Blote man
heeft iets van
vleermuis
Soms heb ik heimwee
PZC
Benoïte Groult, feministe
Verhalen hebben
het voor het zeggen
boeken
vertaald
Margriet de Moor
VRIJDAG 27 OKTOBER 1995 3 3
Waar vind je dat nog, een vrouw die zich feministe noemt, een
militante feministe zelfs. Eentje die er plezier in heeft zich nu en dan
op een 'grove' manier, zoals ze het zelf noemt, uit te drukken. Benoite
Groult, geboren in 1920, steekt haar overtuigingen niet onder stoelen of
banken. En blijft er vrolijk bij.
Benoïte Groult werd in ons land be
roemd door Zout op mijn huid, een ero
tische roman waarvan er tot nu toe zo'n
320.000 verkocht zijn. Ze is een laatbloei-
ster, in alle opzichten. Haar eerste boek.
Dagboek met vier handen, verscheen toen
ze 43 was. Ze schreef het samen met haar
jongere zus Flora. Zowel in haar latere ro
mans als in interviews verkondigt Groult de
boodschap dat er voor vrouwen na hun
veertigste nog een rijk erotisch leven kan
zijn weggelegd, binnen, maar vooral ook
buiten het huwelijk.
Hoe ze het vindt om bejaard te zijn? „Ach, ik
vergeet het het grootste deel van de tijd",
zegt ze luchtig. „Bovendien ben ik heel ge
zond, dus ikriieb geen last van mijn leeftijd.
Sinds een jaar of vijftien voel ik me aanmer
kelijk beter dan toen ik twintig was. Toen
had ik geen enkel zelfvertrouwen, ik zat vol
complexen en ik maakte me zorgen of ik wel
op tijd getrouwd zou zijn."
Want dat was destijds de voornaamste
maatschappelijke ambitie voor 'jeunes fil-
les rangées', zoals Simone de Beauvoir
meisjes uit de Franse katholieke bourgeoi
sie heeft genoemd. Zij mochten best stude
ren, maar hun intellectuele scholing was
slechts tijdverdrijf. Voor hun 25ste moesten
ze aan de man zijn.
„Ik ben feministe geworden door mijn drie
dochters in vrijheid te zien opgroeien in de
jaren zestig en zeventig. Toen ben ik me pas
bewust geworden van mijn eigen situatie.
Die bewustwording is heel langzaam ge
groeid. je kunt het proces volgen in mijn
boeken. Ik was woedend over mijn eigen si
tuatie!"
„Tegenwoordig denken vrouwen dat hun
verworvenheden vanzelf spreken, dat ze er
niet meer op hoeven te letten. Maar ik heb in
mijn leven het ontstaan van alle nieuwe mo
gelijkheden voor vrouwen meegemaakt. Ik
weet hoe belangrijk onze vrijheid is, en hoe
kwetsbaar. Moet je nagaan, toen ik twintig
was, in 1940, mocht ik niet stemmen. En dat
terwijl iedere mannelijke dombo wèl naar
de stembus mocht. Ik was lerares Latijn, ik
had een intellectuele achtergrond. Maar ik
kon niet zelfstandig een bankrekening ope
nen, en als ik trouwde verloor ik mijn
naam."
Sprookje
In Frankrijk werd Benoite Groult vooral be
roemd door Ainsi soit-il, een feministisch
bewustwordingsboek uit 1975. Ze vertelt
hoe beginjaren '80 affiches met citaten uit
het boek van de muur gerukt werden door
een mannelijke zaaleigenaar in Marseille.
Hij riep woedend: „Hoe durft een vrouw zo
over ons te schrijven!" Groult beschreef in
de gewraakte teksten hoe zaadballen in de
hand aanvoelen als padden, en hoe ze aan
vleermuizen doen denken als je een blote
man zijn sokken ziet zoeken.
Zout op mijn huid, uit 1988, beschrijft de le
venslange fysieke hartstocht tussen een
ontwikkelde vrouw en een simpele ruwe
zeebonk. Het boek was vooral een succes in
de Noordeuropese landen: Nederland.
