Polders, dorpen en gemeenten Draaiorgel Sirius bekende verschijning in Zeeland PZC Plaatsnaam zeeland Vogelwaarde week 34 Hulstenaren kunnen toch nog springen collectie Rob Duyndam spaart kleine Opeltjes... Blöose Brothers mooi slot Mosselrockfestival straatmuziek MAANDAG 21 AUGUSTUS 1995 een door water omringd stuk land of aan water gelegen land. We herkennen het woord in ui terwaard. In plaatsnamen komt het erg vaak voor; ook in Zeeland: Waarde en Lams- waarde zijn er voorbeelden van. De Vogel is een water naam voor de huidige kreek, de oude geul waar Hengstdijk aan ligt. De Westvogel en de Oost vogel waren de oude zijarmen van de Haven van Hulst. Waarschijnlijk is de Vogel de enige Nederlandse waternaam die gelijk is aan een diernaam. In de middeleeuwse oorkonden komt in de dertiende eeuw de naam al voor: de kerk van Hengstdijk wordt in 1263 ge bouwd op een plaats die wordt genoemd "Ultra Voghele". letterlijk over de vogel. Ook komt Vog(h)ela en Voghala voor. Vermoedelijk is Vogela de Latijnse vorm van een Zeeuwse Vogel-ee: water waar veel vogels voorkomen. In de middeleeuwen komt ook Vogelvliet voor. In Vogel(e) heeft taalkundig een verkor ting plaatsgevonden: de ee kon zich niet handhaven na de zwakbeklemtoonde tweede let tergreep van Vogel, aldus het vermoeden van Schönfeld in zijn Nederlandse waternamen. Stoppeldijk Ook met de naam van het dorp Stoppeldijk is iets aan de hand. Stoppeldijk was in oorsprong de naam die monniken van de abdij van Cambron in Hene gouwen aan hun uithof gaven. Dat zal wel een onderkomen voor de schapenteelt geweest zijn. Overigens wordt deze hof zuidoostelijker gesitueerd in de buurt van de Patrijzenhoek, een buurtschap bij het Groot Eiland in de Havikpolder. Waar de naam Stoppeldijk op berust, is niet duidelijk. Er is een woordenboek voor plaats- door Catheleyne van der Laan Wij wilden de eerste zijn, maar er waren nog geen regels voor in Neder land. Het mocht dus niet", herinnert G. d'Haens van de commissie Hulst Revnaert- feesten. Zes jaar na dato proberen de organisatoren het nog eens. De primeur is inmiddels aan hun neus voorbij gegaan - Goes en Renesse gingen hen voor - maar... zaterdag 26 augustus kunnen de Hulstenaren tij dens de Reynaertfeesten 1995 alsnog bungeejumpen. Dat is dan meteen het hoog tepunt van het drie dagen durende evenement en moet de nodige toeloop teweeg brengen. Bovendien is het toch 'een klein beetje een primeur want ik heb het in Zeeuws-Vlaanderen niet eer der gezien', doet d'Haens po sitief. Bang voor ongelukken is hij niet. ..De enkele keer dat het fout gaat. is het ie mand van een stuntteam. waarbij de bevestiging niet in orde is." Verrassing In 1989 ging het springen op het laatste moment, na veel onderhandelingen. niet door. „Nu kan iedereen springen", belooft d'Haens. En zelf Gaat hij ook van de stellage af de diepte in „Ik niet hoor. Ik heb al last als ik op de tafel sta", bekent hij. Zaterdagavond om 21.30 uur G. d'Haens gaan er wel enkele bekende Hulstenaren aan het elas tiek hangen, vertelt d'Haens mysterieus. „Wat zaken mensen, een bankdirecteur en zelfs een mevrouw", ver klapt hij. Gelukkig is er ook voor de minder heldhaftige bezoe kers aan de Reynaertfeesten zat te doen. Vrijdag 25 au gustus is er een steppenrace. de prijsuitreiking van de bal lonnenwedstrijd en de offi ciële opening door b en w. Zaterdag is er de braderie, een modelbotenshow. heli- coptervluchten en de kelner race. Zondag is er een laser- game. een bungee-run en na tuurlijk veel muziek op de Hulster terrassen. door Marcel van der Voort Rob Duyndam uit het Belgi sche Kieldrecht heeft een afwisselend arbeidsverleden. Hij werkte voor kerncentrales, maar ook als fotograaf bij de Haagse Courant. Totdat een on geluk in 1975 een punt achter zijn carrière zette. Vanaf dat moment moest hij een andere dagindeling zoeken. Die vond hij in de vorm van hobby's, zo als het verzamelen van schaal modellen van Opeis. „Ik zou niet zonder een hobby