Een gigantisch kunstwerk Stewardessen al zestig jaar in de wolken Vijfentwintig jaar Haringvlietsluizen reportage ZATERDAG 28 OKTOBER 1995 2 5 Voor hemelbestormers, luchtfietsers en meer van dergelijke zweverige types is geen plaats bij het Korps Cabi nepersoneel van de KLM. Wel in aanmerking komen jongens en meisjes van stavast die aan boord onder alle denkbare om standigheden met beide benen op de grond blijven staan. Zo was het zestig jaar geleden en zo is het nu nog. Op 1 augustus 1935 werd voor het eerst koffie 'op hoog niveau" geschonken. Daar wordt deze maand bij de luchtvaartmaatschappij op ge dronken. Geen sneller middel van ver voer dan een vliegtuig, maar in tercontinentale vluchten ver oordelen de passagiers wel tot een lange zit. Afstompend en vermoeiend tegelijk. En als dan het gewenste glaasje sap niet snel genoeg wil doorko men. bundelen de opgekropte ergernisjes over nauwelijks noemenswaardige kleinighe den zich met gemak samen tot een vernietigend oordeel over de service. Zelfs het fraaiste toonbeeld van dienstbaarheid ontkomt dan niet aan een voet veeg. 'Luchtserveersters' heten stewardessen dan opeens on eerbiedig. En stewards worden kelners, die naar de smaak van sommigen in de hoogte tame lijk uit de hoogte doen. De inmiddels 66-jarige Alk maarder Peter Steinmetz heeft lang genoeg gevlogen - van 1951 tot 1987 - om een dergelijk tafereel aan boord te herken nen. En ook het geweeklaag over arrogant cabinepersoneel komt de voorzitter van de VOC (Vereniging van Oud-Cabine personeel) bekend voor. Als ge wezen purser oftewel chef cabi nepersoneel denkt hij overi gens te weten dat de 'levende visitekaartjes' van de KLM minder snel geneigd zijn de neus voor zelfs de lastigste klant op te halen dan menigeen veronderstelt. ..Dat onderweg over en weer ir ritaties kunnen ontstaan, heeft volgens mij ook alles te maken met het gegeven dat vliegen niet comfortabel is. Weinig van de reclame wordt waarge maakt. Wat maaltijden betreft biedt de snackbar op de hoek een grotere keuzemogelijk heid Omdat het bedrijf zo veel mogelijk geld wil verdienen, wordt elke vierkante centime ter benut. De mens is langer ge worden. maar de beenruimte is gelijk gebleven. Is het gek dat je na een lange vlucht gebro ken bent?" Maar er is meer. Luister maar naar stewardess Marjolein, die inmiddels ruim drie jaar vliegervaring heeft. Geduren de dat nog betrekkelijk kort stondige dienstverband heeft ze de passagier veeleisender en verwender zien worden. 'Keep smiling' is het beroepsdevies, maar af en toe valt het zwaar de mond niet in een 'grimlach' te plooien. Bestekmesje „Sommigen denken alles te kunnen maken. Zoals die vent die me met z'n bestekmesje achterna zat. Blijf er ook maar eens vrolijk bij als een Ameri kaan op rij 2 steen en been klaagt omdat er op rij 80 wordt gerookt. En maar overspannen snateren: 'I am allergie to smo ke. I am allergic to smoke'. En lui die knippen met hun vin gers of je op de bips tikken, ook zo iets." Ze kent inmiddels haar pap penheimers. De diamantair die ze geregeld tegenkomt en die per vlucht probeert aan te pap pen met de stewardess van zijn keuze. ..Op een keer stond ik gebukt over m'n kar en voelde ik opeens een hand die aan me zat, 'Weet je', vroeg hij. 'wat KLM betekent? Kleine Lieve Meisjes'. Ja. toen had ik het even niet meer. Ben me in de galley even gaan afreageren." Een mens kan wat meemaken, zo hoog boven de wolken. Maar denk niet dat Marjolein ook maar een moment spijt heeft van haar besluit het blauwe uniform aan te trekken. Het on wezenlijke is door haar beroep vanzelfsprekend geworden. Ze volgt, om maar wat te noemen, een cursus parasailing in Rio de Janeiro. En als thuis haar voorraadje Piccolo-thee op is, gaat ze even shoppen in New York om het aan te vullen. „Je doet ook een ongelooflijke mensenkennis op. Nooit weg. ook voor later. Ik blijf dit werk namelijk niet tot m'n pensioen doen." In een balorige bui mag het vrouwelijk cabinepersoneel zich. uiteraard buiten hooraf- stand van de passagiers, graag 'stewardellen' noemen. Of 'ste- wardozen'. Die meisjes van te genwoordig toch! Dat hadden in 1935 de eerste KLM-dames niet in hun hoofd gehaald. Het