Voor de koers een fazant, een
vrouw en een glas champagne
PZC
Ab Geldermans en het
geheim van Anquetil
sport VRIJDAG 30 JUNI 1995 2 7
Toen Jacques Anquetil in 1964 als eerste wielerprof ter wereld voor
de vijfde maal de Tour de France won, werd geschreven dat het een
prestatie was die moeilijk meer zou worden verbeterd. Maar: zeg in de
sport nooit dat het een record voor de eeuwigheid betreft. Tien jaar
later had Eddy Merckx, de Kannibaal, zich al naast Jacques Anquetil
gereden. En in 1985 schoof Bernard Hinault als derde aan bij het
illustere rijtje van vijfvoudige Tourwinnaars.
Weer tien jaar later staat een Spanjaard op het punt zijn vijfde
Tourzege te boeken: Miguel Indurain, de Bask die op 16 juli 31 jaar
wordt. Als Indurain de komende maand slaagt, is de reeks van 'El Rey'
zelfs uniek. Hij is dan de eerste renner ter wereld, die een serie van vijf
Tourzeges aaneen knoopt.
Op deze pagina een drieledig contact met de wielergalerij der
grootheden.
Eddy Merckx en Bernard Hinault met hun oordeel over Indurain. En
wie Jacques Anquetil was wordt in de herinnering teruggeroepen door
zijn Nederlandse meesterknecht Ab Geldermans, die driemaal als
medetriomfator van 'Monsieur Chrono' in Parijs stond.
Miguel Indurain, dat is Jacques An
quetil - hoor je wel zeggen. Superieur
aan iedereen in de tijdrit, en dan maar 'e-
conomiseren' in de rest van de Tour. Als
Indurain de calculator van het moderne
wielrennen is, dan was 'Maltre Jacques',
'Monsieur Chrono' of 'Gérant de la Route'
de uitvinder van het rekenen met twee be
nen.
Als Ab Geldermans naar Indurain op tele
visie kijkt, of hij de Touretappes met zijn
vriend en 'ontdekker' Wim Joosten zo nu
en dan nog eens van nabij volgt, dan
denkt hij soms: „Val toch eens aan man!
Er zitten in 50 landen misschien 120 mil
joen mensen naar je te kijken, dan mag je
je dikke salaris toch wel een keer waarma
ken?"
Maar Geldermans (60 inmiddels) geeft
toe: Jacques Anquetil, de eerste 'kwintet
ter' in de Tour-historie, zijn toenmalige
'chef de file', Anquetil was niet veel an
ders. Die liet zijn ploegmaats, zijn water
dragers, zijn gregario's ook eerst het vuile
werk opknappen, en sloeg vervolgens on
genadig toe als zijn uur had geslagen.
Vijfmaal won Anquetil de Tour - in 1957,
1961, 1962, 1963 en 1964. De laatste drie
heeft Geldermans, als Nederlands lid van
de St.Raphaël/Helyett-ploeg zijn longen,
lijf en ledematen in dienst gesteld van de
introverte zoon van een aarbeienteler uit
Mont Saint-Aignan, nietige vlek in Nor-
mandië.
Het was in een periode, dat er in Neder
land (nog) geen merkenploeg was, in de
pré-Televizier-periode van Kees Pelle-
naars. En aangezien Geldermans in 1959
door de Rotterdamse soigneur en scout
Gerrit Visser naar Frankrijk was gediri
geerd, en daar meteen in het pulletje viel,
was het logisch dat de Beverwijkse boe
renzoon een rol in de Tourploeg van An
quetil kreeg toebedeeld.
Met een zadel en een paar schoenen had
hij zich destijds gemeld in Clermont-Fer
rand. 'Je suis Al-bèrt'. Hij reed eerst gaten
dicht voor Roger Rivière, zag die tragi
sche legende in 1960 in de afdaling van de
Col de Perjuret zijn rugwervels breken.
