Lichte kathedraal
voor ambtenaren
Evita vraagt een goede conditie
PZC
-X7A
Vreugdevuur
der ijdelheden
Stadhuis
Den Haag
kunst cultuur
Pia Douwes
VRIJDAG 8 SEPTEMBER 1995 2 3
-V
Het nieuwe stadhuis van Den Haag vormt de overgang tussen de oude stad en de nieuwere hoogbouw bij het Centraal Station.
Vandaag (vrijdag) opent
koningin Beatrix het
nieuwe Haagse stadhuis. Inzet
van ruzie en achterdocht, maar
nu toch realiteit. Architect
Richard Meier bekijkt het
eindresultaat met trots. „Je
moet me zien als de vader van
de bruid. Ik geef haar nu weg
maar ze zal altijd van mij
blijven."
Architect Richard Meier haalt
zijn fototoestel te voorschijn
en legt tevreden vast hoe mooi het
stadhuis weerspiegelt in de don
kere glaswand van het muziek
theater. Hij beent met grote pas
sen over het Haagse Spui en
neemt, terwijl de trams passeren,
ook van die kant zijn schepping
onder schot.
Na bijna tien jaar is Meier voor het
eerst niet de stijve en strenge bo
venmeester die geen tegenspraak
duldt en kritiek als een persoonlij
ke belediging ervaart. In bedekte
termen oppert hij dat er misschien
ooit betere tijden aanbreken voor
de ambtenaren die atrium en kan
toren willen verrijken met flora en
fauna van bamboe en geraniums,
zelf gekweekte hasj, guppies en
losfladderende kanaries: als het
maar niet wit is. Nu zijn deze frivo
liteiten nog allemaal streng verbo
den door de architect, maai- wie let
er op de klas als de meester zijn rug-
heeft omgedraaid?
„Heb je kinderen? Dan weetje dat
ze soms luisteren, maar soms ook
niet", legt Meier uit. „Je voedt je
kinderen op, geeft ze je eigen nor
men en waarden mee en dan hoop
je dat ze er iets mee doen. Dat lukt
niet altijd, dan gaan ze een heel an
dere kant uit dan je eigenlijk had
gehoopt of gedacht, maar als je op
een dag als vandaag weer eens
naar ze kijkt, dan weet je: het was
de moeite waard. Zo is het ook met
het stadhuis: na de opening gaat
het een eigen leven leiden. Ik ben
eigenlijk de vader van de bruid. Ik
geef haar nu weg, maar ze zal altijd
van mij blijven."
Oersaai
De architect is niet de kritiek ver
geten die zijn vakgenoten op het
gebouw hadden. Michael Graves
noemde de witte bruid neerbui
gend 'oersaai', en Rob Krier die op
de elfde verdieping bijna een
flauwte kreeg toen hij het atrium
moest oversteken, vond het stad
huis 'zielloos'. Günter Standke, de
architect die de eerste jaren in New
York aan het ontwerp werkte, zag
een 'zwaan in een eendenest'. Bui
ten proporties.
„Te groot", vraagt Meier, „Dat is
het niet. Het stadhuis is zo groot
als het moet zijn. Het vormt de
overgang tussen de oude stad en
de hoogbouw rond het Centraal
Station. Het stadhuis heeft- vooral
op de begane grond een heel men
selijke schaal." Niet zonder leed
vermaak verwijst hij naai- de stede-
bouwkundige worsteling die
plaatsheeft rond het Centraal Sta
tion, de nieuwe Haagse wijk de Re
sident waai- straks woningen,
maar vooral wolkenkrabbers zul
len verrijzen.
Meier: „Als de Resident straks
klaar is en die torens van Pelli en
Graves er staan, dan zul je zien dat
het stadhuis een van de kleinere
gebouwen in die omgeving is." Het
stadhuis, doceert Meier, zal straks
bepaald gunstig afsteken bij al het
vuurwerk dat de komende jaren in
de Resident wordt afgestoken.
