Politie in beklaagdenbank Tussenstand van de enquête Getuigen kunnen bij Van Traa vrij spreken reportage zaterdag7oktober 1995 27 parlementaire enquête ZO BRACHT DE POLITIE DRUGS NAAR KOFFIESHOPS Wie boos is over uitlatin gen tijdens de verho ren bij de commissie-Van Traa, maakt bij de rechter weinig kans. In de wet blijkt een artikel voor te komen waarin staat dat bij de com missie afgelegde verklarin gen nergens als beivijs kun nen dienen. „Als iemand zijn uitlatingen niet nog eens herhaalt, valt er wei nig aan te doen", zegt de Groningse wetenschapper mr A. H. Dölle. Boze organisaties van bui tenlanders, verontwaar- digde advocaten, woeden de journalisten. De verho ren bij de parlementaire en quêtecommissie opspo ringsmethoden zorgden de afgelopen weken voor een reeks reacties van directbe- trokkenen. Meerdere ma len werd gedreigd met juri dische stappen. De Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) stelde een ultimatum, advo caat mr A. Moszkowicz deed ivoensdag aangifte wegens door een politie-■ man en een officier van jus titie gepleegde strafbare feiten. Hij wil een proefpro ces uitlokken. Het lijkt er echter op dat alle betrokke nen weinig kans maken. In de wet op de parlementaire enquête staat een tot op he den onopgemerkt artikel met grote gevolgen. Artikel 24 bepaalt dat bij de commissie afgelegde ver klaringen nimmer 'als be wijs in rechte' kunnen gel den. „Het is er oorspronke lijk misschien niet hele maal zo voor bedoeld, maar het staat er onomwonden", zegt universitair hoofddo cent Dölle, die in 1985 een juridisch boek over parle mentaire enquêtes schreef Bescherming Volgens Dölle is het artikel opgenomen om te voorko men dat mensen in een strafproces extra worden gehinderd door wat ze tij dens een parlementaire en quête hebben gezegd. Bij een enquête gelden voor ge tuigen veel minder moge lijkheden om te weigeren iets te zeggen dan in een strafproces. „Het verscho ningsregime is veel zwak ker." „Men heeft mensen dus wil len beschermen. Hun ver klaringen bij een enquête commissie kunnen niet in een eventueel strafproces worden gebruikt. Om in ca fétermen te spreken: men sen moeten eerst naar bui ten komen om het te herha len." In Haarlem is dat nog niet gebeurd: Politie en justitie hebben geen gevolg gege ven aan het ultimatum van de NVJ dat ivoejisdag af liep. De bond had keiharde bewijzen verlangd naar aanleiding van uitlatingen van officier van justitie me vrouw mrl. Gonzales en po- litie-teamleider mr O. Dros vorige week bij de commis sie-van Traa. Media Beiden meldden dat er aan wijzingen zijn dat journalis ten zich door criminele or ganisaties laten gebruiken. Gonzales onthulde ook de belastingdossiers van en kele journalisten te hebben laten napluizen op mogelij ke onregelmatigheden. De officier noemde geen na men, maar alles wees erop dat ze het over J, van den Heuvel en J. de Haas van De Telegraaf had. Deze krant trok ook zelf deze conclusie en beraadt zich nog over gerechtelijke stap pen. De Haarlemse politie heeft de NVJ woensdag schrifte lijk aangeraden nog eens goed de exacte inhoud van het verhoor van teamleider Dros te bestuderen. Daarbij wordt met name gewezen op de 'zorgvuldige formule ringen en nuances die in de ze door de heer Dros zijn ge bezigd'. Dros wil wel op ter mijn praten over de rol van de media bij misdaadbe strijding. Het openbaar ministerie in Haarlem heeft de NVJ laten weten ?iog geen reactie te willen geven. Het OM ivijst erop dat er een gesprek ge pland is tussen procureur- generaal Docters van Leeu wen en