Onze machinist is vertraagd
Zelfs enkeltje
dodenrijk ligt
in de etalage
PZC
Overleven tussen de rails
reportage
25
Antiquariaat
voor reisgidsen
ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1995
Vorige week liep het op en
rond station Gouda in de
avondspits weer eens gierend
uit de klauw. Een wisselstoring
doet het treinverkeer
volkomen vastlopen.
Duizenden reizigers raken op
drift. Een bomvolle trein
strandt in de weilanden. De
inzittenden horen niets over
het hoe en waarom. Een
treinkaping? De perrons in
Gouda stromen intussen vol
met gestrande reizigers.
Onduidelijke of geen
informatie. De chaos is
compleet. In totaal lopen
ongeveer tienduizend reizigers
vertragingen op van een half
uur tot een uur. Ergernis,
ergernis en nog eens ergernis.
Zelden is zoveel begrip opge
bracht voor een strafbaar feit
als voor de gerichte muilpeer die
een getergde treinreiziger een con
ducteur verkocht, nadat de NS-
klant dankzij het zeurderige optre
den van de spoorwegbeambte de
trein had gemist. Een vuistslag die
lang nadreunde omdat hij werd
uitgedeeld door een vrouw die bo
vendien rechter bleek en dus van
onbesproken gedrag dient te zijn,
maar even 'mens' werd. Het was
voor velen een 'klap van herken
ning', want bijna dagelijks jeuken
de handen van de veelgeplaagde
cliëntële van de Nederlandse
Spoorwegen.
Het reizen per trein blijft een onuit
puttelijke bron van ergernissen en
absurditeiten. Er schijnen zich in
ons land inmiddels tal van ge-
spreksgroepjes te hebben ge
vormd waarin NS-reizigers om ma
sochistische en/of therapeutische
redenen en al of niet in alcoholi
sche nevelen gehuld hun traumati
sche ervaringen uitwisselen.
Intimiteiten
Ongewenste intimiteiten zijn on
vermijdelijk.
Een stoptrein in de ochtendspits.
Met mijn overbuurman kom ik tot
een vergelijk: ik zal mijn benen
spreiden zodat hij de zijne ertussen
kan steken. Maar zodra ik de mijne
spreid, streel ik met mijn dijbeen
dat van mijn buurvrouw. Onbe
doeld, weet ook zij. We schikken
ons in ons lot dat wij voor zolang
als de reis duurt lichamelijk met el
kaar verbonden zijn.
Het kan minder florissant. In de
avondspits puilt de trein uit. Op
een tussenbalkon weet ik nog net
een klapstoel te bemachtigen. In
het gedrang verschijnen vlak voor
mijn ogen twee mannenbillen in
een beige broek. Als de broek drie
haltes verder wil uitstappen en de
drager ervan zich bukt om de ak-
tentas tussen zijn voeten op te
pakken, drukken zijn billen zich in
mijn gezicht. Onbedoeld, zeker.
Maar toch.
De geprivatiseerde Nederlandse
Spoorwegen stellen alles in het
werk om de mensen de trein in te
krijgen. Want dat is goed voor de
NS. En het milieu. Het reizen per
trein, dat altijd al zeer tot de ver
beelding van avonturiers en an
dere romantici heeft gesproken, is
- in theorie - natuurlijk ook veel
chiquer en zou comfortabeler en
meer ontspannen moeten zijn dan
het voortjakkeren in blik over het
dichtgeslibde asfalt: je kunt een
krantje openslaan, een goed boek
ter hand nemen, een puzzel oplos
sen, een appeltje schillen, het hon
dekopje op de schoot van je buur
vrouw aaien (gewenst intiem), je
overbuurman uitdagen voor een
partijtje schaak of verleiden tot
een hoogstaand gesprek; je kunt in
diep gepeins verzonken het schil
derachtige Hollandse landschap
en de onvolprezen Hollandse luch
ten aan je voorbij laten glijden of
een tukje doen. Allemaal goed
voor lichaam en geest. Daarbij: ik
ken mensen die hun partner-voor-
het-leven in de trein hebben ont
moet.
Waarom moet je dan toch een
doorgewinterde stoïcijn zijn om
het reizen met de NS te overleven?
Kortste route
Station Amsterdam-Zuid/WTC, de
plek van het misdrijf: het legenda
rische perron waar de NS-contro-
leur de rechterlijke kaakslag kreeg
te incasseren. Je kunt daar' dage
lijks meermalen in een stoptrein
naar Utrecht CS stappen. Via Dui-
vendrecht, Weesp en Hilversum.
