Dieren die zwerven kun je niet in een kooitje stoppen Twee uur oorlog in ruil voor eeuwige roem Aleid en Jaap Rensen nemen afscheid van dierenpark Heiligerlee vrije tijd ZATERDAG 8 JULI 1995 23 Het Noorderdierenpark in Emmen groeide in 25 jaar uit tot een uniek park waar dieren de ruimte hebben zich te bewegen, waar vrijwel geen tralie te vinden is en waar de bezoeker al wandelend iets leert over de natuur. Aleid en Jaap Rensen werkten met hart en ziel aan hun droom. Op 1 september nemen ze tevreden afscheid. Vergeefs probeert het net geboren im pala-kalf op te krabbelen. Terwijl de moeder samen met een andere impala het diertje droog likt, komt een struisvogel nieuwsgierig dichterbij. Daar zijn de ran ke beestjes niet van gediend. Met woeste sprongen zet een van hen de aanval in en de struisvogel, die minstens twee keer zo groot is, blaast met opgezette veren de af tocht. Zo gaat het in de natuur en zo gaat het ook op de Afrikasavanne in het hart van het No order dier enp ark in Emmen. Het enige verschil is dat de impala's hier worden toegejuicht door twee dames op leeftijd. Gespannen wachten ze een nieuwe poging van het kalf af om overeind te komen. „Kijk, kijk. nu moet je een foto nemen". Maar de boreling krijgt het nog niet voor elkaar en gaat weer onderuit. Dit is precies wat Jaap en Aleid Rensen beogen met het dierenpark. Het moet de mensen ongemerkt iets leren over het le ven en het gedrag van dieren. Het echt paar veranderde de dierentuin van een verzameling dieren in hokken en kooien in een park waar ze zo natuurlijk mogelijk leven. Door slim gebruik te maken van de beperkte ruimte in de binnenstad maak ten ze van de tuin een aantrekkelijk park, waar moderne opvattingen vorm kregen. De opkomende populariteit van de televi sie wisten ze handig uit te buiten - Aleid was in de jaren zeventig een trouwe gast van Willem Duys - waardoor steeds meer mensen naar Emmen kwamen. Zo kwam er geld in het laatje en konden kostbare projecten worden uitgevoerd. Dat leidde tot aansprekende fokresultaten en de waardering van deskundigen over de hele wereld. „Het Noorderdierenpark heeft een reputatie om jaloers op te zijn", aldus de directie van Artis in Amsterdam. „Buiten landers die hier op bezoek komen, willen altijd even naar Emmen toe". Het echtpaar werkte 25 jaar met hart en ziel aan dit ideaal, maar geeft op 1 septem ber de dagelijkse leiding uit handen. Jaap Rensen wordt 65 en zijn vrouw voelt er niet voor het werk alleen voort te zetten. Aan de gnoes was de verhuizing ook be steed. De stier vernielde in zijn oude ver blijf steeds de afrastering, maar is heel rustig nu hij meer ruimte heeft. Toch ver dwijnt niet alle pijn ineens. Een van de ou dere tijgers valt als hij nerveus is, terug in dwangmatig rondjes lopen. Een uitgesle ten paadje in zijn nieuwe verblijf laat zien hoe groot zijn oude kooi was. Verknipt Jonge giraffen zweven in draf over het grasveld, de jongen van apen en maki's klemmen zich vast in de vacht van moe der en struisvogelkuikens verdringen el kaar onder de warme lampen in het fok- centrum. In de vlindertuin broeden de ko- libri's, iets wat geen enkele dierentuin eer der voor elkaar wist te krijgen en de peli kanen en maraboes lijden haast aan over bevolking. „Dat zijn geen toevalstreffers, hier hebben we gericht naartoe gewerkt". Het echtpaar is zich echter terdege be wust van het aandeel dat de wetenschap hierin heeft gehad. Nog helder staat me vrouw Rensen voor de geest hoe haar va der een hyenahond liet bevallen in een kist met een schuine bodem. Zo kon de teef haar kroost tenminste