kunnen", zegt de Nederlander die tegenwoordig in het Belgi sche grensplaatsje Kieldrecht woont. „Nu ben ik vaker thuis dan vroeger. Ik moet iets te doen hebben. Mijn hobby's zijn een uitlaatklep. Inmiddels heb ik mij gespecialiseerd in zoogdie ren. Daar ben ik vooral overdag mee bezig, 's Avonds trek ik mij terug en is het verzamelen aan de beurt." Eigenlijk beperkt Duyndam zich niet tot het verzamelen van Opeis. Hij heeft een aantal map pen vol met postkaarten uit het voormalig Oost-Duitsland en nog enkele andere zaken hebben zijn aandacht. Maar de Opeis hebben toch een speciale plaats in z'n hart gekregen. „Ik heb er zo'n zestig. Dat lijkt niet veel. Ik ken iemand die heeft vijfhon derd Opeis. Maar er zijn in het echt nooit zoveel verschillende auto's gemaakt. Die verzame laar spaart allerlei kleuren en formaten. Dat vind ik geen ver zamelen, maar vergaren." Rob Duyndam vindt het belang rijker om1 van iedere Opel één identiek schaalmodel in zijn kast te hebben. Daarin gaat hij behoorlijk ver. Van een gewone Opel maakte hij eigenhandig een pick-up-model. Omdat Opel die wel in het echt heeft ge bouwd. maar er nooit een schaalmodel van gemaakt is. Urenlang kan hij in een aparte kamer bezig zijn met een au tootje. Met speciaal gereed schap wordt er gezaagd en ge sleuteld. Net zolang totdat er een verbluffende gelijkenis is. Niets gaat Duyndam te ver. Van een echt Opel-achterlicht zaagt hij piepkleine lampjes die op een model worden aangebracht. En van tandartsmateriaal wor den wieltjes gemaakt en soms 'schept' de hobbyist van meer dere schaalmodellen één au tootje. Voor het maken van hoofdsteunen achterin een mo del draait hij zijn hand niet om. Veel van deze technische verza melaars telt Nederland en Bel gië niet en daarom krijgt hij veel positieve reacties van andere en thousiastelingen. Onbewust begon de hobby in 1990. „Ik was op een beurs en zag daar Opeltjes staan. In de jaren zestig reed ik al Opel en dat doe ik nog steeds met liefde. Ik nam mij toen voor om van alle Opeis die ik eens had gereden een schaalmodel aan te schaffen. Dat lukte niet, maar vanaf dat moment begon ik wel met het verzamelen van alle gemaakte types." Toch reageert niet iedereen po sitief op de hobby van Rob Duyndam. „Mijn moeder vindt het maar raar dat zo'n grote vent als ik Opeis verzamelt. Toen ze hoorde dat ik mijn eerste echte Opel van vroeger opnieuw wil gaan aanschaffen, zei ze: Die is gek. Waarom moet je een oude tweedehands auto hebben. Je hebt toch een prachtige nieuwe voor de deur staan!" Rob Duyndam uit Kieldrecht met zijn verzameling Opeis. foto Charles Strijd door Lo van Driel en Ad Steketee Langs de weg van Zaamsiag naar Hulst liggen twee buurtschappen met de aandui ding veer in hun naam: Zaam- slag-Veer en Stoppeldijk-Veer. Tot 1845 gingen reiziger en werkman hier met een veer- pontje over het Hellegat, een zeearm van de Honte. Met enige fantasie is de aanleg plaats nog te vinden. Bij Zaamslag-Veer wordt die nog steeds de 'Kaaie' genoemd. Wie daar over de dijk door het Zeeuws-Vlaamse land in zuidelijke richting gaat, ziet op de naambordjes dat hij de Oude Zeedijk volgt. Allerlei kreken, zoals de Boschkreek, de kreek bij Luntershoek en het Koegat herinneren aan de open verbinding met de zee, die hier via het Hellegat eeu wenlang bestond. Wie bij Stoppeldijk-Veer naar het noorden afbuigt, komt in een oud polderland met een paar dorpen, enkele gehuchten en vele buurtschappen. Die vormen vandaag de dag samen Vogelwaarde. Maar op naam kundig gebied is in Vogelwaar de heel wat gebeurd. We moeten teruggaan naar de herindeling van 1 april 1970. Met onder meer Hengstdijk, Kloosterzande, Ossenisse, Walsoorden vormde Vogel waarde toen de gemeente Hon- tenisse. Er is geen dorpskern met die naam. Tot het moment van de herindeling was ook Vo gelwaarde geen dorp maar een gemeente. Die gemeente Vo gelwaarde bestond toen onder meer uit de dorpen Boschka- pelle en Stoppeldijk. Die ker nen liggen vlak