Geen Utopia voor
milieufreaks
De wintertaling is een half eendje
Eco-wijk
Drachten
blinkt uit
in eenvoud
PZC vrije tijd
P ZATERDAG 28 OKTOBER 1995 J J
Het Morra Park in Drachten. De
zonnetuinwoningen vallen direct op.
Het regenwater in de woonwijk loopt
via goten, sleuven en sloten naar
vijvers, waar biezen het biologisch
zuiveren.
foto's G PD
nige dagen de centrale verwarming niet of
minder aan hoeft.
Druiven
De Haas woont zelf in een van de zonne
tuinwoningen. Hij schat dat het gasver
bruik de helft lager is dan een normale wo
ning van dit formaat. Dat is mede te dan
ken aan tien centimeter dikke isolatielaag
in de muur en het 'triple-glas' in de kozij
nen. In zijn gigantische 'serre' groeien
druiven, vijgen, kiwi's, tomaten en rode
pepers. Buurtgenoten hebben gekozen
voor een hobbyruimte of een speelplaats
voor de kinderen. Dat vindt de ambtenaar
nou juist het leuke aan deze huizen. „Ie
dereen kan er zijn creativiteit in botvie
ren."
De meeste kavels in het Morra Park zijn
inmiddels verkocht. Alles overziend
spreekt De Haas van een geslaagd project.
De aanleg was niet duurder dan een ge
woon uitbreidingsplan. Tegenover de ho
gere aanlegkosten van water- en groen-
partijen staan besparingen op bestrating
en riolering. De gemeente heeft besloten
om de meeste principes ook toe te passen
bij twee nieuwe uitbreidingsplannen.
Alleen de architectuur in de eco-woonwijk
had van De Haas wel wat experimenteier
mogen zijn. Aan de andere kant had dat
wellicht drempelverhogend gewerkt voor
het 'gewone' woonpubliek. „We hebben
bewust geen Utopia voor milieufreaks ge
bouwd". beklemtoont hij. „Je kunt veel
beter enkele keren een kleine stap vooruit
zetten dan in één keer een grote. Anders
hadden we veel meer weerstand gewekt
en was het Morra Park niet zo'n succes ge
worden."
Fred Nieolai
Ambtenaar Harmen de Haas van
de Friese gemeente
Smallingerland staat nog steeds
versteld van de enorme
belangstelling voor het Morra Park.
Hele horden bestuurders en
ambtenaren uit binnen- en
buitenland hebben de
milieuvriendelijke woonwijk in het
zuidwesten van Drachten inmiddels
bezocht. „Wat valt hier nou eigenlijk
te zien?", roept De Haas verwonderd
uit. „Je ziet geen glamour. Alles wat
we hebben gedaan is simpel en kan
iedereen met een beetje creativiteit
zelf ook bedenken."
Het Morra Park is het paradepaardje
van de Rijkplanologische Dienst
(RPD). In 1989 is de wijk uitgeroepen tot
landelijk voorbeeldproject voor milieu
vriendelijk wonen en bouwen. Honderden
delegaties van gemeenten, provincies, wa
terschappen en het rijk hebben al een
kijkje genomen. En sinds de verschijning
van een Engelstalige RPD-brochure
staan er ook voortdurend nieuwsgierige
buitenlanders op de stoep.
Het hoofd van de afdeling ontwikkeling
op het gemeentehuis in Drachten mag de
belangstelling voor het Morra Park dan
wat overdreven vinden, het blijft toch een
heel bijzonder project. De gemeentelijke
stuurgroep heeft er geen prestigeobject
van gemaakt met allerlei dure toeters en
bellen, maar heeft juist allerlei simpele
snufjes toegepast.
„Je moet gewoon creatief zijn en met bou
wers, architecten en bewoners om de tafel
gaan zitten om vernieuwende ideeën uit te
werken", betoogt De Haas. „Iedereen wil
wonen aan het water. Dus graven wij een
kuil en laten daar water in lopen. De over
gebleven grond voer je niet af, maar ge
bruik je om een bult te maken, waarop de
kinderen prachtig kunnen spelen. Zo sim
pel is het", zegt de ambtenaar schou
derophalend.
