Tanzania gaat gebukt onder nieuwe vrijheid Vrij Quebec lijkt binnen handbereik Armoede op de savanne reportage zaterdag 28 oktober 1995 29 Westerse donoren. De structurele aanpas singsprogramma's (SAP's) van het IMF hebben volgens hen het toch al niet een voudige leven van de gemiddelde Tanza- niaan alleen maar een graadje harder ge maakt. Subsidies op consumptiegoede ren zijn afgeschaft, salarissen bevroren, overal zijn gedwongen ontslagen gevallen en mensen moeten nu een eigen bijdrage gaan betalen voor onderwijs en gezond heid. Vanwege de import van goedkope produkten uit landen als China. Taiwan en Korea hebben sommige inheemse be drijven moeten sluiten of draaien nu ver beneden hun capaciteit. De afgelopen 10 jaar gestaag gegroeide inflatie bedraagt nu zo'n 28 procent. Maar niet iedereen gaat gebukt onder het Westerse paradepaardje dat liberalisering heet. Zakenman Saleh Songoro bijvoor beeld, heeft er de afgelopen jaren zijn voordeel mee gedaan. Hij leidde voorheen een transport- en busbedrijf vanuit een klein dorpje in West-Tanzania en begon, toen de mogelijkheden zich aandienden, zwaar te investeren in een veerdienst in Mwanza, aan de oevers van het Victoria- meer. Hij importeerde motoren en andere onderdelen vanuit Nederland en liet op een lokale, indertijd met Nederlands ont wikkelingsgeld opgezette, werf enkele veerboten bouwen die op diverse plaatsen langs het meer worden ingezet en voor de plaatselijke bevolking en handelaren het reizen over het water sneller en makkelij ker maken. Zodra hij een mogelijke nieuwe route signaleert, zet hij vrijwel on middellijk een plan voor weer een pont op stapel De eerstvolgende wordt, een vrachtboot. Gemeenschap „Ik probeer mijn mogelijkheden als za kenman zoveel mogelijk voor de hele ge meenschap te benutten", zegt Songoro, „Ik word er zelf beter van. want zo'n veer dienst brengt natuurlijk flink wat geld op, maar ik verleen de bevolking tegelijker tijd een heel belangrijke dienst. De men sen zijn erg blij met wat ik doe. En mijn winst investeer ik weer zoveel mogelijk in nieuwe gemeenschapsprojecten." Het verkrijgen van vergunningen, het re gelen van de juiste invoerpapieren of het verkrijgen van de benodigde buitenland se deviezen; het is er voor zakenlieden als Saleh Songoro de laatste jaren heel wat gemakkelijker op geworden. Lachend geeft hij toe dat het 'schuiven van een be paald bedrag in de juiste richting', wel va ker noodzakelijk is. Dat belet hem echter niet om de toekomst nog altijd uiterst op timistisch tegemoet te zien. „Nu de rege ring veel staats- en semi-staatsbedrijven gaat verkopen, ben ik van plan de scheepswerf in Mwanza (een joint-venture tussen Nederland en Tanzania) te kopen. Dan kan ik de zaak weer nieuw leven in blazen, goed personeel aantrekken en flink wat boten gaan bouwen, ook voor an deren. De financiering is rond, het wach ten is nu op de beslissende keuze van Ne derland en Tanzania want er zijn meer ka pers op de kust." Verkiezingen Maar eerst moet er gestemd worden. Nie mand wil al te ver vooruit denken nu de eerste en dus voor enige onzekerheid zor gende meer-partijenverkiezingen voor de deur staan. Voor het eerst ervaren Tanza- nianen de onaangename kant van zoiets als politieke spanningen. Op sommige verkiezingsbijeenkomsten zijn aanhan gers van diverse partijen al slaags met el kaar geraakt en is er met stenen gegooid. Menigeen vreest dat tijdens of na de ver kiezingsdag wel eens hetzelfde kan gebeu ren. In de steden hamsteren mensen al voedsel zodat ze voorlopig de straat niet op hoeven. Saleh Songoro denkt dat het allemaal wel mee zal vallen. „Je weet het natuurlijk nooit, maar Tanzanianen hou den nu eenmaal niet van geweld." Nu de eerste verkiezingsronde op het ei land Zanzibar voorbij is en een nek-aan- nek-rac.e heeft opgeleverd tussen de CCM en oppositiepartij het Burgerlijk Verenigd Front (CUF), blijven de meeste waarne mers bij hun verwachting dat het vaste land een zelfde uitslag te zien zal geven en de strijd zich zal concentreren rond de CCM-kandidaat voor het presidentschap