Versloeg Anquetil later in een opzien
barende tijdrit tijdens Menton-Rome,
bleek over dezelfde beenlengte als zijn
(nieuwe) kopman te beschikken, werd
vanzelf diens verlengstuk in de koers en
verdiende er het geld voor de prachtige
sportzaak, die hij midden in Beverwijk
nog steeds drijft.
Sterke verhalen
Over Jacques Anquetil zijn tientallen
sterke en stoere verhalen in omloop. En de
meeste daarvan kloppen. Al zal Albertus
(zoals hij in Frankrijk werd genoemd) Gel
dermans niet de eerste zijn om die te be
vestigen. Wie al een jaar of vijfendertig ge
trouwd is, zoals hij, heeft een ander leven
achter de rug dan Anquetil dat gewend
was te leven.
Naast de fiets houdt elke vergelijking met
de ascetische en diepgelovige Indurain
dan ook op. Indurain zal nog geen ronde
miss een knipoog gunnen, laat staan haar
in de billen knijpen. Anquetil daarente
gen veroverde de vrouw van zijn dokter,
en later weer dier dochter, en hij maakte
daar nog een zoon bij ook. Incest avant-la-
lettre. Aan tutoyèren is men in zijn omge
ving nooit echt toegekomen. Behalve
wanneer het gelag moest worden opge
ruimd, en dat was niet zelden.
Anquetil fietste ongenadig hard, maar be
leefde de genoegens des levens met dezelf
de duizelingwekkende snelheid. Hij vrat
en zoop zo exquis als hij trapte. Wat zijn
geheim recept was van al die successen?
Negen Grand Prix des Nations (waarvan
de eerste op 17-jarige leeftijd); werelduur
record; vijf Tours, drie Giro's; zestig ritten
alleen al tegen het uurwerk-
Mijn geheim? „Neem voor de koers een fa
zant, een vrouw en gloed glas champag
ne." Hij zei het in dezelfde dagen als toen
hij zijn bekentenis over dopinggebruik
openbaarde. „Je denkt toch niet datje een
Tour op mineraalwater kunt rijden?" Hij
weigerde in zijn nadagen af en toe op con
trole te gaan. Niet omdat hij tégen die con
troles was, maar de regelgevers begrepen
er niets van.
Geef toe, dat lijkt niet op Indurain.
Ab Geldermans wil weinig tot niets weten,
van dié Jacques Anquetil. Hij kent de
anekdotes uit de praktijk, maar: „Ik ben
geen verhalenverteller. Ik wil alleen de
goeie dingen bij me hebben." Het lijkt of
hij zich een beetje gèneert voor de helden
verhalen, die toch al ruim dertig jaar gele
den geschreven werden.
Geldermans en Anquetil - dan gaat het
toch vooral over de coureur Anquetil. de
dikwijls zo ongenaakbare, die 'gebeeld
houwd op de fiets zat', en in die unieke stijl
'met die hoge rug' zijn tegenstanders ver
morzelde. „Hij bewoog niet, alleen de be
nen draaiden, hij vormde één lijn. Zelfs als-
ie ging staan was het nog hetzelfde beeld.
Hij had een enorme coup de pédale. Hij
was een fenomeen."
Geldermans meldde zich bij Anquetil in
de winter van '61-'62. De winter van de sa
mensmelting van St.Raphaël/Geminiani
Truc-special
Anquetil had ook een truc-spécial voor de
bevoorrading. „Demarreren in de ravitail
lering - daar hebben we drie. vier etappes
mee gewonnen. We gaven de beste van de
dag al ons eten, die hoefde dus geen zak te
pakken, en demarreerde vol als de ande
ren zich bevoorraadden. Ignolin, Elliott,
Cazala."
