Een oude bekende in nieuw jasje Je moet alles ervaren, voelen en meemaken PZC kunst CUltUUr vrijdag8september 1995 22 J Hoofdstad Operette jubileert met Grafin Mariza Supergroove is soms ook supervermoeiend Dirigent Hartmut Haenchen De Hoofdstad Operette bestaat een halve eeuw en viert dat met een nieuwe enscenering van Grafin Mariza Een oude bekende in een nieuwe jas. Het gezelschap stelt daarmee het jubileum in het teken van de artistieke face-lift van het genre operette. Hoewel... Volgens directeur Jaap Montagne is het bij deze vorm van muziektheater altijd een goed gebruik geweest om operettes aan te passen aan de mogelijkheden en inzichten van het uitvoerende gezelschap. Regisseuse Sibylle Krantz be looft dan ook met deze nieuwe 'Grafin' te bewijzen dat het genre operette nog lang niet is achter haald. Natuurlijk is het verhaal geen hoog literair gegeven: een rij ke dame kan zich de aanbidders nauwelijks van het lijf houden en laat daarom een ieder weten al te zijn verloofd met een zekere baron Zsupan. Het kan niet missen of er meldt zich dan een onbekende man met die naam. Ziedaar het uitgangspunt voor veel vrolijke verwikkelingen, romantiek en vooral veel mooie muziek. Juist dat laatste gaf bij het kiezen van de jubileumproduktie de doorslag, al dus Montagne: „Want het libretto is heel oubollig." „Het heeft alle elementen waar mee deze operette bij de première in 1924 maai- succes kon hebben: een komische rol in de derde acte, exotisme in de vorm van Hongaar se muziek, een plot dat is geleend van Die Lustige Witwe en natuur lijk een happy end." Montagne heeft met Krantz scherp gekeken naar wat nog bruikbaar is. of juist kan worden gemist. Zo kwam er in de eerste ac te een zigeunerin voor die een aria zingt en later iemand de hand leest. „Voor het verhaal is ze over bodig. Bovendien voel ik er weinig voor een Nederlandse zangeres te laten optreden als zigeunerin. Je ziet meteen dat het niet echt is, dus moetje dat niet doen. Die rol is ge schrapt en de aria hebben we op een andere manier gebruikt." „Maar... we zijn nog veel brutaler geweest. We zijn van drie naar twee aktes gegaan, veel muziek kreeg een andere plaats en in de sterk ge dateerde dialogen is behoorlijk ge schrapt. Trouwens, we moésten wel inkorten, want je kunt van daag geen voorstellingen brengen van drieëneenhalf uur." Ook de taal is aangepast. Mariza spreekt het Duits van vandaag. Met grappen waar het operettepu- bliek moeiteloos mee uit de voeten kan. Ook de aankleding is anders. Geen parade van indrukwekkende baljurken en Hongaarse folklore, maar het beeld van de tijd waarin het verhaal speelt: Mariza en haar vrienden dragen de mode van de jaren twintig, de jaren van de char leston. „Operette moet levensvat baar zijn, we moeten er nog min stens een eeuw mee kunnen door gaan. Je manier van uitvoeren mag dus niet stilstaan." Vernieuwing, zonder muziek en karakter aan te tasten. Moeilijk hoeft dat niet te zijn. Daarvoor vond Sibylle Krantz in Grafin Ma riza voldoende raakvlakken met de maatschappij van vandaag. Na eerder bij de Hoofdstad Operette te hebben verrast met een levens echte Der Vetter axis Dingsda, ver diepte ze zich in de wereld van 1924, het premièrejaar van de 'Ma riza'. Zonnebrillen „Er veranderde toen veel. Het le ven van de hogere klassen werd be reikbaar voor de gewone burgerij. Er werden nieuwe vrijheden ge zocht en gevonden. In bepaalde kringen begonnen ze pillen te slik ken om zo lang mogelijk te kunnen dansen. Er werd cocaïne gebruikt Regisseuse Sibylle Krantz en directeur Jaap Montagne van de Hoofdstad Operette. foto GPD en je had trends, zoals het dragen van zonnebrillen." „Dat was iets nieuws toen en ieder een droeg die dingen, zelfs 's avonds, want het was 'in'. Zoals je nu iedereen ziet lopen met base- ballpetjes. En dan het dragen van kleding met merknamen. Toen al. Dat gaf prestige. Net als tennis en polo." „Niet dat al die elementen nadruk kelijk herkenbaar in de voorstel ling zitten, dat