Benjamin Mpaka en de belangrijkste op positieleider Augustine Mrema. De eerste wordt door 'leraar' Nyerere aanbevolen en geldt voor menigeen dus als automatische keus. de tweede kan op grote aanhang re kenen vanwege zijn kruistocht tegen de corruptie. Of met een nieuwe partij aan de macht ook eindelijk een periode van ontwikke ling aanbreekt, staat te bezien. De econo mie, sociale voorzieningen en infrastruc tuur - wegen en telefoonverkeer zijn nog altijd abominabel - schreeuwen erom, maar veel Tanzanianen halen hun schou ders op. Hamna shida. Frans van den Houdt Bijeenkomst van voorstanders van een onafhankelijk Quebec: Wij willen een land en zullen het krijgen. foto Reuters Geef niet op; „Lache pas la patate, Lucien", roept iemand tegen de man die zich door de mensenmenigte naar het podium voor in de zaal worstelt. De meer dan duizend aanwezigen scan deren 'Lucien, Lucien'. Terwijl Lucien Bouchard hem passeert zegt een oudere man „U bent mijn held, meneer." Ande ren proberen alleen maar zijn jasje aan te raken. „Het is een wonder", zegt mijn buurman. Un miracle. Eind vorig jaar leek Lucien Bouchard ten dode opgeschreven. Een zeldzaam vleesetend virus had zijn halve been weggevreten. Het moest worden af gezet. Hij lag dagenlang balancerend op de rand van de dood in het ziekenhuis. Maar hij kreeg een kunstbeen en kwam er weer bovenop. Klaar voor de strijd voor 'zijn' Québec. Bouchard is de voorman van het Bloc Québecois, de partij die wil dat de Frans talige Canadese provincie zich afscheidt van de rest van het land. Maandag gaan de Québecois naar de stembus om in een referendum 'Oui' of'Non' te zeggen tegen een soeverein Québec. „Maitres chez nous", noemt Bouchard dat tijdens de manifestatie in Rivières-des-Loups. Baas in eigen huis. Nerveus Volgens de laatste opiniepeilingen zijn de ja- en neestemmers in een nek-aan-ne- krace gewikkeld. Sommige peilingen ge ven 'oui' een kleine voorsprong. Toen dat bekend werd kelderden meteen de koer sen op de Canadese beurs en daalde de dollar twee cent in waarde. Degenen die Canada één willen laten blijven, en voor al het bedrijfsleven, zijn plotseling ner veus geworden. Dat is goeddeels de 'verdienste' van Bou chard. Twee maanden geleden stond het 'oui'-kamp nog meer dan tien procent achter op de 'nee'-stemmers. Toen droeg de te goedmoedige premier van Québec. Jacques Parizeau, de leiding van de Ja- campagne over aan de net uit de dood opgestane Bouchard. En het tij keerde. Bouchards 'miracle' gaf ook zijn aanhan gers weer hoop. Voor de Franstalige Canadezen is hij een held en een martelaar. Voor de Engelsta lige is hij de man die hun land, „het. beste ter wereld" uiteen wil rijten. Anderen noemen hem gewoon een opportunist, die de afgelopen twintig jaar tot vier par tijen heeft gehoord, afwisselend federa lisme en onafhankelijkheid predikend. Maar dat laatste is nooit zo dichtbij ge weest als nu. Verderf In 1980 stemden de Québecois voor het laatst over soevereiniteit, en verwierpen het met 60 tegen 40 procent. De aanhan gers van het federale Canada - eenderde van de Franstaligen en vrijwel alle En gelstaligen - hopen dat het nu weer zo zal gaan, dat de kiezer het gezond verstand zal laten zegevieren. Want Québec zal zonder Canada, en Canada zonder Qué bec, altijd slechter af zijn. De tegenstanders - de leider van de nee beweging. Daniel Johnson, de Canadese premier Jean Chrétien, het bedrijfsleven - schetsen een beeld vol doem en verderf voor Québec. Een miljoen banen lopen gevaar, riep minister van financiën Paul Martin. Investeerders zullen Québec de rug toekeren. De dollar zal in waarde kel deren. En onafhankelijkheid gaat Qué bec tientallen miljarden kosten. De Québecois zijn er niet van onder de indruk, lijkt het. „Nog nooit is ons eigen land zo dichtbij geweest", zei Jacques Parizeau vorige week tijdens een bijeen komst van jongeren in Montreal. „Wij willen een land en zullen het krijgen." De verkiezingsmanifestaties van het 'oui'- kamp trekken duizenden dolenthousias te Québecois. Het valt op hoeveel daar van jongeren