de hoofdredactie van 'een persorgaan' (De Telegraaf. Justitie in Haarlem ïvil de uitkomsten van dit gesprek afwachten. Arthur Maandag en Jan Kuys Softdrugs, voor- namelijk afkoms tig uit Pakistan en Marokko, worden in een Noord-Afrikaanse haven, samen met andere goederen per container naar Nederland verscheept. van de FIOD leiden er toe dat de Nederlandse douane de lading met drugs ongecontroleerd apart zet. g|\De chauffeur/ expediteur (IRT- informant of politieman) zorgt, met geld van de CID-Haarlem, voor de betaling van accijnzen en invoerrechten op de lading waartussen de drugs zijn verstopt en vervoert ze naar de 'frontstore' (een bedrijf dat door de politie is opgezet). Observatieteams proberen het drugstransport v zoveel mogelijk te volgen Na diverse tussen handelaren komen de drugs uiteindelijk in de koffieshops en theehuizen terecht. GPD/GN-graphics/R.S. de container door drugs organisatie of soms door e politie zelf uitgeladen en de drugs worden verder vervoerd naar De parlementaire enquête opsporingsmethoden is halverwege. Voorzitter Van Traa brengt het apparaat van politie en justitie in steeds grotere verwarring. Vanachter hun bureaus volgen de hoofdrolspelers hun démasqué. Want waar de burger nimmer kon 'inkijken', wordt nu een blik gegund op de ware aard van de misdaadbestrijding: Chaos. Het blijkt een wereld van argwaan, wantrouwen, ruzies, winkeldrift, onmacht, naïveteit, onwetendheid, geheimzinnigheid, zwijgzaamheid en grove fouten. Een tussenstand. Overzicht van de Eerste Kamer tijdens de verhoren van de commissie. Het lijkt haast een wonder dat er zo af en toe nog een zware crimineel wordt gepakt. Grotere drugsbendes, zeven in ge tal, kunnen in ons land ongestoord hun gang gaan. Van de 14 liquidaties binnen één van die zeven netwerken heeft de poli tie er niet één opgelost. Merkwaardig; als de politie weet dat die groepen er zijn en de lijken kan tellen, hoe machteloos is dan de opsporing? Hoog opgeleide officieren van justitie, goed betaald en keurig in het pak, mannen die eenieder graag als buur man had, weifelen als kleine jongens tij dens de ondervraging. Van Traa: „Ik ge loof u niet." En met de top van de politie is het niet anders. Daar belazerden ze de boel zelfs. Van Traa: „Vindt u het normaal dat u gesprekken met uw gezagsdragers opneemt?" Het heeft iets moois, iedere keer als een getuige, de eed wordt afgenomen. De col berts worden dichtgeknoopt en strak in de houding wordt gezworen of beloofd de volledige waarheid te spreken. Het is de overtreffende trap van wat ooit, aan het begin van de carrière, werd voorgenomen met de 'ambtseed': oprechte trouw aan de grondwet, aan de democratie. Beladen be grippen, die zeker niet iedere dag iemands werk bepalen. Maar in de statige verga derzaal van de Eerste Kamer, waar de volksvertegenwoordiging haar uiterste onderzoeksmiddel gebruikt, zijn het zwa re lasten op schouders van hen die ook maai' gewoon hun best deden. Onwetendheid Tot dusver leverde de enquête een reeks onthutsende feiten op. Niet zozeer wat be treft verregaande opsporingsmethoden, want die zijn alle zo'n beetje bekend. Nee, vooral de ruzies en kinnesinne, het gebrek aan overleg. Terwijl in 1990 onder regie van de politie de eerste partij softdrugs door een informant op de markt werd ge bracht, bleef de hoogste misdaadbestrij der van het openbaar ministerie (OM) on wetend. Procureur-generaal Gonsalves hoorde er pas vier jaar later van, in 1994. De portefeuillehouder 'zware georgani seerde criminaliteit' sliep jarenlang rustig terwijl