Een
gigantisch kunstwerk
Stewardessen
al zestig jaar
in de wolken
PZC
Vijfentwintig jaar
Haringvlietsluizen
reportage zaterdag 28 oktober 1995 25
gea
Met betonblokken is in 1970 het laatste stuk van het Goereese Gat gesloten, op de achter
grond de Haringvlietsluizen. foto PZC-archief
Wie van de Kop van Goeree
naar Voorne-Putten rijdt,
merkt het nauwelijks. Zo'n kip-
peeindje is het maar. De Haring
vlietsluizen plus de dammen me
ten nauwelijks vijf kilometer. Het
is twee a drie minuten rijden met
de auto. Alleen het gebonk op de
brugdelen van de Haringvlietslui
zen doet minder vertrouwd aan.
Voor de rest lijkt het een gewone
weg.
Het is onvoorstelbaar zoveel jaren
na dato hoeveel werk is verricht
om het zover te krijgen. De Haring
vlietsluizen waren tot de bouw van
de Oosterschelde-stormvloedke-
ring het grootste Deltawerk tot
dan toe uitgevoerd. En hoe inge
nieus de Oosterschelde-storm-
vloedkering ook mag zijn. Het lijkt
- voor wie de geschiedenis erop na
slaat - onterecht dat de Haring
vlietsluizen vrijwel zijn vergeten.
Tussen de Kop van Goeree en
Voorne-Putten werd van 1955 tot
1970 werkelijk iets groots verricht,
met minder geavanceerde technie
ken en gedeeltelijk nog op de tast.
Nederland had wel een hoop ken
nis op waterstaatkundig gebied.
De Zuiderzee was al vóór de oorlog
afgesloten, maar uitwateringsslui
zen bouwen in een stroomgat als
het Goereese Gat Dat was nieuw.
Drijfijs
Ingenieurs berekenden vantevo-
ren hoe groot de uitwateringsslui
zen moesten zijn, om overtollig ri
vierwater van Rijn. Waal en Maas
af te voeren en om drijfijs te kun
nen doorlaten. Vooral de afvoer
van ijs kostte de waterstaatkundi
gen veel hoofdbrekens. Ophopend
drijfijs kan immers een bedreiging-
vormen voor de dijken.
Alles in ogenschouw nemend kwa
men de ingenieurs tot uitwate
ringssluizen van gigantische afme
tingen. Het complex moest 17 ope
ningen gaan tellen van elk 56,60
meter. De doorstromingsbreedte
zou in totaal 960,50 meter worden,
en inclusief de tussenliggende pij
lers 1048,50 meter.
Een civieltechnisch kunstwerk
van die omvang kon naar de in
zichten van die tijd alleen op het
droge, in een gigantische bouwput
worden gebouwd. Zo geschiedde.
In het Goereese Gat is een werkei-
land aangelegd, waar zo'n tien jaar
aan de Haringvlietsluizen is ge
werkt. Via twee Bailey-bruggen
vanaf Goeree-Overflakkee kwa
men de arbeiders op het werk.
Om te illustreren welk een groot
karwei is uitgevoerd, is het vol
doende aan te geven hoeveel hei
palen voor de uitwateringssluizen
zijn geslagen. Voor de cijferfreak:
er zitten 21.482 palen in de grond,
met een totale lengte van 311 kilo
meter en 78 meter. In twee jaar tijd
zijn die met zes heistellingen aan
gebracht door de Haringvliet-aan-
Op en in de machtige Haringvlietsluizen. foto's Pieter Honhoff
nemerscombinatie NV Nestum
(Nederlandse Sluis- en Tunnel
bouw Maatschappij).
Het aantal aangebrachte heipalen
zegt iets over de degelijkheid,
waarmee Rijkswaterstaat bij de
constructie van de Haringvliet
sluizen tewerk is gegaan. Er zijn
ruime veiligheidsmarges in acht
genomen. Bij een bezoekje aan het
complex - onder begeleiding van
een gids van de geprivatiseerde
Expo Haringvliet - is dat ook dui
delijk te zien.
De Haringvlietsluizen hebben in
tegenstelling tot de Oosterschelde-
kering niet één stel schuiven, maar
twee stuks; één aan rivierzijde en
één aan zeezijde. Ze zijn niet ge
last. maar oerdegelijk geklonken
met klinknagels. De apparatuur in
de zesendertig machinekamers is
van Stork-kwaliteit. Alleen al de
cilinders waarmee de schuiven
worden bewogen, hebben een
doorsnee van één meter.
High-tech is het allemaal niet. De
Haringvlietsluizen dragen het
stempel van de tijd, waarin ze zijn
gebouwd. Alhoewel. Achter de
schermen is onlangs het bedie
ningsmechaniek gemoderniseerd.
De grote centrale bedieningska
mer waar minister Bakker 2 no
vember 1970 een knop omdraaide,
is gesloopt. Siemens heeft nieuwe
kabels getrokken en twee beeld
schermen in het oorspronkelijke
brugwachtershuis geplaatst. Eén
Rij kswaterstater bedient daar nu
de brug. de schutsluis voor vissers
schepen en de schuiven.