zijn. Bedreigd De onafhankelijkheidsdrang van de Québecois is al oud. De unie tussen En gelstaligen en Franstaligen dateert uit 1759, toen de Britten het van de Fransen wonnen. In 1867 kwam Canada tot stand, en kreeg Québec zelfs een eigen regering. Maar honderdvijftig jaar geleden had den de Québecois de meerderheid in Ca nada. terwijl zij nu nog maar een kwart van de Canadese bevoling vormen. De zeven miljoen Francofone Canadezen voelen zich bedreigd. „Québec zakt lang zaam weg in Canada", zegt de schrijver Yves Beauchemin. De andere Canade zen willen dat Québec een provincie is zoals de andere acht provincies. „Maar daarmee ontkennen zij de persoonlijk heid van Québec. Wij zijn niet als Prince Edward Island", zegt hij, doelend op de piepkleine Atlantische provincie. Québec is een economische grootmacht. Eenderde van alle bedrijvigheid van Ca nada speelt zich in Québec af. De provin cie is alleen de zevende handelspartner van de Verenigde Staten. De Québecois zijn ook volgens economische deskundi gen best in staat voor zichzelf te zorgen. Maar de vraag is of het ook verstandig is. Beter dan nu binnen Canada zullen de Québecois het niet krijgen. De ontkoppeling van Canada gaat Qué bec de komende tien jaar zeker drie mil jard dollar per jaar kosten. Bovendien rfloet het zijn aandeel in de nationale schuld van Canada - die met 550 miljard Canadese dollars een van de grootste in de geïndustrialiseerde wereld is - aflos sen. En dat terwijl het begrotingstekort van de provincie dit jaar al tot meer dan 11 miljard dollar dreigt op te lopen. Eigenheid De vraag is of het wel zo'n vaart zal lopen, ook na een 'oui' op 30 oktober. Québec wordt dan heus niet meteen onafhanke lijk. Bouchard heeft al gezegd op 31 okto ber onderhandelingen met de rest. van Canada te willen beginnen over samen werking. Hij wil een soeverein Québec binnen het oude Canada, „een associatie zoals ook de landen van de Europese Unie die hebben", zegt hij. Bouchard heeft eieren voor zijn geld ge kozen, wetend dat het streven naar een volledig onafhankelijk Québec nooit op een meerderheid zou hoeven te rekenen. Nu wil hij dat de 'eigenheid' van Québec erkend wordt. En hij wil voorstellen dat de Québecois hun Canadese paspoort behouden en kunnen blijven betalen met de Canadese dollar. Waarop de Engelse koningin nog steeds staat! „Het. is alsof je scheidt, maar wel toegang tot de slaapkamer blijft eisen", scham perde de premier van Ontario, Mike Har- ris, onlangs. „Of we zijn een land, of we zijn het niet. Een afgescheiden Québec is een vreemd land. Punt." Hans de Bruijn bespeuren, nu gaat het bij de meesten al leen nog om de vraag: hoe snel kan ik hoe veel geld verdienen." Socialisme Het was Julius Nyerere die Tanzania van af de onafhankelijkheid in 1961 tot aan zijn vrijwillige aftreden in 1985 van een ei gen, socialistische identiteit voorzag. 'Mwalimu'. leraar, zoals hij nog altijd eer biedig door iedereen wordt genoemd, con centreerde zich op de ontwikkeling van het platteland waar hij zogenaamde 'Uja- maa' (dorpen) stichtte, waarin iedereen op basis van gelijkheid en solidariteit geza menlijk werkte op gemeenschappelijk land. Nyerere zette zijn socialistische ideeën uiteen in de beroemd geworden Arusha-verklaring van 1967 en is er in de jaren daarna nauwelijks van afgeweken. Hoe bewonderenswaardig ook, van enige economische vooruitgang laat staan groei, was nimmer sprake ondanks het feit dat Tanzania uitgroeide tot Afrika's grootste ontvanger van buitenlandse hulp. Donoren begonnen daarom steeds meer vraagtekens te zetten bij Nyerere's beleid en hielden hem voor dat. het weinig zin had zo star aan je idealen vast te hou den als de levensstandaard van de gewone man er zo schrijnend bij achterblijft. Liberalisering Sinds Nyerere in 1985 aftrad, heeft hij ach ter de schermen weliswaar nog veel in vloed uitgeoefend, maar zijn opvolger Ali Hassan Mwinyi heeft Tanzania deson danks een heel andere weg opgestuurd. Hij ging in zee met de Wereldbank en het Internationaal Monetaire Fonds (IMF) en liet zich in ruil voor