elders zijn collega-PG's tientallen containers met softdrugs willens en we tens tot aan de koffieshop met rust lieten. Onder PG's gold 'ieder voor zich, God voor ons allen'. Natuurlijk. Het OM is gereorganiseerd. De procureurs-generaal bespreken zaken in middels met elkaar en toetsen de opspo ringsmethoden. Maar de buitenstaander - en dus ook van Traa - vraagt zich af waar ze tot de IRT-affaire eigenlijk mee bezig waren. De leiding over de politie bestond slechts op papier. Steeds duidelijker wordt het beeld van de geheimzinnige 'cri minele inlichtingendiensten' (CID's) bij de politiekorpsen die geen pottekijkers wensten. Onder het mom van de noodzakelijke ge heimhouding van de informant werd ook de meest nabije officier van justitie onwe tend gehouden. Hij mocht dan feitelijk de baas zijn, alles weten mocht hij niet. Hem werd (en wordt) zelfs geen kijkje in de hei melijke CID-bestanden toegestaan. De rechter - en dus ook de verdediging - wist al helemaal van niets. Achtenswaardige heren van het OM, de officieren De Groot en De Wit - zelf ooit onderzoeker van het fenomeen 'infiltratie' - zaten tegenover de commissie af en toe dan ook met de mond vol tanden. Crimi nele informanten verdienden, formeel on der hun leiding, vermogens aan drugsope raties waarbij de politie toekeek. Zelf ble ven zij daarvan onwetend. Verfrissend was het optreden van me vrouw Gonzales, officier van justitie in Haarlem. Deze 'crime-fighter' typeerde de verdeeldheid onder de 'eigenheimers' bin nen het OM als volgt: „Leg een probleem aan twee juristen voor en je hebt drie pro blemen." Over de vraag of er nieuwe, uit gebreidere opsporingsmethoden moeten komen, heeft zij geen slapeloze nachten. Als ze er niet komen, dan heeft de politiek een probleem. Niet ik." Valse beelden Hoe erg is het eigenlijk met die georgani seerde misdaad? Sinds 1988 vielen de vei ligheidsdiensten over elkaar heen met de mededeling dat het heel erg was. Het was één minuut voor twaalf: Nederland ste vende in volle vaart af op 'Italiaanse toe standen' waarbij de crimineel zelfs het nette economische en politieke leven in zijn macht wilde krijgen. „We staan aan de vooravond van een allesbeslissende slag met de georganiseerde misdaad. De ko mende tien jaar zijn beslissend voor het voortbestaan van de rechtsstaat." De toenmalige justitieminister Hirsch Ballin orakelde er tot vorig jaar op los. Onzin, legde de criminoloog Fijnaut de commissie haarfijn uit. Hij spitte in alle politiedossiers en kwam met een analyse van de ernst en omvang van de georgani seerde criminaliteit. De criminaliteit wordt ernstiger en waakzaamheid is zeker geboden, vond Fijnaut, maar geen enkele legale branche is geheel of gedeeltelijk ge penetreerd. Niks Italiaanse toestanden! nen veroordelen; Charles Z. zit achter de tralies, maar zijn bende draait nog volop; informanten van de politie hielden vermo gens over aan hun criminele daden zonder dat iemand zich er druk over maakte en een CID-chef maakte bandopnames van telefoongesprekken met zijn baas, de offi cier van justitie. De televisiekijker zag de ondervraagden af en toe lijden. Procureur-generaal Gon salves, de officieren De Wit en De Groot, politiechef Wilzing, maar ook een ministe riële topambtenaar als Wooldrik schutter den, draaiden, zuchtten, peinsden en zweetten voor de commissie. Nee, dan de gewone politiemensen; die praten onbe kommerd van zich af. De Utrechtse CID- chef van Steeg presteerde het zelfs de commissie voor te houden dat hij zich des noods zou laten gijzelen om de identiteit