Lekker gespeeld, schat? De hausse in de golfsport Golf (op z'n Engels uitspreken, graag): meer dan vijftig miljoen mensen in de wereld doen het, in ons land zo'n 80.000. Als een magneet trekt de sport verse potentiële 'verslaafden'. Neem Zeeland: vijf nieuwe banen in tien jaar tijd. Hoe heeft dit kunnen gebeuren, deze boom in de golf-business? Waarin schuilt de aantrekkingskracht van het spel met de 'club', het gat en het balletje? En waar houdt het op? Ligt half Nederland straks bedekt onder een keurige groene laag, of is de grootste golf-klapper achter de rug? 'In Engeland heeft elk dorp z'n eigen baan. Waarom niet?'. Woensdagmiddag, dertig graden. Op de parkeerplaats van de Domburg- sche golfclub dampt een handjevol auto's met hoog airco-gehalte, op het terras zit een ouder koppel in zinderende zon en zwoel zeebriesje genoeglijk te rinkelen met de ice-tea. „Lekker gespeeld, schat?". „Hmmm, wel tevreden." W. Schulting en P. Steijn pakken intussen de handicart voor een partijtje. Geen overdreven luxe, dat karretje: beide heren lopen moeilijk, vandaar. Duinopwaarts zoemt het. Stein is een golf-verslaafde 'ouwe rot'. Zeventig jaar lang was hij cad dy op de Domburgsche, een professioneel hulpje van de gegoede klasse. Het zand in de tee-boxen (afslagplaatsen) bewateren om het slaan te vergemakkelijken, konij negaten dichtvegen en golf-stokken reini gen. Dat soort nederige zaken. Schulting is makelaar, en slaat in zijn kostbare vrije tijd een balletje. „Even achteruit, graag", waarschuwt Steijn. Soepel maakt de 86-jarige de swing, zijn bovenlichaam langzaam oprol lend, om het vervolgens snel te laten schieten, als een strakgespannen veer. Zijn club knalt 'door de bal heen', die hoog stijgt, pal boven de duinen, met links het Walcherse vasteland en rechts de Noord zee, richting hole, om uit het zicht te da len, heel ver weg. Stein staart de bal zo lang mogelijk na. -Beide heren zwijgen. 'Golf vertaalt de onbewuste wil van de mens om te vliegen', schreef een groot spe ler eens. Steijn en Schulting schijnen te nuchter voor dit soort theorieën. „Beetje hoog", meent Schulting, „maar toch goeie bal", en zet zich schrap voor zijn eigen swing, de eerste van een uurtje of drie golf. Ook zijn bal zoeft heen en in het karretje gaat het weer, richting green, het tapijt-achtige stukje gras waar 'Het' moet gebeuren, waar de hole genadeloos wacht. Konijnenhol Golfen: zo'n vijf minuten actie aan de bal op zo'n 3,5 uur spelen. Doel, zeer simpel gesteld: de bal in zo weinig mogelijk sla gen in elk van de (meestal) achttien holes slaan, die samen kilometers lang zijn. Veel loop- of 'handicart'-werk dus, veel zoeken naar ballen ook - 'haha, in een konijnehol, je maakt hier ook van alles mee'. Maar een duffe sport, meer iets voor gezapige ou- wetjes dan voor bruisende jongelingen en eigenlijk toch wel erg elitair? Nee, nee, nee, roepen de beoefenaars om het hardst. Golf (op z'n Engels uitspreken, graag) is booming. zeggen ze. Golf is voor iedereen, zeggen ze. Golf verovert de wereld en zeer zeker Nederland, zeggen ze. En de cijfers liegen er niet om. Meer dan vijftig miljoen golfers in de we reld en negentig officiële wedstrijdbanen met tachtigduizend geregistreerde leden in Nederland, met een groei van zo'n vijf duizend nieuwelingen per jaar. Of neem nu Zeeland. Eén club was er jarenlang, en