Of: een bidon ijskoude champagne voor
de finales.
terug. Hij rijdt lek. niemand hoeft te wach
ten. Hij komt terug in de groep, weer lek.
weer niemand wachten. Terug in de groep,
zegt: ik ga demarreren. Pakt drie vier mi
nuten. er wordt nog vol achter gereden,
maar als de rest over de streep komt. staat
Anquetil al lang met de bloemen te zwaai
en.
„Kampioenen worden niet gemaakt, die
worden geboren. Hij was misschien niet
intellectueel, maar wel heel intelligent, ze
ker in de koers. En of dat allemaal schoon
gebeurde? Ach, we hadden allemaal onze
goeie medische begeleiding. Ik ging naar
dokter Rolink. Ik gebruik nóg de vitami
nen die hij mij aanraadde."
Bijgelovig
Anquetil was ook enorm bijgelovig. Hij
kwam altijd als laatste aan tafel, maar wil
de nooit de dertiende man zijn. Was dat
wel zo, dan ging hij ergens anders zitten.
Geldermans: „Voor de Tour ging hij altijd
naar een waarzegster. In '64 had ze gezegd,
dat hij het na de rustdag moeilijk zou krij
gen. En verdomd, in de rit naar Toulouse,
moest hij al meteen op de eerste klim los
sen. Iedereen maakte zich zorgen. Viere-
neenhalve minuut achter op de top. maar
hij kon verschrikkelijk dalen. Het mistte,
toch had hij er beneden al twee minuten
af. Onderin het dal was het nog maar één
minuut. Hoe? Hij had altijd een eskadron
motoren om zich heen. dus je weet het
niet. Maar hij zat op een fiets. dus. Vlak
voor Toulouse rijdt Poulidor lek, Anquetil
springt weg, en wint met "tweeënenhalve
minuut voorsprong. Later verloor hij de
rit over de Puy de Döme van hem, maar
Poulidor bleef uiteindelijk op 55 seconden
steken."
Tijdens hun beider actieve carrière was
Geldermans bij Anquetil op zijn kasteel
geweest, in Neuville Champs-d'Oisel. op
17 km van Rouaan, met 200 ha bos en 600
had land. Ooit eigendom van schrijver
Guy de "Maupassant. „We hadden drie
kwartier gereden in de auto. toen zei hij:
oef. we moeten terug, anders komen te
laat voor het diner. We hadden de helft
nog niet gezien. Je had er een aardige
etappe op kunnen lijden."
Toen Anquetil, die nog bondscoach werd
en voor l'Equipe vragen van lezers beant
woordde tijdens de Tour, na een gerucht
makend nieuw huwelijk met zijn aange
trouwde schoondochter, zijn laatste race
tegen de klok niet meer kon winnen, che
motherapie noch operaties hem van zijn
maagkanker konden afhelpen, legde hij
op 18 november 1987 zijn hoofd neer. In de
armen van André Darrigade, de meester-
spurter.
Ab Geldermans en Jan Janssen zijn een
paar dagen later op de begrafenis geweest.
Eerst in de stampvolle kathedraal van
Rouaan, daarna over de met wel 150.000
Normandiërs omzoomde weg naar zijn ge
boortedorp.
„Zijn vroegere ploegmaten droegen de
kist. De gele trui lag er bovenop. Het was
een heel vredige sfeer. Bloemen, vogeltjes,
heel landelijke omgeving. Toen het gat
werd uitgegraven, kwam er een hond
langs, en die piste nog even in dat graf. Op
zulke momenten besef je: zolang je leeft,
geniet dan van alles waarmee je bezig
bent. Vijf keer de Tour gewonnen, maar
ook grote kampioenen laten ze op het
laatst in een kuil zakken. Niemand is on
sterfelijk."
Op dat moment hadden ook Eddy Merckx
en Bernard Hinault al vijf keer de Tour ge
wonnen. En over minder dan een maand is
er misschien zelfs al sprake van een kwar
tet van vijf. als er in Indurain een nieuwe
Anquetil is opgestaan. Al houdt elke ver
gelijking naast de fiets verder op.
