Het koffiekopje won van de sculptuur Fluxus in het Hessenhuis PZC kunst cultuur B V VRIJDAG 27 OKTOBER 1995 Sfnwt: !B CTSIfflHi JJjlJgl TOE® Lang lang geleden, toen de wereld nog jong was - het moet ongeveer in het jaar 1958 zijn geweest - begonnen veel kunstenaars, componisten en andere mensen die mooie dingen wilden doen de wereld om hen heen op een (voor hen) nieuwe manier te bekijken. Ze zeiden: „Nee maar... een koffiekopje kan mooier zijn dan een groots beeldhouwwerk. Een zoen 's morgens kan dramatischer zijn dan een toneelstuk van 's werelds grootste dramaturg en het geklots van mijn voeten in mijn natte laarzen klinkt mooier dan de plechtigste orgelmuziek." En toen ze dat beseften, begonnen ze na te denken. En ze begonnen vragen te stellen. Een van de vragen was: „Waarom moeten al die mooie dingen die ik zie, zoals koffiekopjes, een ochtendkus en klotsende voeten, waarom moeten die allemaal onderdeel zijn van iets groots en kunstigs? Waarom kunnen ze niet op zichzelf bestaan? Toen ze dergelijke vragen stelden, waren ze begonnen Fluxus uit te vinden. Zo beschrijft Dick Higgins in A child's history of Fluxus het ontstaan van de 'radicaalste en meest experimentele kunstbeweging' van de jaren zestig. Fluxus. Een beweging in de marge die ernaar streefde kunst en leven te laten samenvallen. Bijna was ze erin geslaagd, want Fluxus dreigde compleet in de vergetelheid te raken. Maar de beweging is herontdekt; musea hebben zich over de verzamelingen ontfermd, kunsthistorici schrijven diepgaande beschouwingen en critici wijzen op de invloed die Fluxus heeft uitgeoefend op de hedendaagse kunst. Tot begin volgend jaar is in het Hessenhuis in Antwerpen In de geest van Fluxus te zien, een overzicht van kunst die geen kunst wilde zijn. Het aanraken van kunstvoorwerpen is in vrijwel alle musea volstrekt taboe, laat staan dat er mee mag worden ge speeld. Ook bij de tentoonstelling In de geest van Fluxus is het meeste veilig weg geborgen in vitrines en waarschuwen bordjes dat bezoekers met hun tengels van de spullen moeten afblijven, maar er zijn uitzonderingen. De opvallendste is het object Fluxpingpong van George Ma- ciunas. Het is een hoogst eigenaardige ta feltennistafel waarvan in de ene speelhelft een groot gat is uitgezaagd en twee delen van de andere speelhelft tegen elkaar om hoog staan, als bij een schuin dak. Bezoe kers worden uitgenodigd de tafel uit te proberen met een batje waar een gat in zit, een batje dat is volgeplakt met veren, of één waarin.tientallen schroeven zijn ge draaid. Zie zo de bal maar eens in het spel te houden. Humor is een wezenlijk bestanddeel in het werk van de Fluxuskunstenaars en ook de uitnodiging om in een museum te gaan pingpongen is essentieel. Iedereen mag meedoen. Met alles wat hij deed was Ma- ciunas er namelijk op uit de traditionele rol van de kunst en de kunstenaar te on dermijnen. Hij wilde aantonen dat ieder een een kunstenaar is en daarmee dat kunstenaars dus onmisbaar zijn. Of juist: dat kunstenaars en de 'schone kunsten' overbodig zijn, wanneer de mens de we reld om zich heen zou kunnen ervaren zo als hij kunst ervaart. Stromende rivier De oorspronkelijk uit Litouwen afkom stige kunstenaar George Maciunas was de spil van Fluxus. Hij introduceerde de naam in 1961 en het einde van de bewe ging wordt over het algemeen gesitueerd in 1978, het jaar van zijn overlijden. Een echt begin en een echt einde zijn echter moeilijk aan te wijzen, net zo min als kan worden gesproken van een echte bewe ging. Dat is geheel in overeenstemming met de betekenis van de term Fluxus die is afgeleid van flux, wat staat voor: 'het vloeien, de ononderbroken beweging of voortgang net als bij een stromende rivier, een continue opeenvolging van verande ring'. Fluxus staat voor het ontbreken van grenzen; grenzen in tijd, grenzen tussen landen, grenzen tussen verschillende kunstdisciplines en de grens tussen kunst en leven. Zelf zagen de Fluxuskunstenaars zich niet als deel van een beweging of voorstanders van een specifieke stijl. Wellicht rekenden ze zich niet eens tot dezelfde groep, maar vonden ze elkaar in de afwijkende hou ding