Het Rode Leger op water en brood
Hemel en hel in Rio
Engelen van
het asfalt
reportage ZATE R DAG 7 O KTO BE R 1995 bws 26
kort bij kas zit, maar dat hij niet meer
weet wat hij zijn officieren moet zeggen
als ze weer droge noodrantsoenen ont
vangen in plaats van hun inkomen. Het
22-ste leger ligt bij Nizhni Novgorod, een
rijke streek. Het voorziet zichzelf, net als
veel andere eenheden, voor een behoor
lijk deel zelf van verse groente en fruit.
Ook houdt het 22-ste er een aardige vees
tapel op na. Maar dat is de Russische be
lastingdienst niet ontgaan en dus kreeg
deze strijdmacht de fiscus op bezoek. Of
er maar even betaald kon worden. Per
1.000 gulden zelf geproduceerd voedsel
moest 1.200 gulden belasting worden be
taald. Sindsdien begrijpen ze bij het 22-
ste leger de wereld niet meer.
De hoogste militaire aanklager, generaal
Valentin Panitsjev, toont begrip voor de
situatie: „Veel soldaten die eigenlijk pa
raat moeten zijn. zijn ondervoed. Gezin
nen van kaderleden dreigen te verhonge
ren. Is het een wonder dat officieren en
onderofficieren in strijd met de krijgs
tucht andere manieren zoeken om aan
inkomsten te komen? Sommigen
werken 's nachts als bewaker, anderen
staan in kiosken. Een aantal is op het
pad van de misdaad terecht gekomen.
Vaak stelen officieren en manschappen
materieel om het door te verkopen."
Parlement
De grote vraag is nu of en hoe deze aange
slagen militaire gigant op de ellende
gaat reageren. Hoe zal bijvoorbeeld het
stemgedrag zijn van de strijdkrachten
bij de parlementsverkiezingen in decem
ber? Hun baas. minister van defensie Pa
vel Gratsjov. meende het ei van Colum
bus te hebben gevonden: indien de
Doema, het parlement, niet naar het le
ger luistert, dan moet het leger in de
Doema gaan zitten. En dus beloofde hij
zijn steun aan 123 topofficieren, onder
wie 23 generaals, die een zetel willen be
machtigen. 'Absurd en ondemocratisch',
reageerde het parlement.
Volgens de liberaal Alexej Arbatov wil
len de Russen helmaal geen generaals in
hun parlement. De uiterst populaire ge
neraal Lebed, overigens een uitgespro
ken vijand van Gratsjov, houdt er een
andere opvatting op na: „De mensen
moeten niet bang zijn voor militairen die
in de Doema willen. Ze moeten juist bang
zijn voor diegenen die dat niet willen."
Hans Hoogendijk
De onzin die wordt verkocht over
Braziliaanse straatkinderen!
Zes jaar werkt Ineke Holtwijk (40) nu
in Latijns-Amerika, als
correspondente voor onder meer de
de Geassocieerde Persdienst,
Volkskrant en de NOS. Standplaats
Rio de Janeiro. „De kopgroep van erg
en zielig wordt gevormd door dode
beesten, dode bomen, indianen en
straatkinderen. Dóde straatkinderen
zijn de absolute topper."
Haar favoriete onderwerp waren ze
nooit, de 'zwervertjes'. „Ze zuigen
verhalen uit hun duim. manipuleren, drei
gen. willen bijna altijd geld en gooien na
dat je voor iedereen eten hebt gekocht
toch je autoruit in." Toch zei ze 'ja' tegen
een kinderboek over straatkinderen. Om
dat ze door haar werk voor het Jeugdjour
naal weet dat het onderwerp leeft onder
Nederlandse kinderen. Maar vooral uit ir
ritatie: er wordt overdreven, gerommeld
met cijfers, huilerig geschreven. Vier mil
joen straatkinderen in Brazilië? Er zijn
niet eens zoveel daklozen.