niet direct na de geboorte verslinden. „Vreselijk ver knipt om een uitgesproken gezelschaps dier zo in een isolement te plaatsen", oor deelt ze nu. Tot aan de jaren zeventig zagen de dieren tuinen de natuur als een onuitputtelijke bron van exotische dieren. De noodzaak om zelf beesten te fokken zag men niet en het teruguitzetten van dieren, was al hele maal niet aan de orde. Er werd nauwelijk met de dieren gefokt. Aleid Rensen herin nert zich nog goed de triomf die ze voelde toen ze er als meisje in slaagde een versto ten leeuwtje groot te brengen. „Het. lag in een schoenendoos bij de keukendeur. Va der had het beestje al opgegeven en vond het waanzin om er energie in te steken, want het was stervend en zou toch dood gaan". Talloze beesten heeft ze sindsdien met de fles grootgebracht. Maar ook dat stadium is alweer achter de rug. „We doen nu alle moeite om jongen toch door de moeder te laten accepteren. Als een jong het on danks bijvoeding niet haalt is dat heel jammer, maar de moeder moet leren hoe ze met haar jong moet omgaan". Televisie De Rensens zien zichzelf niet graag als za kenlui. Toch wisten ze de kansen die ze kregen handig uit te buiten. Willem Duys. presentator van de eerste talkshow op de Nederlandse televisie, vond het wat leuk om met een tijger of een ijsbeer op schoot te zitten. Aleid Rensen werd zo een vaste gast in Voor de vuist Weg en kreeg later een eigen televisie-rubriek. De kijkers vonden het prachtig en stroomden naar Emmen om al dat moois met eigen ogen te zien. Mevrouw Rensen: „Televisie had een enorme impact, dat is allang niet meer zo. Maar het belangrijkste was dat we de mensen niet teleurstelden, daardoor ble ven ze komen". Nog steeds zijn de banden met Hilversum hartelijk. André van Duin klopte niet ver geefs aan voor zijn Animal Crackers. Het zelfde gold voor de cameraploeg van KRO's Ooggetuige die de geboorte en het leven van het olifantje Bo Gyi filmde. Zijn leventje ontwikkelde zich echter drama tisch na een valpartij. Onduidelijk was of de kleine zwaargewicht zou herstellen. Nederland hield de adem in, er waren geen dozen en zakken genoeg om de fanmail af te leveren. De telefonistes draaiden overu ren en stonden onder steeds zwaardere druk. „Er waren mensen die met zelf moord dreigden als het olifantje niet werd gered". Uiteindelijk bleek dat onmogelijk omdat Bo Gyi zijn rug had gebroken. Het drama geit als een dieptepunt, al was het zakelijk voordelig. De dood van het dier kwam bij het publiek hard aan, het dierenpark en de verzorgers waren gesla gen. Hoe hard, zou pas een jaar later blij ken. De directie greep toen naai' een kort geding om een nieuwe uitzending over het olifantje te verhinderen. „Natuurlijk was dat een lekker onderwerp, maar wij wil den al die ellende niet nog een keer". Theo Haerkens Beiden blijven echter op de achtergrond actief in de tuin waar ook hun twee doch ters werken. Verbijstering Met verbijstering ervaart menige kleuter wat het betekent dat vrijwel alle tralies zijn verdwenen. Machteloos ziet hij toe hoe een aapje zijn ijsje weggrist en het hoog in een boom verorbert. De dieren in het park leven in grote, vaak gemengde, groepen bij elkaar op eilandjes, op ten-as sen en in fraai beplante hallen. Soorten uit Azië, Afrika en Zuid-Amerika zijn zoveel mogelijk bij elkaar gehouden. In de musea krijgt de bezoeker in drie ta len informatie over de ontwikkeling van plant, mens en dier en de leefomstandig heden in het land van herkomst. Op kin deren is uitdrukkelijk gerekend: ze kun nen op knoppen drukken, achter luikjes kijken en door kijkgaatjes