die ze innamen tegenover de traditio nele kunstbeoefening, de cultuur en het leven. „Elk van ons had zo zijn eigen ideeën over wat Fluxus was en dat was maar goed ook", aldus George Brecht, een van de belangrijkste vroege Fluxuskun stenaars. „Zo zal het langer duren om ons te begraven. Voor mij was Fluxus een groep mensen die'het goed met elkaar konden vinden en die geïnteresseerd wa ren in eikaars werk en persoonlijkheid." Tussen 1962 en 1978 veranderde Fluxus voortdurend. Tal van kunstenaars, perfor mers, componisten, schrijvers en cineas ten waren erbij betrokken. De bekend- sten, die hun naam over het algemeen niet in de eerste plaats aan Fluxus danken: John Cage, Joseph Beuys, Claes Olden burg, Christo, Yoko Ono, John Lennon, Per Kirkeby en Wim T. Schippers. De be langrijksten, van wie in Antwerpen ook het meeste is te zien: George Maciunas. George Brecht, Dick Higgins, Alison Knowles, Nam June Paik, Benjamin Pat terson, Takako Saito, Daniel Spoerri, Ben Vautier, Wolf Vostell, Robert Watts, La Monte Young en Willem de Ridder. Ready made Twee namen duiken altijd op als gezocht wordt naar wegbereiders van Fluxus, een weliswaar radicale experimentele bewe ging in de kunst, maar geen volstrekt nieuwe. Met hun aandacht voor het toeval en voor eenvoudige gebruiksvoorwerpen die als kunst worden voorgesteld grijpen de Fluxuskunstenaars terug op de ready made van Marcel Duchamp, de Franse kunstenaar die banden had met Dada en het surrealisme en al in 1917 een urinoir omkeerde en als kunstwerk presenteerde, De componist John Cage is de andere voorloper. Net als Duchamp was hij van mening dat kunstenaars niet de spreek- 'buis van een of andere hogere waarheid waren en dat de invloed van persoonlijk heid en smaak uit het proces van het kunstmaken moest worden geweerd. Niet voor niets heetten de eerste festivals waarop Fluxus zich manifesteerde 'Klei nes Sommerfest: Après John Cage' en 'Neo Dada in der Musik'. Ze werden in juni 1962 gehouden in Wuppertal en Düssel- dorf. Maciunas was in 1961 vanuit de Ver enigde Staten naar Europa verhuisd om als designer voor de Amerikaanse lucht macht te gaan werken. Zijn ideeen voor een tijdschrift nam hij mee. Het moest Fluxus gaan heten en een bloemlezing be vatten van experimentele muziek, be schrijvingen van events die partituren Willem de Ridder, Europees postorderbe- drijf/Fluxshop Amsterdam. 1964-65, Col lectie Silverman, Detroit. omzeild.. De zeldzaamheid van een kunst werk en zijn status als koopwaar werden ondermijnd. Performances en voorwer pen van Fluxus moesten voor iedereen toegankelijk zijn. Maciunas: „Om voor de kunstenaar een niet-professionele, niet- parasitaire, niet-elitaire plaats in de maatschappij te veroveren, moet de kun stenaar demonstreren dat hij gemist kan worden, moet hij demonstreren dat het publiek zichzelf kan bezighouden, moet hij demonstreren dat de kunst door alles kan worden vervangen en dat iedereen het kan doen." De activiteiten in de laatste Fluxuspe- riode, die ongeveer de jaren zeventig be slaat, werden niet eens meer als perfor mance aangekondigd. Het konden net zo goed melige voordrachtjes zijn op een feestje. De grens tussen kunst en leven was verdwenen, ofte wel de kunst was prijsgegeven en opgelost in het leven. Flu xus was niet meer te onderscheiden en verdween. Volgens de filosofie van Fluxus zou dat een compleet succes betekenen. Schatplichtig Ironisch genoeg werd de beweging in de jaren tachtig uit de vergetelheid opge diept en zo alsnog ingelijfd in de officiële kunstgeschiedenis. De belangrijkste re den daarvoor was ongetwijfeld het besef dat veel kunstrichtingen schatplichtig zijn aan Fluxus. Zonder Fluxus geen con ceptuele kunst, geen mail art, geen mini malisme, een andere videokunst en een andere performance. De samenstellers van Antwerpse exposi tie - die via onder meer Minneapolis, Bar celona en Marseille naar het Hessenhuis is gereisd - zijn zich bewust geweest van de ommogelijkheid om de anti-museale Flu- xusbeweging in een museum te presente ren. Dat in aanmerking genomen, moet het resultaat voorbeeldig worden ge noemd. Er is gekozen voor een