Onze machinist is vertraagd Zelfs enkeltje dodenrijk ligt in de etalage PZC Overleven tussen de rails reportage 25 Antiquariaat voor reisgidsen ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1995 Vorige week liep het op en rond station Gouda in de avondspits weer eens gierend uit de klauw. Een wisselstoring doet het treinverkeer volkomen vastlopen. Duizenden reizigers raken op drift. Een bomvolle trein strandt in de weilanden. De inzittenden horen niets over het hoe en waarom. Een treinkaping? De perrons in Gouda stromen intussen vol met gestrande reizigers. Onduidelijke of geen informatie. De chaos is compleet. In totaal lopen ongeveer tienduizend reizigers vertragingen op van een half uur tot een uur. Ergernis, ergernis en nog eens ergernis. Zelden is zoveel begrip opge bracht voor een strafbaar feit als voor de gerichte muilpeer die een getergde treinreiziger een con ducteur verkocht, nadat de NS- klant dankzij het zeurderige optre den van de spoorwegbeambte de trein had gemist. Een vuistslag die lang nadreunde omdat hij werd uitgedeeld door een vrouw die bo vendien rechter bleek en dus van onbesproken gedrag dient te zijn, maar even 'mens' werd. Het was voor velen een 'klap van herken ning', want bijna dagelijks jeuken de handen van de veelgeplaagde cliëntële van de Nederlandse Spoorwegen. Het reizen per trein blijft een onuit puttelijke bron van ergernissen en absurditeiten. Er schijnen zich in ons land inmiddels tal van ge- spreksgroepjes te hebben ge vormd waarin NS-reizigers om ma sochistische en/of therapeutische redenen en al of niet in alcoholi sche nevelen gehuld hun traumati sche ervaringen uitwisselen. Intimiteiten Ongewenste intimiteiten zijn on vermijdelijk. Een stoptrein in de ochtendspits. Met mijn overbuurman kom ik tot een vergelijk: ik zal mijn benen spreiden zodat hij de zijne ertussen kan steken. Maar zodra ik de mijne spreid, streel ik met mijn dijbeen dat van mijn buurvrouw. Onbe doeld, weet ook zij. We schikken ons in ons lot dat wij voor zolang als de reis duurt lichamelijk met el kaar verbonden zijn. Het kan minder florissant. In de avondspits puilt de trein uit. Op een tussenbalkon weet ik nog net een klapstoel te bemachtigen. In het gedrang verschijnen vlak voor mijn ogen twee mannenbillen in een beige broek. Als de broek drie haltes verder wil uitstappen en de drager ervan zich bukt om de ak- tentas tussen zijn voeten op te pakken, drukken zijn billen zich in mijn gezicht. Onbedoeld, zeker. Maar toch. De geprivatiseerde Nederlandse Spoorwegen stellen alles in het werk om de mensen de trein in te krijgen. Want dat is goed voor de NS. En het milieu. Het reizen per trein, dat altijd al zeer tot de ver beelding van avonturiers en an dere romantici heeft gesproken, is - in theorie - natuurlijk ook veel chiquer en zou comfortabeler en meer ontspannen moeten zijn dan het voortjakkeren in blik over het dichtgeslibde asfalt: je kunt een krantje openslaan, een goed boek ter hand nemen, een puzzel oplos sen, een appeltje schillen, het hon dekopje op de schoot van je buur vrouw aaien (gewenst intiem), je overbuurman uitdagen voor een partijtje schaak of verleiden tot een hoogstaand gesprek; je kunt in diep gepeins verzonken het schil derachtige Hollandse landschap en de onvolprezen Hollandse luch ten aan je voorbij laten glijden of een tukje doen. Allemaal goed voor lichaam en geest. Daarbij: ik ken mensen die hun partner-voor- het-leven in de trein hebben ont moet. Waarom moet je dan toch een doorgewinterde stoïcijn zijn om het reizen met de NS te overleven? Kortste route Station Amsterdam-Zuid/WTC, de plek