kwartet pioniers was van in- keurige komaf, geschoold op de even fatsoenlijke HBS, als het ware tot volle wasdom ge komen Joop ter Heul-meisjes. Tragische start Op 1 juli 1935 ging het viertal op cursus. De nieuwe luchtser- vice van de KLM had echter een tragische start. Tijdens de proefvlucht van aankomend stewardess Ans Hermanides sloeg het noodlot toe. De DC2 waarin zij zat verongelukte op 20 juli in de buurt van het Zwit serse San Bernardino. De drie overgebleven vrouwe lijke cursisten werden op proef in dienst genomen. Ze kregen op 1 augustus hun officiële luchtdoop, een mand vol sand wiches en pepennuntjes met zich mee zeulend. Voor het zet ten van koffie en thee behiel pen ze zich met water in ther mosflessen. Hoogstpersoonlijk besloot KLM-oprichter Albert Ples- man de toen heersende misver standen rond het beroep van stewardess uit de wereld te schrijven, „Zij moeten zich in minstens vier talen kunnen uit drukken, gemakkelijk van de eene in de andere kunnen over gaan, terwijl zij het eene oogen- blik met een jongedame moe ten spreken en vervolgens een heer op leeftijd het reizen per vliegtuig zoo aangenaam mo gelijk moeten maken. De nu 91-jarige Piet de Wilde, verreweg het oudste lid van de VOC en tijdens zijn werkzame leven van 1937 tot 1956 purser bij de KLM, stelde meer eisen aan de dames. „Ik heb wel eens tegen Plesman gezegd: 'Stop met. die stewardessen-oplei ding. Geef mij maar de meiden van cafetaria Heck. Die weten wat het is om mayonaise te ma ken Maar Plesman was een man van standpunten, waar hij maar sporadisch van af viel te brengen. Jetlag De romantiek en het avontuur lijke is wat De Wilde betreft van het vak af. Zoals hij het uit drukt was in zijn tijd vliegen nog vliegen. Hij weet nog wat z'n aanvangssalaris was: 125 gulden per maand. ..Maar dooi de fooien kwam ik best aan m'n trekken." Hoe ouder de verha len. hoe mooier. Jetlag? Piet de Wilde liep er dwars doorheen. Hij moest wel. Want kwam bij Plesman niet aan met de mede deling moe te zijn. Dan was daar het gat van de deur! Het was ook heel gewoon dat het soms kwalijk riekte aan boord. Vooral als De Wilde dienst had op de Connie, die anders dan de Douglas slechts met een ge deeltelijk functionerende luchtververser i „Om brandstof uit te sparen") was uitgerust. Na thuiskomst kon De Wilde's echtgenote precies ruiken met welke kist hij had gevlogen. Was het de Connie, dan moest hij van zijn vrouw eerst een tijdje 'uitluchten' op het bal kon. „Ging je naar Indië. dan wasje meer dan een bediende. Je had onderweg twee overnachtin gen. In de hotels moest je dan als purser voor een zo schappe lijk mogelijke prijs de maaltij den regelen die de volgende dag aan boord uitgeserveerd dienden te worden. Ik was des tijds kok. beheerder van alle denkbare valuta en niet te ver geten vraagbaak, Dat is er nu allemaal niet meer bij. Tegen woordig zitten de mensen in een luchtbus, die van A naar B gaat. Met aan boord meer ste wardessen dan ik destijds aan passagiers had." Gerard van Putten De viering van het 15-jarig bestaan van de KLM-stewardessen- groep. foto G PD Daar werd iets groots verricht, tussen 1955 en 1970. Amper bekomen van de watersnoodramp van 1953 en nog voor de Deltawet door de Tweede Kamer werd aanvaard, begonnen al de werkzaamheden aan de Haringvlietsluizen. Toenmalig minister drs J. A. Bakker nam het grootste Deltawerk tot dan toe op 2 november 1970 in gebruik, met de woorden: 'In het Haringvliet heeft Nederland zijn voordeur aan de ketting gelegd...' Met betonblokken is in 1970 het laatste stuk van het Goereese Gat gesloten, op de achter grond de Haringvlietsluizen. foto PZC-archief Wie van de Kop van Goeree naar Voorne-Putten rijdt, merkt het nauwelijks. Zo'n kip- peeindje is het maar. De Haring vlietsluizen plus de dammen me ten nauwelijks vijf kilometer. Het is twee a drie minuten rijden met de auto. Alleen het gebonk op de brugdelen van de Haringvlietslui zen doet minder vertrouwd aan. Voor de rest lijkt het een gewone weg. Het is onvoorstelbaar zoveel jaren na dato hoeveel werk is verricht om het zover te krijgen. De Haring vlietsluizen waren tot de bouw van de Oosterschelde-stormvloedke- ring het