van een informant geheim te houden. Al vraagt de Koningin ernaar, hij zegt het niet. „Want ik wil geen liquidatie op mijn geweten hebben." Praktijk Dezelfde Van Steeg vertolkte ook de er gernis van de man op de werkvloer. Hij kritiseerde de landelijke top van het OM die bepaalde dat criminele informanten alle winst die zij maken moeten inleveren. Hen rest slechts een karige justitiële belo ning. Van Steeg: „Mensen op dat niveau hebben onvoldoende met de mensen uit de praktijk gesproken. Zij weten niet wat er aan de hand is. Er is toch geen welden kend mens die verwacht dat iemand infor mant wordt als hij zijn geld (vaak tonnen) moet inleveren en justitie zegt: Maai' je krijgt wel 5000 gulden tipgeld van het mi- nisterie?"' Arme Van Traa. Aan hem de klus om over enige tijd met voorstellen tot wet- en re gelgeving te komen. Verreweg de meeste verhoorden snakken er onderhand naar. Zij zijn het gebrek aan sturing, de ruzies en de anarchie van de afgelopen jaren zat. Maar welke wetten en regels? Democrati sche controle en sturing vereist een zo groot mogelijke openbaarheid. Maar wan neer alle kaarten op tafel komen wordt het de misdaad wel erg gemakkelijk gemaakt. Wordt er zonder behoorlijke geheimhou ding van opsporingsmethoden, zoals het werken met infiltranten en informanten, ooit nog een misdaadorganisatie opge rold? Kenners van de praktijk denken van niet. Als het ei van Columbus wordt nu door menigeen de rechter in besloten zit ting genoemd. Die zou geheime opspo ringsmethoden moeten toetsen. Zonder ze aan de openbaarheid prijs te geven. Van Traa in een vertwijfelde bui: „In een rechtsstaat moetje toch een systeem heb ben waarbij de rechter uitmaakt of iets rechtmatig is, en waarbij de verdediging voor zover mogelijk de kans moet hebben er bij betrokken te worden?" Het ant woord van een politieman: „U zegt al: voor zover mogelijk. Ik denk dat het niet moge lijk is." Hans Leber en Harm Harkema Alle verhoren krijgen volop publiciteit. wa Over wat voor klok beschikte dan al die jaren de dienst Centrale Recherche-infor matie (CRI), als dat ding steevast één voor twaalf aangaf? Oud-CRI-baas Wilzing ging voor de commissie voor schut. Hij mompelde iets over een internationaal congres en kwam vervolgens niet verder dan: „We benaderden de kwestie heel sterk vanuit wat wij zagen in Italië." Dat de politie groot enthousiasme ont leende aan de vele dreigingen werd tijdens de enquête steeds duidelijker. Ze recher cheerden er tot voor kort ruimdenkend op los onder het motto: „Wat niet in de wet staat is niet verboden en mag." Inkijkope raties werden verzwegen, een procesje- verbaal meer of minder deed er niet toe, officieren werd lang niet altijd iets ge vraagd, want dat hield maar op en hoe minder mensen op de hoogte waren hoe beter. Maar onder invloed van de IRT-af faire en de parlementaire enquête, de Gro te Schrik, werd het opsporingsapparaat binnen een jaar roomser dan de paus. Het nieuwe motto luidt: „Alleen wat in de wet staat mag, en verder niks." Wachten De Haarlemse officier van justitie Gonza les vindt de nieuwe voorzichtigheid ab surd: „De opsporing verkeert in een va cuüm. Dit kan niet, dat kan niet... We wachten af wat voor wetgeving er komt, we wachten hierop, we wachten daarop. Ik vind het best hoor. Wij wachten, maai de criminelen wachten niet." Gonzales behoort tot de 'rekkelijken', waar aan de andere kant de 'preciezen' staan. De enquete bevestigt de heftige strijd tussen deze kampen. De rekkelijken hebben er geen moeite mee als er eens een lading drugs