„Alles komt daar te dicht op elkaar
te staan waardoor de straatjes en
pleinen veel te klein zullen zijn.
Daarnaast hebben die gebouwen
niets gemeen. Ze praten niet met
elkaar."
Loopbruggen
Aan de ambtenaren die slechts ge
blinddoekt elf hoog over de loop
bruggen durven te wandelen, heeft
Richard Meier een glasheldere
boodschap: „Voor mij is het niet te
hoog, maar als ambtenaren dat
wel vinden, dan gaan ze toch op de
tweede verdieping werken."
En alsof hij zelf het bewijs wil leve
ren, stijgen we op naar een van de
hoogste verdiepingen waar een
lang smal balkon een magnifiek
uitzicht over de stad biedt. Sche-
veningen is een trillende vlek in de
verte en het chique Benoorden
hout is ondergedompeld in een zee
van groen gebladerte.
Meier legt uit waarom zijn stad
huis het ontbrekende stukje is in
de puzzel aan onze voeten. „De
Korte Houtstraat mondt als het
ware in ons gebouw uit. Wij horen
bij de stad, kijk maar: het Lange
Voorhout is het eerste plein, het
Plein het tweede en het atrium van
het stadhuis is het derde. Het is net
zo goed onderdeel van de binnen
stad als die andere twee."
Meier houdt dan ook het meest
van het atrium. „Je voelt je er al
tijd op je gemak. Iedereen die hier
werkt, winkelt of even van de dien
sten van de gemeente gebruik wil
maken, zal zich met deze ruimte
verbonden voelen. Ambtenaren
Architect Richard Meier: Het stadhuis is zo groot als het moet zijn.
die beneden lopen zwaaien naar
hun collega's boven, ze komen er
elkaar tegen, ze zien dat het regent
of dat het een prachtige dag is: het
atrium is altijd een belevenis. Het
is nooit mijn bedoeling geweest,
maar ik geloof niet dat de mensen
hier de eerste weken veel zullen
werken. Daar komen ze gewoon
niet aan toe."
Ook de architect zelf heeft het ge
bouw nog niet helemaal in zich op
genomen. Steeds ontdekt hij een
nieuwe zonnestraal die fraai
breekt op de esthetische wendin
gen van de witte gevels. „Het is een
heerlijk gevoel hier rond te lopen.
Elk moment, elke plek is anders.
Als je toch ziet hoe die schaduwen
vallen..."
Mitterrand
Het Haagse stadhuis is een bijzon
der project voor Meier. Het is het
grootste gebouw van zijn hand,
maar bovendien betekende het
zijn definitieve doorbraak in Eu
ropa. Zijn gebouwen staan nu in
onder meer Frankfurt, Parijs, Hil
versum, Barcelona en Ulm, waar
hij een fel omstreden stadhuisje
bouwde aan de voet van de oude
dom. „In feite is daar honderdtien
jaar lang gestreden om die op
dracht. Ik was slechts de laatste
bladzijde van een dik boek. Er zijn
in Ulm de afgelopen eeuw zeven
tien competities geweest en eerlijk
gezegd had ik er aanvankelijk niet
veel vertrouwen in dat het met mij
beter zou aflopen, want de geschie
denis had aangetoond dat er nooit
zou worden gebouwd. Het verschil
was dat ik op het juiste moment
kwam."
De laatste jaren hechten politici
meer belang aan architectuur,
vindt Meier „Politici kregen het
gevoel dat architectuur belangrijk
was. Met name de voormalige
Franse president Mitterrand heeft
met zijn Grand Projets de mensen
aan het denken gezet over de stad
en de vraag of het niet allemaal be
ter zou kunnen. Ook in andere ste
den zijn ontwikkelingen op gang
gekomen. Wat de Olympische Spe
len voor Barcelona hebben bete
kend. dat is werkelijk fenomenaal,
maar daar tegenover staat dat in
Atlanta helemaal niets gebeurt.