niet. Maar het grondgevoel van die dagen, het na jagen van luxe, de groeiende deca dentie, dat poog ik te benaderen. Het gevoel van de mensen na de Eerste Wereldoorlog iets anders te willen. Ze gingen naar feestjes waar ze speelden dat er een moord was gepleegd. En je had feesten die je kunt vergelijken met onze house party's." „Het is de sfeer uit de boeken als The Great Gatsby van Scott Fitz gerald. Mensen zoals hij en zijn vrouw hebben Zuid-Frankrijk 'en vogue' gemaakt, een reisje naar Parijs werd een 'must' en de auto's waren niet langer een onbereik baar ideaal. De beweeglijkheid van de mensen werd groter, ze kre gen het gevoel: 'de wereld is van ons'.'1' Blues Daarmee blijkt Grafin Mariza een afspiegeling van de toenmalige maatschappij te zijn. Muziekstij len als de charleston en de blues zijn in de composities van Kalman terug te vinden. „Op die manier wordt het maken van een operette ook reuze spannend", vindt Sibyl le. Of zoals Montagne het zegt: „We willen de tijd van toen vertalen naai1 het pubüek van nu." De nieuwe aanpak bij de Hoofd stad Operette, die begon met 'Der Vetter' en zich succesvol voortzet te in Die Lustige Witxve, slaat aan, ook bij het gezelschap, dat najaren werken volgens het oude recept, een forse ommezwaai maakte. Het verbaast Sibylle Krantz en Jaap Montagne dat vrijwel iedereen van het gezelschap zich zo makkelijk naar de nieuwe aanpak heeft kun nen richten. „Menigeen is zelfs blij met deze nieuwe artistieke benadering", weet de directeur. En de regisseuse is dan ook blij weer in Nederland te kunnen werken. Hoewel dit voor deze toneelmaakster pas haar tweede operette is, voelt ze zich al aardig met het genre en gezel schap verbonden. „Het is uniek dat je hier de tijd krijgt een voor stelling zo goed voor te bereiden. Bij de meeste Duitse operahuizen heb je hooguit drie weken." Hans Visser De Hoofdstad Operette is dinsdag 5 en tooensdag 6 maart te zien in de Middel burgse Stadsschouwburg en donder dag 9 mei in Terneuzen. cd De bezoekers van de jongste editie van Lowlands werden opgeschrikt door een lawine aan min of meer nieuwe bandjes. Een daarvan was Supergroove, het Nieuwzeelandse gezelschap dat het eigen land al stormenderhand veroverd heeft en nu Europa aan haar voeten wil. Dat moet dan ge beuren met Traction (RCA/BMG), de debuutplaat die vorig jaar al in Nieuw-Zeeland werd uitgebracht en daar de band een triple-plati- nastatus bezorgde. Alle hens aan dek! Supergroove combineert namelijk op Tractioxi metalklanken met rap, funk en soul; een nog heftiger uitgave van de Red Hot Chili Pep pers zeg maai1. En net op het mo ment dat de muziek wat op je zenu wen gaat werken, manoeuvreert de band naar een rustpuntje, zodat er aan de tactiek weinig lijkt te mankeren. Desondanks beginnen halverwege sommige nummers (Don't Look Down) erg ver moeiend te worden, ook omdat het gebrek aan echt opvallende melo dieën zich gaat doen gelden. Jam mer eigenlijk, want in aanleg is Su pergroove een supergroovy band met een aantal heerlijke gedreven nummers. (Supergroove is 19 sept in de Melkweg in A'dam en 17 sept in Alkmaar) Selig De Duitse rockband Selig slaat haar vleugels uit over Europa met de cd Hier (Epic/Sony Music). Een verrassende cd, die meteen begrij pelijk maakt waarom een groot Amerikaans label in dit Hamburg- se vijftal geïnteresseerd was. Selig maakt spannende rock en blijkt moeiteloos in staat voorspelbaar heid uit te bannen. Het materiaal is bijzonder gevarieerd, soms heel direct en dan weer breed uitwaaie rend. soms heel ingetogen en dan weer heel indringend. Alle gekte, vreugde, pijn en chaos in onze le vens is in de liedjes verwerkt, zegt de band en ik kan me daar wel iets bij voorstellen. Hier is een opval lende cd, ook vanwege de lengte (73 minuten), die beslist kleurrij ker klinkt dan het matzwarte doosje op het eerste gezicht doet geloven. Urge Overkill In de meer dan tien jaar van haai' bestaan heeft Urge Overkill vijf platen gemaakt, die elke keer weer