van het misdrijf: het legenda rische perron waar de NS-contro- leur de rechterlijke kaakslag kreeg te incasseren. Je kunt daar' dage lijks meermalen in een stoptrein naar Utrecht CS stappen. Via Dui- vendrecht, Weesp en Hilversum. Tussen Weesp en Naarden-Bus- sum meldt zich de kaartjescontro leur. Hij bekijkt mijn biljet: „U gaat naar Utrecht?" Zou hij slech te ogen hebben? Ik knik. „Dit kan zo niet. U had in Duivendrecht moeten overstappen." „Maai- dit is toch de trein naar Utrecht?" „Als u naai- Utrecht wilt, moet u de kort ste route nemen, via Breukelen en niet via Hilversum, en dat doet u niet. U gaat met een omweg en dat betekent dat u moet bijbetalen." Stoïcijns blijven, is het devies. Ik leg hem in alle rust uit dat ik op stationAmsterdam-Zuid/WTC in de trein naar UTRECHT ben ge stapt. Dat het zo ook stond aange geven op het bord boven het per ron: stoptrein met als eindbestem ming UTRECHT CS. Hij is onver murwbaar. Ik ook. Wat wil hij? Dat ik in Naarden-Bussum uitstap, de eerstvolgende trein terug naar Duivendrecht neem en daar over stap op de trein naai- Utrecht via Breukelen? Hij zucht: „Wat u nu doet kan en mag niet." Ik blijf standvastig: „Ik ga naar Utrecht, ben in de trein naar Utrecht ge stapt, zoals door de NS aangege ven, en blijf in de trein naar Utrecht zitten, want ik moet naar Utrecht." Hij ziet het 'hopeloze' van mijn geval in, kiest eieren voor zijn geld en besluit het „voor deze keer door de vingers zien." „Maar het kan en mag niet." Publieksvriendelijk We hoeven niet jaloers te zijn op een land waar de dictator zich op de borst slaat omdat hij er per soonlijk zorg voor zegt te dragen - desnoods met de knoet erover - dat 'zijn' treinen op tijd rijden. De geregelde NS-klant heeft leren leven met vertragingen, gemiste aansluitingen, ontbrekende infor matie, treinen die om duistere re denen uitvallen. Daarover zullen we het dus niet hebben. Ook niet over de irritante 'publieksvriende lijkheid' van het treinpersoneel, het knijpen in kinderwangetjes, het behandelen van ouderen als zouden zij allen lijden aan de ziek te van Altzheimer, het maken van misplaatste, grappig bedoelde op merkingen, het zichzelf o zo graag horen praten via het omroepsys teem in de trein en het dus tot ver velens toe breedsprakig steeds weer herhalen van alle plaatsen die we op onze reis nog zullen aan doen én de overstapmogelijkhe den, het ontbreken van voldoende zitruimte op perrons en in sta tionshallen - geen overbodige luxe bij alle vertragingen - waardoor je steeds meer wachtende mensen met hun billen op de grond ziet, de - vooral in de grote steden - vaak onvoldoende bemande loketten waardoor reizigers hun treinen missen. Nee, over deze en al die an dere kleine ergernissen zullen we het niet hebben. Geduld Maar wat dacht u hiervan? Station Den Haag CS. De trein had vijf mi nuten geleden al moeten vertrek ken. Na zes minuten wordt tot ie ders stomme verbazing in de trein omgeroepen dat „er op dit mo ment geen machinist beschikbaar is. Zodra we er een hebben gevon den, gaan we natuurlijk vertrek ken. Onze excuses voor het opont houd." Zit hij in de kroeg? Ligt hij bij zijn minnares in bed? Meteen volgt een nieuw bericht: „We ver wachten de machinist over zes mi nuten, zodat we met een vertra ging van twaalf minuten kunnen vertrekken. Nogmaals bedankt voor uw geduld." Als we na twintig minuten vertrek ken en kort daarna de conducteur langskomt, willen we tekst en uit leg. Nee, voor zover hij weet heeft de machinist geen drankprobleem en is hij gelukkig getrouwd. Het komt allemaal door de 'veel te krappe' nieuwe dienstregeling. De