten gaan - ook al
was er geen nieuw repertoire aan
wezig - werden ook drie reeds be
staande stukken door Mercury in
gezongen: I was born to love you
dat Mercury tien jaar geleden
reeds opnam. Heaven for Eve
ryone van een solo-album van
drummer Roger Taylor en Too
much Love will Kill you van Brian
May, waarmee de gitarist in 1992
een gigantische solohit zou scoren.
Sentiment
Uiteraard staat de plaat vol verwij
zingen naar de naderende dood
van Mercury. Omdat biografen
achteraf hebben vastgesteld dat
Mercury halverwege de jaren tach
tig al wist dat hij aids had, menen
analytici ook in ouder werk reeds
tal van referenties te vinden. Bij
Made in Heaven hoeft daarnaar
niet eens naar gezocht te worden.
De teksten zijn een aaneenschake
ling van hoop, wanhoop, berusting
en harten onder de riem.
Erg veel drama en sentiment dus.
Maar waar dat bij andere groepen
tot een hinderlijke vorm van pa
thetiek zou leiden, is die pathetiek
bij Queen alleen maar een onder
streping van het imago waarmee
de groep groot is geworden.
Made in Heaven is geen snel in el
kaar gezet zakkenvidlertje. Het is
een album dat zich kan meten met
The Miracle en Innuendo die tot
het beste werk van de groep beho
ren. De huidige grote hit, het door
Taylor geschreven Heaven for
Everyone, is overigens een van de
mindere stukken. Songs als het
door Mercury zelf geschreven titel
nummer, het veelzeggende My Life
has been saved of Mays bekende
Too much Love will kill you zijn rij
ker aan de bombastische edel
kitsch waarmee de Queen-musici
destijds tot postmodernisten
avant la lettre werden.
Peter Bruyn
Freddie Mercury.
In schril contrast met de bombast
waarmee afgelopen zondag de
Nagelaten Werken van Freddie
Mercury ten doop werden gehouden en
de vloedgolf aan publiciteit die
binnenkort over ons uitgestort wordt
omdat The Beatles een aantal cd's
uitbrengen, staat de manier waarop de
nieuwe cd van The Rolling Stones
wordt gepresenteerd.
Zeker vergeleken met de hecti
sche toestanden die zich eind
mei afspeelden rond de toegang
spolsbandjes voor hun akoesti
sche optredens in Paradiso heb
ben de Stones gekozen voor een so
bere presentatie van de cd waar
voor ze die twee avonden in de Am
sterdamse poptempel opnamen
hebben gemaakt. Stripped ligt ge
woon vanaf aanstaande maandag
in de winkels.
The Rolling Stones hebben dit jaar
natuurlijk ook al genoeg ophef ge
maakt. Het jaar 1995 zal de anna
len in gaan als het waarschijnlijk
meest succesvolle jaar uit hun ge
schiedenis. De Voodoo Lounge
tournee bracht de Stones naar elke
uithoek van de aarde. De tournee
brak alle records in financiële zin.
Ook muzikaal vijzelden de heren
hun reputatie weer wat op, ook al
teerden ze vooral op oude succes
nummers. Van de Voodoo Lounge -
cd werden nauwelijks nummers
gespeeld, maar daar maakte nie
mand een probleem van. De vijf
grote optredens in Nederland en
de twee Paradiso-concerten trok
ken in totaal 292.400 bezoekers. De
tienduizenden Nederlanders die
een optreden in het Duitse Gilde-
haus, vlak over de grens bij Olden-
zaal, bezochten, zitten daar nog
niet eens bij.
Paradiso
En nu is er dus Stripped, de akoes
tische cd waarvoor de Stones op
namen maakten in onder andere
Paradiso. Toch zijn er uiteindelijk
slechts twee 'Amsterdamse' num
mers op de plaat terecht gekomen:
Street fighting man en Dead flo
wers. De rest is afkomstig van op
tredens en repetities in Parijs, Lis
sabon en Tokyo. Amsterdam is
daarmee het minst bedeeld, maar
dat wordt gecompenseerd door het
feit dat 'onze' Anton Corbijn de
hoesfoto leverde en die plaat werd
geschoten in de catacomben van
Paradiso.
Stripped laat inderdaad 'uitge
klede' Rolling Stones horen. Het
geluid is nog vrij heavy voor een
akoestische plaat. Op de cd staan
diverse nummers die ze ook tijdens
de Voodoo Lounge-tournee speel
den. In die zin golden de cluboptre
dens inderdaad als oefenpotje voor
het grote buitenwerk. Not fade
away, waarmee het Gildehaus-op-
treden werd geopend, staat er op,
evenals de verrassende gospel
keuze van Exile on Main Street:
Shine a light.
Stripped bevat echter niet alleen
nummers die ook op dat grote po
dium werden gespeeld. Echt ver
rassend is de keus voor het bluesje
The spider and the fly, de B-kant
van sommige persingen van Satis-
faction. Ook I'm free, dat op de B-
kant van Get off my cloud en op
Out Of Our Heads stond, was geen
alledaagse keuze.
Prominent op de plaat aanwezig is
Like a rolling stone. Dit nummer
van Bob Dylan speelden de Stones
voor het eerst in het openbaar in
Paradiso, maai' deze opname werd
gemaakt in Parijs. Opvallend is
hoe Mick Jagger precies de timing
en uitspraak van Dylans originele
versie naaapt.
Met de veertien nummers op Strip
ped is de koek nog niet op. Bezit
ters van geavanceerde computers
met cd-rom kunnen vervolgens
nog genieten van video's van
Tumbling dice, Shattered (beide
niet als audio-track op de cd aan
wezig) en Like a rolling stone. Ook
zijn langs deze weg songteksten,
interviews en een geïllustreerde
discografie oproepbaar.
Theo Hakkert
The Rolling Stones: Stripped. Virgin.
Officiële release: 13 november.
The Rolling Stones.
Paul Weller: „Ik heb mijn eigen geluid gevonden, door uitsluitend mezelf te willen zijn.