Dat is een verloren kans."
Lange schaduwen vallen als ijspe
gels het spierwitte atrium binnen.
Een lege kathedraal die wel volop
licht uit het bovenaardse ont
vangt, maar het echte leven nog
niet kent. Het gebouw smacht
naar bezoekers, politiek gekrakeel
en ambtelijke rotzooi. „Je mag het
nu niet beoordelen", zegt de archi
tect, „het gebouw is leeg. Naakt."
Casper Postmaa
Sommige geschiedschrijvers
houden hun publiek nog
steeds voor dat het in 1986 geno
men besluit om de uitbreiding van
het stadhuis van Den Haag stil te
leggen, grote opschudding in de
hofstad veroorzaakte. Commotie
was er in de residentie inderdaad
later volop, maar op dat moment
viel de stillegging als een steen in
een opgedroogde vijver. Hoezo
stadhuis? Welke uitbreiding?
De behuizing van de gemeente was
in Den Haag altijd al goed voor
veel vraagtekens. Over welk stad
huis hadden we het eigenlijk? Dat
aan de Groenmarkt, op het Burge
meester de Monchypiein of aan de
Javastraat?
Hoezeer de uitbreidingsplannen
aan de bevolking van Den Haag
voorbij gingen, bleek wel op die ge
denkwaardige dertiende maart
1986 toen wethouder Nyqvist
(WD, ruimtelijke ordening) op een
trapveldje aan het Burgemeester
de Monchypiein de eerste paal
sloeg voor de door architect Eller-
man ontworpen vleugel.
Het feit dat het om een symboli
sche eerste paal ging en niet om
een echte, heeft tot in alle eeuwig
heid een litteken gebrand op de
ziel van menig liberale bestuurder.
"Want amper was het roemruchte
linkse college (steunend op een
meerderheid van één stem) aan de
macht of PvdA-wethouder Adri
Duivesteijn verwees de hele VVD-
Spielerei naar de afvalemmer en
wees het Spui als het nieuwe hart
van Den Haag aan. Daar zou het
Vreugdevuur der IJdelheden gaan
branden. Eindelijk zou Den Haag
een stadhuis in het centrum krij
gen.
De jaren die daarop volgden, wa
ren voor de meeste spelers in het
politieke spel traumatisch, maar
voor de politiek op zich een zegen:
rond het stadhuis laaiden ruzies
op, over en weer werden beschuldi
gingen geuit, de PvdA-fractie be
streed zichzelf op leven en dood,
het college van B en W verkeerde
in voortdurende staat van para
noia, maai- in de stad srong de
vonk over.
Eindelijk verdween de bijna
spreekwoordelijke Haagse geza
pigheid. Voor het eerst was de toe
komst van Den Haag onderwerp
van gesprek in kringen waar dat
voorheen zelden of nooit gebeurde:
in de cafés, op verjaardagen en in
buurthuizen. Als het in de gemeen
teraad over het stadhuis ging dan
zat de publieke tribune altijd vol.
Zelden was de kloof tussen bevol
king en politiek zo klein als toen.
Stirling
De eerste opwinding ontstond
toen wethouder Duivesteijn een
architectuurcompetitie uitschreef
om te bepalen wie er aan het Spui
mocht gaan bouwen. De deelne
mende bouwbedrijven kenden in
middels het cosmopolitische ka
rakter van de wethouder en kozen
voor grote buitenlandse namen:
Helmut Jahn (Chicago), James
Stirling (Londen), Saubot et Jul-
lien (Parijs) en Richard Meier (New
York). De Rotterdammer Hans
Boot was in dat gezelschap een
vreemde eend in de bijt, en werd al
snel als kansloos beschouwd.
Maar er diende zich. eigenlijk veel
te laat, een andere local hero aan.