Tussen Weesp en Naarden-Bus-
sum meldt zich de kaartjescontro
leur. Hij bekijkt mijn biljet: „U
gaat naar Utrecht?" Zou hij slech
te ogen hebben? Ik knik. „Dit kan
zo niet. U had in Duivendrecht
moeten overstappen." „Maai- dit is
toch de trein naar Utrecht?" „Als u
naai- Utrecht wilt, moet u de kort
ste route nemen, via Breukelen en
niet via Hilversum, en dat doet u
niet. U gaat met een omweg en dat
betekent dat u moet bijbetalen."
Stoïcijns blijven, is het devies. Ik
leg hem in alle rust uit dat ik op
stationAmsterdam-Zuid/WTC in
de trein naar UTRECHT ben ge
stapt. Dat het zo ook stond aange
geven op het bord boven het per
ron: stoptrein met als eindbestem
ming UTRECHT CS. Hij is onver
murwbaar. Ik ook. Wat wil hij? Dat
ik in Naarden-Bussum uitstap, de
eerstvolgende trein terug naar
Duivendrecht neem en daar over
stap op de trein naai- Utrecht via
Breukelen? Hij zucht: „Wat u nu
doet kan en mag niet." Ik blijf
standvastig: „Ik ga naar Utrecht,
ben in de trein naar Utrecht ge
stapt, zoals door de NS aangege
ven, en blijf in de trein naar
Utrecht zitten, want ik moet naar
Utrecht." Hij ziet het 'hopeloze'
van mijn geval in, kiest eieren voor
zijn geld en besluit het „voor deze
keer door de vingers zien." „Maar
het kan en mag niet."
Publieksvriendelijk
We hoeven niet jaloers te zijn op
een land waar de dictator zich op
de borst slaat omdat hij er per
soonlijk zorg voor zegt te dragen -
desnoods met de knoet erover -
dat 'zijn' treinen op tijd rijden.
De geregelde NS-klant heeft leren
leven met vertragingen, gemiste
aansluitingen, ontbrekende infor
matie, treinen die om duistere re
denen uitvallen. Daarover zullen
we het dus niet hebben. Ook niet
over de irritante 'publieksvriende
lijkheid' van het treinpersoneel,
het knijpen in kinderwangetjes,
het behandelen van ouderen als
zouden zij allen lijden aan de ziek
te van Altzheimer, het maken van
misplaatste, grappig bedoelde op
merkingen, het zichzelf o zo graag
horen praten via het omroepsys
teem in de trein en het dus tot ver
velens toe breedsprakig steeds
weer herhalen van alle plaatsen
die we op onze reis nog zullen aan
doen én de overstapmogelijkhe
den, het ontbreken van voldoende
zitruimte op perrons en in sta
tionshallen - geen overbodige luxe
bij alle vertragingen - waardoor je
steeds meer wachtende mensen
met hun billen op de grond ziet, de
- vooral in de grote steden - vaak
onvoldoende bemande loketten
waardoor reizigers hun treinen
missen. Nee, over deze en al die an
dere kleine ergernissen zullen we
het niet hebben.
Geduld
Maar wat dacht u hiervan? Station
Den Haag CS. De trein had vijf mi
nuten geleden al moeten vertrek
ken. Na zes minuten wordt tot ie
ders stomme verbazing in de trein
omgeroepen dat „er op dit mo
ment geen machinist beschikbaar
is. Zodra we er een hebben gevon
den, gaan we natuurlijk vertrek
ken. Onze excuses voor het opont
houd." Zit hij in de kroeg? Ligt hij
bij zijn minnares in bed? Meteen
volgt een nieuw bericht: „We ver
wachten de machinist over zes mi
nuten, zodat we met een vertra
ging van twaalf minuten kunnen
vertrekken. Nogmaals bedankt
voor uw geduld."
Als we na twintig minuten vertrek
ken en kort daarna de conducteur
langskomt, willen we tekst en uit
leg. Nee, voor zover hij weet heeft
de machinist geen drankprobleem
en is hij gelukkig getrouwd. Het
komt allemaal door de 'veel te
krappe' nieuwe dienstregeling. De
machinist moet van een andere,
binnenkomende trein komen en
als die maar even vertraging heeft,
heeft de trein waarop hij moet
overstappen dat vanzelfsprekend
ook. Daar is in de NS-top dus niet
goed over nagedacht, concluderen
wij. „Dat vinden wij ook", beaamt
de conducteur volmondig. „Want
het euvel doet zich bijna dagelijks
voor", vertrouwt hij ons toe.