Een ach en wee-verhaal mocht het niet
worden. „Er is maar één boek datje kunt
schrijven: een boek waarmee kinderen
zich kunnen identificeren", stelt Holtwijk.
„Zodat ze kunnnen voelen hoe het is om
op straat te leven, kunnen begrijpen dat
de straat slecht is. maar niet alleen maar
slecht." Door de ogen van het straatjochie
Alex beschrijft ze de wereld van de 'Enge
len van het asfalt' - een wereld van angst,
geweld en drugs, maar ook van saamho
righeid en vrijheid.
Holtwijk: „De werkelijkheid is altijd com
plexer dan ze lijkt. Minder sensationeel
ook. Ja, straatkinderen worden vermoord,
maar het is niet zo dat doodseskaders het
speciaal op straatkinderen hebben ge
munt. of de politie. De straat is gevaarlijk
voor iedereen, alcoholisten, hoeren, tra
vestieten, dakloze families èn straatkin
deren." In de berichtgeving in het Westen
wordt 'menores' (minderjarigen) bijna au
tomatisch vertaald als 'straatkinderen';
maar 1400 vermoorde minderjarigen in
1994 zijn nog geen 1400 vermoorde straat
kinderen.
Fragiel evenwicht
Hoeveel er echt worden vermoord? Holt
wijk gokt op hooguit tientallen per jaar.
Er is zelfs niemand die kan zeggen hoeveel
straatkinderen er in Brazilië zijn. Bij een
telling in Rio kwamen de onderzoekers
niet verder dan 797. op tien miljoen inwo
ners - veel minder dan werd aangenomen.
Vermoedelijk zijn er in heel Brazilië niet
meer dan tienduizend kinderen die iedere
nacht op straat te vinden zijn.
Holtwijk: „Heel vaak is er voor kinderen
daadwerkelijk de straat opgaan een fase
dat ze op straat werken, schoenenpoetsen
of venten, maar nog thuis slapen. Dat is
een fragiel evenwicht. Er is maar weinig
voor nodig om ze definitief de straat op te
duwen."
Alex is zo'n voorbeeld; in werkelijkheid
heet hij André. Als tweejarige werd hij
door zijn echte moeder op straat achterge
laten. Toen zijn pleegmoeder naar het zie-
Hoe komen de erfgenamen van het
eens zo zelfbewuste Rode Leger de
winter door? Dat is de vraag die het op
perbevel van de Russische strijdkrach
ten sinds maanden kwelt. De situatie on
der de nog altijd bijna twee miljoen mili
tairen is dramatisch. Hongerende solda
ten en officieren die al maanden geen sa
laris hebben ontvangen. Piloten kunnen
niet vliegen omdat er geen brandstof is
en aan grootscheepse oefeningen van de
landstrijdkrachten hoeft al helemaal
niet meer te worden gedacht.
Onze Moskouse correspondent Hans
Hoogendijk toog naar Zara, een 'ge
heime' militaire garnizoensplaats op on
geveer 30 kilometer van Moskou. Hier
proberen dienstplichtigen en veel officie
ren en hun gezinnen zo goed mogelijk te
overleven. Een poging om binnen de
poorten te praten mislukt.
Maar een jonge kennis die er met zijn ou
ders woont, bevestigt dat de toestand
slecht tot zeer slecht is. Hij weet te mel
den dat het op meerdere plaatsen al tot
knokpartijen tussen groepen dienst
plichtigen is gekomen met het schaarse
eten als inzet. Ook knijpen officieren een
oogje dicht als jonge soldaten het kamp
uitsluipen om bij boeren in de buurt te
helpen in ruil vooreen bord soep. De eens
zo zwijgzame generaals en admiraals in
Rusland slaan alarm. Volgens kolonel-
generaal Vasili Vorobjov. hoofd van de
afdeling financiën van het ministerie van
defensie, zit 80 procent van de vliegvel
den met te weinig brandstof. Nieuw ma
teriaal voor de strijdkrachten wordt vol
gens hem niet of nauwelijks gekocht
„Als het zo doorgaat zal over tien jaar
nog slechts vijf procent van de Russische
bewapening de kwalificatie 'geavan
ceerd' verdienen. Van moderne strijd
krachten is dan geen sprake meer", al
dus de generaal
Zijn collega Kolomatin schetst een droe
vig beeld van de voorbereiding van de
strijdkrachten op de barre Russische
winter. Iets meer dan de helft van alle ge
bouwen en inrichtingen is wintervast.