Toen Stirling vanwege tijdgebrek
afhaakte, contracteerde ontwikke
laar Multi Vastgoed het Rotter
damse 'Office for Metropolitan Ar
chitecture' van architect Rem
Koolhaas. Hij was, bleek later, de
lont in het kruitvat. Want hoewel
hij slechts enkele weken aan zijn
ontwerp had kunnen werken wees
de jury hem (alleen Marte Röling
was tegen) als winnaar aan. Meier
lag op een vrijwel kansloze één na
laatste plaats. Eindelijk had Kool
haas, die door velen als de rijzende
ster in de internationale architec
tuurwereld werd gezien, zijn grote
opdracht binnen.
Maar de tegenstanders gaven de
strijd niet op. Alles werd eraan ge
daan om Koolhaas in een kwaad
daglicht te stellen. 'Te weinig erva
ring, moeilijk te financieren, geen
deugdelijke constructie'. Die aan
tijgingen misten hun effect niet.
want toen de beslissende vergade
ring aanbrak, koos de gemeente
raad toch voor Richard Meier, De
andere kandidaten waren al eerder
afgevallen omdat ze te duur waren
of niet in de smaak vielen.
De vraag, of het Koolhaas of Meier
moest worden, was de inzet van
een bittere strijd die werd aange
grepen om tal van oude rekenin
gen te vereffenen. PvdA-wethou
der van financiën Van Otterloo,
aanhanger van Koolhaas, die woe
dend had moeten toezien hoe zijn
favoriet de laan werd uitgestuurd,
viel daarop keer op keer met suc
ces de wijze aan waarop Duives
teijn het stadhuis dacht te finan
cieren; die sprak vervolgens open
lijk van sabotage.
Waterscheiding
Beide partijen constateerden een
ideologische waterscheiding, al
benoemden ze de verschillen an
ders. Duivesteijn vond dat hij het
moest opnemen tegen de partij
elite die ver van de Haagse arbei
ders was opgegroeid; Van Otterloo
achtte zich de vertegenwoordiger
van een progressieve architectuu
ropvatting die met nauwelijks ver
holen minachting toekeek hoe
Duivesteijn aan het Spui een pa
leis wilde bouwen. Verpletterend,
maar oppervlakkig. Jan des Bou
vrie-architectuur was het etiket
dat het ontwerp van Meier kreeg
opgeplakt.
Als twee slangen die elkaar uitein
delijk wurgden, veroorzaakten
beide wethouders eikaars aftre
den, en sleepten ze Jack Verduijn
Lunel, de enige wethouder van
Links Den Haag, in hun val mee.
Het stadhuis was gered, maar het
linkse college om zeep gebracht.
De haarkloverij over de vraag hoe
duur het stadhuis nu eigenlij k was,
ging onverminderd door. Zelfs het
aannemersconsortium OCS (Ont
wikkelingscombinatie Stadhuis)
waar de HBG de eerste viool speel
de, kwam er niet meer uit. Na meer
dan een jaar ruziënd over straat te
hebben gerold, moesten de bou
wers hun opdracht teruggeven. De
Limburgse aannemer Wilma, die
begerig langs de kant had toegeke
ken, kon daarna zonder veel
moeite met de kluif weglopen.
Dure les
Waarschijnlijk is het Algemeen
Burgelijk Pensioenfonds degene
die met de zwarte piet is blij ven zit
ten. Het ABP ging - om de zaak te
redden - in plaats van de gemeente
als opdrachtgever optreden om
daarna het stadhuis aan Den Haag
te kunnen verhuren. Uiteindelijk
kwam daar niets van terecht, om
dat de gemeente bij oplevering ge
bruik maakte van een clausule in
het contract die recht gaf op koop.
Het ABP was dus niet meer dan
een projectontwikkelaar geweest,
een vak waar de belegger maar
weinig kaas van had gegeten. Een
dure les die volgens insiders mil
joenen heeft gekost.