Peter Ouwerkerk
Anquetil wordt na zijn vierde Tourzege in 1963 gekust door zijn vrouw.
Anquetil vond dat allerminst bezwaarlijk.
De aandacht werd van hem afgeleid, de
ploeg verdiende geld, was op zoek naar de
'Challenge Martini' (het toenmalige ploe-
genklassement). naar de groene trui (voor
Altig). naar ritzeges - Anquetils tijd kwam
later wel.
Geldermans: „Op de dag dat ik de gele
trui kwijtraakte, hebben we zestig kilome
ter op kop gereden om het gat klein te
houden. Helemaal dichtrijden lukte niet.
Maar Geminiani (ploegleider, red.) was
heel content: 'Als jullie niet rijden, verliest
Anquetil een kwartier. Vandaag hebben
jullie voor hem de Tour gewonnen."
Anquetil was niet erg mededeelzaam over
zijn gewoontes; ook niet naai- zijn ploeg
maats. Maar gaandeweg werden er toch
wel wat algemene trucs in de toen sterkste
ploeg van het peloton geïntroduceerd.
Waaraan ook Geldennans zijn (voor)deel
had.
„Hij was voor een tijdrit vaak nerveus. Ja.
dan moest hij het maken. Hij vroeg dan
altijd of ik met hem wilde inrijden. Ik kon
ook een heel goed stuk tijdrijden, kon het
tempo hooghouden, dus dat brak nooit als
hij eens van kop af wilde. De soigneurs rie
pen soms tegen me, dat ik niet zo veel
moest geven, dat Jacques mijn wiel amper
kon houden. Maar in de wedstrijd reed hij
dan weer twee. drie kilometer sneller dan
ik."
„Ik heb voor hem de routekaartjes zitten
maken. Nu krijg je ze van de Tour. toen
moest je ze uit de krant knippen. Stukkie
plastic eromheen, en je kon precies zien
wanneer de Tourmalet begon."
„Als er geklommen moest worden, stak hij
zijn kruik in de achterzak van zijn trui.
Dat was lichter, wist hij. Je kunt beter iets
op de rug dragen dan datje het moet voort
duwen. Omhoog stapte hij op een lichte
fiets, omlaag op een zwaardere. Had alle
maal met de zwaartekracht te maken. Hij
was de eerste die ik het zag doen."
Ab Geldermans met zijn gele trui voor zijn huis 'Maillot Jaune'. foto GPD
en Helyett. Er ontstond een ploeg met Eu
ropese lijnen: Anquetil, Graczyk, Eve-
raert, Stablinsky, Simpson, Altig, Gelder
mans enzovoort. Nederlanders als Mies
Stolker. Bas Maliepaard en Jo de Haan
kwamen in die jaren in een vergelijkbare
Franse dienst uit.
Na zijn twaalfde plaats als debutant in de
Nederlandse ploeg van Klaas Buchly in
1960. en zijn opgave in een dito formatie in
1961, beleefde Geldermans de eerste (na
oorlogse) Tour voor merkenploegen in
1962 aan de zijde van Jacques Anquetil.
„Hij was een dromerig type, die vaak ach
terin zat. Doucement. zei-ie dan. Ik moest
hem wakker schudden, en naar voren rij
den. Pierre Everaert trommelde dan de
rest op. Hij rekende blindelings op mij. Hij
was een man van weinig woorden, heel
moeilijk bereikbaar voor anderen. Maar
de ploegtaktiek was duidelijk: allen voor
één. Hij had per slot een Tourzege in zijn
benen, en wij moesten tussendoor als vrij
buiters zo veel mogelijk ritten zien te win
nen."