loeren. Ér is licht, geluid, film, video en beweging. Zo is het niet altijd geweest. Het park, dat zestig jaar geleden werd gesticht door de vader van Aleid Rensen, verkeerde aan het eind van de jaren zestig in een deplora bele toestand. Op aandrang van de ge meente, die het wilde behouden, nam zij samen met haar echtgenoot in 1970 de di rectie op zich. Mevrouw Rensen had in Amsterdam enkele jaren psychologie en fysiotherapie gestudeerd en haar man was architect. Een bezwaar was dat niet, want ze was opgegroeid in de tuin en wist van de hoed en de rand. „Als kind van twaalf deed ik 's avonds soms al alleen de ronde". Aan het eind van de jaren zestig was ech ter duidelijk dat het 'apies kijken' in de klassieke dierentuin zijn tijd had gehad. Naar aanleiding van de actie Artis moet blijven, woedde de discussie over de vraag of het wel verantwoord was wilde dieren in een hok te stoppen. „Door de natuurfilms op televisie wisten de mensen dat het er Afrika en Azië heel anders uitzag dan in de dierentuin". Aleid wil haar vader niet afvallen, want voor zijn tijd deed hij het niet slecht. „Maar de kritiek was niet ten onrechte en het moest anders". De verse voorraad tro pische vogels die iedere lente nodig was omdat de beestjes de winter niet hadden overleefd, is allang verleden tijd. Leeuwen „De safari-parken waren in opkomst en daar gebeurde van alles. In de dierentuin zaten één of twee beesten in een hok en daar was niets te beleven", vult echtge noot Jaap aan. Zo ontstond het idee die ren in hun natuurlijke omgeving te laten zien. In gesprekken met bevriende biolo gen en studiereizen naar België, Duits land en Engeland - „Het idee van de vlin dertuin hebben we daar gejat, alleen heb ben wij er gelijk een tropische tuin van ge maakt" - kregen hun ideeën vorm. Daarbij gingen ze harde keuzen niet uit de weg. Toen de leeuwen hun gammele kooi hadden opengebroken en 's nachts door de tuin slopen, betekende dat hun einde. Het protest uit de bevolking, die de ko ning van de wildernis niet wilde missen, werd getrotseerd en nu is algemeen geac cepteerd dat in het Noorderdierenpark geen leeuwen zijn. Er zijn trouwens ook geen ijsberen of mensapen. „Als we de die ren niet kunnen geven wat ze nodig heb ben, is het niet verantwoord ze te houden. Dieren die over honderden of duizenden kilometers rondzwerven, kun je niet in een kooitje stoppen", luidt de filosofie. Het aantal soorten in Emmen is daarom beperkt, maar kuddedieren leven er daad werkelijk in groepen. „We hebben de grootste groep nijlpaarden in de wereld en onze kudde olifanten van twaalf is de grootste van Nederland", klinkt het trots. „Bezoekers zeggen wel eens dat we geluk hebben gehad dat we hier zo'n prachtig stuk grond hebben gevonden. Dat is het mooiste compliment dat ze ons kunnen maken", gnuift Aleid Rensen. „Er is hier geen natuur, alles is kunstmatig". Dat geldt voor de waterval op het terras van de olifanten net zo goed als voor de eilandjes waar de gibbons met hun lange armen tus sen de berkebomen zwieren. De vijver waar de nijlpaarden zich proestend en briesend verpozen, kolkt alleen maar zo omdat de waterzuiveringsinstallatie voor zien is van sterke pompen. En de rotsblok ken op de Afrikasavanne liggen daar niet sinds de hunebedbouwers in Drenthe ac tief waren, maar geven spring'bokken en impala's de kans aan de agressie van de neushoorns te ontsnappen, omdat die ko lossen daar niet overheen kunnen. Olifantenstal Echtgenoot Jaap Rensen had een flinke kluif aan het oplossen van de ruimtelijke problemen. In het begin werd er van twee kooien één