Duitsland, Scandinavië. In Frankrijk ver
kocht het echter niet goed, in Italië, Spanje
en Griekenland nog minder.
Veel Nederlandse critici trokken wat zui
nige gezichten over Zout op mijn huid. Niet
vanwege de vrijmoedige erotiek, maar van
wege de ongelijkwaardige man-vrouw rela-
Benoite Groult: Tegenwoordig denken vrouwen dat hun verworvenheden vanzelf spre
ken. foto Schmidt
tie. In feite is het boek vooral een wensver
vullend feministisch sprookje. Welke vrouw
zou niet (levenslang!) een bronstige bink tot
haar beschikking willen hebben die altijd
verliefd is?
Jaloezie
Veel breder van thematiek, en dichter op de
huid van de schrijfster, is de roman Een ei
gen gezicht, uit 1983. Net als in diverse an
dere boeken van Groult figureert hierin een
buitenhuis in Bretagne, waarin de vrouwe
lijke hoofdpersoon in eenzaamheid tot zich
zelf komt. Als klein meisje logeerde Benoïte
vaak bij haar grootouders van vaders kant
in Concarneau, vertelt ze.
„In Parijs was ik altijd onzeker, want daar
woonde ik bij mijn briljante, elegante moe
der. Aan haar verwachtingen kon ik maar
moeilijk voldoen. Maar mijn grootouders
lieten mij met rust, bij hen was ik vrij. Ik
woon nog steeds een deel van het jaar in
Bretagne, nu in Doëlan, een plaatsje aan de
kust. Daar hoor ik land- en zeevogels tege
lijk, daar vis ik, tuinier ik. Tegen planten
kun je wel praten, maar ze zeggen niets te
rug. Heel rustgevend."
Benoïte Groult is nu bezig met een boek
over ouder worden. Het onderwerp is 'een
beetje taboe' zegt ze. Maar met taboes te lijf
gaan heeft ze nooit veel moeite gehad. Ze
balt haar vuist strijdlustig en zegt: „Ik wil
dat mijn boek grove passages krijgt. En hu
moristische. Ik wil geen tragisch boek
schrijven zoals La Vieillesse van De Beau
voir. De meeste boeken over ouder worden
zijn treurig, sinister en saai. Maar ik wil geen
boek vol wanhoop schrijven. Ook al is daar
soms wel reden voor."
Inge van den Blink
Een eigen gezicht is verkrijgbaar als Rainbow
Pocket, prijs 13.-. Zout op mijn huid komt in no
vember als Rainbow Pocket uit.
In Afrika achter het hek van Bart Mqeyaert
en Anna Höglund bouwt een vrouw in het
achtertuintje van haar rijtjeshuis als het haar
allemaal teveel wordt precies zo'n lemen hut
als haar grootmoeder in Kameroen heeft.
De twaalfjarige Rita in Vreemd land van Rita
Verschuur daarentegen kletst haar ouders na
haar vakantie in Zweden de oren van het
hoofd, maar rept met geen woord over wat er
in haar omging toen ze een paai' keer aan
thuis moest denken.
Over de schrijver van het in 1991 bij Altiora
verschenen 'Kus me' stond in deze krant des
tijds onder meer te lezen: 'Wat lang niet ieder
een in Nederland weet, staat in Vlaanderen
voor velen al geruime tijd vast: Bart
Moeyaert (1964) wordt een van de interes
santste Nederlandstalige auteurs van jeugd
boeken.'
Na die novelle over drie vriendinnen die el
kaar op een hete zomeravond een geheim zul
len verklappen, en zijn opmerkelijke boeken
voor beginnende lezers bij de Tilburgse uitge
verij Zwijsen moet het verschijnen bij Que-
rido van het kinderboek 'Blote handen' en
het samen met Anna Höglund gemaakte
prentenboek Afrika achter het hek niet zo
zeer gezien worden als een transfer naar het
Ajax van de jeugdliteratuur, maar veeleer als
zijn definitieve doorbraak in Nederland. In
Vlaanderen uitgegeven jeugdboeken komen
immers, hoe spijtig ook. nog altijd moeilijk de
grens over.