grootste Deltawerk tot dan toe uitgevoerd. En hoe inge nieus de Oosterschelde-storm- vloedkering ook mag zijn. Het lijkt - voor wie de geschiedenis erop na slaat - onterecht dat de Haring vlietsluizen vrijwel zijn vergeten. Tussen de Kop van Goeree en Voorne-Putten werd van 1955 tot 1970 werkelijk iets groots verricht, met minder geavanceerde technie ken en gedeeltelijk nog op de tast. Nederland had wel een hoop ken nis op waterstaatkundig gebied. De Zuiderzee was al vóór de oorlog afgesloten, maar uitwateringsslui zen bouwen in een stroomgat als het Goereese Gat Dat was nieuw. Drijfijs Ingenieurs berekenden vantevo- ren hoe groot de uitwateringsslui zen moesten zijn. om overtollig ri vierwater van Rijn. Waal en Maas af te voeren en om drijfijs te kun nen doorlaten. Vooral de afvoer van ijs kostte de waterstaatkundi gen veel hoofdbrekens. Ophopend drijfijs kan immers een bedreiging vormen voor de dijken. Alles in ogenschouw nemend kwa men de ingenieurs tot uitwate ringssluizen van gigantische afme tingen. Het complex moest 17 ope ningen gaan tellen van elk 56,60 meter. De doorstromingsbreedte zou in totaal 960,50 meter worden, en inclusief de tussenliggende pij lers 1048.50 meter. Een civieltechnisch kunstwerk van die omvang kon naar de in zichten van die tijd alleen op het droge, in een gigantische bouwput worden gebouwd. Zo geschiedde. In het Goereese Gat is een werkei- land aangelegd, waar zo'n tien jaar aan de Haringvlietsluizen is ge werkt, Via twee Bailey-bruggen vanaf Goeree-Overflakkee kwa men de arbeiders op het werk. Om te illustreren welk een groot karwei is uitgevoerd, is het vol doende aan te geven hoeveel hei palen voor de uitwateringssluizen zijn geslagen. Voor de cijferfreak: er zitten 21.482 palen in de grond, met een totale lengte van 311 kilo meter en 78 meter. In twee jaar tijd zijn die met zes heistellingen aan gebracht door de Haringvliet-aan- nemerscombinatie NV Nestum (Nederlandse Sluis- en Tunnel bouw Maatschappij Het aantal aangebrachte heipalen zegt iets over de degelijkheid, waarmee Rijkswaterstaat bij de constructie van de Haringvliet sluizen tewerk is gegaan. Er zijn ruime veiligheidsmarges in acht genomen. Bij een bezoekje aan het complex - onder begeleiding van een gids van de geprivatiseerde Expo Haringvliet - is dat ook dui delijk te zien De Haringvlietsluizen hebben in tegenstelling tot de Oosterschelde- kering niet ëën stel schuiven, maar twee stuks: één aan rivierzijde en één aan zeezijde. Ze zijn niet ge last. maar oerdegelijk geklonken met klinknagels. De apparatuur in de zesendertig machinekamers is van Stork-kwaliteit. Alleen al de cilinders waarmee de schuiven worden bewogen, hebben een doorsnee van één meter. High-tech is het allemaal niet. De Haringvlietsluizen dragen het stempel van de tijd. waarin ze zijn gebouwd. Alhoewel. Achter de schermen is onlangs het bedie ningsmechaniek gemoderniseerd. De grote centrale bedieningska mer waar minister Bakker 2 no vember 1970 een knop omdraaide, is gesloopt. Siemens heeft nieuwe kabels getrokken en twee beeld schermen in het oorspronkelijke brugwachtershuis geplaatst, Eén Rijkswaterstater bedient daar nu de brug. de schutsluis voor vissers schepen en de schuiven. Trek vissen De milieutechnische kant van de Haringvlietsluizen verdient vol gens Rijkswaterstaat eveneens vernieuwing. De Haringvlietslui zen vormen nu nog een harde scheiding tussen zoet en zout wa ter. Dat is onnatuurlijk. Trek vis sen, zoals zalm en zeeforel, kunnen niet naar binnen. Mogelijk komt daarin verandering, als besloten wordt tot het voorzichtig inlaten van zeewater in het Haringvliet, Bij de negatieve gevolgen voor het milieu is in 1955 niet stilgestaan. De tijdgeest was daar niet naar. Een ander gevaar is evenmin on derkend: vergiftiging van de bo dem van het Haringvliet door ver vuild rivierslib Het is ook maar de vraag wat er met dat gegeven was gedaan, als het bekend was ge weest eindjaren vijftig. Het ging er toen om de in 1953 zo ruw ingetrap te voordeur aan de ketting te leg- gen. Harmen van der Werf Op en in de machtige Haringvlietsluizen. foto's Pieter Honhoff

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 59