miljoenen dollars voorschrijven hoe hij de economie en poli tiek diende in te richten. Resultaat is libe ralisering en democratisering. Met. op de achtergrond een aanhoudend mokkende Nyerere worden staatsbedrij ven geprivatiseerd, wordt het buitenlands geldverkeer vrijgegeven (voor bezoekers geen gehannes meer aan de grens met aangifteformulieren, verplicht wisselen en het verstoppen van stapels dollars ach ter het dashboard) en krijgt iedereen de vrijheid om een politieke partij op te rich ten en de regeringspartij CCM (Revolutio naire Partijhet vuur na aan de schenen te leggen. De pers ziet als gevolg hiervan haar kans schoon en de oersaaie regeringskrant 'Daily News' krijgt al snel vele kritische concurrenten. „De pers is de laatste jaren heel erg fel geworden", meent advocaat Joseph Mwilanga. „Het bewind van Mwi nyi wordt dagelijks bespot en schandalen worden openlijk aan de kaak gesteld. Kranten en tijdschriften floreren. Wat dat betreft, is het met de vrijheid van me ningsuiting een heel eind de goede kant opgegaan in dit land." Belastingen En schandalen, vooral financiële, zijn er bij de vleet. „De economische hervormin gen hebben voor zakenlui veel nieuwe mo gelijkheden gecreëerd", verduidelijkt Mwilanga, „maai- hebben tevens geleid tot meer corruptie, verduistering van overheidsgelden en ondoorzichtig en ver keerd regeringsbeleid. Een handjevol cor rupte lieden kan zich verrijken door de nieuwe financiële mogelijkheden die het hele land ten goede dienen te komen. Wat dat betreft, is Tanzania hard op weg haar kapitalische buur Kenya in te halen. Ge volg van dit. alles is wel dat de staat met geweldige tekorten te kampen heeft en daarom bepaalde plannen van de Wereld bank niet eens kan uitvoeren. Het finan cieringstekort is ook te wijten aan groot schalige belastingontduiking." Ontduiking en illegale, door corrupte ambtenaren verleende ontheffingen kos ten de Tanzaniaanse schatkist ieder jaar miljarden. Onaanvaardbaar, zeiden dono ren als Noorwegen en Zweden vorig jaar en bevroren hun hulp voor onbepaalde tijd. Andere Westerse geldschieters gaven Tanzania drie maanden om zijn huis op orde te brengen, op straffe van eenzelfde bevriezing van financiële hulp. President Mwinyi gaf vervolgens ruiterlijk toe dat het belastingsysteem aan alle kanten rammelde en beloofde een grondig onder zoek en beterschap. Een van de maatrege len was de benoeming van een nieuwe mi nister van financiën. Het Westen toonde zich in augustus min of meer tevreden en bleek bereid, weliswaar onder stringente voorwaarden, de hulp te hervatten. Harder De critici zijn allerminst gelukkig met dit soort spelletjes tussen Dar es Salaam en Tanzania kreeg tien jaar geleden een nieuwe president. Julius Nyerere trad vrijwillig af en wees Ali Hassan Mwinyi als zijn opvolger aan. Mwinyi schafte Nyerere's socialisme af en liberaliseerde de economie, maar het gros van de bevolking bleef straatarm. Nu de Tanzanianen zondag 29 oktober naar de stembus kunnen om voor het eerst van hun leven een nieuwe president en regeringspartij te kiezen, kunnen ze eindelijk kenbaar maken hoe ze daar over denken. De vraag is alleen of dat voor grote veranderingen zal zorgen. Geen levend wezen te zien en zo ver het oog reikt wilde, goudgele savannen. Ergens een verdwaalde struisvogel en dan ineens een hele kudde grazende gnoes, ze bra's en impala's. In een droge rivierbed ding, iets verderop, duikt in dit wildpark Serengeti van achter een bosje de magni fieke kop van een leeuw op. Grijnzend slaat hij de bezoekers gade, die geïmpo neerd op een afstand blijven. Tanzania, een land dat imponeert en je hart verovert door haai- immense natuurlijke schoon heid, maar ook een land dat geldt als het op één na armste van de wereld. Honderd dollar per jaar,-dat is hier het gemiddelde inkomen. Wat dat betreft., is er de afgelopen tien jaar weinig veranderd. De meerderheid van de .bevolking had toen niks en nu nog niet. Hoewel, veel mensen hebben nu redelijke kleren aan. Tien jaar geleden liepen de meesten half naakt of in vodden rond. Re sultaat van üe liberalisering. Uit Europa mochten plots balen tweedehands kle ding worden ingevoerd (waar Nederland se exporteurs grof geld aan verdienen) om de bevolking toch enigszins het gevoel te geven dat tijden veranderen en ook in Tanzania de 21ste eeuw nadert. Maar voor de rest is veel bij hetzelfde gebleven. Geen probleem Het gros van de bevolking - vooral op het platteland - vindt het wel best zo. 