gemaakt, maar dat was kin derwerk in vergelijking met latere projec ten zoals de olifantenstal, die in een zeven meter diepe kelder zit met daarboven het nachtverblijf van de kangoeroes, die over dag weer op het dak zitten. Wie in de tuin rondwandelt, ziet niets van deze kunstgrepen. De kangoeroes zitten op een toevallig heuveltje zo lijkt het, maar die verhoging schermt ook de ach tertuintjes met het wasgoed van de buren af. De magazijnen, keukens en kantoren liggen allemaal aan de rand van de dier gaarde. „We hebben er altijd naar ge streefd het fabrieksgedeelte onzichtbaar te maken", legt architect Rensen uit. De verhuizingen naar ruime onderko mens, misten hun effect niet. „De konik- beren zijn zich onmiddellijk heel anders gaan gedragen", zegt de directrice tevre den. Naast hun hoofdmaaltijd krijgen de dieren nootjes, bessen en andere snacks - de computer bepaalt plaats en tijdstip - zodat ze net als in het wild de hele dag rondscharrelen. Bedelen bij het publiek is er dan ook niet bij. Het echtpaar Rensen in het Noorderdierenpark: „Onze kudde olifanten van twaalf is de grootste van Nederland". kwam. Het tafereeltje is een geliefd foto object voor bezoekers van Heiligerlee. Wie het gaspedaal diep indrukt moet uit kijken dat-ie het dorp niet achter zich laat. Gieterij Een 'must' bij een bezoek aan Heiligerlee is het Klokkengieterijmuseum, een paar honderd meter verder dan het monu ment. Het oude ambacht werd door het geslacht Van Bergen al beoefend voor dat de Tachtigjarige Oorlog uitbrak, eerst in het dorpje Norden (Oost-Fries land) en sinds 1795 in Heiligerlee. Eind jaren .70 sloot het bedrijf zijn poorten en het had maar een haartje gescheeld of het oude pand, de trots van Heiligerlee, was onder de slopershamer terecht geko men. Een paar enthousiastelingen wisten het pand van de ondergang te redden, een grondige renovatie door te drijven en er een klokkengieterijmuseum in te vesti gen. „Nu stoppen er dagelijks touring cars uit alle streken voor de deur", stelt museum-directeur de Haan tevreden vast. In het museum zijn dagelijks demonstra ties klokkengieten te zien. Liefhebbers kunnen ook binnenin een torenuurwerk kijken of de opbouw van een carrillon be studeren. Met een beetje geluk strooit het carrillon in de tuin van het museum heldere klanken in het rond. De oude gietkelder in het museum heeft niet al leen de aandacht van de museumbezoe kers, het is eveneens een geliefde plek voor bruidsparen uit de gemeente Scheemda en omstreken. De fraaie en tourage doet het goed in de trouwalbums en op de schoorsteenmantel. Het 'Linda de Mol-effect', noemt De Haan de keus van de kersverse paartjes om hun huwe lijk op locatie te laten bevestigen. „We hebben zo'n 40 trouwerijen per jaar", weet hij. Samen met J. Niebuur is De Haan het Een leger van Willem van Oranje, on der aanvoering van diens broer Lo- dewijk, versloeg op 23 mei 1568 de Span jaarden bij het Groningse Heiligerlee. Het was de enige overwinning van Oranje in dat eerste jaar van de Tachtig jarige Oorlog, waarin de Republiek der Verenigde Nederlanden uiteindelijk zijn zelfstandigheid veroverde op het huis Habsburg. In enkele dagen ver overde het leger van Lodewijk de plaat sen Wedde, Appingedam, Wittewïerum en Winschoten. Zowel graaf Adolf van Nassau, de broer van Lodewijk, als zijn tegenstander graaf Aremberg vonden de dood. De Slag bij Heiligerlee in 1568 werd van 's avonds zeven tot iets voor negen uur ge streden. Net genoeg om heden ten dage het kroost in bed te werken, een kop kof fie te drinken en het journaal mee te pik ken. Maar die twee uurtjes