machinist moet van een andere, binnenkomende trein komen en als die maar even vertraging heeft, heeft de trein waarop hij moet overstappen dat vanzelfsprekend ook. Daar is in de NS-top dus niet goed over nagedacht, concluderen wij. „Dat vinden wij ook", beaamt de conducteur volmondig. „Want het euvel doet zich bijna dagelijks voor", vertrouwt hij ons toe. Saucijzebroodje Ik besluit mezelf in een milde stemming te brengen en de dag te beginnen in het walhalla van de avontuurlij ke romanticus/reiziger, de mooiste restauratie van ons land, het eersteklas, in Jugendstil uitgevoerde grand café-restaurant op het eerste perron van Amster dam CS. Een versgezette espresso wil ik, met een saucijzebroodje, hét handelskenmerk van de NS-keu- ken, op vergelijkbare hoogte met de beroemde warme halve Hema- worst. Maai- het saucijzebroodje serveren ze niet in de eersteklas. Had ik moeten weten: de Bijenkorf verkoopt toch ook geen rookworst uit het vuistje? Gesterkt door de espresso vlei ik mij in de kussens van een intercity met het voornemen diep het land in te reizen en ogen en oren goed open te houden in de wetenschap dat iedereen wel een verhaal over zijn ervaringen met de NS heeft te vertellen. De coupé is zo goed als verlaten. Op de zitplaats naast mij mijn plastic tas met daarin de nodige lectuur voor onderweg. De conduc teur komt langs en vraagt om mijn 'vervoerbewijs', want de NS verko pen geen 'plaatsbewijzen', zodat je ook nooit kunt klagen als je in een overvolle trein tussen je mede-rei zigers in moet hangen. Dan wijst hij op mijn plastic tas. Of ik zo vriendelijk zou willen zijn die in het bagagerek te deponeren, want nu houd ik een zitplaats bezet. Ik zit perplex. Ik wijs hem erop dat de coupé zo goed als leeg is en dat als iemand per se naast mij wil komen zitten ik de plastic tas van de zit ting zal nemen. Hij persisteert. Legt uit dat het een nieuwe 'ser vice' van de NS is dat alle zitplaat sen beschikbaar moeten zijn. Stoïcijns blijven, is ook nu weer het devies. Ik wijs hem nogmaals op het belachelijke van zijn ver zoek in de huidige situatie. Vraag hem of zijn optreden wellicht wordt veroorzaakt door oprispend maagzuur. Dan pakt hij mijn tas, zet hem in het bagagerek en ver- laat.de coupé. Bovenleidingbreuk Mijn milde stemming is verdwe nen. Ik zoek troost in de lectuur uit de tas die weer naast me staat tot zij tegenover me komt zitten. Een mooie dame van 84 op weg naar Den Bosch. „Ik mag hopen dat de reis voorspoediger verloopt dan de vorige keer", zegt ze, nadat ik haar reistas in het bagagerek heb gezet. Ik ben een en al oor. Wat bedoelt u? De vorige keer ging ze ook van Utrecht naai" Den Bosch, vertelt ze. Ze stapte in, zocht een zit plaats. de deuren gingen dicht en pas toen werd omgeroepen dat in verband met een bovenleiding breuk bij Geldermalsen de trein een fikse omweg via Arnhem en Nijmegen zou maken. Niemand kon meer uit de trein, want die zet te zich prompt in beweging. Voor het station Arnhem reed hij een rangeerterrein op. waai" hij vervol gens een uur lang bleef staan. Het wachten was op een nieuwe loco motief, werd de reizigers meege deeld. In Arnhem stapten reizigers voor Nijmegen en Oss in, maar daar bleek de trein niet te stoppen. Hij ging, gezien de opgelopen ver traging, rechtstreeks door naar Den Bosch. „Een hectische reis met al die vloekende en tierende passagiers", weet de 84-jarige zich met een spottend lachje te herin neren. Haar verhaal inspireert de student die in de inmiddels bijna volge stroomde coupé naast haar is gaan zitten. Op Moederdag, vertelt hij, ging hij van Amersfoort naar Ca- stricum. De