De werkelijkheid als opdrachtgever Bond tegen het vloeken gaat op groot oeken is aangeleerd! PZC Wat speelt er in het brein van de misdaadauteur Word geen naprater! Willem Hoogendoorn alias Tomas Ross Bah-bah- baggel- de-boegel reportage 22 ZATERDAG 27 MEI 1995 Willem Hogendoorn (50 jaar) schreef onder eigen naam wetenschappelijke boeken over bij voorbeeld het monster van Loch Ness. Als Tomas Ross heeft hij een inmiddels indrukwekkende produktie van spannende boeken op zijn naam staan. Deze thrillers grijpen meestal sterk terug naar de werkelijkheid. De Nederlandse politiek en de Tweede Wereldoorlog zijn terugkerende onderwerpen. Goed voorbeeld is het debuut De honden van het verraad (1980) over de Molukse vrijheidsstrijd, waarna onder meer Het verraad van '42 over het Englandspiel volgde. In De man van Sint Maarten 1994) is Ruud Lubbers een minder fraaie rol toebedeeld. Het uit 1993 daterende Wachters voor Wilhelmina over Chris Lindemans alias King Kong (de man die de luchtlanding bij Arnhem in 1944 aan dë Duitsers zou hebben verraden) is opgedragen aan de vader van de auteur. Hogendoorn senior zat bij de geheime dienst (de voorloper van de BVD); in die functie verhoorde hij King Kong kort na de oorlog. Ross, jaren geleden al winnaar van de Gouden Strop, dingt dit jaar met De broederschap (uitgeverij Fontein), mee naar de prijs voor de beste Nederlandstalige thriller. Dit nieuwste boek gaat over Nederlands-Indië, waarvoor Ross zoals te doen gebruikelijk weer enorm veel research heeft gepleegd. Behalve als thrillerschrijver is Hogendoorn/Ross ook actief voor de Nederlandse televisie. Van zijn hand is bij voorbeeld de KRO-serie De Brug. Momenteel wordt hard gewerkt aan Ross' scenario over prins Alexander, halfbroer van koningin Wilhelmina. Dit koningsdrama komt waarschijnlijk in 1996 op het scherm. Hoe zit het met de voorspellende geest van misdaadauteurs? Een bomaanslag als die op het overheidsgebouw in Oklahoma is eerder beschreven in thrillers. Thrillerschrijvers laten zich nog wel leiden door hun fantasie (fiction), maar criminele feiten bepalen steeds meer de inhoud van hun boeken (faction). Forsyth beschreef in De dag van de jakhals minutieus een moordaanslag op De Gaulle maar die werd nooit werkelijkheid. Een spectaculaire bankoverval in Nice in 1985, eerder gedetailleerd aan de orde in een thriller van Robert Daley, werd echter wél gepleegd. De schrijver bedenkt het, en zo gebeurt het, zoals in Amerika een seriemoordenaar te keer ging volgens de 'aanwijzingen' van Thomas Harris in De schreeuw van het lam. Zijn misdaadromans gedramatiseerde documentaires geworden en onbedoeld inspiratiebron voor criminelen en gestoorden? Een gasaanval zoals in de ondergrondse van Tokyo is voor zover bekend nooit eerder beschreven in thrillers. Maar wat staat ons nog te wachten en wat speelt er op dit moment in het brein van onze crimi-schrijvers? Zoveel is duidelijk: de dagen van 'softies' als James Bond en Sherlock Holmens zijn definitief voorbij. Tomas Ross schreef voor ons onderstaande exclusieve beschouwing. De schrijver bedenkt het, en zo gebeurt het. lllustratieTom Eyzenbach Ruim dertig jaar geleden schreef Fran cis Durbridge (geestelijke vader van Paul laanderen) de misdaadroman De Sjaal. Die titel verwees naar het middel waarmee een moordenaar jonge vrouwen op een geraffineerde wijze wurgde waarna de dader spoorloos verdween. Vrij snel volgde een achtdelige tv-serie; nog sneller werden daarna in het toenmalige West- Duitsland zeven vrouwen op identieke wijze vermoord. Alsof de auteur onbedoeld een Teleac-cur- sus 'Zelf Wurgen in Acht Lessen' had ge schreven. Hoe navrant ook, was dit toch niet de ul tieme erkenning voor de schrijver? Voor al het geploeter achter tikmachine en tekst verwerker? Laten we zeggen, het Jules Verne-effect? Wat