dat was de Domburgsche. Opgericht in 1914, en daarna een hele tijd niets. Tot half jaren tachtig de orkaan losbarstte. In '84 was daar ineens De Woeste Kop in Axel, in '86 gevolgd door golfclub Reymerswaal. in '88 gevolgd door golfclub Grevelingen- hout in Bruinisse en door de Brugse Vaart in Oostburg en nog is de wind niet gaan liggen. Want ook de Bevelanden hebben binnenkort (in augustus om precies te zijn) een eigen club: De Goese Golf. ambi tieus rekenend op 900 leden over een aan taljaar en daarmee in één klap de grootste van Zeeland, zeggen ze zelf. Noviteiten Nu al pronkt de Goese club met noviteiten als een club-creditcard die voor een gul dentje dertien ballen uit de muur tovert en, ook heel aardig, een vol-automatische ballenwasser. In het voorlopige clubhuis - een vertimmerde villa aan het Goese Meer - staat de maquette voor 'fase 2' al klaar: drie appartementencomplexen op het golfterrein en bijpassend nieuw clubge bouw. Fase 2 begint, wanneer de 900 leden binnen zijn. Hoe heeft dit kunnen gebeuren, deze boom in krap tien jaar tijd? Waarin schuilt de aantrekkingskracht van het spel met de club, het gat en het balletje? En waar houdt het op? Ligt half Nederland straks bedekt onder een keurig gemaaide groene laag of is de grootste golf-klapper achter de rug? Laten we met de populariteits-vraag be ginnen. 'Je bent zo lekker buiten, in de na tuur en zo', zeggen alle spelers, 'je kunt het blijven doen, al ben je negentig. En men sen hebben meer vrije tijd'. Ook Schulting en Steijn denken er zo over. „En de men sen hebben gewoon meer centen", zegt de 86-jarige resoluut. De heren zijn inmiddels op de volgende af slagplaats beland. „Een meter of 295 naar de hole. En veel troep onderweg: bosjes en bunkers (stukken zand. red.). Da's andere koek", analyseert Steijn. „Jaja. een hoop ellende onderweg", kaatst Schulting en zet zijn swing in - 'aaaiii, veel te laag'. In de cart gaat het weer. naar de ballen. Die van Schulting ligt in het zand. De makelaar beschouwt de situatie. „Ongetwijfeld het resultaat van werkzaamheden van een ko nijn. Ja, een flinke 'rabbitscratch." Inderdaad: golfen is 'lekker buiten' en weinig inspannend. Maar voor een beetje wandeling geldt hetzelfde. Er moet méér zijn. A. van de Velde, manager van de ex ploitatie-maatschappij van de Goese Golf, wijst er nog maai- eens op dat het de snelst groeiende sport van het land is. Maar waaróm dan? „Tja, goeie vraag. Mis- Binnen zit nog zo'n figuur. Hartstikke aar dig hoor. maar niet te pruimen als het op golfen aankomt." Groepskortingen Het jeugdprobleem: de clubs trachten het moedig te bezweren. De Goese Golf bij voorbeeld lokt schooljeugd met groeps kortingen. En De Vos van de Brugse Vaart ziet het gewoon helemaal zitten met de jongelui, die toch de toekomst hebben. Jeugdtraining zit bij zijn club in de lift en de daaruit voortvloeiende toekomst zal groots zijn. De Nederlandse jongeren zit ten, zeker weten, over een aantal jaar echt op de Europese top. voorspelt hij. En dan zal het pas serieus hard gaan met de golf- hausse: de Nederlandse sportjournalis tiek zal net zo warm draaien voor Holland se top-golfers als voor 'een' Gullit of 'een' Zoetemelk, weet De Vos, en aanleg van nog meer banen ligt in het verschiet. Ge volg: de sport zal weer een stuk goedkoper worden, nog minder elitair. De contributies