Maar de soldaten en officieren die het ge
luk hebben een dicht dak boven hun
hoofd te hebben zullen niet veel te eten
hebben. Om maar te zwijgen over hun
nog minder fortuinlijke collega's.
Weemoed
Het leger hongert nu al. Aan exercities
en gevechtsoefeningen denkt in de mees
te garnizoenen vrijwel niemand meer. Er
is geen brandstof en reserve-onderdelen
voor het rijdend materieel zijn er niet.
Adjudant Valentin Martinov van een
tankregiment in de buurt van Moskou
denkt met weemoed terug aan betere tij
den: „Toen stonden we een half uur na
dat er alarm was gegeven, klaar om een
afstand van honderden kilometers te
overbruggen. Vandaag de dag hebben
we nog maar één taak: zelf fysiek overle
ven. De verwarming doet het niet, 75 pro
cent van onze brandstof is niet klaar voor
de winter en elke dag kunnen licht en gas
worden afgesloten omdat de rekening
niet is betaald."
Dat dit niet overdreven is, werd eind vo
rige maand duidelijk toen zelfs de
stroomtoevoer naar een marinebasis
met atoomonderzeeërs werd afgesloten.
Een kernramp a la Tsjernobyl kon nog
net worden voorkomen.
Kapitein Sergej Borisov heeft niets met
atoombommen te maken. Hij zit bij de
infanterie. Zijn voornaamste taak is er
voor te zorgen dat zijn mannen niet be
vriezen. Een hele klus want de meeste ge
bouwen zijn rijp voor de sloop. „We berei
den daarom een tentenkamp met veld
keukens voor. Binnen komen kleine pot
kacheltjes. maar we hebben zelfs moeite
om aan brandhout te komen."
Geen groente
Het grootste probleem vormt de voeding
voor het leger. Diverse hoge bevoorra
dingsofficieren klagen in het openbaar
dat hun troepen miserabel gevoed wor
den. „Dit jaar hebben onze soldaten en
officieren geen komkommers, tomaten
of appels gezien. We hadden zelfs proble
men om aan aardappels te komen. Het
basisrantsoen bestaat uit pap die onze
koks een beetje op smaak brengen met
veten gestoofd vlees. In plaats van brood
eten we de droge kost uit onze noodrant
soenen en ook die voorraad is bijna op.
Zelfs tijdens de zwaarste periode in de
oorlog waren de reservedepots niet zo
leeg", meldt een bataljonscommandant.
De plaatsvervangend hoofdfoerier van
de strijdkrachten generaal-majoor Art-
jomov liet een officiële verklaring uit
gaan: „De strategische noodvoorraden
hebben een kritisch niveau bereikt. Dit
ondermijnt de effectiviteit van de troe
pen Sommige eenheden hebben grote
problemen door de onregelmatige aan
voer van eerste levensbehoeften, zoals
Ineke Holtwijk met straatkinde
ren van het opvangcentrum Sao
Martinho in Rio. fotoGPD
kenhuis moest, ging hij de straat op -
koekjes venten, treinsurfen, alles om
maar uit de buurt van zijn gewelddadige
stiefvader te blijven, 's Nachts glipte hij
het huis binnen om te slapen. Na de dood
van zijn pleegmoeder hoefde hij helemaal
niet meer terug te komen.