Trekvissen
De milieutechnische kant van de
Haringvlietsluizen verdient vol
gens Rijkswaterstaat eveneens
vernieuwing. De Haringvlietslui
zen vormen nu nog een harde
scheiding tussen zoet en zout wa
ter. Dat is onnatuurlijk. Trekvis
sen. zoals zalm en zeeforel, kunnen
niet naar binnen. Mogelijk komt
daarin verandering, als beslóten
wordt tot het voorzichtig inlaten
van zeewater in het Haringvliet.
Bij de negatieve gevolgen voor het
milieu is in 1955 niet stilgestaan.
De tijdgeest was daar niet naar,
Een ander gevaar is evenmin on
derkend: vergiftiging van de bo
dem van het Haringvliet door ver
vuild rivierslib. Het is ook maar de
vraag wat er met dat gegeven was
gedaan, als het bekend was ge
weest eindjaren vijftig. Het ging er
toen om de in 1953 zo ruw ingetrap
te voordeur aan de ketting te leg-
Harmen van der Werf
Daar werd iets groots
verricht, tussen 1955 en
1970. Amper bekomen van de
watersnoodramp van 1953 en
nog voor de Deltawet door de
Tweede Kamer werd aanvaard,
begonnen al de
werkzaamheden aan de
Haringvlietsluizen. Toenmalig
minister drs J. A. Bakker nam
het grootste Deltawerk tot dan
toe op 2 november 1970 in
gebruik, met de woorden: 'In
het Haringvliet heeft
Nederland zijn voordeur aan de
ketting gelegd...'
Voor hemelbestormers,
luchtfietsers en meer van
dergelijke zweverige types is
geen plaats bij het Korps Cabi
nepersoneel van de KLM. Wel
in aanmerking komen jongens
en meisjes van stavast die aan
boord onder alle denkbare om
standigheden met beide benen
op de grond blijven staan. Zo
was het zestig jaar geleden en
zo is het nu nog. Op 1 augustus
1935 werd voor het eerst koffie
'op hoog niveau' geschonken.
Daar wordt deze maand bij de
luchtvaartmaatschappij op ge
dronken.
Geen sneller middel van ver
voer dan een vliegtuig, maar in
tercontinentale vluchten ver
oordelen de passagiers wel tot
een lange zit. Afstompend en
vermoeiend tegelijk. En als
dan het gewenste glaasje sap
niet snel genoeg wil doorko
men, bundelen de opgekropte
ergernisjes over nauwelijks
noemenswaardige kleinighe
den zich met gemak samen tot
een vernietigend oordeel over
de service. Zelfs het fraaiste
toonbeeld van dienstbaarheid
ontkomt dan niet aan een voet
veeg. 'Luchtserveersters' heten
stewardessen dan opeens on
eerbiedig. En stewards worden
kelners, die naar de smaak van
sommigen in de hoogte tame
lijk uit de hoogte doen.
De inmiddels 66-jarige Alk
maarder Peter Steinmetz heeft
lang genoeg gevlogen - van
1951 tot 1987 - om een dergelijk
tafereel aan boord te herken
nen. En ook het geweeklaag
over arrogant cabinepersoneel
komt de voorzitter van de VOC
(Vereniging van Oud-Cabine
personeel) bekend voor. Als ge
wezen purser oftewel chef cabi
nepersoneel denkt hij overi
gens te weten dat de 'levende
visitekaartjes' van de KLM
minder snel geneigd zijn de
neus voor zelfs de lastigste
klant op te halen dan menigeen
veronderstelt.
„Dat onderweg over en weer ir
ritaties kunnen ontstaan, heeft
volgens mij ook alles te maken
met het gegeven dat vliegen
niet comfortabel is. Weinig van
de reclame wordt waarge
maakt. Wat maaltijden betreft
biedt de snackbar op de hoek
een grotere keuzemogelijk
heid. Omdat het bedrijf zo veel
mogelijk geld wil verdienen,
wordt elke vierkante centime
ter benut. De mens is langer ge
worden, maar de beenruimte is
gelijk gebleven. Is het gek dat
je na een lange vlucht gebro
ken bent?"
Maar er is meer. Luister maar
naar stewardess Marjolein, die
inmiddels ruim drie jaar
vliegervaring heeft. Geduren
de dat nog betrekkelijk kort
stondige dienstverband heeft
ze de passagier veeleisender en
verwender zien worden. 'Keep
smiling' is het beroepsdevies,
maar af en toe valt het zwaar de
mond niet in een 'grimlach' te
plooien.
Bestekmesje
„Sommigen denken alles te
kunnen maken. Zoals die vent
die me met z'n bestekmesje
achterna zat. Blijf er ook maar
eens vrolijk bij als een Ameri
kaan op rij 2 steen en been
klaagt omdat er op rij 80 wordt
gerookt. En maar overspannen
snateren: 'I am allergie to smo
ke. I am allergic to smoke'. En
lui die knippen met hun vin
gers of je op de bips tikken, ook
zo iets."
