De lease-bergen van Lake Louis Bindingen dreigen in het gedrang te komen Malaise in het materiaal PZC vrije tijd ZATERDAG 7 OKTOBER 1995 J J Het huren van een berg is naar Nederlandse maatstaf gerekend niet mogelijk. In Canada gaat dat wel, omdat het land nu eenmaal deel uitmaakt van het continent met de onbegrensde mogelijkheden. Geld is t geld, handel is handel. De 'huurder' is Charly Locke, een rijkgeworden effectenmakelaar. Hij is de uitbater van Lake Louise, 'n droom van een skigebied in de buurt van Calgary in de provincie Alberta. Het gerucht liep dat er olie in de grond zat, maar dat bleek slechts een beetje te zijn. Bovendien lag de plek in een van de oudste nationale parken van het Amerikaanse continent. Dat ging dus allemaal 'effe' niet. Niettemin had Charly Locke zijn hart verloren aan het landschap van Banff, een uurtje rijden buiten Calgary waar de KLM dagelijks landt. De vliegreis vanaf Schiphol duurt even lang als de autorit van Amsterdam naar Kitzbiihel of Genève. In Banff grazen de kudden rendieren (elks) onbekommerd en ze scharrelen ook nog wel eens door de cowboystad zelf, zodat het onverstandig is om daar zonder hek een moestuintje aan te leggen. Want als per ongeluk de elks langskomen, is alle geploeter in de tuin zonde van de moeite geweest. In een nationaal park is het verjagen van dieren verboden. /^Iharly Locke verjoeg" geen dier maar - kreeg toestemming om in Lake Louise tachtig kilometer ten noorden van Banff, een milieuvriendelijk skige bied aan te leggen: enkelvoudige stoel- tjesliften, geen gehak in bomen enzo voorts. Charly kreeg de berg niet in eigen dom maar mocht 'm leasen. Hij exploi teerde de bult maar moest die ook onder- houden. Dat was toen een bijzondere deal. Het gevolg is eigenlijk nog steeds luxueus. Als er drieduizend mensen komen, spreekt men van een topdag in Lake Louise maar het complex aan pistes en hellingen is zo groot dat die mensen nau welijks in het landschap zijn terug te vin den. Locke bleef niet de enige kapitaalkrachtig geïnteresseerde. In Sunshine Village, een prachtig pistencircuit dichter bij Banff, koos Ralph Scurfield voor een soortgelij ke rol en Greg Brewster nam de wat steile re afdalingen in Banff zelf voor zijn reke ning alsmede het uitbaten van het busver voer tussen deze drie droommooie skige bieden. Commercieel zit de zaak als een horloge in elkaar. Het skigebied Lake Louis nabij het Canadese Banff. Foto links: Mount Rundie in Vermillion Lakes, foto's GPD En in dat geheel is de klant koning. Bij de sleepliften -wordt de skiër hartelijk be groet door de liftboys die belangstellend vragen 'how skiing today is'. Dat het om ingehuurde studenten gaat, vergeet de klant relatief snel. Charly Locke ging nog een stapje verder. Zijn skigebied is zo groot, dat men dat eigenlijk niet zonder gids onder de knie kan krijgen. Geen nood, Charly helpt. Goede, maar wat be- daagder autochtone skiërs of mensen die om welk reden dan ook niet meer werken, treden op als gids. Zij krijgen een jaar kaart van Locke en zijn op afroep beschik baar om welke groep dan ook wegwijs te maken in Lake Lousie dat een keur aan afdalingen biedt. Het gemakkelijkste skigebied van Banff is Sunshine Village; een door skihellingen omzoomde hoogvlakte; een half bus-uur tje buiten het stadje. De afdalingen zijn niet moeilijk maar mooi en lang. Voor de sportievere skiër openen zich ook in Suns hine Village echter perspectieven. De berg Goatseye heeft mooie steiltes maar is nog niet ontgonnen. Daar gaat Ralph Scur field snel wat aan doen. Komende winter wordt op dit 'geiteoog' de eerste lift ge opend maar in het jaar daarna komen er meer en ligt er een fantastische zwarte af daling op droge noordpoolsneeuw te blik keren. Tot midden in mei is het mogelijk te skiën in Sunshine Village. De klant is koning dus, in Canada; of dat nu in hotels is of op de piste. Daar is men bijvoorbeeld zeer ver gevorderd bij het scheiden van de alpine-skiër van de snow- boarder. Bijna elk pistencircuit heeft wel zo'n halfronde zogeheten halfpipe waarin snowboard-acrobatiek kan worden bedre ven. Maar ook in de afdalingen zijn voor snowboards aparte routes aangewezen. En nog belangrijker: er is toezicht op zo dat niemands plezier