trein, die al te laat ver trok, kwam meteen buiten Amers foort weer tot stilstand. Er was iets met een wissel aan de hand. „We moeten zeker twintig minuten hebben stilgestaan, want ik miste mijn aansluiting in Amsterdam. Ik zag in de oplopende hitte in de trein de bossen bloemen verlep pen." De 84-jarige kijkt hem van opzij aan. En spreekt dan laconiek de onvergetelijke woorden: „Beter stilgestaan dan ontspoord." Natüürlijk is er zeer voorkomend en behulpzaam NS-personeel. Neem de conducteur die, zoals een blond meisje mij vertelde, 's avonds laat vaderlijk bij haar in de bijna lege trein kwam zitten om een oogje in het zeil te houden, na dat een aangeschoten geilaard zijn vuige lusten op haar dreigde bot te vieren. Maai" wat dacht u hiervan? Ik heb het voor mijn eigen ogen zien ge beuren: een vrouw van middelbare- eeftijd wil 's avonds vanaf een sta tion in de Randstad naar het zuiden des lands. Het is kwart over negen, de twee loketten zijn geslo ten, de kaartjesautomaat accep teert alleen muntgeld en een pin pas. Met haar pin-pas lukt het niet omdat ze blijkbaar op dat moment de limiet van rood-staan had be reikt. Ze wendt zich met een briefje van vijftig gulden tot haar mede- rezigers in de hoop te kunnen wis selen. Niemand kan haar helpen, omdat het gezien de lange reis om veel muntgeld gaat. De tijd dringt. De trein komt. Wapperend met het vijfig-guldenbiljet meldt ze zich op het perron bij de conducteur. Sa men stappen ze in. Hoewel ze al het mogelijke heeft gedaan om een kaartje te bemachtigen is de con ducteur niet te vermurwen: ze moet het veel duurdere 'treinta- rief betalen. Een mede-passagier die het ook al lemaal heeft gevolgd, concludeert: „De bevoegdheid om naar bevind van zaken te handelen is het perso neel blijkbaar ontnomen. Zij zul len en moeten zich aan de regeltjes houden. En dat is heel slecht voor een dienstverlenend bedrijf. Bo vendien hebben de Nederlandse Spoorwegen zich er niet mee te be moeien of iemand rood staat." Duur ritje Geert Bovenhuis Utrecht. zijn antiquarische reisboekhandei Bagage in foto G PD Ik neem een besluit. Een paai" da gen later, eveneens na het sluiten der loketten, meld ik me op het perron bij de conducteur van een op het punt van vertrek staande trein wapperend met een briefje van tien gulden en met de medede ling dat ik al het mogelijke heb ge daan om een 'vervoerbewijs' naar het volgende station te bemachti gen, maar dat het me - geen pin pas op zak, geen gepast muntgeld, geen wisselautomaat - niet is ge lukt. „Dat wordt dan een duur ritje, me neer", zegt hij. Hoezo? Hij noemt een bedrag dat het vijfvoudige is van het tarief met Railactiefkaart. Ik herhaal dat ik kan en wil beta len. maar dat de vroeggesloten lo ketten en de beperkte mogelijkhe den van de kaartjesautomaat mij dat onmogelijk hebben gemaakt. Ik voeg er manmoedig aan toe dat ik er niet over denk het vijfvoudige treintarief te betalen en plaats, om mijn woorden kracht bij te zetten, mijn ene voet alvast in de trein. Dan komt de spoorwegrecherche er maar aan te pas! Dan word ik maar afgevoerd naar het gevang! Ik zal een daad stellen! De conducteur: „Ik kan het niet verantwoorden tegenover mijn baas als ik nu een vervoerbewijs voor u uitschrijf. Dan moet ik wel het duurdere treintarief in reke ning brengen." Desondanks denkt hij na. En neemt een verrassend besluit: „Stapt u maar in, u bent te goeder trouw." Ik zet ook mijn andere been in de trein en wacht op hem op het tussenbalkon. „Nee, zoekt u maar alvast een zitplaats in de coupé." Ik hoor hem fluiten, de trein vertrekt. Als ik op het volgen de station uitstap, is