Dicatuur
„We zuchten in Nederland onder de dicta
tuur van civiele technocraten", vindt hij.
Regels en normen worden vaak standaard
toegepast, zonder te kijken of ze nou wel
beslist nodig zijn. Moet een straat beslist
hartse breed zijn als er nooit bussen rij
den? Zijn overal trottoirs nodig? Moeten
overal straatlantaarns komen? „Je moet
dat van plaats tot plaats bekijken. We
moeten van die tekentafel-routinematig
heden af."
Zo is in een van de straten de openbare
verlichting bevestigd aan woningen, die
dicht op de weg staan. „Dat scheelt weer
overbodige infrastructuur", zegt De Haas.
En neem nou het regenwater. Miljoenen
kubieke meters van dit betrekkelijk scho
ne vocht komen terecht in het rioolstelsel,
waai' het wordt gemengd met veel vuiler
afvalwater, om vervolgens weer te worden
gezuiverd in peperdure zuiveringsinstal
laties. „De enigen die daar beter van wor
den, zijn volgens mij de ingenieursbu
reaus", merkt de ambtenaar cynisch op.
Het Morra Park blinkt uit in eenvoud. De
wijk heeft een gesloten waterhuishou
ding. Het regenwater verdwijnt via goten,
sleuven en sloten in vijvers, waai' riet en
biezen het biologisch reinigen. Een kleine
windmolen met hulpmotor regelt de cir
culatie. Uit metingen blijkt dat de natuur
lijke zuivering prima werkt. De waterkwa
liteit is uitstekend. „Morra behoort bij de
schoonste wateren van Friesland", aldus
De Haas.
Alleen op plaatsen waai' veel auto's staan,
zijn straatkolken aangelegd. Een speciale
klep in de kolken zorgt dat het eerste en
meest vervuilde vocht van de weg (olie,
slib) naar het riool gaat. De rest komt ge
woon in de vijvers. Om de absorptie van
het regenwater te bevorderen zijn de fiets
paden verhard met schelpen en bestaat
een deel van de bestrating uit graskeien.
Bovendien staat dat een stuk vriendelij
ker dan klinkers en scheelt het financieel
ook een slok op een borrel.
De woningen in het Morra Park voldoen
aan strenge milieuvoorwaarden. Zinken
dakgoten (zink lost op in zure regen), pve-
buizen, tropisch hardhout en pur-schuim
zijn taboe. De huizen zijn uitgerust met
zonneboilers, extra isolerend glas, water
besparende douchekoppen en toiletten.
Zuiden
Alle woningen staan min of meer op het
zuiden, zodat de bewoners in de winter op
timaal gebruik kunnen maken van de zon
newarmte. „Als de woon- en slaapvertrek
ken op het zuiden georiënteerd zijn,
scheelt dat alleen al tien procent op het
energieverbruik", weet De Haas.
Tijdens een wandeling door de wijk wijst
hij op de kleine vensters onder in het dak
van enkele koopwoningen, die door archi
tectenbureau Artes uit Groningen ont
worpen zijn. Door deze vensters kunnen
de zonnestralen verder in de woonkamer
doordringen, wat zowel goed is voor het
milieu als de portemonnee.
Milieuvriendelijk bouwen betekent in
principe ook dat de ramen in de zuidelijk
gevel groter zijn dan in de noordelijke. Bo
vendien hebben veel woningen grote da
koverstekken om de verf op kozijnen te
beschermen tegen de Nederlandse weers
omstandigheden. „Vroeger waren ver
overstekende dakranden heel gewoon,
maar in periode van de revolutiebouw
vond men dat soort dingen veel te onprak
tisch", vertelt De Haas.