Saucijzebroodje
Ik besluit mezelf in een milde
stemming te brengen en de dag te
beginnen in het walhalla van de
avontuurlij ke romanticus/reiziger,
de mooiste restauratie van ons
land, het eersteklas, in Jugendstil
uitgevoerde grand café-restaurant
op het eerste perron van Amster
dam CS. Een versgezette espresso
wil ik, met een saucijzebroodje, hét
handelskenmerk van de NS-keu-
ken, op vergelijkbare hoogte met
de beroemde warme halve Hema-
worst. Maai- het saucijzebroodje
serveren ze niet in de eersteklas.
Had ik moeten weten: de Bijenkorf
verkoopt toch ook geen rookworst
uit het vuistje?
Gesterkt door de espresso vlei ik
mij in de kussens van een intercity
met het voornemen diep het land
in te reizen en ogen en oren goed
open te houden in de wetenschap
dat iedereen wel een verhaal over
zijn ervaringen met de NS heeft te
vertellen.
De coupé is zo goed als verlaten.
Op de zitplaats naast mij mijn
plastic tas met daarin de nodige
lectuur voor onderweg. De conduc
teur komt langs en vraagt om mijn
'vervoerbewijs', want de NS verko
pen geen 'plaatsbewijzen', zodat je
ook nooit kunt klagen als je in een
overvolle trein tussen je mede-rei
zigers in moet hangen. Dan wijst
hij op mijn plastic tas. Of ik zo
vriendelijk zou willen zijn die in
het bagagerek te deponeren, want
nu houd ik een zitplaats bezet. Ik
zit perplex. Ik wijs hem erop dat de
coupé zo goed als leeg is en dat als
iemand per se naast mij wil komen
zitten ik de plastic tas van de zit
ting zal nemen. Hij persisteert.
Legt uit dat het een nieuwe 'ser
vice' van de NS is dat alle zitplaat
sen beschikbaar moeten zijn.
Stoïcijns blijven, is ook nu weer
het devies. Ik wijs hem nogmaals
op het belachelijke van zijn ver
zoek in de huidige situatie. Vraag
hem of zijn optreden wellicht
wordt veroorzaakt door oprispend
maagzuur. Dan pakt hij mijn tas,
zet hem in het bagagerek en ver-
laat.de coupé.
Bovenleidingbreuk
Mijn milde stemming is verdwe
nen. Ik zoek troost in de lectuur uit
de tas die weer naast me staat tot
zij tegenover me komt zitten. Een
mooie dame van 84 op weg naar
Den Bosch. „Ik mag hopen dat de
reis voorspoediger verloopt dan de
vorige keer", zegt ze, nadat ik haar
reistas in het bagagerek heb gezet.
Ik ben een en al oor. Wat bedoelt u?
De vorige keer ging ze ook van
Utrecht naai" Den Bosch, vertelt
ze. Ze stapte in, zocht een zit
plaats. de deuren gingen dicht en
pas toen werd omgeroepen dat in
verband met een bovenleiding
breuk bij Geldermalsen de trein
een fikse omweg via Arnhem en
Nijmegen zou maken. Niemand
kon meer uit de trein, want die zet
te zich prompt in beweging. Voor
het station Arnhem reed hij een
rangeerterrein op. waai" hij vervol
gens een uur lang bleef staan. Het
wachten was op een nieuwe loco
motief, werd de reizigers meege
deeld. In Arnhem stapten reizigers
voor Nijmegen en Oss in, maar
daar bleek de trein niet te stoppen.
Hij ging, gezien de opgelopen ver
traging, rechtstreeks door naar
Den Bosch. „Een hectische reis
met al die vloekende en tierende
passagiers", weet de 84-jarige zich
met een spottend lachje te herin
neren.
Haar verhaal inspireert de student
die in de inmiddels bijna volge
stroomde coupé naast haar is gaan
zitten. Op Moederdag, vertelt hij,
ging hij van Amersfoort naar Ca-
stricum. De trein, die al te laat ver
trok, kwam meteen buiten Amers
foort weer tot stilstand. Er was iets
met een wissel aan de hand. „We
moeten zeker twintig minuten
hebben stilgestaan, want ik miste
mijn aansluiting in Amsterdam. Ik
zag in de oplopende hitte in de
trein de bossen bloemen verlep
pen."