wordt aangerand door andermans pret. Het verhuren van een berg heeft derhalve zo zijn voordelen voor de wintersporter. Tot vreugde van al le uitbaters zijn de 'Amerikanen' en de Ja panners bovendien keurige skiërs. Er valt geen onvertogen woord. Sam de Jager 'De Canadese dollar? Laat me niet lachen, de Canadese peso zul je bedoelen.' Er klinkt een schampere lach in de stoeltjes- lift. De Canadees naast ons vindt die Nederlanders en Duit sers maar bofkonten. Door hun keiharde D-Mark en de gul-■ den is de Canadese dollar bijna van dezelfde waarde als deze Europese munten. Wie ooit van plan was de oceaan over te steken, grijpe zijn kans. De prijslijst van het Northface Res taurant in het prachtige ski-oord Lake Louise levert het on dubbelzinnig bewijs: Canada is qua consumpties bijna goed koper dan het doorsnee bergrestaurant in Frankrijk of Oos tenrijk. Bij voorbeeld: soep van de dag voor 2.95 dollar (plmf 3,40); een kip-burger plus frites en sla voor 8.95 dollar (plmf 10,-). Een dag skiën in Lake Louise kost 32 Canadese dollar (plm 37 gulden). Een dagkaart voor alle skigebieden rond Banff vergt de som van 40 dollar. (46 gulden). En dan niet in van die kleine skigebiedjes. Het is onmogelijk alle liften van het gebied in een dag af te werken. Dat vergt aanzienlijk meer tijd. De Canadese ambassade, Sophialaan 7, 2514 JD Den Haag, beschikt over een lijst met tour-operators die arrange menten aanbieden in de skigebieden van Canada. Ooit, aan het eind van de jaren tachtig, importeerde Nederland honderdduizend paar ski's per jaar. Nu zijn het er hoogstens 45.000 en insiders verwachten dat zelfs de 40.000 nauwelijks zal worden gehaald. Een beter voorbeeld om aan te geven in wat voor een malaise de wintersportindustrie verkeert, is er nauwelijks. Vooral in Oostenrijk legt de ene na de andere ski producent het loodje en slechts Salomon (Frankrijk) en het in Nederland relatief onbekende Yuppie-merk Stöckli (Zwitserland) zeggen met tevredenheid op de afgelopen periode terug te kijken. Die tanende financiële draagkracht van belangrijke skifabrikanten als Blizzard, Atomic, Fischer, Kastle, Kneissl en Atomic heeft een duidelijke weerslag op de innovatie van het pro- dukt. Peperdure laboratoriumonderzoe ken die de ski in nauwelijks vijftien jaar transformeerde van een nauwelijks te temmen 'stijve houten plank' tot een soepele, uit ultramoderne kunststoffen opgetrokken lat waarmee zelfs de grootst kluns een berg kon komen afda- veren, zijn opgeschort tot betere tijden. Liever borduurde men voort op reeds eerder ontdekte vernieuwingen, werd de produktie zo geautomatiseerd dat zelfs hi-tech ski's nu voor een betrekkelijk re delijk prijsje in de winkels liggen en zocht men het ook in kosmetische aspec ten. Dè vondst van de laatste jaren is uiter aard de kap-constructie. Geen ski met lagen die als in een Engels dropje op el kaar zijn gelijmd, maar een min of meer massieve lat waarin allerlei 'ruimtevaart materialen' (met hun specifieke eigen schappen) in elkaar zijn geperst. Of dat de ski beter maakt is de vraag (professio nals prefereren nog altijd het traditio neel opgebouwde materiaal), maar de re creant vond het prachtig. Het oog wil tenslotte ook wat. Kapski's. met hun strak gelakte zijkanten, zien er veel ge- likter uit dan 'ouderwetse' latten. Toch moet niet gek worden opgekeken als binnen enkele jaren de 'lagen-ski' - net als de 'Schnallen-schoen' nu - een triomfantelijke come-back maakt. Kap constructies hebben hun beperkingen; je kunt er een ski geen specifieke eigen schappen, geen eigen karakter mee ge ven. Wat met een traditioneel opge bouwd produkt wel kan. Het enorme on derscheid dat vroeger bestond tussen bijvoorbeeld ski's voor beginners en die voor experts (met alle voordelen van dien; je kon je een nauwkeurig op je mo gelijkheden afgestemde ski aanschaffen) vallen in de nieuwe trend steeds meer weg. Al zijn er natuurlijk nog steeds ver schillen. Verschillen die vooral naar voren komen in het gebruikte 'dempingsmateriaal'. Als de fabrikanten nog ergens naar heb ben gezocht dan is het naar de wijze waarop ze hun ski's zoveel mogelijk tril- lingsvrij konden maken. Zo heeft Kastle (eigendom van Benneton) Formule 1-ra ceauto-constructeurs