bij elkaar en de buitenstaander merkt nauwe lijks dat het twee dorpen zijn. Een van de laatste besluiten van de gemeenteraad van Vo gelwaarde voor de herindeling was om het dubbeldorp Bosch- kapelle en Stoppeldijk voor taan Vogelwaarde te noemen en zo de naam te laten voortle ven. Vogelwaarde is naamkundig niet zo moeilijk. Een waarde is Het gebied tussen Zaamsiag en Hulst uit de Gemeente Atlas van de. Provincie Zeeland, 1866. namen dat verband legt met de mogelijk stoppelige vegetatie van de ingepolderde schorren. Maar hoe kan een dijk of schor genoemd worden naar afge maaid graan? Zouden we niet eerder moeten denken aan een bepaald soort dijk? Dan komt op grond van een overgelever de vorm in aanmerking Stoup- pedic. De betekenis zou dan kunnen zijn een dijk met een opgang. In de dijkbouw wordt ook wel gesproken van stoppel deken en stoppellaag voor een bepaald soort rijswerk. Ook is wel gezegd met redelijke argu menten dat Stoppeldijk een combinatie van dijk met een persoonsnaam is. Rapenburg De polder die in de jaren 1644 en 1645 bedijkt werd, kreeg dus de naam van de uithof van de Cisterciënser monniken. In die nieuwe Stoppeldijkpolder ont stond de nederzetting Rapen burg aan een zijgeul van het Hellegat. Was Rapenburg in oorsprong de naam van een boerderij? Verwijst het naar het fort ten noorden van Hulst? Is het een combinatie met een persoonsnaam? Behalve de kern Rapenburg ontstond aan de andere kant van de geul na de inpoldering van de Stoppeldijkpolder nog een buurtschap: het Bosken of 'den Bos'. Uit het land van Axel en Hulst en uit Vlaanderen kwamen na de bedijking hier landbouwers wonen. De naam moet betrekking hebben op een klein bos dat er heeft gele gen, waarschijnlijk gezien het terrein, lage begroeiing. Een wilgenbosje, een rietbos? Het Bosken, zoals deze hele streek, was in hoofdzaak rooms-katho- liek. Het kreeg nog aan het eind van de zeventiende eeuw een kerkje of kapelletje. De combi natie van het bos met de kapel leverde de plaatsnaam op van deze relatief jonge nederzet ting. Tegenwoordig zijn Boschka- pelle en Stoppeldijk (het oude Rapenburg) vrijwel volledig tot één dorp gegroeid. Met twee kerken natuurlijk in de beken de katholieke stijl van het eind van de negentiende eeuw. De eenheid leeft voort in de naam van de voormalige gemeente Vogelwaarde. Een naam die dit polderland schap, doorsneden met kreken, eer aandoet. door Marco van Barneveld Ineens weerklinkt de in tens lage stem van 'God' door de speakers: 'Boys, I want you to play 'like a vir gin'. I love Madonna'. The Bloose Brothers reageren onthutst. 'Madonna? Well, we don't know God... how about 'the twist'?'. 'God' gaat akkoord en 'the twist' wordt ingezet, met een uit zinnig swingend publiek als antwoord. Een groot succes. Zo valt het afgelopen zaterdag in Yer- seke gehouden Mosselrock makkelijk samen te vatten. Zeven Zeeuwse bands en - 'last but surely not least' - de niet Zeeuwse maar wel Ne derlandse Bloose Brothers zorgen voor een dag vol swing. De Bloose Brothers geven een perfecte show weg. Een imitatie van de legendari sche Blues Brothers uit Amerika, de mannen van si garetten, gevloek, gevange nissen en, paradoxaal ge noeg, de mannen met een 'mission from god': spelen, spelen, spelen. Zaterdagavond om kwart voor elf is het zover. Het po dium is gereed voor de laat ste act. die van 'Jake en El- wood Blues'. Veel rook en motorgegrom, en daar ko men ze. De band - 'The baaaaand!' - zet direct kei hard swingend in, soepel en makkelijk allerhande tempo wisselingen voortoverend. 'Jake' lurkt aan een fles bier, 'Elwood' sleept een heel krat mee het podium op. 'My bro ther', zegt Jake liefdevol. Smullen Het publiek smult van elk nummer. 'Minnie the Moo- cher', met zachtrode lampen en een trage, sensueel voortslepende trompet. 