De 84-jarige kijkt hem van opzij
aan. En spreekt dan laconiek de
onvergetelijke woorden: „Beter
stilgestaan dan ontspoord."
Natüürlijk is er zeer voorkomend
en behulpzaam NS-personeel.
Neem de conducteur die, zoals een
blond meisje mij vertelde,
's avonds laat vaderlijk bij haar in
de bijna lege trein kwam zitten om
een oogje in het zeil te houden, na
dat een aangeschoten geilaard zijn
vuige lusten op haar dreigde bot te
vieren.
Maai" wat dacht u hiervan? Ik heb
het voor mijn eigen ogen zien ge
beuren: een vrouw van middelbare-
eeftijd wil 's avonds vanaf een sta
tion in de Randstad naar het
zuiden des lands. Het is kwart over
negen, de twee loketten zijn geslo
ten, de kaartjesautomaat accep
teert alleen muntgeld en een pin
pas. Met haar pin-pas lukt het niet
omdat ze blijkbaar op dat moment
de limiet van rood-staan had be
reikt. Ze wendt zich met een briefje
van vijftig gulden tot haar mede-
rezigers in de hoop te kunnen wis
selen. Niemand kan haar helpen,
omdat het gezien de lange reis om
veel muntgeld gaat. De tijd dringt.
De trein komt. Wapperend met het
vijfig-guldenbiljet meldt ze zich op
het perron bij de conducteur. Sa
men stappen ze in. Hoewel ze al het
mogelijke heeft gedaan om een
kaartje te bemachtigen is de con
ducteur niet te vermurwen: ze
moet het veel duurdere 'treinta-
rief betalen.
Een mede-passagier die het ook al
lemaal heeft gevolgd, concludeert:
„De bevoegdheid om naar bevind
van zaken te handelen is het perso
neel blijkbaar ontnomen. Zij zul
len en moeten zich aan de regeltjes
houden. En dat is heel slecht voor
een dienstverlenend bedrijf. Bo
vendien hebben de Nederlandse
Spoorwegen zich er niet mee te be
moeien of iemand rood staat."
Duur ritje
Geert Bovenhuis
Utrecht.
zijn antiquarische reisboekhandei Bagage in
foto G PD
Ik neem een besluit. Een paai" da
gen later, eveneens na het sluiten
der loketten, meld ik me op het
perron bij de conducteur van een
op het punt van vertrek staande
trein wapperend met een briefje
van tien gulden en met de medede
ling dat ik al het mogelijke heb ge
daan om een 'vervoerbewijs' naar
het volgende station te bemachti
gen, maar dat het me - geen pin
pas op zak, geen gepast muntgeld,
geen wisselautomaat - niet is ge
lukt.
„Dat wordt dan een duur ritje, me
neer", zegt hij. Hoezo? Hij noemt
een bedrag dat het vijfvoudige is
van het tarief met Railactiefkaart.
Ik herhaal dat ik kan en wil beta
len. maar dat de vroeggesloten lo
ketten en de beperkte mogelijkhe
den van de kaartjesautomaat mij
dat onmogelijk hebben gemaakt.
Ik voeg er manmoedig aan toe dat
ik er niet over denk het vijfvoudige
treintarief te betalen en plaats, om
mijn woorden kracht bij te zetten,
mijn ene voet alvast in de trein.
Dan komt de spoorwegrecherche
er maar aan te pas! Dan word ik
maar afgevoerd naar het gevang!
Ik zal een daad stellen!
De conducteur: „Ik kan het niet
verantwoorden tegenover mijn
baas als ik nu een vervoerbewijs
voor u uitschrijf. Dan moet ik wel
het duurdere treintarief in reke
ning brengen."
Desondanks denkt hij na. En
neemt een verrassend besluit:
„Stapt u maar in, u bent te goeder
trouw." Ik zet ook mijn andere
been in de trein en wacht op hem
op het tussenbalkon. „Nee, zoekt u
maar alvast een zitplaats in de
coupé." Ik hoor hem fluiten, de
trein vertrekt. Als ik op het volgen
de station uitstap, is hij niet bij me
langs geweest en in geen velden of
wegen te bekennen. Ik zoek hem
op. zeg dat ik alsnog wil betalen,
het gewone tarief, wel te verstaan.