liggen nu gemiddeld al op het schappelijke bedragje van zo'n 1500 gulden per jaar, volgens de Brugse-Vaart- voorzitter. Tel daarbij nog zo'n duizend gulden entreegeld en één of twee duizend jes voor een obligatie van de club, plus pakweg duizend piek voor een uitrusting, en klaar is Kees. „Dan kun je heel je leven, 365 dagen per jaar, spelen. En dure vakan ties spaar je uit. Je komt gewoon naar de club." Nee, De Vos voorspelt het, de big ba?ig nog komen. „We zijn in Nederland nog niet half weg." Dan Engeland: daar heeft zo'n beetje elk dorp een eigen baan. zegt hij. ,Ik ken daar een stadje als Oostburg. Dat heeft vier banen. Waarom niet?". Ruimte Na de pariteitsvraag. bij de tweede Grote Vraag: waar moet dat heen? Het is niet misselijk, zoveel ruimte als een beetje golfbaan opslokt, en aanleg daarvan loopt aardig in de papieren. Geen probleem, meent De Vos. zolang je maar met beleid te werk gaat. Voornaamste criterium: je moet ab-so-luut zeker weten dat er vol doende vraag is naar een nieuwe baan. Na tuurlijk. Ga je zomaar even 'als een cow boy' een beetje holes leggen, dan ontstaat wildgroei. „Bijvoorbeeld wanneer er nu. naast Reimerswaal en Goes, binnen die kleine geografische schaal nog een baan zou komen. Dan heb je wildgroei." En, nog zoiets: nooit in één klap een vol wassen 18-holesbaan uit de grond stam pen, zonder dat je daarnaast inkomsten hebt uit, noem eens iets, een leuk belen dend zomerwoningen- of villaparadijsje, waarschuwt de Brugse-Vaartvoorzitter. „Je moet klein beginnen en dan met de vraag van je leden meegroeien." Want, be nadrukt hij nog maar eens. het gaat écht om gigantische investeringen. Om te be ginnen heb je een fikse lap grond nodig. Constructie van de baan kost je vervol gens zo'n 1,5 a twee jaar en het duurt een jaartje of vier voor die een beetje in condi tie is. „Alles bij elkaar ben je al snel zo'n twintig miljoen kwijt." Hoe je zo'n mega- investering er dan uithaalt, met relatief luttele contributies van 1500 gulden? „Er komen veel leden van andere clubs spe len. Die betalen veertig gulden per dag. Dat is een hele belangrijke inkomsten bron. En sponsoring natuurlijk." Aha. Goed, voorzichtig te werk gaan dus en for se sponsors strikken die vervolgens bij voorbeeld hun naam op de baan-wegwij- zertjes mogen zetten, dan komt het voor elkaar. En wat de benodigde grond be treft, dat hoeft ook geen probleem te zijn. Er zijn in deze moeilijke tijden genoeg boeren die tegen een leuk prijsje willen verkopen, meent De Vos. „En daar krijg je dan toch iets prachtigs voor terug? In plaats van een kale lap landbouwgrond een prachtig stuk natuur.". Vogels Mooi voorbeeld van dat laatste is bijvoor beeld de Goese Golf. Ook voorlichter T. Kramer van de Zeeuwse Milieu Federatie meent, en met hem de stichting Het Zeeuwse Landschap, dat de groene baan beter oogt dan de voormalige landbouw gronden. Maar om nou te zeggen dat golf banen 'natuurgebieden' zijn, zoals golfers vaak niet nalaten te stellen, dat gaat hem te ver. „Dat zijn het natuurlijk niet. al zit ten er vaak wel vogels." Met de sport op zich is niks mis, meent Kramer. Alleen: het onderhoud aan ba nen is intensief en kunstmest of chemi sche bestrijdingsmiddelen vormen daar bij vaak een minder prettige uitkomst. En de plek waar een baan komt. dat vergt controle. 