hij niet bij me langs geweest en in geen velden of wegen te bekennen. Ik zoek hem op. zeg dat ik alsnog wil betalen, het gewone tarief, wel te verstaan. Hij lacht verlegen, 't Is al goed, zegt hij. Ik druk zijn hand ten afscheid. Niet omdat hij me gratis heeft laten rei zen - al was dat natuurlijk om ad ministratieve problemen met zijn baas te voorkomen en kon hij het zich veroorloven omdat het om een korte rit ging - maar omdat het goed is af en toe iemand te ontmoe ten die het 'Befehl ist Befehl' weet te trotseren en zelf een beslissing neemt. Alleen, te goeder trouw was ik na tuurlijk niet. Joost van den Hooff Zelfs de laatste reis ontbreekt niet in de verzameling reisboeken van Geert Bovenhuis: een kast vol boeken verschaft informatie omtrent een enkeltje naar het dodenrijk. Wie onvoorbereid Geerts in den lande unieke reisboeken-antiquariaat Bagage, aan de Van Sijpesteijnkade in Utrecht betreedt staat even paf van wat daar op reisgebied is samengeperst in wat eens zijn woonruimte was. Van een partij door het leven geteisterde bananenkistjes zijn boekenkasten geconstrueerd, waarin tienduizend reisgidsen, reisboeken, kaarten, atlassen, prenten en naslagwerken gerubriceerd een plek hebben gekregen. Ook oude koffers, globes, spelletjes en accessoires op reisgebied duiken her en der op tussen de kasten. Bovenhuis gidst de bezoeker door het nostalgische land schap van zijn collectie. Hij haalt een zwarte, metalen doos uit een vitrine. Daarop staat in zilveren letters: Toeristenbureau voor Ne derland - Atlas van Nederland. In de uit 1909-1910 daterende doos van de ANWB zit een serie kaar tjes; handig voor de reiziger. Prijs nu: 600. „Wel bijzonder maar niet uniek, de ANWB heeft een groot ar chief en daarin zal zich ook nog wel een exemplaar bevinden", zegt Geert. Dan vestigt hij de aandacht op een kast vol oude boekwerken over wandelen, fietsen en kamperen. Pikt er het ANWB-boekje Te voet van Amsterdam naar Arnhem uit en slaat het open. Foto's tonen al lang niet meer bestaande situaties in steden en landschappen. „Ik probeer met mijn handeltje de be tovering en het avontuur van het reizen weer tot leven te brengen." Nieuw leven Tot eind 1993 was Geert Boven huis werkzaam als bureauchef bij de Utrechtse GG en GD. „Toen ik vijftig werd stelde ik mezelf de vraag: heb ik nog wel het enthou siasme om in een nette baan te functioneren. Ik voelde dat dat niet meer het geval was en besloot te proberen een bestaantje op te bouwen in de antiquarische reis- boekenhandel - voordien een hob by van me. Mijn vrouw Rita ging volledig akkoord. Zij heeft een goede baan en samen moesten we het kunnen redden. Nou, tot nu toe ben ik niet ontevreden, al is het ze ker geen vetpot. En het is ook een bijzonder druk bestaan, veel druk ker dan ik had verwacht. 's Ochtends vroeg al met karre- vrachten boeken op pad om naar beurzen, veilingen en manifesta ties op reisgebied te gaan. Vrijdags en zaterdags sta ik van elf tot zes uur in de winkel, maar op afspraak kunnen de mensen die iets be paalds zoeken ook bij me terecht." Er zijn meer gespecialiseerde reis boekenwinkels in Nederland, maai" geen antiquariaten die uit sluitend in reisgidsen en -boeken handelen. „Ik heb me voor het eerst gepresenteerd op de Vakan tiebeurs 1994. Mijn salaris van de twee jaren die daaraan vooraf gin- gen, was helemaal opgegaan aan het inkopen van boeken. Gelukkig kreeg ik dank zij die beurs direct al wat bekendheid. Hoewel het mij in de eerste plaats is begonnen om de antiquarische en tweedehands reisboeken, verkoop ik ook nieuwe of nagenoeg nieuwe gidsen. Ge middeld kosten tweedehands