Zonder Duivesteijn en Van Otter
loo, maar met coming man Peter
Noordanus (PvdA) aan het roer
kwam het stadhuis al snel in rusti
ger vaarwater. Enkele maanden
vertraging, een plafond dat in
stortte; het waren slechts natte
voetzoekers vergeleken bij het
vuurwerk dat jarenlang de Haagse
burgerij in de ban had gehouden.
Wenen lag aan haar voeten en smeek
te om meer. Na haar laatste voor
stelling van de musical Elisabeth trac-
teerde het Oostenrijkse publiek Pia Dou
wes op een vijfentwintig minuten duren
de staande ovatie, inclusief bloemen en
bergen speelgoedbeesten. 'Pi-a! Pi-a! Pi-
ai' schalde het volk in het Theater an der
Wien. Dit seizoen staat ze weer eens in
eigen land op de planken. De 31-jarige
Pia Douwes speelt de titelrol van de mu
sical Evita. Ze beseft terdege dat ze in
Nederland niet kan teren op de Weense
roem. „Ik ben hier niet zo bekend. Ik
moet opnieuw beginnen met iets neer te
zetten. In Wenen word ik meer als een
ster gezien en bewonderd; het gevoel van
waardering is directer. In Nederland is
dat rustiger, maar die waardering is er."
De repetities voor Evita zijn in volle
gang. Het kost de acteurs bloed, zweet en
tranen. Maai- het vertrouwen in de pro-
duktie is groot. De aanwezigheid van Pia
Douwes noemen sommigen een godsge
schenk. „Ze heeft een stem die heel soe
pel is en alles kan. En ze is zo'n lief mens",
fluistert iemand uit de cast mij toe.
Pia Douwes kwam rechtstreeks uit
Duitsland, waar ze Sally Bowles in Caba
ret speelde, naai- de repetities van Evita.
Ze draait er haar hand niet voor om. „Ik
vind het heerlijk om weer eens in mijn
eigen land en in mijn eigen taal te zingen
en te acteren. Ik heb hier in Les Miséra-
bles gespeeld, maai- was daar één van de
vele hoofdrolspelers. Nu werd ik voor de
ze rol gevraagd. Ik stond er nooit zo bij
stil, maar onbewust heb ik toch altijd wel
uitgekeken naar zo'n grote rol in mijn ei
gen land."
Haar carrière speelde zich tot nu toe
voornamelijk af in Oostenrijk, Duitsland
en Nederland. „Eigenlijk maakt het mij
niet zoveel uit waar ik speel. Ik zie mijn
carrière internationaal. Deze rol wilde ik
al heel lang een keer doen. Nu werd ik er
voor gevraagd en had ik geen andere de
finitieve verplichtingen."
Haar grote doorbraak kwam met Elisa
beth waarin ze gestalte gaf aan Keizerin
Elisabeth van Oostenrijk. Een tragisch
personage, dat zich al vanaf 15-jarige
leeftijd met de dood bezig hield. „Het
was een onbeschrijfelijke ervaring", zegt
Pia, ruim anderhalfjaar nadat ze voor de
laatste keer als keizerin uit de coulissen
het toneel op liep. „Ik, een Nederlandse,
werd uit meer dan vierhonderd meisjes
gekozen om een Oostenrijkse legende te
eerste die Elisabeth in deze musical heeft
gespeeld, een rol van wereldformaat. Dat
neemt niemand me meer af. Evita werd
in Londen voor het eerst gespeeld door
Elaine Paige. Zij blijft toch een beetje het
voorbeeld voor al die andere mensen die
Evita gaan spelen."
Niet dat Evita qua rol eenvoudiger is. „In
Evita heb ik nog meer te doen, sta ik nóg
vaker op de Bühne dan in Elisabeth. De
ze rol vraagt een enorm uithoudingsver
mogen. Ik ben constant bezig met zin
gen, dansen, acteren of omkleden. Bo-
spelen. Dat heeft iets van een droom, iets
ongelooflijks."