'Niet in natuurgebieden', luidt het credo. Vroeger lieten potentiële baan- aanleggers daar nogal eens hun oog op vallen. Doet het natuurlijk ook prettig in de folders: 'lekker ontspannen in een prachtige, rustieke omgeving'. In het ver leden stond de Milieu Federatie dan ook al eens tegenover zo'n plannenmaker voor de Raad van State. Nu vreest deze instan tie wat dat betreft echter weinig meer. De Raad koos voor het milieu. Een groene lap door zo'n mooi natuurgebied, dat kon niet. Bovendien: aan nieuwe banen is voorlopig in Zeeland geen behoefte, denkt de failieu-voorlichter. Woensdagmiddag, nog immer dertig gra den. Steijn en Schulting zijn, na een uurtje of anderhalf, het partijtje nog niet moe. Klokslag twee uur werpt een zwerm meeu wen een lange schaduw over de baan en over de 86-jarige, in de trillende hitte speu rend naar zijn bal. Schulting duurt dat zoeken iets te lang. „Je mag er eentje droppen hoor, drop er nou maar eentje." Steijn: „Nee, nee, nee. niks droppen. Hij kan toch in een konijnehol liggen. Jaja, dat soort dingen gebeuren hier, hoor." Schulting weer: „Ja. nou. drop er nou maar eentje, waarom niet zeg?". Wat dat is, droppen? Zonder strafslag een nieuw balletje laten vallen, en dan verder spelen. Handig wapen tegen langdradig zoekwerk. Even verderop, en na een nieuw verschilletje van mening in hoger golf-jar- gon over het aantal klappen van Steijn ("jij lag vijf voor green, ik vier', 'nee hoor', 'ja wel, drie in rough, vier d'ruit' en zo voort, en zo verder) naderen de heren een water partijtje. één van de betere hindemissen in de golferij. Ze genieten er altijd weer van, van deze barricade. Schulting: „Ha, het water. Hier kan van alles gebeuren." Steijn: „Ja, hier kan van alles." Marco van Bameveld De golfbaan in Domburg. fotografie RudenRiemens Foto links: president A. De Vos van de Oostburgse golfclub de Brugse Vaart. Foto midden: golfend echtpaar op de baan in Oostburg. Foto rechts: een oude rot op de baan, de 86-jarige P. Steijn. schien omdat dit individueel is. Er zijn al veel groepssporten." Wat hij zou zeggen wanneer hij binnen twee minuten iemand tot de sport moest bekeren? „Ik zou hem meenemen voor een rondje over de baan en even met een prof laten praten." Goed. In twee minuten lukt het dus niet. „Maar ik golf zelf ook pas sinds een dag", meldt de zakenman. Naar een 'prof dan maar. Te Domburg komt er, terwijl Stein en Schulting de ne gende hole voorbij zijn, eentje richting ter ras. Witte broek, nonchalant blauw sjaal tje om de nek en zonnebril op de neus: J. Hoogstad, een twintiger uit Sas van Gent, klaar om de met onmiskenbaar Gooise tongval rebbelende 15-jarige J. van der Veen op golf-gebied wat bij te schaven. Of Hoogstad twee minuutjes heeft? „Oké. heel even dan en nee. ik zal niet wéér ver tellen dat het zo lekker buiten is en zo. Niet weer die clichés. Nee, het is gewoon een ontzettend mooi spel en technisch heel moeilijk. Met een héle lange bewe ging een héle kleine bal met een héél klein oppervlak goed raken. Er is geen spel ter wereld met zoveel verschil tussen slechte en goeie slagen die je individueel kunt ma ken. En je speelt tegen jezelf, altijd probe rend je eigen kunnen te verbeteren. En ie dere baan is verschillend. En, al klinkt het raar: hoe moeilijker, hoe fascinerender." Dan is er nog een theorie die de 'golf-haus- se' vanuit maatschappelijk