Heel bijzonder zijn de markante zonne
tuinwoningen van architect Jon Kristins-
son uit Deventer. De grote glazen aan
bouw kan voor allerlei doeleinden worden
gebruikt, maar dient bovenal voor het ver
warmen van de lucht, die uit de nok wordt
weggezogen en in de spouwmuur tussen
twee woningen wordt geblazen. Deze
muur wordt dan warm waardoor op zon-
Leden van de families Kooimans,
Kooiker en Van der Kooy hebben -
vaak zonder dat ze dat beseffen- allemaal
één ding gemeen. Ze stammen af van een
voorvader die een heel bijzonder, exclu
sief Nederlands beroep uitgeoefend
heeft, en wel dat van kooiker. Beheerder
of beter gezegd exploitant van een een
denkooi. Het gaat om een heel gespecia
liseerd beroep, waarvoor naast een gede
gen vakmanschap ook een fikse dosis na
tuurkennis vereist is.
Het zal een jaar of twaalf geleden zijn dat
ik voor het eerst een bezoek bracht aan
een eendenkooi. Bepaald geen visite
waarvoor de rode loper werd uitgelegd.
Ik moest praten als brugman om zelfs
maar één voet in de eendenkooi te mo-
I gen zetten. De kooiker bleef mij voortdu-
I rend een paar passen voor om takjes en
I andere ongerechtigheden van het kooi-
I pad te verwijderen. Dit om te voorkomen
dat mijn onervaren voeten door het trap
pen op een krakende tak de in de kooi
aanwezige eenden zouden verstoren.
De tocht voerde naar een rietscherm met
een smalle gluurspleet waardoor je de op
de kooiplas aanwezige eenden kon ob
serveren.
Helemaal niet verwonderlijk dat een
kooiker zo kien is op het tegengaan van
verstoring. Eenden zijn in een eenden
kooi puur broodwinning en ze worden
navenant ontzien. Toen het ijs eenmaal
wat gebroken was maakte ik ook kennis
met het kooikersjargon. Rietweeg en
blindweeg, de zeting en de pijp, het zijn
allemaal woorden die horen bij het kooi
kersvak. De vangsten van de kooiker
worden beschreven in economisch geïn
spireerde termen. Zo heb je bijvoorbeeld
noordse trekboutjes, helen en halven. De
twee laatste benamingen hebben betrek
king op de grootte van de gevangen een
den: de halven dat zijn de kleintjes en
kooikers onderscheiden naast helen en
halven zelfs nog derden; de nog kleine
ren.
Olleventje
Terwijl mijn gastheer achteloos over hal
ven zat te praten kwam er een heel oude.
associatie naai' boven. Ooit had ik mij
sufgepiekerd over de betekenis van de
dialectnaam olleventje. En ineens viel de
munt door de gleuf; het ging om een olf
entje, een half eendje dus. En dat klopte.
Gewone bewoners van het boerenland
gaan niet zo ver dat ze ook nog derden
onderscheiden; een kleine eend is ge
woon een olleventje. Veelal wordt dan de
wintertaling bedoeld.
De naam olleventje was mij ooit terloops
ter ore gekomen bij een poging om mijn
eêrste waarneming van een dodaars van I
een naam te voorzien. Het bleek toen dus
om een aegelzakje te gaan. De betekenis
van de dialectnaam was mij allang dui
delijk voordat de oorsprong van de Ne
derlandse naam dat was. Iedere vogelaar
praat over een dodaars, met de tweede
letter uitgesproken als lange oo, en afge
kort als do-daars. En daarmee is de oor
spronkelijke naam van de vogel hele
maal uit het zicht geraakt. Wie de vogel
goed observeert ziet een omvangrijk en
opvallend donzig achterlijf. Een dodaars
is dus eigenlijk een dod-aars, zeg maar
een vogel met een donzig kontje.
Olleventjes en aegelzakjes zijn achteraf
helemaal niet moeilijk uit elkaar te hou
den. Het vluchtgedrag om aan vijanden
te ontkomen biedt al voldoende aankno-
pinspunten. Een taling gaat bij de min
ste of geringste onraad op de wieken, ter
wijl een dodaars wegduikt en voor een
vluchtweg onder water kiest. Ze behoren
ook tot heel verschillende families; een
taling is een rasechte eend en een do
daars is ons kleinste fuutje.
Chiel Jacobusse
Een kleine eend is gewoon een olleven
tje. Veelal wordt dan de wintertaling
bedoeld. foto Chiel Jacobusse