Een van de armetierigste woonwijken ooit in
een prentenboek getoond, wordt in Afrika
achter het hek door een jonge bewoner aldus
getypeerd: 'Wij woonden in een huis. De deur
zat links, en rechts zat een raam. De buren
hadden hetzelfde huis als het onze. En hun
buren ook en hun buren ook en hun buren
ook. En dat nog drie keer.'
Schuurtje
Naast hem woont een echtpaar waarvan de
Frans sprekende man blank is en de vrouw
mooi bruin. Ze komt uit Kameroen, spreekt
'Iets' en is vaak alleen thuis. Tijdens een he
vige regenbui ziet haar buurjongen haar met
een ijzeren staaf en een hamer naar haar
schuurtje lopen: 'De volgende dag regende
het niet meer. Onze tuin was droog en die van
de buren ook. Iedereen kwam buiten zitten.
Iedereen was boos. Ze wezen naar de tuin van
Désirée en zeiden dat het niet kon. Zo maar
een schuurtje weghalen uit een rij van acht,
daar moest je straf voor krijgen.'
Désirée bouwt in haar tuintje een hut van
leem waarin ze haar buurjongen na een week
van hard werken op de thee vraagt en hem in
de taal die hij verstaat, vertelt: 'Af en toe wil
ik hier komen zitten. Als ik het andere huis
moe ben. Als ik mijn land mis. Want soms heb
ik heimwee naar mijn land. Ik laatje nog wel
eens foto's zien.'
Anna Höglund maakte bij het compact ver
telde verhaal over twee mensen die moeite
hebben te aarden en zich beiden (ieder om
een andere reden) ontheemd voelen, prenten
in mistroostige kleuren. Het spaarzaam ge
bruikte geel krijgt daardoor zo'n kracht dat
het niet alleen de warmte tussen Désirée en
haar buurjongen symboliseert, maar ook en
meer nog de lezer een blij gevoel geeft. De
overtuiging dat mensen een verstikkende
werkelijkheid de baas kunnen, wordt door
Bart. Moeyaert buitengewoon scherp ver
woord in het bijna achteloze slot 'Foto's laten
zien. Dat betekende dat ze me terug wilde
zien. Ik zei dat ik heel goed was in een leeuw
nadoen.'
Bi jzondere reeks
Rita Verschuur (1935) schreef als Rita Törnq-
vist een twintigtal kinder- en jeugdboeken,
maai' publiceerde twee jaar geleden onder
haar eigen naam in 'Hoe moet dat nu met die
papillotten' haar vroegste jeugdherinnerin
gen. Kort voordat ze dit jaar een Vlag en Wim
pel ontving voor het vervolg 'Mijn hersens
draaien rondjes', verscheen Vreemd landIn
dit derde deel van wat een bijzondere reeks
lijkt te worden is Rita twaalf.
Het is 1948. De oorlog is voorbij en er is weer
volop gelegenheid voor zondagse uitstapjes.
Tijdens zo'n wandeling bij Kraantje Lek
krijgt Rita te horen dat ze - als ze daar zin in
heeft - twee weken naar Zweden mag. Na een
aanvankelijke aarzeling of ze wel twee weken
alleen bij vreemde mensen wil logeren in een
vreemd land met een vreemde taal stelt ze
zichzelf parmantig gerust met 'Als ik vijfjaar
oorlog heb overleefd dan zal ik ook wel twee
weken in een vreemd land overleven. Honger
zal ik er echt niet lijden. Zweden is toch lui
lekkerland!' Het gemak waarmee ze zo onbe
zonnen ja zegt ?al haar later een paar keer
parten spelen als ze in haar hoofd 'korrelige
filmpjes' ziet met mensen uit Nederland erop.