oogpunt ver klaard, opgeworpen door A. de Vos, voor zitter van de Brugse Vaart. Golfers and vi sitors have to be properly dressed in the clubhouse, meldt een bordje op de club huisdeur. Binnen zit Belg De Vos, gedis tingeerd groen-rood gestropdast, in de kleuren van het interieur. De menukaart toont schappelijke prijzen. Pannekoeken van 4,40 gulden tot een gulden of negen, hoofdgerechten van twee tot vier tientjes en een tapje voor 2,75 gulden. „Het is niet elitair, het is niet duur", hamert De Vos nu en dan. Tuurlijk, vroeger was het echt elitair, er kent hij. Maar toen waren er ook zó weinig banen, die bovendien 'overgingen van kind op kind'. „Het was echt een be schermd wereldje. Maar vanaf de jaren zestig konden meer mensen een reisje be talen. Die zagen de sport in andere landen, en gingen hier zelf banen beginnen. Zo is de boom begonnen." En dan is er nog DE TV, het misschien wel belangrijkste breekijzer bij de gestage sloop van het elitaire golf-bouwwerk. BBC, Eurosport, TV5, Super Channel - da gelijks storten deze zenders hun program ma's over de Nederlandse kijker, met een beeldenstorm van voorheen exotische maar nu redeüjk geïntegreerde sporten als snooker en golf. De Vos weet het zeker: na door tv-camera's gevolgde top-toer- nooien melden zich steevast zo'n tien as pirant-leden. Of die impuls-volgers niet net zo snel afhaken als ze zijn gekomen? Nee dus. De Vos: „Eén procent van alle le den haakt af. Eén procent! En dan niet eens omdat ze geen zin meer hebben, nee, omdat ze verhuizen bijvoorbeeld of om ge zondheidsredenen." Jeugd Smetteloze ontwikkelingen in golf-land zo lijkt het, kortom. Maar toch. plotsklaps, lijkt een venijnig addertje te wroeten on der het prachtige gras. Althans, onder het Zeeuwse gras. 'De jeugd' heet dat pro bleem. Tot achttien jaar gaat het nog wel, maar dan. tussen die leeftijd en een jaar of veertig, gaapt vaak een gat. De jeugd trekt de provincie uit richting Randstad om te studeren, gaat elders werken of komt terug maar is dan zo druk met baan. partner en kind dat op het gemakje een balletje meppen er niet meer bij is. Ook Domburg kampt met het jeugdpro bleem. De 15-jarige Van der Veen, pupil van 'prof Hoogstad, daarover: „D'r is hier gewoon weinig jeugd. En als ze dan ook nog wegtrekken... Bij ons in het Gooi is dat heel anders. Daar zitten veel meer jon gelui én daar is het puur prestige voor ou ders om te kunnen zeggen 'mijn kind golft'. Snap je?". In zijn vakanties speelt de 15-jarige te Domburg. Hij wordt goed. zegt hij, net als zijn opa J. van Hoeysmith, ooit Neder lands kampioen. Het is een prachtsport, vindt Van der Veen, absoluut niet duf en zeker niet 'kakkie'. „Mensen uit achter buurten krijgen nu ook een kans." Het enige minpunt zijn die ouderen - 'niet alle maal hoor' - die het 'niet kunnen hebben dat de jeugd hen voorbijstreeft'. „Als zij iets fout doen ligt. het nooit aan henzelf, maar altijd aan de wind of zo." Uitgerekend nu loop iemand, pal voor het terras waar de 15-jarige van zijn drankje nipt, het stukje oefen-gras op waar een ou dere driftig balletjes mikt. 'Héhé, dat mag niet zeg', bitst de grijze golfer richting ar geloze territorium-betreder. Aanstor mend talent Van der Veen: „Wat een zak. Voelt zich zeker geroepen dat te zeggen. Steijn Poorijo

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 29