Holtwijk ontdekte André in het opvang
centrum Sao Martinho in Rio, waar
straatkinderen tussen de middag gratis
kunnen eten. Weken achtereen at ze er,
knikkerde met de straatkinderen in de
hoop hun vertrouwen te winnen en een ge
schikte hoofdpersoon tegen te komen. An
dré was een nieuwkomer, een eenling, an
ders dan de rest. Zei dat hij niet langer op
straat wilde wonen. „Hij was lief. maar
koppig. Ik voelde me ineens verantwoor
delijk. Dacht: mijn God, hij moet terug."
Ze kon het niet over haar hart verkrijgen
en nam hem mee naar huis.
Te braaf
Holtwijk werkte op dat moment aan haar
binnenkort te verschijnen bundel Brazi
liaanse essays 'Kannibalen in Rio'. „Ik
had hem gezegd dat ik geen tijd had om
me echt met hem bezig te houden. Maar ik
was verbaasd hoe ik me ontpopte. Ik
stond de hele tijd te koken. De jongen was
ondervoed, er moest fruit komen en melk
en eten."
Haar 'eigen' boek werd steeds minder be
langrijk. Constant werd ze gedrukt op de
kloof tussen arm en rijk. Ze at 'ijs van de
rijken', dronk 'melk van de rijken'. Maar
voor haar boek leek André te braaf. Hij
was geen lijmsnuiver. zoals de meeste an
dere straatkinderen, hield zijn kleren
netjes, hoorde niet bij een echte bende.
Schone schijn, bleek toen ze hem voor een
maand in huis nam. „Ik had zoiets van: ik
zal ervoor zorgen dat hij wat geluk in zijn
leven krijgt." Toen kwamen de echte ver
halen los. dat hij wel had gestolen, wel au
tomobilisten bij het stoplicht met een fles-
sehals had bedreigd, wel met mannen was
'meegeweest'. „Hoe langer je op straat
woont, hoe moeilijker het wordt om je er
van af te sluiten. De andere kinderen ac
cepteerden het gewoon niet als hij niet
meedeed."
André vond het allemaal heel normaal en
snapte niet dat Holtwijk een boek over
hem wilde schrijven. Maar later nam hij
trots andere ex-straatkinderen mee naar
'huis', met het lokkertje dat zijn 'tante' la
sagne zou koken, en moedigde hen aan
Holtwijk hun ervaringen te vertellen. Het
werden hele sessies. „Ik vertelde André en
zijn vriendjes wat ik had geschreven en zij
corrigeerden de details. Hoe had de politie
ze beetgepakt? Hoeveel kon je maken als
je auto's overviel bij het stoplicht?"
Gek gesnoven
Contact leggen met de groep straatkinde
ren bij haar om de hoek was Holtwijk niet
gelukt. „Voor hen ben je een andere we
reld. Ze hebben een ander belang, geld en
eten willen ze en dat motiveert de verhou
dingen. Bovendien waren die kinderen he
lemaal gek gesnoven, agressief." Vandaar
dat ze voor haar boek terechtkwam bij
San Martinho. „De kinderen daar staan
meer open, ze willen hvrn leven nog veran
deren." Zij durven nog een beetje te dro
men - zoals Alex/André in 'Engelen van
het asfalt': „Ik wil een bed en een moeder."
André kreeg uiteindelijk een plaats in een
opvanghuis van San Martinho, een baan
tje en een werkvergunning. Hij gaat
's avonds naar school („als hij niet spij
belt"), heeft een vriendinnetje en wil auto
monteur worden. Hij komt regelmatig bij
zijn blonde 'tante' logeren, en als hij zijn
cursus automonteur afmaakt, mag hij
mee op vakantie naar Nederland. „Hij
hoort nu echt bij me. Mijn moeder heeft
ook een foto van hem op haar bureau."
Het 'happy end' komt echter niet vanzelf.
„In een opvanghuis begint een nieuw ge
vecht", stelt Holtwijk. Wie de vrijheid van
de straat gewend is, heeft geen zin meer
om om negen uur thuis te moeten zijn als
er net een groot dansfeest is. Terwijl je al
tijd lijm hebt gesnoven, zijn drugs nu in
eens verboden. Hard moeten werken ter
wijl je met stelen op straat meer verdient.