ietsje minder noisy klinken. Twee jaar geleden werd op Saturation eindelijk de juiste balans tussen hardcore en melodieuze gitaarpop gevonden, maar gevreesd moet worden dat het hier een uitschieter betrof. Want op de opvolger Exit The Dragon (Geffen/MCA) heeft Urge Overkill korte metten ge maakt met haar achtergrond. Alle rauwe kantjes zijn er afgeslepen en wat overblijft is gezichtsloze pop met eenvoudige en allesbehalve enerverende gitaarriffjes. Alleen in het acht minuten durende slot nummer Digital Black Epilogue veert het trio even op, maar ge vreesd moet worden dat de meeste luisteraars tegen die tijd allang in gedommeld zijn. Epitaph Twee voorbeelden uit de momen teel zo succesvolle punkstal van Epitaph. Dead Fucking Last, ooit het speeltje van Beastie Boy Adam Horovitz, maakt punk die nog pun kier klinkt dan de Sex Pistols des tijds. Vrijwel geen nummer duurt langer dan anderhalve minuut, de hele cd ondanks twintig nummers dus nog geen half uur en je hebt constant het idee dat er stof onder je naald zit. En dat in een cd-speler. De chaotische hardcore punk op Proud To Be (Epitaph/PIAS) is vooral een alibi voor het abomina bele spel van de muzikanten en dat lijkt me de slechtste reden om een cd te maken. Nee, dan Rancid. Die leveren met ...And Out Come The Wolves (Epitaph/PIAS) het her nieuwde bewijs dat technisch be gaafde musici met een goed gevoel voor melodie hele leuke punk kun nen maken. Het Californische Rancid doet dat met een knipoog naai1 het Engeland van eind jaren zeventig: naai1 The Jam, een beetje Madness en heel veel The Clash. Dezelfde strijdbaarheid, dezelfde Sturm und Drang, alleen in een wat hogere versnelling, die de ja ren negentig nu eenmaal vereist. Maar wat een hoop heerlijke mee- brul-liedjes, zeg! Negentien recep tjes tegen een depressie. Junkhouse Junkhouse heeft op Birthday Boy (Epic/Sony Music) iets met de let ter B. Zes van de tien titels begin nen met die letter, bovendien be treft het hier de tweede cd. Min stens zo opvallend is evenwel hun muziek: zwaar aangezette gitaar rock met een volstrekt eigen ge zicht. Het geluid van het Canadese kwartet draait om de uitgespon nen gitaren van Dan Achen en zan ger Tom Wilson en lijkt vooral ont staan uit jams in de oefenruimte. Pas na meer draaibeurten gaan de songs leven en komt er iets tevoor schijn van een gruizige, bluesy uit voering van de Crash Test Dum mies. De Canadese Giant Sand zo je wilt. En da's zeker geen B-mu- ziek. Tracey Bonham The Liverpool Sessions (Big Cat Rough Trade) heet het mini-de buut van Tracey Bonham en van die naam begrijp ik niks. Van de muziek des te meer. Tracey woont sinds een jaar of acht in Boston en de bloeiende muziekscene daar verleidde haar tot het inruilen van de viool voor de gitaar. Daarop componeert ze nu de mooiste num mers. The Liverpool Sessions be gint met een akoestisch liedje en de rest is een stuk ruiger, super strak en met hemels mooie melo dieën. Op de rauwe momenten klinkt ze als haar stadgenoten van The Pixies, op de melodieuze heeft ze veel van Heather Nova denken, Jammer dat ze zo'n meid maai1 ze- sëneenhalf nummer gunnen. Gert Meijer Feest in Amsterdam. Een ongewenst kind werd een populaire jongeling. Ofwel: het Nederlands Philharmonisch Orkest viert het tienjarig bestaan. Onder leiding van Hartmut Haenchen groeide het NedPhO uit tot een der beste orkesten van het land. De concertzalen puilen uit met trouwe bezoekers en de Nederlandse Opera dankt menig succes mede aan de ondersteuning door dit orkest. Haenchen mag trots zijn op wat hij in de afgelopen jaren met zijn musici heeft bereikt. En hij is nog lang niet klaar. Mozart, Haydn, Beethoven en over twee jaar bij de opera de complete 'Ring' van Wagner. Hartmut Haenchen is thuis in Amsterdam. En hij wil dat nog heel lang zo houden. Hartmut Haenchen stortte zich ne gen jaar geleden in het ongewisse. Op non-actief gesteld in de DDR, klonk het Amsterdamse verzoek om de leiding van het Nederlands Philharmonisch Or