ooit een privé-fanta- sietje ter verstrooiing was, was per slot werkelijkheid geworden, net als de ver zonnen raket naar de maan! In de mis daadroman is doorgaans het omgekeerde het geval: de auteur raakt geïnspireerd door een crimineel feit en laat er vervol gens zijn fantasie op los. Aanvankelijk be paalde die fantasie grotendeels het ver haal; hoe aardig ook, Sherlock Holmes, Hercule Poirot en James Bond hebben niets van doen met de werkelijkheid. Daar las je hun avonturen ook niet om; na een miserabele werkdag, een ruzie met je vrouw en het nieuws van acht uur wilde je even in het diepst van je gedachten dan wel geen God zijn, maar toch wel bijna. Maar naarmate de werkelijkheid grimmi ger werd. harder, en dus ook de misdaad, bleken die fantasietjes steeds ongeloof waardiger: Wat nou verdwenen parels noer terwijl de Rotterdamse haven bleek te krioelen van de KGB-spionnen? Begin jaren zestig drong het besef door dat de werkelijkheid mogelijk wel eens spannender zou kunnen zijn dan fictie. Het boek dat daarmee de toon van een nieuw sub-genre zette, dat van de zoge naamde factie-romans waarin de feiten heilig zijn, is ongetwijfeld Frederick For- syths' De Dag van de Jakhals waarin zeer gedetailleerd een moordaanslag op de Franse president De Gaulle wordt be schreven. Authenticiteit, dat werd het trefwoord: de thriller als gedramatiseerde documentaire over 'hoe het, op basis van de feiten, had of zou kunnen zijn.' Compliment De thriller-auteur bleek nu tevens re- searchjournalist, jurist, historicus, poli tieman, Kremlinoloog. Niet langer paste hij de feiten aan aan zijn fantasie, maar deed het omgekeerde. En het mooiste compliment dat hij kon krijgen, was de opmerking dat de scheidslijn tussen de werkelijkheid en zijn fantasie niet meer zichtbaar was. De factieroman is inmiddels gemeengoed en heeft vele grote namen opgeleverd: Le Carré, Clancey, Allbeury, Forsyth, Gris ham, Vachss. Van tijd tot tijd treedt dat onbedoelde Jules Verne-effect op: Le Carré bedacht aan zijn schrijftafel de term 'Mol' voor een infiltrant in de eigen geheime dienst, en niet veel later bleek die aanduiding jargon van veiligheidsdien sten als MI 5 en de CIA. Zelf schreef ik in 1981 de thriller De Ogen van de Mol waarin een Zuidafrikaanse blanke, linkse journa list naar Engeland vlucht en daar uit ge wetensnood bekent voor de ZuidAfii- kaanse geheime dienst BOSS als infil trant te werken... en kijk, nog geen half jaar na publicatie van dat boek, liep zo'n man inderdaad over, naar Engeland, en bekende die feiten! Toeval. Het Jules Ver ne-effect per ongeluk. De laatste tijd echter lijkt, het steeds va ker alsof niet de werkelijkheid de fantasie bepaalt, maar het omgekeerde. Toen ik een jaar of wat geleden in Israël was, hield daar op dat moment een seriemoordenaar huis die een inititaal kerfde in de wang van zijn slachtoffers. Exact zoals de mis daadauteur William Bayer dat eerder had bedacht in De Seriemoorden (1987). En dat niet alleen, ook de lokatie was dezelf de, de Olijfberg bij Jeruzalem! Zo werden er bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, na de publicatie van Thomas Harris' De schreeuw van het lam (en na de film) door de FBI gevilde lijken in Californië aange troffen, zoals Harris dat achter zijn stu deertafel had beschreven. Intrigerend Te toevallig om nog toeval te zijn, gruwe lijk voor de auteur die er geen blaam voor treft, en een uiterst intrigerend fenomeen. Maar logisch en verklaarbaar vanuit de maatschappelijke ontwikkeling en die van de factie-thriller. De auteurs daarvan hebben zich in die afgelopen decennia na melijk dermate ingeleefd in de criminele ontwikkelingen, dat de goeden onder hen niet alleen journalist, researcher, jurist, etc. zijn, maar ook nog eens socioloog en criminoloog. Met andere woorden, door hun romans