André is vaak depressief. „De straat blijft
altijd een optie", zegt Holtwijk. Toen hij
ondanks alle afspraken geld van haar had
gestolen, ontkende hij keihard en vertrok.
„Hij was zo hard, hij had zich helemaal
niet emotioneel gehecht. Degene die huil
de was ik." Hij begint nu aanhankelijker
te worden, maai- ook in het opvanghuis
heeft André veel problemen. „Hij is moei
lijk, creëert spanningen. In gezinnen met
aandacht, geld en ruimte zouden zulke
kinderen tot hun recht kunnen komen.
Maar in gezinnen in de knel vallen ze bui
ten de boot."
Machteloosheid
Holtwijk stelt dat de overgrote meerder
heid van de vermoorde kinderen thüis
wordt vermoord, door de vader of moeder,
stiefvader, broer of een ander familielid.
De agressie is de keerzijde van machte
loosheid, van uitzichtsloze armoede. „Het
is een soort domino waarbij iedereen alles
afreageert op de volgende zwakkere."
In één jaar tijd 1400 vermoorde 'menores';
Andre was misschien ook in deze 'tabel
van de dood' terecht gekomen als hij thuis
was gebleven. Holtwijk: „Hij denkt dat ik
door zijn pleegmoeder ben gezonden.
Maar ik zeg altijd tegen hem dat hij het
allemaal zélf in zich heeft, dat hij iets heeft
wat maakt dat ik me zijn lot heb aange
trokken. Dat hoort bij de strategie van
overleven."
Marjolijn de Cocq
Ineke Holtwijk: Engelen van het asfalt; Uitgeve
rij Lemniscaat Rotterdam in samemcerking met
Novib. geb 159 blz.. 25.-: ISBN 90 5637 011 1.
vis. brood, vlees, boter en andere produk-
ten. Slechts 25 procent van de behoeften
is gedekt. Aan verse produkten is na de
oogst vrijwel niets ingekocht. De rant
soenen voor bijvoorbeeld de gevechts
vliegers en voor de bemanningen van on
derzeeboten zijn extreem laag: er is geen
enkele compensatie voor fysieke inspan
ningen."
Bedelen
Maar dat geldt niet alleen voor deze spe
cialisten. Een Russische journalist deed
verslag van zijn ontmoeting met een
groepje jonge soldaten, dat even buiten
Moskou een klusje opknapte. Een citaat
uit zijn verhaal: „Ze zagen er smerig uit.
Toen een vrouw, waarschijnlijk een offi
ciersvrouw, passeerde, vroegen ze geld.
300 roebel (ongeveer een dubbeltje). Aan
een volgende voorbijganger vroegen ze
200 roebel en een paar sigaretten. Het
zijn minimale bedragen, maar deze sol
daten hebben hun eigen logica. Ze weten
namelijk dat hun officieren ook al maan
den geen geld hebben ontvangen en als
ze 1.000 of 5.000 roebel vragen, krijgen ze
niks Dus proberen ze met kleine beetjes
genoeg bij elkaar te krijgen om iets te
kunnen kopen."
Op de vraag of ze zich niet beschaamd
voelen omdat ze als bedelaars moeten
optreden was het antwoord 'nee'. „In het.
begin wel. nu zijn we eraan gewend. We
bedelen om de beurt en als de ouwe
stompen ons geld niet afpikken, kopen
we een brood, een liter melk en wat siga
retten voor ons vieren."
Overleven
Kolonel Nikolai Nederov. van de staf van
het 22-ste leger, begrijpt best dat de staat
Door gebrek aan brandstof en nieuw materieel zal over tien jaar nog slechts vijf procent van de Russische bewapening de
kwalificatie 'geavanceerd' verdienen. f°to Hollandse Hoogte