Hij lacht verlegen, 't Is al goed,
zegt hij.
Ik druk zijn hand ten afscheid. Niet
omdat hij me gratis heeft laten rei
zen - al was dat natuurlijk om ad
ministratieve problemen met zijn
baas te voorkomen en kon hij het
zich veroorloven omdat het om een
korte rit ging - maar omdat het
goed is af en toe iemand te ontmoe
ten die het 'Befehl ist Befehl' weet
te trotseren en zelf een beslissing
neemt.
Alleen, te goeder trouw was ik na
tuurlijk niet.
Joost van den Hooff
Zelfs de laatste reis ontbreekt niet in
de verzameling reisboeken van
Geert Bovenhuis: een kast vol boeken
verschaft informatie omtrent een
enkeltje naar het dodenrijk. Wie
onvoorbereid Geerts in den lande
unieke reisboeken-antiquariaat
Bagage, aan de Van Sijpesteijnkade in
Utrecht betreedt staat even paf van
wat daar op reisgebied is samengeperst
in wat eens zijn woonruimte was. Van
een partij door het leven geteisterde
bananenkistjes zijn boekenkasten
geconstrueerd, waarin tienduizend
reisgidsen, reisboeken, kaarten,
atlassen, prenten en naslagwerken
gerubriceerd een plek hebben
gekregen. Ook oude koffers, globes,
spelletjes en accessoires op reisgebied
duiken her en der op tussen de kasten.
Bovenhuis gidst de bezoeker
door het nostalgische land
schap van zijn collectie. Hij haalt
een zwarte, metalen doos uit een
vitrine. Daarop staat in zilveren
letters: Toeristenbureau voor Ne
derland - Atlas van Nederland. In
de uit 1909-1910 daterende doos
van de ANWB zit een serie kaar
tjes; handig voor de reiziger. Prijs
nu: 600. „Wel bijzonder maar niet
uniek, de ANWB heeft een groot ar
chief en daarin zal zich ook nog wel
een exemplaar bevinden", zegt
Geert.
Dan vestigt hij de aandacht op een
kast vol oude boekwerken over
wandelen, fietsen en kamperen.
Pikt er het ANWB-boekje Te voet
van Amsterdam naar Arnhem uit
en slaat het open. Foto's tonen al
lang niet meer bestaande situaties
in steden en landschappen. „Ik
probeer met mijn handeltje de be
tovering en het avontuur van het
reizen weer tot leven te brengen."
Nieuw leven
Tot eind 1993 was Geert Boven
huis werkzaam als bureauchef bij
de Utrechtse GG en GD. „Toen ik
vijftig werd stelde ik mezelf de
vraag: heb ik nog wel het enthou
siasme om in een nette baan te
functioneren. Ik voelde dat dat
niet meer het geval was en besloot
te proberen een bestaantje op te
bouwen in de antiquarische reis-
boekenhandel - voordien een hob
by van me. Mijn vrouw Rita ging
volledig akkoord. Zij heeft een
goede baan en samen moesten we
het kunnen redden. Nou, tot nu toe
ben ik niet ontevreden, al is het ze
ker geen vetpot. En het is ook een
bijzonder druk bestaan, veel druk
ker dan ik had verwacht.
's Ochtends vroeg al met karre-
vrachten boeken op pad om naar
beurzen, veilingen en manifesta
ties op reisgebied te gaan. Vrijdags
en zaterdags sta ik van elf tot zes
uur in de winkel, maar op afspraak
kunnen de mensen die iets be
paalds zoeken ook bij me terecht."
Er zijn meer gespecialiseerde reis
boekenwinkels in Nederland,
maai" geen antiquariaten die uit
sluitend in reisgidsen en -boeken
handelen. „Ik heb me voor het
eerst gepresenteerd op de Vakan
tiebeurs 1994. Mijn salaris van de
twee jaren die daaraan vooraf gin-
gen, was helemaal opgegaan aan
het inkopen van boeken. Gelukkig
kreeg ik dank zij die beurs direct al
wat bekendheid. Hoewel het mij in
de eerste plaats is begonnen om de
antiquarische en tweedehands
reisboeken, verkoop ik ook nieuwe
of nagenoeg nieuwe gidsen. Ge
middeld kosten tweedehands gid
sen bij mij een derde van de nieuw
prijs."