ingeschakeld bij het ontwikkelen van een vederlichte, eenvoudig in een bocht te leggen lat die van binnen hol is. Kenners zullen onmid dellijk vaststellen dat een dergelijke ski dan wel een bijzonder nerveus gedrag moet tonen, maar Kastle beweert dat de ontwerpers zoveel ervaring hebben met het aanbrengen van neerwaartse druk, dat de lat als 'een wals' op de piste ligt en zelfs bij hoge snelheden nauwelijks bib bert. Blizzard werkte verder aan de vervolma king van de vijf jaar geleden met veel succes geïntroduceerde 'absorber'. De trillingsdemper is nu in veel gevallen in de prachtig gedecoreerde ski's gefreesd. Misschien dat Head (met Kastle) nog wel de grootste innovatie heeft met het op de markt brengen van de extreem getail leerde Cyber-ski. De lat is min of meer geënt op het snowboard waarmee je zo schuin door de bocht kunt gaan dat je met je hand de sneeuw raakt zonder dat het board wegschuift. Met de Cyber-ski is hetzelfde mogelijk. Maar duidelijk is dat een beginner op de ze lat weinig te zoeken heeft. Een uitste kende techniek is een eerste vereiste en De schnallenschoen van Kneissl Dachstein kan goed worden afgesteld, foto GPD je moet ook niet bang zijn flink vaart te maken. Want pas dan komen de speci fieke eigenschappen het beste tot hun recht. Overigens heeft ook Salomon een 'ex treem-ski' ontworpen. Hetgeen te ver wachten viel. Als het Franse bedrijf er al niet in slaagt haantje de voorste te zijn, dan volgt het de ontwikkelingen in elk geval op de voet. Vriend en vijand erken nen dat Salomon, dat oorspronkelijk al leen bindingen maakte, de ski-wereld de afgelopen vijftien jaar finaal op z'n kop heeft gezet. Wat begon met de introduc tie van de toen razendpopulaire, maar in middels wat achterhaalde achter-instap schoen (ook recreanten hebben ontdekt dat een Schnallen-schoen zich veel beter laat afstellen), zette zich onder meer door met het bedenken van de eerste kap-ski (mono coq). Het staat echter vast, dat het merk zijn sterke positie ook heeft ver overd door al het materiaal (schoen, bin ding, ski) nauwkeurig op elkaar af te stemmen in zowel vormgeving als kleur stelling. Combinatie Gevolg: ook andere fabrikanten haakten in op het enorme succes en bieden nu ski's en bindingen in combinatie aan. Dat houdt een gevaar in. Om de prijs van de setjes zo aantrekkelijk mogelijk te maken, moet niet worden uitgesloten dat de fabrikant zijn toevlucht zoekt naar een goedkope, technisch weinig geavanceerde en dus niet optimaal vei lige binding. Een gedachte die nog eens wordt bevestigd door het feit dat in veel wintersportwinkels voor een 'kale' ski dikwijls net zoveel moet worden betaald als voor een ski-plus-binding. Wie toch een modernere, meer betrouw bare binding wenst, moet een zó hoge meerprijs betalen (tot 300 gulden) dat hij zich gedwongen voelt dan in hemels naam de set maar te kopen. De binding dreigt op die wijze te worden gedegra deerd tot een accessoire in plaats van wat het hoort te zijn: een uiterst belang rijk hulpmiddel om fatale ongelukken te voorkomen. Met die bindingen worden trouwens nog meer 'kunstjes' uitgehaald. Net als bij de professionele afdalers en slalom-specia listen worden ze op steeds dikker wor dende 'verhogingen' gebouwd. Enerzijds stelt dat constructeurs in staat meer dempingsmateriaal aan te brengen, an derzijds maakt dat de hefboom lichaam/ ski zoveel groter dat er sneller van kan ten kan worden gewisseld. Technisch volmaakte skiërs zullen daar blij mee zijn (de bochten kunnen er scherper mee worden a'angesneden); recreanten met een minder gevoel voor balans ongetwij feld niet. Het foefje immers vergroot de kans op valpartijen aanmerkelijk. Tot deze winter was de produktietech- niek niet zo ver gevorderd dat er moder ne kapski's voor jongeren konden wor den vervaardigd. De aanmaak zou te duur zijn geweest en daarmee de ver koopprijs. Blizzard is de eerste die dit gat opvult. Onder het merk 'Jim and Friends' verkoopt het Oostenrijkse merk kapski's met een lengte die, oplopend met 2 centimeter tegelijk, varieert van 70 tot 177 centimeter. De prijs varieert eveneens mee: van 179 gulden tot 279 gulden. Rob van den Dobbelsteen i

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 63