Net als in de vorige boeken kost het Rita Ver
schuur (zo lijkt het in ieder geval) opnieuw
geen moeite het meisje te zijn dat ze vijftig
jaar geleden was. Haar verbazing over al het
ongewoons dat ze toen in Zweden zag, haar
eigenwijzigheid en haar vriendschap door dik
en dun met Britt-Marie die ze nooit eerder
had gezien, staan naverteld in 120 kleine ver
haaltjes die stuk voor stuk pronkstukjes van
authenticiteit zijn.
Jan Smeekens
Bart Moeyaert en Anna Höglund: Afrika ach
ter het hek. Querido. Amsterdam: 25,-
Rita Verschuur: Vreemd land. Van Goor.
Amsterdam; 144 pag.: vanaf 10 jaar: 24,50.
Pier Paolo Pasolini: Olie (oor
spronkelijke titel: Petrolio, Meu-
lenhoff, 632 blz.. ƒ59,90. geb.
79,90. vertaald uit het Italiaans
door Henny Vlot). Laatste werk
van het in 1975 vermoorde wonder
kind van de Italiaanse cinema en
literatuur, Pier Paolo Pasolini. Het
boek zorgde bij verschijning in Ita-
liè in 1992, voor een groot schan
daal. Olie is opgezet als aanklacht
tegen de verwording van de poli
tiek in persoonlijk winstbejag en
tegen de groeiende vermenging
van politiek, zaken en misdaad in
het Italië van de jaren vijftig.
Hoofdpersoon in het boek is een
hooggeplaatste manager van ENI,
de staatsholding voor energie. Het
bedrijf raakt betrokken bij allerlei
grote en kleine schandalen.
Justine Lévy: De afspraak (oor
spronkelijke titel: Le rendez-vous,
Prometheus, 142 blz., 29,90, ver
taald uit het Frans door Mirjam de
Veth). Debuutroman van de Fran
se schrijfster Justine Lévy. dochter
van de beroemde Franse filosoof
Bernard-Henri Lévy. De afspraak
gaat over de gevoelens van een
achttienjarig meisje voor haar
moeder en over de pijn van het vol
wassen worden in een tijd waarin
ouders hun handen vol lijken te
hebben aan zichzelf.
Mary se Condé De laatste ko
ningszoon (oorspronkelijke titel:
Les derniers rois mages, In de
Knipscheer, 288 blz., 44,50, ver
taald uit het Frans door Eveline
van Hemert). Nieuwe roman van
Maryse Condé over een Antilliaan
se kunstenaar, achterkleinzoon
van een Afrikaanse koning, en zijn
Amerikaanse vrouw. Zijn afstam
ming blijkt een grote invloed op
zijn persoonlijke leven.
Patrick Süskind: De erfenis van
Maitre Mussard (oorspronkelijke
titel: Drei GesGhichte und eine Be-
trachtung, Bert Bakker, 89 blz,
18.90, vertaald uit het Duits door
Anneriek de Jong). Vier verhalen
over doorsneemensen en het ver
langen naar genialiteit en helden
dom. Patrick Süskind is auteur
van de wereldberoemde roman
Het parfum,
Hilary Mantel. Liefde verken
nen (oorspronkelijke titel: An Ex
periment in Love. Atlas, 239 blz..
36.90. vertaald uit het Engels
door Marijké Versluys). Nieuwe ro
man van Hilary Mantel over drie
meisjes die de nonnenschool ver
ruilen voor de universiteit van
Londen. Ondanks de nieuwe kan
sen worden ze heen en weer geslin
gerd door tegenstrijdige gevoe
lens.
Een citaat uit de notities van
Margriet de Moor bij haar deze
week verschenen verhalenbundel Ik
droom dus: „De gedachte dat voor het
schrijven van al die dikke boeken de
eeuwigheid bestemd is, mag een weidse
gedachte zijn. voor de sterfelijke
schrijver is het maar goed dat het korte
verhaal bestaat."