kest op zich te nemen als een bevrijding. Hoewel, bevrijding...? Het NedPhO ontstond in 1985 uit een ge dwongen fusie tussen het Amsterdams en het Utrechts Philharmonisch Orkest. Ook het Nederlands Kamerorkest werd in die organistie ondergebracht. De spanningen waren groot en Edo de Waart hield het na een jaar al voor ge zien. Daarop mocht Haenchen pogen in die poel van onwil en frustratie eenheid scheppen. „Het orkest was een ongewenst kind. Al les zat tegen. Daarbij moest ik veertig musici ontslaan en bovendien was ik ook nog Duitser. Maar ik achtte mezelf lang niet kansloos. Veel beroemde orkesten bereikten pas na een eeuw hun hoge ni „Ze moeten naar het buitenland. Ook de dirigenten. Naar zo'n klein operahuis, waar je zowat alles zelf moet doen: dirige ren, pianospelen, organiseren, program meren. Je moet dat ervaren, voelen en meemaken." „Ondanks alle beperkingen in de DDR had ik daar die mogelijkheden wèl. Een jaar lang zat ik bij een klein operahuis: honderd voorstellingen gedirigeerd, ope ra en operette. En als invaller maakte ik in die tijd mijn debuut bij de Berlijnse Staatsopera. Met Boris Godoenov en blijkbaar ging het niet slecht, want ieder jaar werd ik teruggevraagd. Opeens kreeg ik kansen bij andere orkesten, tot het me door de Stasi onmogelijk werd ge maakt om te werken." Negen jaar is Haenchen nu in Amster dam. Van daaruit vervult hij zijn gastop tredens in de wereld en reist hij nu en dan naar Berlijn waar hij zijn Kamerorkest Carl Philip Emamuel Bach leidt. Bij dat alles blijft hij trouw aan het NedPhO. Rust „Er heerst nu rust in het orkest en artis tiek en technisch zijn we op de goede weg. Daarom blijf ik. We moeten samen naar een eigen stijl groeien en dat kost jaren. Ik ben geen jetset-dirigent, die voor veel geld elke avond met een ander orkest optreedt. Ongetwijfeld mooie concerten, maar op den duur lever je daarmee geen bijdrage aan de cultuur." „Ik zie hier nog zo veel mogelijkheden voor de toekomst. We werken nog aan se ries met Bruckner en Strauss en volgend seizoen gaan we ook door met Mahler. We brengen ook veel Nederlandse mu ziek. Met het Noordhollands Philharmo nisch Orkest schijnen we zelfs het avon tuurlijkste concertprogramma te bren gen. Dus ook veel moderne muziek. Je verwacht daar niet te veel publiek bij, maai- ik zie dat daar steeds meer mensen komen luisteren." Haenchen heeft trouwens nog een reden om te blijven: „Het publiek, de Beurs, het Concertgebouw, de stad, de sfeer- alles heeft met elkaar te maken. Geld is mooi, maar voor mij als kunstenaar, is dat niet het belangrijkste." Hans Visser veau. Ik nam me daarom voor om binnen vijfjaar een basis te leggen en dat is me gelukt." Houding Dat bleek bij een tournee naar Japan. „Het Concertgebouworkest was daar een half jaar eerder. Dus toen we daar als onbekend orkest kwamen spelen, kon den we reacties zonder vooroordeel ver wachten. Toen de balans voor ons goed uitviel, kwam er ook in Amsterdam een andere houding. En tijdens optredens in Stuttgart. Frankfurt en München, waar het publiek ook wel wat gewend is, ble ken we zeker geen tweederangs orkest te zijn." „Het Concertgebouworkest is een uitste kend ensemble. Maar met hard werken leveren we een vergelijkbare prestatie. Ik denk bovendien dat wij met ons pu bliek een hechte band hebben. Je gaat naar het Nederlands Philharmonisch Or kest, niet om jezelf te laten zien. maar voor de muziek, voor je plezier. Je mag het NedPhO gerust het 'tweede orkest' - van Amsterdam noemen, zolang we maar niet worden vergeleken en louter op onze eigen daden worden beoor deeld." „We leveren topprestaties. Dat moet nu ook eens uit de salarissen blijken. Dat motiveert. Er gaan nu al mensen weg, omdat ze met hun capaciteiten in het buitenland meer kunnen verdienen. Dat remt de ontwikkeling van het orkest. Cultuur ligt financieel gezien moeilijk, maar ik hou vol. Want soms duurt het lang voor de overheid dat begrijpt." Zijn komst naar Amsterdam was een soort vlucht. Trouwens... ook