in 1568 waren wèl voldoende om Heiligerlee eeuwen lang op te stoten in de vaart der volke ren. Want... eerlijk is eerlijk, niet elke plaats wordt pontificaal vermeld in de geschiedenisboeken. En niet elke plaats kan erop pochen, dat ze zeker zes genera ties van het koninklijk huis op bezoek hadden, van koning Willem n tot aan ko ningin Beatrix toe. Heiligerlee kan dat wel en daar zijn ze in Oost-Groningen apetrots op. „Ons dorp valt onder de gemeente Scheemda, maar dat zegt niemand iets. Als onze burgemeester op werkbezoek is, laat-ie al gauw vallen dat Heiligerlee ook tot zijn gebied behoort. Dan gaat bij ve len meestal wel een lampje branden", zegt K. Haan van de stichting oud-Heili- gerlee. Heiligerlee, 1452 inwoners. Wie het 'schiereiland van Winschoten' binnen rijdt, stuit al gauw op het monument ter nagedachtenis aan graaf Adolf van Na ssau. In het begin van de negentiende eeuw richtte de bevolking van Heiliger lee een gedenkteken voor Adolf op, maar het Nederlandse klimaat tastte al snel het uit Bentheimer zandsteen vervaar digde monument aan. Het huidige mo nument staat er sinds 1868. De stervende Adolf van Nassau wordt met schild en zwaard beschermd door de Nederlandse maagd. De Nederlandse leeuw kijkt uit naar het zuiden, waar de vijand vandaan brein achter een nieuw museum in Heili gerlee, pal tegenover de Klokkengieterij. Slag bij Heiligerlee heet de nieuwe aan winst en er wordt hard gewerkt om de deuren van het museum aan het eind van dit jaar open te stellen. Daarmee gaat een jarenlange wens in vervulling. „Het idee groeide al in 1968 toen we, 400 jaar na dato, op feestelijke wijze de Slag bij Heiligerlee herdachten. Het gemeente bestuur liep uiteindelijk warm voor het plan en uit diverse Europese fondsen werd geld beschikbaar gesteld om de 2.1 miljoen op tafel te krijgen", vertellen de initiatiefnemers. Zappen Over de inrichting van het museum is lang en diep nagedacht. „Er zijn weinig authentieke materialen overgebleven om de Slag bij Heiligerlee uit te beelden. En we hadden absoluut geen zin om er een statisch geheel van te maken, met wat aangeklede etalagepoppen en stof fige boekwerken", vertelt Niebuur. Om Ijet museum voor de jeugd, die tenslotte de vaderlandse geschiedenis nog onder de knie moet krijgen, aantrekkelijk te maken heeft de stichting Oud-Heiliger- lee gekozen voor een moderne invals hoek. Met audio-visuele apparatuur zap pen ze in Heiligerlee straks door de tijd. Niebuur licht alvast een tipje van de sluier op: „De bezoekers krijgen straks allerlei flitsende filmbeelden voorge schoteld. die hun het idee moeten geven dat ze in een tijdmachine zitten. Plotse ling is er een atmosferische storing en moet iedereen uitstappen. Ze belanden dan in het jaar 1555 en komen, via een schaars verlicht doolhof, bij de Slag bij Heiligerlee uit". Hij broedt nog op aller lei andere Vondsten en wijst bij de rond leiding enthousiast om zich heen. „Kijk. daar komt een open haard, die plotseling wegschuift en doorgang geeft tot een an dere ruimte. En hier laten we ineens een televisie uit het plafond zakken". Laat ze maar schuiven, daar in Heiliger lee. Voorlopig zitten ze maar met één probleem. „Denk je. dat Vonhof. onze Commissaris van de Koningin, wel door die smalle gangetjes van het doolhof kan?". Het monument van de Slag bij Heiligerlee: de stervende Adolf van Nassau wordt met schild en zwaard beschermd door de Nederlandse maagd. fotoGPD Ditta op den Dries In het klokkengieterijmuseum zijn dagelijks demonstraties klokkengieten. foto GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 23