Ze kent inmiddels haar pap
penheimers. De diamantair die
ze geregeld tegenkomt en die
per vlucht probeert aan te pap
pen met de stewardess van zijn
keuze. „Op een keer stond ik
gebukt over m'n kar en voelde
ik opeens een hand die aan me
zat. 'Weet je', vroeg hij. 'wat
KLM betekent? Kleine Lieve
Meisjes'. Ja, toen had ik het
even niet meer. Ben me in de
galley even gaan afreageren."
Een mens kan wat meemaken,
zo hoog boven de wolken. Maar
denk niet dat Marjolein ook
maar een moment spijt heeft
van haai- besluit het blauwe
uniform aan te trekken. Het on
wezenlijke is door haar beroep
vanzelfsprekend geworden. Ze
volgt, om maar wat te noemen,
een cursus parasailing in Rio
de Janeiro. En als thuis haar
voorraadje Piccolo-thee op is.
gaat ze even shoppen in New
York om het aan te vullen, „Je
doet ook een ongelooflijke
mensenkennis op. Nooit weg,
ook voor later. Ik blijf dit werk
namelijk niet tot m'n pensioen
doen."
In een balorige bui mag het
vrouwelijk cabinepersoneel
zich, uiteraard buiten hooraf-
stand van de passagiers, graag
'stewardellen' noemen. Of 'ste-
wardozen'. Die meisjes van te
genwoordig toch! Dat hadden
in 1935 de eerste KLM-dames
niet in hun hoofd gehaald. Het
kwartet pioniers was van in-
keurige komaf, geschoold op
de even fatsoenlijke HBS. als
het ware tot volle wasdom ge
komen Joop ter Heul-meisjes.
Tragische start
Op 1 juli 1935 ging het viertal
op cursus. De nieuwe luchtser-
vice van de KLM had echter
een tragische start. Tijdens de
proefvlucht van aankomend
stewardess Ans Hermanides
sloeg het noodlot toe. De DC2
waarin zij zat verongelukte op
20 juli in de buurt van het Zwit
serse San Bernardino.
De drie overgebleven vrouwe
lijke cursisten werden op proef
in dienst genomen. Ze kregen
op 1 augustus hun officiële
luchtdoop, een mand vol sand
wiches en pepermuntjes met
zich mee zeulend. Voor het zet
ten van koffie en thee behiel
pen ze zich met water in ther
mosflessen.
Hoogstpersoonlijk besloot
KLM-oprichter Albert Ples-
man de toen heersende misver
standen rond het beroep van
stewardess uit de wereld te
schrijven. „Zij moeten zich in
minstens vier talen kunnen uit
drukken, gemakkelijk van de
eene in de andere kunnen over
gaan, terwijl zij het eene oogen-
blik met een jongedame moe
ten spreken en vervolgens een
heer op leeftijd het reizen per
vliegtuig zoo aangenaam mo
gelijk moeten maken."(...)
De nu 91-jarige Piet de Wilde,
verreweg het oudste lid van de
VOC en tijdens zijn werkzame
leven van 1937 tot 1956 purser
bij de KLM. stelde meer eisen
aan de dames. „Ik heb wel eens
tegen Plesman gezegd: 'Stop
met die stewardessen-oplei
ding. Geef mij maar de meiden
van cafetaria Heck. Die weten
wat het is om mayonaise te ma
ken'." Maar Plesman was een
man van standpunten, waar hij
maar sporadisch van af viel te
brengen.
Jetlag
De romantiek en het avontuur
lijke is wat De Wilde betreft
van het vak af. Zoals hij het uit
drukt was in zijn tijd vliegen
nog vliegen. Hij weet nog wat
z'n aanvangssalaris was: 125
gulden per maand. „Maar dooi
de fooien kwam ik best aan m'n
trekken." Hoe ouder de verha
len, hoe mooier. Jetlag? Piet de
Wilde liep er dwars doorheen.
Hij moest wel. Want kwam bij
Plesman niet aan met de mede
deling moe te zijn. Dan was
daar het gat van de deur! Het
was ook heel gewoon dat het
soms kwalijk riekte aan boord.
Vooral als De Wilde dienst had
op de Connie, die anders dan de
Douglas slechts met een ge
deeltelijk functionerende
luchtververser („Om brandstof
uit te sparen") was uitgerust.
Na thuiskomst kon De Wilde's
echtgenote precies ruiken met
welke kist hij had gevlogen.
Was het de Connie, dan moest
hij van zijn vrouw eerst een
tijdje 'uitluchten' op het bal
kon.
„Ging je naar Indië, dan wasje
meer dan een bediende. Je had
onderweg twee overnachtin
gen. In de hotels moest je dan
als purser voor een zo schappe
lijk mogelijke prijs de maaltij
den regelen die de volgende
dag aan boord uïtgeserveerd
dienden te worden. Ik was des
tijds kok, beheerder van alle
denkbare valuta en niet te ver
geten vraagbaak. Dat is er nu
allemaal niet meer bij. Tegen
woordig zitten de mensen in
een luchtbus, die van A naar B
gaat. Met aan boord meer ste
wardessen dan ik destijds aan
passagiers had."
Gerard van Putten
De viering van het 15-jarig bestaan van de KLM-stewardes
foto GPD