zo feitelijk op te bouwen, zo langs de rand van werkelijkheid en aktua- liteit te schrijven, blijken zij onbedoeld een inspiratiebron voor criminelen en ge stoorden te kunnen zijn! De recente aanslag in Oklahoma door ui terst rechtse blanke Amerikaanse ex-pa- ra's, maar ook de collectieve zelfmoorden onder de Jones-sekte in Frans Guyana, die in Waco, Texas, en vorig jaar in Zwit serland, kende ik al voor zij plaatsvonden uit Californische thrillers, en zelfs uit Her- ge's Kuifje en de Zonnetempel! Alleen de namen en de plaatsen zijn anders. Een van de meest briljante bankovervallen, in Ni ce, 1985, waarbij compromitterend mate riaal uit de kluizen werd gestolen, werd twee jaar ervoor bijna als blauwdruk be schreven in een thriller van Robert Daley! Een nieuwe tendens? Feiten als uitgangs punt die met behulp van fantasie tot nieuwe feiten kunnen leiden? Spannende Teleac-cursussen voor criminele Doe het Zeivers? Commercieel Afgezien van morele en ethische vragen, moeilijk kan het niet zijn om hier de No stradamus te zijn, en commercieel zal het ook niet tegen vallen: Had nou geen en kele Japanse misdaadauteur eerder dan de Sekte van de Hoogste Waarheid een pracht van een aanslag met gas in de me tro van Tokyo kunnen bedenken? In de fascinerende spionage-film Three Days of the Condor zegt de CIA-agent Ro bert Redford dat het zijn werk is 'veel kranten en avonturenromans te lezen om ideeën voor geheime operaties op te doen.' Als het geweten ons geen parten zou spe len, zouden u en ik hemeltjerijk kunnen worden! Gekken genoeg die die boeken van ons zouden lezen, nietwaar? Wie weet volgen er zelfs opdrachten van BVD, IRT, maar ook van het voormalige Bruinsma- syndicaat! Dus: De Nederlandsche Bank als financiële dekmantel van Octopus; collectieve vergiftiging van Ajax I door Milanese Mafia; CD kidnapt Beatrix in ruil voor premierschap Janmaat; Elco Brinkman dreigt Ruud Lubbers met ont hullingen rond diens familiebedrijf; een Servische aanslag op het Vredespaleis; gifgas in de Amsterdamse metro als pro test tegen de stadsprovincie; een coup van de SGP/EO om van Nederland een theocratie te maken; oud BVD-directeur Docters van Leeuwen blijkt opperhoofd RaRa te zijn; Marcel van Dam betrokken bij mysterieuze dood van Joop van den Ende; Nederlands Kernreactor Centrum levert plutonium aan Desi Bouterse; Youp van 't Hek neergeschoten tijdens conference... Tedere overeenkomst tussen- ersonages en feiten in dit boek berust op de werkelijkheid!' Dit land, let op mijn woorden!, gaat roe rige tijden tegemoet, eerst in zijn litera tuur, daarna in zijn kranten! Tomas Ross Bij de bushalte staan drie jongetjes van tien, elf jaar met de middelvinger omhoog. „Fuck you", roepen ze naar een stel meisjes en lopen scheldend weg. Taalkundig geweld neemt toe. In de reclame, op straat, school en bedrijf. Hoe denkt Nederland eigenlijk over vloeken en gebruik van schuttingtaal? In opdracht van de Bond tegen het Vloeken gaat het NIPO een grote enquete houden. Na de verwelkoming door de directeur, volgt de hand van zijn naaste mede werker. „De Deugd", zegt hij lachend. Pre cies zoals het hoort op het bastion van de Bond tegen het Vloeken in Veenendaal. Alle wanden zijn behangen met spreuken die meteen duidelijk maken waarom het gaat. Er waait veel bijval naar Veenendaal. „Zelfs van jongeren", zegt bondsdirecteur Rijk van de Poll. „Dat verbaast mij wel een beetje." Hij toont een ontboezeming van de vijftienjarige José'uit Maasland. Die vindt het 'onwijs leuk' dat er een Bond tegen het Vloeken is.' Elke brief wordt beantwoord. De bond reageert ook als er niet om wordt ge vraagd. Aan het bedrijf Nestlé, dat jaren geleden de term 'o jee' in een reclamecam pagne gebruikte, werd nadrukkelijk ver zocht of dat niet anders kon. Grover ge schut werd ingezet tegen Ohra, die