'E- verybody needs somebody' en 'Think', alle Blues-Bro- thersuccessen komen aan bod. Waarbij grappen niet worden geschuwd. Zo wordt ineens, 'All the way from America' de 'President of the United States' aangekon digd. De kerstman komt op, met aan zijn mond een saxo foon. Ook een imitatie van Elvis in zijn mindere tijd. trillend, zwetend en mompe lend, gaat erin als koek. Alles wat voorafgaat aan dit optreden van de blues-broer tjes, vormt eigenlijk een op warmertje. Al wordt er. nu en dan, al flink geswingd. Zoals tijdens, hoe kan het ook an ders, het optreden van Sur render, 'het Zeeuwse Nor maal'. En bijvoorbeeld op de klanken van The Emme- royts, die net voor the Bloose Brothers het podium opko men. Vooral de soms als kei hard schuurpapier raspende stem van zanger Kees Moer land en het strakke, swin gende. bij tijd en wijle fors beukende drumwerk van Pe ter van Liere zorgen voor een spectaculaire sound. Echt verrassend is het 'hard- blueswerk' van deze band niet te noemen, maar wel oerdegelijk en goed geolied. Begin Het eerste optreden op dit festival komt van Trouble in Paradise. Om 13.00 uur al staan zij in de trillende hitte op het podium. Echt veel pu bliek is er dan nog niet, maar de band trekt zich daar wei nig van aan. 'Hai. Dit num mer gaat over mensen in je omgeving die overlijden', kondigt zanger Marien Do- rijn het eerste nummer aan. Snoeihard wordt vervolgens ingezet, vol vuur, en Marien vertolkt het nummer met de juiste dosis drama in zijn stem. Tussen Trouble in Pa radise, Surrender. The Em- meroyts en the Bloose Bro thers staan deze zaterdag nog Muddv Balls. Flux, Ma- milla Paradise en Sure as Heil op het podium. door Yoyce Banh De Bloose Brothers op het podium van Mosselrock. foto Willem Mieras In veel steden en dorpen in Zuid-West Ne derland vormt het pastelkleurige draai orgel Sirius van de familie J. van Gehlen uit Rotterdam een niet weg te denken beeld. De Rotterdamse familie werkt daar hard voor. Bijna elke dag staan vader en zoon om zes uur 's morgens op om een paar uur later met haar draaiorgel in Zeeland of Brabant te zijn. De werkdag van vader en zoon is lang maar 'niet te zwaar'. Als de winkels open gaan beginnen zij muziek te draaien. Bij een evenement, braderie of kermis werkt de familie totdat het evenement afgelopen is. „Als het meezit, kunnen we om zes uur 's avonds huiswaarts keren en om acht uur aan tafel schuiven." Als Gehlen senior in Bergen op Zoom werkt, trekt junior het bekende orgel door de stra ten van Vlissingen. Als junior in Goes staat met de 'muziekwagen', draait vader Gehlen de Sirius in de winkelstraten van Terneuzen of Breda. Zes dagen per week trekken vader en zoon kriskras door het land om hun brood te verdienen met de familie-orgels. In de woonplaats Rotterdam is er weinig ruimte voor de familie Van Gehlen. Er zijn al vijftien draaiorgels in Rotterdam. De eige naren van de muziekwagens lopen elkaar een beetje in de weg en hebben vaak ruzie. In het zuiden van het land is er meer ruimte voor de familie Van Gehlen. Ze kunnen er rustig hun geld verdienen zonder voortdu rend 'mot' te hebben met collega's. „Con currentie is goed, maar elkaar zo treiteren als ze in Rotterdam doen voor een plekje hoeft niet voor mij. Iedereen moet elkaar in zijn waarde laten. Er zijn genoeg plaatsen in Nederland om je geld te verdienen", vindt- Van Gehlen junior. Orgelbouwer Vader Van Gehlen zit al 28 jaar in het vak. Vroeger stond hij op de kermis met opa en nu trekken vader en zoon door verschillende steden. „Je wordt er niet rijk van, maar je kunt er net van leven en de orgels onderhou den." Van Gehlen senior is orgelbouwer (de Sirius heeft, hij zelf gebouwd). Hij repareert, onderhoudt en maakt sommige muziekboe ken ook zelf. „Het zal altijd wel in de familie blijven", vermoedt junior. „Ik ga al vanaf dat ik acht was met mijn vader mee. Een ho gere opleiding dan de basisschool en een cursus lassen heb ik niet gedaan, ik krijg niet makkelijk ander werk en dit vind ik leuk om te doen." Vaste route Vader en zoon hebben een vaste route langs de huizen en winkels in het centrum van de steden. Terwijl het orgel