Na twee alom geprezen romans - Eerst
grijs dan ivit dan blauw en De Virtuoos
- heeft ze vijftien verhalen gebundeld,
die allemaal 'tussendoor' zijn
geschreven.
Zeven jaar geleden debuteerde
de nu 53-jarige schrijfster. Ze
kreeg voor haar eerste roman in
1991 de AKO Literatuurprijs en
mocht voor haar debuut eerder het
Gouden Ezelsoor in ontvangst ne
men alsook de Lucy B. en C. W. van
der Hoogt-prijs, De Virtuoos werd
twee jaar geleden genomineerd
voor de Libris Literatuur Prijs.
Zo'n staat van dienst in zo weinig
jaren is slechts voor weinigen weg
gelegd. Ik droom dus is een nieuwe
bevestiging van haar kunnen
„Voor ik ging schrijven was ik vol
maakt gelukkig met het lezen. Nu
heb ik het gevoel dat ik nog veel
heb in te halen", zegt ze,
Rood is de kleur van het leven, de
seksualiteit, oranje die van de inti
miteit. Een schilderij van Mare
Rothko kleurt de omslag van de
nieuwste verhalenbundel van Mar
griet de Moor cadmiumrood met
aan de bovenzijde een strook kra-
plak. De warmte ervan belooft wat
de bundel brengt. Al heeft de
schrijfster er een andere gedachte
bij gehad: „Die smalle strook is de
werkelijkheid, daarna ga je dieper,
dring je door tot de verbeelding,
daar waar mijn verhalen zich af
spelen."
Ik droom dus heet de bundel met
vijftien verhalen. Die titel is geen
constatering, de zin is onaf en
wordt - analoog aan Descartes' Ik
denk dus ik ben - aangevuld in de
eerste zin van het titelverhaal. Ik
droom dus ik was is als uitspraak
even verhelderend als verwarrend.
Want de verleden tijd is hier be
drieglijk, de schrijfster wil er eer
der mee zeggen dat droom en reali
teit. verbeelding en werkelijkheid
eikaars gelijken zijn.
„Zelfs weten is in feite ook verbeel
ding", legt ze uit. „Mijn lievelings-
filosoof is Schopenhauer die zegt
dat de wereld bestaat bij de waar
neming. Nu zegt Schopenhauer in
feite ook dat het op aarde niet uit
te houden is. maar zo pessimis
tisch ben ik niet. De kunst kan vol
gens Schopenhauer verlichting
brengen en kunst is synoniem aan
verbeelding. Schopenhauer ziet de
wereld als een voorstelling, het ac
cent ligt op de waarneming. Daar
leg ik in mijn verhalen ook het ac
cent op."
Dominant
De levens van de personages in Ik
droom dus worden constant on
derbroken door verhalen. Vaak
ook zijn het de woorden die hun
zijn bepalen, de verhalen maken
de dienst uit.
„Dat is geen stijl maar een visie",
verklaart de schrijfster. „Ik gelooi
echt dat woorden onvoorstelbaar
dominant zijn. Er wordt voortdu
rend beweerd en aangetoond. Een
kind groeit op met wat er wordt
verteld. Luister naar een grote
groep mensen in het wild en je
hoort één gezoem van woorden.
Die dominantie van woorden zat
zelfs al in mijn debuut. Woorden
zijn de feiten. Het is niet mijn am
bitie dat aan te tonen, het is een
gegeven,"
„De literatuur overheerst absoluut
de werkelijkheid. In het echte le
ven is het precies zo. Bijvoorbeeld
in onze liefdesgeschiedenissen zit
de hele Europese literatuur. Het
westerse gedrag op het gebied van
de liefde wordt gedomineerd door
verhalen. Of neem als voorbeeld
hoe wij over de Serviërs denken.
Dat wordt bepaald door wat we er
over lezen en horen."
Verslaving
Al in haar bekroonde roman Eerst
grijs dan wit dan blauw is dit the
ma op een dramatische manier
aanwezig: Magda weigert zich aan
de wet van het. woord te onderwer
pen. Haar zwijgen wordt haar
dood.