documen- taire-achtige opzet, met veel foto's, films, muziek, Fluxboxen, Fluxpublikaties en een aantal installaties. Dat veel slogans en grappen een gedateerde indruk maken is geen probleem, omdat ze als geschiede nis kunnen worden beschouwd. En andere werken overtuigen nog steeds, waarmee het belang van Fluxus voor de heden daagse kunst is onderstreept. Moeilijker ligt het met de prachtig uitge voerde. catalogus, De schrijvers gaan er van uit dat de Fluxuskunstenaars het wel grappig zouden vinden te weten dat kunsthistorici archieven uitkammen om te weten te komen op welke datum orkest leden voor het eerst opdracht kregen van hun stoel te vallen. En er vervolgens be schouwingen over schrijven. Waarschijn lijker is dat de kunstenaars het een reden zouden vinden om Fluxus nog eens gron dig over te doen. Ernst Jan Rozendaal Expositie: In de geest van Fluxus, lltn 28januari 1996 in hel Hessenhuis, Falconrui 53, Antwer pen. Open van 10 tot, 16.45 uur, niet op maanda gen. 1 nov, 25126 dec en 112 jan. Takako Saito, Fluxschaakspel/Likeurschaakspel, 1975/76, Collectie Walker Art Center Minneapolis. werden genoemd, essays en poëzie. In Eu ropa ontmoette Maciunas tal van avant- gardistische kunstenaars die allemaal ac tief zouden worden in dat wat Fluxus uit eindelijk werd. een houding ten opzichte van kunst. Een aantal van hen verzamelde zich m september 1962 in Wiesbaden, op wat te genwoordig als het eerste Fluxusfestival wordt beschouwd: de 'Fluxus Internatio nale Festspiele Neuester Musik'. Daar lie ten ze zien wat zij onder composities ver stonden. Tijdens het werk Piano Activi ties van Philip Corner werd een piano uit elkaar gehaald en werden de onderdelen per opbod verkocht. Onder de titel Zen for head gaf Paik een interpretatie van La Monte Youngs partituur uit 1960 die luid de: trek een rechte lijn en volg deze. Paik doopte zijn hoofd, handen en stropdas in een kom met inkt en tomatensap, waarna hij zich over een lange strook papier sleep te. Op een volgend festival. 'Festum Fle- xorum', ging zijn Fluxus Champion Con test in première: de uitvoerders - van ver schillende nationaliteiten - urineerden in een emmer terwijl ze hun eigen volkslied zongen. Wie het langst kon blijven plassen én zingen had gewonnen. Op alle terreinen van de kunst werden grenzen opgezocht. La Monte Young wil de vlinders loslaten in een concertzaal omdat hij het - onhoorbare - geluid dat zij maken als muziek beschouwde. Ben Vau tier woonde twee weken in een wïnkeleta- lage - die in Antwerpen is gerecon strueerd - en verklaarde zichzelf tot le vend beeldhouwwerk. Paik projecteerde een belichte 16mm film als steeds veran derende voorstelling, omdat bij elke keer draaien het celluloid met meer krassen, vuil en lassen werd bedekt. Alledaagser Fluxus shockeerde, was grappig of juist heel erg flauw, bewoog zich in elke kunst discipline en ook daarbuiten, was interna tionaal en had altijd een tijdelijk karak ter. De kloof tussen kunst en leven werd versmald, omdat de inhoud van de perfor mance en de vaardigheden die nodig wa ren om ze uit te voeren steeds alledaagser werden. Maciunas vatte het. idee op om van Fluxus Twee beelden van Benjamin Patter sons Korte geschiedenis van de 20ste eeuwse kunst, 1989. foto Brad Iverson, een soort sponsororganisatie te maken die wereldwijd nieuwe ontwikkelingen steunde en voorstelde. Onderdeel daar van was een New Yorkse uitgeverij. Er werden boeken en tijdschriften uitgege ven. koffertjes met Fluxuswerken en pu- blikaties. en een reeks Fluxusfilms. Óm het exclusieve van kunst tegen te gaan was de uitvoering goedkoop en bijna fa brieksmatig: plastic dozen, gedrukte eti ketten en een standaard opmaak. Er ont stonden een Fluxus Mail Order Ware house en een aantal Fluxuswinkels buiten New York. In het Hessenhuis is een recon structie te zien van de Fluxshop van Wil lem de Ridder in Amsterdam. Door de eigen distributie werd het elitaire systeem van musea en galeries bewust Nam June Paik, Fluxreliek, resten van de uitvoering 'One for the Violin Solo', 1966, Collectie Walker Art Center, Minneapolis.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 19