'Hamna shida', luidt hun devies, ofwel 'geen pro bleem'. Daudi Mwaka (45), een boertje na bij Arusha, had nog wel even gehoopt dat er ook voor hem en zijn gezin (vrouw en 9 kinderen) betere tijden zouden aanbreken toen de economie werd opengegooid, hij zijn produkten zelf op de vrije markt te koop mocht aanbieden en de winkels vol stroomden met spulletjes. „Ik dacht met een betere prijs voor mijn katoen eindelijk een radiocasetterecorder te kunnen ko pen. Maar het zat er niet in. De prijs bleek te hoog. We hebben er sindsdien nooit meer aan gedacht." Het leven blijft hard, houd ik hem voor, maai- hij lacht en zegt „Geen probleem, wij zijn gelukkige mensen want we heb ben meestal genoeg te eten, de kinderen zijn gezond en gaan allemaal naar school." Mwaka pakt zijn hak weer ter hand en wiedt, traag maar gestaag, voort. In tegenstelling tot vroeger is er nu volop keus voor de Tanzaniaanse consument. De eens lege schappen van de lokale win keltjes liggen vol, maar het meeste blijft onbetaalbaar en dus onbereikbaar voor veel mensen. Ook wat wij als normale huishoudelijke produkten beschouwen - margarine, bakolie, zeeppoeders, gepas teuriseerde melk en schoonheidsmiddel tjes - gelden vanwege hun prijs voor de meeste Tanzanianen nog steeds als luxe artikelen. Inkomens, ook die van hoog op geleiden als dokters (63 dollar per maand), zijn namelijk nog altijd beschamend laag. Voor, na, maar veelal ook tijdens kantoor uren klust iedereen er daarom naar harte- In de binnenlanden van Tanzania leidt de der levensonderhoud. lust bij. En de corruptie neemt hand over hand toe. Stabiliteit Maar Tanzania heeft ondanks de armoede altijd een charmante eigenheid bezeten. Het land trachtte zichzelf te blijven, Tan zanianen bleven Tanzaniaan en verwes terden nauwelijks. Niet Engels maar Kis- wahili werd de nationale taal. Luchtige sa- faripakken krijgen in kantoren nog altijd de voorkeur boven driedelig grijs met ver stikkende stropdas. Bovendien - en mis schien wel dankzij die eigen identiteit - heeft het land altijd een zekere stabiliteit weten te behouden en bleef het verstoken van immer oplaaiende politieke spannin gen die het leven in een buurland als Ke nya vaak zo onaangenaam maken. Voor een deel bestaat dat eigen karakter nog. „Dat betekent dat het nog altijd vreselijk moeilijk is om hier iets voor elkaar te krij gen", zegt een Nederlandse arts die al 14 jaar in het land werkt, met een cynische ondertoon. „Want de keerzijde van Tanza- berale koers van de regering tot een duur- nia's charmes is dat ambtenaren en de meeste andere beroepsgroepen zich ner gens echt voor inzetten. Ze laten alles op z'n beloop en werken zich moeizaam naar het eind van de maand om hun salarissen in ontvangst te nemen. Er bestaat een enorme bureaucratie die heel erg traag werkt en efficiëntie, snel werken en snelle besluitvorming vreselijk in de weg staat." De traagheid van het overheidsapparaat is met de komst van het meerpartijensys- teem volgens hem alleen maar toegeno men. „Voorheen bestond er binnen het ap paraat een hele CCM-infrastructuur (CCM is de regeringspartij) die het mogelijk maakte om via bepaalde kanalen iets ge daan te krijgen. Dat werkte goed en rede lijk snel. Maar die structuren bestaan niet meer en nu moetje zelf je weg maar probe ren te vinden. Bovendien zie ik dat als ge volg van de invoering van de marktecono mie, mensen nu nog minder geïnteres seerd zijn in de inhoud van hun baan. Voorheen kon je bij bijvoorbeeld medisch personeel altijd wel een vleugje idealisme Tanzania: Wilde savanne zover het oog reikt. foto's Benelux Press

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 29