Voor Geldermans werd die Tour van 1962
de beste uit zijn carrière. In 1960 had hij
Luik-Bastenaken-Luik gewonnen, en de
Ronde van Duitsland. Maai- nu reed hij
twee dagen in de gele trui (zijn huis 'Mail
lot Jaune' herinnert, er nog dierbaar aan)
en hij eindigde als vijfde in Parijs. Na Wim
van Est. Wout Wagtmans. Gerrit Voor-
ting. Daan de Groot. Henk Faanhof. Jan
Nolten en Hans Dekkers had Nederland
weer een Tourheld.
Roeispanen
Het verhaal van de roeispanen. Raphaël-
ploegmaat Rudi Altig reed in het geel.
Geldermans was in de rit naai- Brest ont
snapt. viel terug, kreeg van Rik van Looy
het sarcastische commentaar dat hij ken
nelijk 'de roeispanen had vergeten', de
marreerde opnieuw, en stond in Brest in
het geel. „Ik ben ze even komen ophalen.
Rik."
Geldermans. „Ik kwam van de boerderij,
ik dronk niet. Alleen op z'n tijd een siga
retje. Al vanaf mijn zevende: gesnipperde
tabaksbladeren in een pijpje van een uit
geholde kastanje. Strontziek werd ik er
van. Maar voor de koers: altijd even een
paar trekkies nemen. Mocht natuurlijk
niet, maar we gingen naar het toilet, na
men twee, drie haaltjes, en legden de peuk
op de stortbak voor de volgende. Tót de
ploegleider het natuurlijk ontdekte."
„Maar. die champagne. Op twintig kilo
meter van de streep, meestal. Net voorbij
een helling, ofzo. Kerel met een bidon,
klokklokklok... En dan gaf-ie 'em aan mij
door, want ik zat altijd vlak bij hem. Wijn
aan tafel moest ik niet, maar hij gooide
mijn water altijd in de planten. Water is
voor de douche, zei hij dan. Die paar slok
ken champagne vond ik toch wel lekker.
Man ik vloog er op. Ik voelde me er perfect
bij."
Van Anquetil is ook bekend, dat hij rustig
vijf. zes biertjes leegdronk tijdens warme
dagen: van Maïtre Jacques tot Maïtre
Kanterbrau. Of doorging, tot diep in de
nacht.
Geldermans.- „Een koers ergens bij Cler
mont Ferrand. We aten en sliepen in een
etablissement van Geminiani. Anquetil
en nog een paar, ongetwijfeld met Darri
gade erbij, want dat was zijn vriend, ble
ven nog een poosje zitten kaarten. Er was
met de organisatoren geen akkoord over
het startgeld. Tot de andere ochtend ze
ven uur hebben ze er gezeten, ik heb de
ravage gezien!"
„Maar om een uur of vier waren ze toch
nog met geld afgekomen. Zodat er om
kwart over zeven in de auto's moest wor
den gestapt. De start was honderd kilome
ter verder. Anquetil naam twee koppen
thee, een stuk pain d'epice (snijkoek, red. i.
trok een baantrui aan en stapte op. Ik
dacht: die vlucht na vijftig kilometer in de
auto."
Met een gedetailleerd, fotografisch geheu
gen haalt Geldermans het koersverloop
Merckx over
Indurain:
Nooit eens
overbodige
risico's
Eddy Merckx won de Tour
de France vijf keer, in 1969,
1970,1971,1972,1974
Op zuiver atletisch ge
bied is Indurain een
superkampioen. Maar hij
is anders dan Anquetil. Hi
nault of ikzelf. Indurain be
perkte zijn programma tot
dit jaar tot de Giro en de
Tour. Wij reden alles. Indu
rain verscheen wel in de
andere koersen, maar meer
om zijn conditie te onder
houden.
Ik zie daarin dit jaar wel een
verandering, nu hij geen
grote ronde heeft gereden
voor de Tour. Maar de his
torie geeft aan dat je met
een Vuelta of Giro in de be
nen naar de Tour moet om
de cols te kunnen verteren.