wordt doorgelaten. De Utrechtse hoofdcommissaris Wiarda is er zo een: „Een spiering uitgooien om een ka beljauw te vangen", noemt hij dat. Maar waar ligt de grens, vraagt van Traa voortdurend? Bij duizend kilo, bij tiendui zend kilo? Rekkelijken willen niets weten van een vaste grens. Dat moet van geval tot geval worden bekeken. Harddrugs doorlaten? De Rotterdamse hoofdofficier van justitie De Wit vindt dat het onder omstandigheden mogelijk moet zijn: „Et- worden inmiddels zoveel harddrugs inge voerd dat het voor de gebruikersprijs niet uitmaakt of je 1000 kilo heroïne onder schept of door laat gaan." En wapens? Van Traa probeert een norm te vinden. Zijn opdracht is immers om met voorstellen tot wet- en regelgeving te ko men. Wiarda kan zich met zijn spiering- De parlementaire enquête-commissie met voorzitter Van Traa (vierde van links). kabeljauw-filosofie voorstellen dat soms ook wapens worden doorgelaten. Maar daar wordt mee geschoten! Van Traa lijkt geschokt. Wiarda: „Daar moeten we niet te preuts over doen. In Frankrijk zijn wa pens vrij te koop. Daar liggen ze op kleu terhoogte in de winkel voor het grijpen." De preciezen hebben hun kamp in Am sterdam opgeslagen. Met twee vingers zwerend in de lucht verklaren hoofdstede lijke politiemannen dat bij hen sinds twee jaar alles volgens de letter van de wet ver loopt. Infiltranten, daar doen ze niet aan. Deals met criminelen? Nooit! Informan ten toch wel? Jazeker, maar in Mokum wordt x een informant nooit actief bena derd, ze sturen hem nergens heen. ze luis teren alleen passief naar wat hij te vertel len heeft. Buiten Amsterdam worden de 'heilige boontjes' met toenemende ergernis en on geloof aangehoord. Infiltratiebaas Kar stens van de CRI sprak tegen de commis sie zijn 'verbazing' uit over zoveel keurig heid. Temeer daar Karstens, en vele ande ren. er van overtuigd zijn datje zonder in filtranten en actieve informanten nooit bij de top van een organisatie kunt komen. Dan pakje slechts de 'piepeltjes'. Ook de voormalige CID-chef van Dor drecht en Hilversum, F. van der Putten, had vooral de Amsterdammers op het oog toen hij tegen de commissie zei: „Ik ben een van de weinigen die hier gewoon zegt wat-ie denkt." En een andere diender uit de praktijk, de Utrechtse CID-teamleider Van Steeg, liet de commissie weten: ..Als ik de mensen die hier geweest zijn zo af en toe hoor. krijg ik het idee alsof het Leger- des-Heilssoldaten zijn." Verdachtenbank Keurig of niet, de politie in de rest van Ne derland staat vooral in de verdachten bank. Eigenwijze, eigenstandig opereren de CID's hielden hun eigen korpschefs buiten de alledaagse praktijk. De arme Dries Straver in Kennemerland (Haar lem) hoort tijdens de enquête zijn eigen CID met de regelmaat van de klok ge noemd worden. Als af en toe ook Den Haag, Rotterdam. Dordrecht, Hilversum en Enschede door de vergaderzaal van de Eerste Kamer klinken, moet de integere politiebaas welhaast een zucht van ver lichting slaken. Maar verder regent het narigheid voor Straver; drugstranspor ten, onorthodoxe deals met criminelen over hun verdiensten, illegale sigaretten- handel... vrijwel steeds is er een 'link' met Haarlem. Dagelijks valt tijdens de enquête trou wens wel iets schokkends te beluisteren. De rechters in Nederland hebben geen vertrouwen meer in hun collega's binnen de magistratuur, de officieren van justitie; Turken zitten massaal in de heroïnehan del; honderden kilo's harddrugs kwamen op de markt om een paar mensen te kun-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 27