In Ik droom dus heeft De Moor die
leidende rol van het gesprokene en
het geschrevene subt iel en geraffi
neerd verwerkt in vrijwel alle ver
halen. Zo is er de vrouw die in een
ingenieus perspectief haar eigen
leven hoort vertellen, De zusjes die
de krant nodig hebben om te we
ten wat hun broers uitspoken. De
matroos die vertelt hoe hij ooit is
verdronken. Treffend eindigt de
bundel met het verhaal van de
twee naamloze zussen, nu sto
koud. die een gezamenlijk herle
zen. zwaar en gehavend boek aan
een schoorsteenveger geven: 'Hier
jongen Bind het maar netjes
in. Maak er maar weer iets moois
van.'
De bodem onder al dit moois is pu
re verslaving. „Ik ben gebiologeerd
door woorden, ik verslind ze", be
kent de auteur. „Ik ben echt lees-
verslaafd, als kind zie ik mezelf ook
altijd met een boek, Qua instelling
is lezen synoniem aan schrijven.
Technisch gezien is schrijven na
tuurlijk veel moeilijker, maar de
mentaliteit is dezelfde."
Sfeer
In de bundel zijn het met name 'De
zusjes' die hun leeshonger amper
weten te stillen. In maar liefst zes
verhalen figureren de twee. Mar-
giet de Moor noemt deze verhalen
essays over lezen, luisteren en ver
tellen. 'Vertellen', zegt het tweetal,
'is geduldig en doelbewust het ene
na het andere feit ronddraaien tot
ze volmaakt passend in elkaar
klikken.'
Kenmerkend is de heimelijke sfeer
die haar roman De Virtuoos al
deed gloeien en nu ook in Ik droom
dus van eminent belang is. Het zijn
ook vooral die indringende, su
blieme en intieme sfeertekeningen
die de verhalen tot een eenheid
maken. Terwijl ze toch uitge
smeerd over een periode van zes
jaar 'tussendoor' zijn geschreven.
Tegelijkertijd is die sfeer er een
van verwarring.
„Er zit altijd een sfeer van suspen
se in", formuleert ze. „Ik schrijf
graag beeldend, zodat je ziet wat er
gebeurt. Ik laat de dingen het liefst
gebeuren, niet zoveel redeneren, je
moet je geleerdheid heel ver weg
duwen. Die geheimzinnige sfeer
komt denk ik ook doordat ik zelf
erg op zoek ben tijdens het schrij
ven, Al schrijvend ontdek ik de lo
gica. Vaak zit die logica in het ab
surde, maar dat heeft ook weer te
maken met visie en niet met stijl.
Alles wat ik schrijf wil ik als echt
presenteren, de hele werkelijkheid
is zeer onbegrijpelijk. Dat, is de
bron van het schrijverschap."
Vertrouwelijk
Vorm beschouwt ze als de enige
morele verplichting van de schrij
ver. „Het gaat om waarachtigheid
Niet om waarheid, dat is heel wat
anders. Waarachtigheid wil zeggen
dat je het als verteller waar
maakt."
Voor de intimiteit, de bijna eroti
sche lading van haar verhalen
heeft ze een ander woord: vertrou
welijkheid. Ze buigt samenspan
nend voorover: „Vertellen is heel
vertrouwelijk. Het vloeit voort uit
de manier van vertellen, het is de
stijl. Die vertrouwelijkheid komt
doordat ik heel dicht bij de perso
nages sta. Ik ben altijd op de hand
van mijn personages, ik neem er
nooit afstand van. Al is het een
moordenaar, dan nog sta ik achter
hem. voel ik er sympathie voor."
Dick Laning
Margriet de Moor: Ik droom dus - Uitge
verij Contact - f 29,90.
Margriet de Moor: Waarachtigheid wil zeggen dat je het als verteller
waarmaakt. fotoGPD