„Ik loop ook regelmatig naar reis
boeken te struinen bij collega's.
Dat zoeken zit me in het bloed. Zo
kan ik nooit een afval-container
voorbij lopen zonder er even in te
kijken. Op een keer vond ik daarin
zo'n bananenkistje, bij een groen
tewinkel. Ik ging eens informeren
en kocht een hele partij van die af
gedankte kistjes. Zeven op elkaar
en je hebt een aardige boekenkast.
Honderdtwintig kistjes liggen
voor mij gereserveerd. Ik verkoop
ze intussen ook."
Geert Bovenhuis staat met zijn
boeken en koffers in de zomer
maanden op de Dam en langs de
Amstel in Amsterdam en in no
vember staat hij daar in de Beurs
van Berlage. Verder bezoekt hij al
lerlei beurzen, ook op gebieden die
niets met boeken te maken heb
ben, maar in de verte wel met rei
zen, zoals Oldtimer-manifestaties.
Spiegel
„Ik ben langzamerhand steeds
meer in de ban geraakt van de
oude reisgidsen. Het werd me dui
delijk dat reisgidsen de spiegel
vormen van elke cultuur. Van reis
gidsen verschijnen elk jaar nieuwe
edities. De oude worden wegge
gooid. Maar die bieden nou juist
zo'n fascinerende terugblik, bij
voorbeeld op het toerisme in de ja
ren voor de oorlog. Je ziet ook dat
de ontwikkeling op reisgebied aar
dig parallel loopt met die van de
verkeersmiddelen
Bovenhuis heeft een waardevolle
collectie Baedekers in huis. Hij
neemt zo'n boekwerkje in rode
band uit de kast. Gids voor de Ri
viera, vijfde van de in totaal tien
drukken. Uitgegeven in 1913.
Mooie, kleurrijke kaartjes op ver
geelde bladzijden. De prijs: 125.
„Je hebt mensen die niet rusten
voordat ze Baedeker compleet
hebben. Er zijn 100 titels over even
zoveel gebieden. Laast bezocht ik
een veiling in Duitsland waar bijna
alle duizend nummers van de Bae
deker werden aangeboden. De col
lectie ging weg voor 80.000 gulden
en dat was mij te bar. De fanatieke
verzamelaar heeft een vermogen
over voor een Carl Baedeker eerste
druk uit 1828."
Bovenhuis heeft in zijn collectie de
befaamde en nogal zeldzame
Cook's gidsen en ook bekende uit
gevers als Bennett, Hachette,
Hartleben, Meyer, Stauffacher en
Wagner ontbreken niet in zijn Ba
gage. In bakken is een verzameling
antiquarische of gewoon oude
landkaarten ondergebracht. Er
zijn verder kasten vol reispoëzie en
reisliteratuur, met werken van
Bertus Aafjes tot Gerrit Jan Zwier.
Er zijn zelfs enkele planken vol kin-
der-reisboeken. Een paar stappen
opzij en je staat oog in oog met de
'laatste reis'. „Die boeken moch
ten hier, vond ik, niet ontbreken.
Ook doodgaan is aan een reis be
ginnen, met onbekende bestem
ming." Het fenomeen bedevaart,
militaire expedities, zeereizen,
woordenboeken, schoolkaarten,
puzzels - alles wat maar in de verte
met reizen te maken heeft wordt in
de verzameling opgenomen. Het
voorste gedeelte van de winkel,
aan de straatkant, is geheel inge
richt met eigentijdse gidsen, die
ongeveer de helft van collectie vor
men.
Ex-ambtenaar Geert Bovenhuis is
tevreden met zijn nieuwe nering.
„Mijn ideaal, verder te leven in zelf
standigheid, is al bereikt. Als ik de
mannen met hun attaché-koffer
tjes haastig naar hun werk zie lo
pen, moet ik echt een gevoel van
medelijden onderdrukken."
Dirk de Moor
Inzet
rechtsboven:
overvolle perrons,
lange
wachttijden, te
weinig
zitplaatsen...: de
spoorwegen gaan
ervoor, foto's GPD
kaartjes
jpenkaarten
Inzet linksonder:
knus is niet knus
meer, als de
reizigers in volle
coupés
gedwongen
worden om elkaar
aan te raken.
Treinkaartjes zijn
altijd te
verkrijgen, maar
de reiziger moet
wel over
muntgeld of een
pin-pas
beschikken.