„Zowel persoonlijk als artistiek heb ik er
enorm veel van geleerd", vertelt ze. Om
met dat laatste te beginnen; „Ik heb mijn
stem meer ontwikkeld, veel qua acteren
bijgeleerd, geleerd om te gaan met de
pers, de cd-opnames, zeg maar de hele
poeha die bij zo'n voorstelling komt kij
ken. Als hoofdrolspeelster moetje de kar
trekken. Dat had ik nog nooit eerder ge
daan. Daarnaast heb ik aan mijn condi
tie gewerkt, want ik had acht voorstellin
gen per week. Ook heb ik geleerd colle
giaal te blijven, ondanks die hoofdrol. Ik
moest mezelf wel steeds eraan herinne
ren om met twee benen op de grond te
blijven staan."
Ze zou de rol van de trieste keizerin zo
weer willen spelen. „Waarom? Omdat ik
die rol heb gemaakt", zegt ze trots. „Dat
kan niemand anders zeggen. Ik was de
vendien is het moeilijke muziek om te
zingen. Het is echt ploeteren."
Pia herkent zich wel een beetje, in de
vrouw van de Argentijnse dictator. „Ik
herken vooral het jonge meisje in haar:
koppig, wild, lustig, sensueel, energiek.
Ook dat stukje hardheid. Dat is een kant
die iedereen probeert te verbergen. Ik
denk af en toe: dat zou ik ook kunnen als
ik zou doorzetten en zo hard zou zijn.
Maar ik ben niet constant zo bitter en
hard als Evita; ik loop niet over mensen.
Soms vraag ik me af: hoe kan ze dat
doen? Het is een mengeling van bewon
dering en afgunst."
Inspiratie
Ze vond het moeilijk de rol van de Oos
tenrijkse keizerin los te laten. „Na twee
jaar die rol was ik moe, had ik behoefte
aan nieuwe inspiratie. Ik vind dat je een
rol nooit moet doodspelen, maai- op tijd
een ander de kans moet geven er nieuwe
inspiratie aan te geven. Maar toen het
eenmaal voorbij was, heb ik er lang over
getwijfeld of ik er wel verstandig aan had
gedaan. Elisabeth was mijn kindje. Dat
kindje werd volwassen en dus moest ik
het loslaten. Net als zoveel ouders, die
hun kinderen volwassen zien worden,
heb ik daar problemen mee gehad."
Pia hoefde gelukkig niet lang stil te zit
ten. Twee maanden speelde ze in Praag
in een Engels toneelstuk, waarna ze te
rugkeerde naar Wenen voor de rol van
Maria in West Side Story en die van Rizzo
in Grease. „In Grease had ik een belang
rijke bijrol, maar ik was natuurlijk wel
het trekpaard van de produktie. Het was
heerlijk om nu eens de show niet te hoe
ven dragen. Grease is een leuke en vrolij
ke musical om te doen. Ik had twee
mooie solo's en veel dansen."
Tussendoor volgden nog een optreden in
Japan en een duet met operaster José
Carreras. „Fantastisch om te doen." Af
gelopen zomer speelde ze in Duitsland in
Cabaret. Die rol herhaalt ze volgend jaar
zomer. In ons land is ze eind dit jaar ook
te horen als Pocahontas in de gelijkna
mige, nieuwe Disney-tekenfilm.
Over haar toekomstplannen kan ze niet
veel kwijt. „Ik plan niet meer. ik laat het
allemaal maar een beetje gebeuren", be
kent Pia. „Ik heb nu zoiets van: na Evita
even een pauze nemen. Ik kom nou niet
aan mezelf toe. Ijt heb nu een positie be
reikt dat ik me kan veroorloven om een
keer 'nee' te zeggen. Vroeger kon dat
niet. want dan maakte je jezelf werkloos.
Wat ik graag nog eens zou willen doen, is
een film maken. Als ik een goede film zie.
inspireert me dat enorm. Dat zou ik ook
wel willen: anderen via film inspireren."
Martin Hermens Pia Douwes, hoofdrolspeelster in Evita: Ik loop niet over mensen.