gid sen bij mij een derde van de nieuw prijs." „Ik loop ook regelmatig naar reis boeken te struinen bij collega's. Dat zoeken zit me in het bloed. Zo kan ik nooit een afval-container voorbij lopen zonder er even in te kijken. Op een keer vond ik daarin zo'n bananenkistje, bij een groen tewinkel. Ik ging eens informeren en kocht een hele partij van die af gedankte kistjes. Zeven op elkaar en je hebt een aardige boekenkast. Honderdtwintig kistjes liggen voor mij gereserveerd. Ik verkoop ze intussen ook." Geert Bovenhuis staat met zijn boeken en koffers in de zomer maanden op de Dam en langs de Amstel in Amsterdam en in no vember staat hij daar in de Beurs van Berlage. Verder bezoekt hij al lerlei beurzen, ook op gebieden die niets met boeken te maken heb ben, maar in de verte wel met rei zen, zoals Oldtimer-manifestaties. Spiegel „Ik ben langzamerhand steeds meer in de ban geraakt van de oude reisgidsen. Het werd me dui delijk dat reisgidsen de spiegel vormen van elke cultuur. Van reis gidsen verschijnen elk jaar nieuwe edities. De oude worden wegge gooid. Maar die bieden nou juist zo'n fascinerende terugblik, bij voorbeeld op het toerisme in de ja ren voor de oorlog. Je ziet ook dat de ontwikkeling op reisgebied aar dig parallel loopt met die van de verkeersmiddelen Bovenhuis heeft een waardevolle collectie Baedekers in huis. Hij neemt zo'n boekwerkje in rode band uit de kast. Gids voor de Ri viera, vijfde van de in totaal tien drukken. Uitgegeven in 1913. Mooie, kleurrijke kaartjes op ver geelde bladzijden. De prijs: 125. „Je hebt mensen die niet rusten voordat ze Baedeker compleet hebben. Er zijn 100 titels over even zoveel gebieden. Laast bezocht ik een veiling in Duitsland waar bijna alle duizend nummers van de Bae deker werden aangeboden. De col lectie ging weg voor 80.000 gulden en dat was mij te bar. De fanatieke verzamelaar heeft een vermogen over voor een Carl Baedeker eerste druk uit 1828." Bovenhuis heeft in zijn collectie de befaamde en nogal zeldzame Cook's gidsen en ook bekende uit gevers als Bennett, Hachette, Hartleben, Meyer, Stauffacher en Wagner ontbreken niet in zijn Ba gage. In bakken is een verzameling antiquarische of gewoon oude landkaarten ondergebracht. Er zijn verder kasten vol reispoëzie en reisliteratuur, met werken van Bertus Aafjes tot Gerrit Jan Zwier. Er zijn zelfs enkele planken vol kin- der-reisboeken. Een paar stappen opzij en je staat oog in oog met de 'laatste reis'. „Die boeken moch ten hier, vond ik, niet ontbreken. Ook doodgaan is aan een reis be ginnen, met onbekende bestem ming." Het fenomeen bedevaart, militaire expedities, zeereizen, woordenboeken, schoolkaarten, puzzels - alles wat maar in de verte met reizen te maken heeft wordt in de verzameling opgenomen. Het voorste gedeelte van de winkel, aan de straatkant, is geheel inge richt met eigentijdse gidsen, die ongeveer de helft van collectie vor men. Ex-ambtenaar Geert Bovenhuis is tevreden met zijn nieuwe nering. „Mijn ideaal, verder te leven in zelf standigheid, is al bereikt. Als ik de mannen met hun attaché-koffer tjes haastig naar hun werk zie lo pen, moet ik echt een gevoel van medelijden onderdrukken." Dirk de Moor Inzet rechtsboven: overvolle perrons, lange wachttijden, te weinig zitplaatsen...: de spoorwegen gaan ervoor, foto's GPD kaartjes jpenkaarten Inzet linksonder: knus is niet knus meer, als de reizigers in volle coupés gedwongen worden om elkaar aan te raken. Treinkaartjes zijn altijd te verkrijgen, maar de reiziger moet wel over muntgeld of een pin-pas beschikken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 25