de DDR wilde hem kwijt. De Stasi, de gevreesde geheime politie, had al jaren de handen aan hem vol gehad. „Mijn Stasi-rapport telt zeshonderd pagina's. Vanaf 1960 tot en met 19 oktober 1989, toen ik al drie jaar in Amsterdam zat." Familie „In 1981 wilden ze al dat ik het land uit zou gaan. Ik had naai1 West-Duitsland kunnen gaan, aanbiedingen genoeg. Ik ging daar niet op in. Collega's die dat wèl deden, raakten hun bezittingen kwijt en moesten hun familie achterlaten voor wie het leven onmogelijk werd." „Maar met het verzoek om naar Neder Hartmut Haenchen: „Ik ben geen jetset-dirigent, die voor veel geld elke avond met een ander orkest optreedt." foto GPD land te komen, lag het anders. Dank zij een cultureel uitwisselingsverdrag kon ik mijn gezin en mijn bezit meenemen. Kijk, die stoelen waarop we nu zitten, ko men nog uit Duitsland. Nederland was een bevrijding voor mij." Een rapport van 600 pagina's. Haenchen heeft blijkbaar veel 'verkeerd' gedaan. „Veel? Alles heb ik fout gedaan. Werk van Schönberg gedirigeerd. Bij de Han del Festspiele in Halle de 'Messiah' laten zingen in een Duitse vertaling waar God te veel in voorkwam. Vijfjaar mocht ik daar niet meer dirigeren." „Toen de DDR dertig jaar bestond, moest ik in Schwering op een bijeen komst de finale dirigeren uit de tweede symfonie van Sjostakowitsj. Dat deel is gebaseerd op teksten van Lenin, maar het is onbegrijpelijk als je het begin weg laat. Dat is geschreven in het twaalftoon- soorten-systeem van Schönberg en dat was dus verboden. Maar ik ging daarmee niet akkoord. Na tien minuten stond ik weer buiten het theater en ik ben er nooit meer binnen geweest." Pijn „Het lezen van zo'n rapport doet ook pijn. Mijn vader en grootvader hadden tijdens de oorlog een joods gezin be schermd. En dan lees je dat de man uit dat gezin die Stasi's van alles over mij heeft verteld. Natuurlijk, hij kan onder druk zijn gezet. Maar dan nog. Als ei na een tournee in het westen iemand uit mijn orkest was achtergebleven, kwa men ze mij om inlichtingen vragen. Het gaat er dan om dat je een standvastige houding aanneemt." „Nog steeds durf ik via de telefoon niet vrijuit te spreken. Het gevoel datje kunt worden afgeluisterd raak je nooit meer kwijt. En als ik ergens kom zie ik came ra's. Daarom was het voor mij geen pro bleem om met al die moeilijkheden bij dit orkest te komen werken. Ik was wel wat gewend." Haenchen noemt zijn positie in Amster dam benijdenswaardig. Met het NedPhO speelt hij het grote symfonische reper toire, bij het Nederlands Kamerorkest liggen de kleiner bezette stukken voor hem open en met beide orkesten bege leidt hij regelmatig de Nederlandse Ope ra. „Waai1 vind je dat?" 'Daarbij geniet hij van zijn artistieke vrij heid. „De DDR-regering had veel invloed op wat je speelde: zoveel Sovjet-compo nisten en zoveel DDR en klassiek. Nieuwe muziek uit het Westen mocht wel, maar was te duur: de rechten moes ten in Westerse valuta worden betaald." Vrijheid „Desondanks waren concerten meestal uitverkocht. Het publiek vindt in muziek een stukje vrijheid. Maar door de huidige democratie, met de stroom van nieuwe indrukken uit het Westen, is de interesse gespreid. Het concertbezoek is minder, al lijkt dat weer aan te trekken." „Cultuur was destijds, met de sport, het visitekaartje van de staat. Er waren 84 orkesten. Veel voor een land van 17 mil joen inwoners. Maar nu het leven duur der wordt en er minder geld beschikbaar is. hoor ik regelmatig dat er een orkest of een koor is opgeheven." „Gevaarlijk, kijk maai- naai1 Nederland. De kunst staat hier al langer onder druk. De overheid wil de beste kwaliteit be houden. Maar hoe kan die top zich ver nieuwen als je de basis verwaarloost? Hoe moeten musici na het conservato rium ervaring opdoen? Er wordt ge klaagd dat er in het Muziektheater te weinig Nederlandse zangers optreden. Maar hoe moeten ze hier naai' zo'n groot podium toegroeien?"

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 22