vrolijke klanken van een oude wals of een modern nummer van 2 Unlimited speelt, rinkelt Van Gehlen met het centenbakje. Vrijwel alle winkels worden bezocht. „Deze mensen kennen ons al zo lang. Winkeliers en bewoners van de binnenstad zijn vaste klanten. Toeristen willen ook wel eens wat geven", vertelt de zoon. Bij sommige deuren wordt aangebeld, de be woner doet even de vitrages opzij, zwaait naar de draaiorgelman en snelt naar buiten Het draaiorgel Sirius van de familie Van Gehlen hier in de binnenstad van Vlissingen. foto Lex de Meester om een muntstuk in het bakje te werpen. Oma en opa zitten vaak al klaar met hun beurs op schoot. Als de muziekwagen voor de deur stilstaat, staan zij bij de deurpost met- een gulden of rijksdaalder in hun hand. Het liefst lopen vader en zoon met twee a drie helpers. Een man trekt de wagen waar op het orgel staat en de andere rinkelen met het centenbakje, bellen aan de deur of lopen de winkels binnen. „Dat werkt beter. Als je alles zelf moet doen. ben je 's avonds aan het einde van je krachten." Bij de 'vaste klan ten' wordt het grote deel van de inkomsten opgehaald. „De vrijgevigheid van toeristen en het winkelend publiek is niet te peilen", zegt de jonge Van Gehlen. „Het is elke dag afwachten hoe de mensen op je muziekwa gen reageren. Je dag wordt in feite bepaald door de weersomstandigheden en de ont vankelijkheid van de mensen." De familie Van Gehlen heeft geen vaste da gen waarop ze een stad bezoekt. Als de Rot terdamse orgelman een plaatsje binnenrijdt en het bevalt goed. dan keert hij een week of twee later nog eens terug. Goes. Vlissingen, Terneuzen, Breda, Roosendaal en Bergen op Zoom zijn de 'vaste steden' maar die wor den niet wekelijks bezocht. De familie komt ook graag in een plaats waar een braderie, markt of kermis staat. „Dan is het lekker druk op straat en je haalt er meer op om de mindere dagen goed te maken, maar dat is helaas niet altijd mogelijk." Wanneer de draaiorgelman een gemeente wil bezoeken, moet hij van tevoren een ont heffing vragen. In sommige gemeenten. Mid delburg bijvoorbeeld dat al een stadsorgel heeft, mag er geen tweede bij. In andere ge meenten mag tijdens een braderie of een kermis die al genoeg geluidsoverlast geeft een draaiorgel niet komen. Verkassen Niet- iedereen vindt de oude muziekwagen leuk. Sommigen lopen met een grote boog om het draaiorgel heen. De Van Gehlens ma ken vaak genoeg mee dat winkeliers hen vragen te verkassen. „Ik begrijp best dat er mensen zijn die niet van draaiorgelmuziek houden, dat respecteer ik. Meestal maak ik me dan uit de voeten, anders krijg je ruzie." Veel pijnlijker voor de jonge Van Gehlen is als mensen hem willen vernederen. „Ze roe pen je na. schelden je uit of zitten aan je wa gen." In winkels worden vader en zoon wel eens genegeerd. „Omdat ze weten dat we met het draaiorgel ons brood verdienen, wil len ze ons niet helpen." De jongeman begrijpt niet waarom som mige mensen zo vervelend op het orgel reageren. Er wordt vader en zoon wel eens gevraagd waarom zij niet gewoon kunnen gaan werken? „Sommigen denken dat we lo pen te schooien om te kunnen leven, maar dit is toch net zulk eerbaar werk als elk an der beroep?" Het draaiorgel is volgens vader en zoon niet weg te denken uit de Nederland se steden. „We houden op deze wijze een stukje cultuur in leven. Je kunt je toch geen Nederlandse steden voorstellen zonder een draaiorgel? Het is bovendien een stukje amusement voor de mensen op straat. Je vrolijkt de mensen op met een mooi stuk muziek." Heeft Gapinge zijn naam ontleend aan een Gaper? Heeft IJzendijke iets met ijs te maken? Wie was de heilige Laurens naar wie dat Walcherse dorp is genoemd? Sommige plaatsnamen hebben een duidelijke betekenis. Andere zijn lastig of zelfs helemaal niet te verklaren. In deze rubriek PLAATSNAAM nemen Lo van Driel en Ad Steketee de namen van Zeeuwse plaatsen en wateren onder de loep.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 21