Zelfs LeMond reed dikwijls
nog de Giro voor de Tour. Ik
ben benieuwd hoe dat uit
pakt.
Te meer omdat hij gaande
weg toch minder is gaan im
poneren in het hooggeberg
te. Hij blijft zwaar. Ik had al
kilo's op overschot. Indu
rain nog zeven, acht kilo
meer. Maar hij heeft het
voordeel dat er geen echte
klimmers meer zijn. Alles
gaat op de macht, tegen
woordig. En zolang hij die
grote versnelling kan rond
draaien.
Hij zal in de bergen trou
wens nooit onnodige risi
co's nemen, omdat hij nu
eenmaal kan vertrouwen
op de tijdritten. Die van de
laatste twee jaar lijken min
der aansprekend dan die
van Luxemburg. 1992. maar
in Madine en Bergerac reed
hij iedereen toch weer weg.
De enige manier om hem
het leven echt zuur te ma
ken. is een inkorting van de
tijdritten. Waarom moeten
dat altijd etappes zijn van
rond de zestig kilometer? Ik
heb mijn Tours gewonnen
met minder kilometers te
gen het uurwerk. Het zou
een Tour met Indurain al
leen maar interessanter
maken.
In een tijdrit over 30 km kan
iedereen zich tenminste
nog een beetje verdedigen,
omdat er herstel mogelijk
is. Gelukkig heeft de Tour
directie dat voor dit jaar in
gezien. Maar het is nog te
veel om Indurain meteen
vleugellam te maken."
Hinault over
Indurain:
Winst tegen
verlies
afwegen
Bernard Hinault won de
Tour de France vijf keer. in
1978. 1979, 1981, 1982 en
1985.
Miguel Indurain domi
neert zijn generatie,
zoals Anquetil, Merckx en
ik dat deden in onze tijd.
Maar het is onmogelijk
kampioenen, die nooit te
gen elkaar hebben gereden,
met elkaar te vergelijken.
Dat zijn verschillende tijd
perken.
Hij beschikt over heel veel
koersintelligentie, raakt
nooit in paniek, vertrouwt
volledig op zijn tijdritten.
Hij beschikt over het ideale
recept om een Tour te win
nen. Ik viel aan omdat ik
het leuk vond, hij weegt de
minuten winst tegen de se
conden verlies af.
Wat me het meest aan hem
verbaast is zijn enorme re
cuperatievermogen. Iedere
dag op het podium, na zes
uur koers, ik geef het te
doen. Als Indurain er ging
staan leek het alsof hij
rechtstreeks uit bad kwam.
Of hij een vijfde, en mis
schien ook nog wel een zes
de Tour kan winnen, hangt
van zijn tegenstanders af.
Die moeten hem zien af te
stoppen. Het volstond te
vaak dat hij alleen al aan de
start stond. Er was nie
mand, die een aanvalsplan
tegen hem in petto had. Hij
had nooit met tegenstan
ders te maken, maar met
volgers.
Indurain kan niet worden
verweten dat hij geen aan
valler is. dat verwijt moet
aan zijn tegenstanders wor
den gemaakt. Vorige Tour
was hij met vakantie in
Frankrijk. Hij hoefde alleen
even gas te geven in de tijd
rit van Bergerac en op de
Hautacam. Hij is ook dit
jaar alleen te pakken als
zijn ploeg het in het begin
lastig wordt gemaakt.
De eerste week zit hij vaak
achterin, daarin moet je
hem verrassen. En vervol
gens moet je hem in de ber
gen zelf de wedstrijd laten
maken; bij hem in het wie)
kruipen, en hem vanuit die
positie aanvallen. Maar ik
vrees dat er twee Berzins
nodig zijn om hem van een
nieuwe zege af te houden."
Ab Geldermans maakt tempo voor zijn kopman Jacques Anquetil (midden). Vlak achter Geldermans rijdt Poulidor.