in een commercial een voorstelling had gemaakt van het laatste oordeel en de hemelpoort. Toen deze verzekeringsmaatschappij wei gerde in te gaan op het dringende verzoek op te houden met deze beeldreclame, diende de bond een klacht in bij de Re clame Code Commissie. Hoewel die er ook het erge niet van inzag, heeft Ohra achter de omstreden campagne toch maar een punt gezet. Bastaardvloek Weinig ontsnapt aan de blik van Rijk en zijn medewerkers. Maar als het oog al struikelt over bastaardvloeken als 'o jee' en 'verdemme', komt dan de geloofwaar digheid van de bond niet in het gedrang? Een bastaardvloek definieert Van Dale als 'een vloek die opzettelijk verminkt is en daardoor onschuldiger klinkt'. Volgens Van de Poll maken spotters met de bond zich graag vrolijk over de fijnge voeligheid van de christenen voor woor den, die de eerbied voor Zijn Naam aan tasten. Ook al gebeurt dat maar zijde lings. Is 'potverdorie' ook een bastaard vloek? Rijk knikt. „Pot herinnert aan God en verdorie aan het Griekse woord 'dwaas maken'. Potverdorie is dan zoiets als 'God maakt mij dwaas'. Niet gebrui ken dus." Van de Poll laat er geen misverstand over bestaan. Vloeken en bastaardvloeken stroken niet met de derde eis van de Tien Geboden: 'Gij zult de Naam des Heren niet ijdel gebruiken'. „Wie van de Heer houdt, wordt dan ook in het diepst van zijn ziel gekwetst als iemand zich vergeet door een kreet te uiten die letterlijk bete kent 'God verdoeme mij'. Daarom hebben toegewijde christenen aangestuurd op een bond, die aan de wereld moet duide lijk maken dat tenminste Eén Naam niet ongepast in mond mag worden genomen, ook geen verbastering daarvan." Prof. dr. Anne van der Meiden, oud-hoog leraar public relations van de Universiteit Utrecht en praktizerend predikant, vindt het allemaal wat hooggegrepen. Volgens hem heeft God wel wat anders te doen dan ons af te luisteren. „Nee, God wordt zo gauw niet beledigd. Maar daarmee wil ik het vloeken niet billijken. Je moet het fat soenshalve niet doen. punt uit! Waarom zou je mensen kwetsen? Wie vloekt de monstreert zijn onmacht." Vloeken steekt hem, alsook het feit dat vandaag de dag velen, van jong tot oud, schuttingtaai verwarren met algemeen beschaafd Nederlands. „Daar moetje niet te veel aandacht aan besteden. Ik herin ner me nog een programma van de VPRO. dat steevast begon met 'kut, pies, poep'. Gênant. Nu weer Paul de Leeuw, die de namen van geslachtsdelen misbruikt. Verschrikkelijk natuurlijk, omdat het voortkomt uit een verziekelijkte opvat ting. 'Kijk mij eens even, ik stoor me op zettelijk niet aan het taaltje van de trut tige burgerij', zoiets. Al lang achter haald." Maar krachttermen kunnen toch ook be vrijdend werken? Mensen, die geklemd zaten in een ijzeren vroomheid, roepen ze graag om daarmee de zaligheid van hun verlossing te demonstreren. „Ach ja, dat doet me denken aan de term 'tegen-open- baarheid'. Jaren geleden deden krakers een band met een hakenkruis om hun arm bij de nadering van de ME. Ze wilden er mee onthullen dat die arme agenten be vangen waren door fascistoïde neigingen. Schuttingtaai had die betekenis ook. Ze moest ontmaskeren dat de tegenstanders van de 'poep-schreeuwers', de represen tanten van het klootjesvolk, reddeloos za ten vastgekleefd aan een kleurloze, lege moraal. Dat is niet meer zo. Mensen die smerige taal uitslaan, ontluisteren alleen maar zichzelf." Boegel BOND TEGEN HET VLOEKEN 363, 3900 A3 VwiMntnf Een van de posters van de Bond tegen het Vloeken. Dat wil de Bond tegen het Vloeken op al lerlei manieren iedereen aan het verstand peuteren. Om te beginnen de kinderen. Zo zijn voor basisscholen lesbrieven beschik baar, afgestemd op leerlingen van de bo venbouw, onder het motto: 'pas op je woorden!'. De boodschap is niet mis te verstaan. Citaat: 'Het is afschuwelijk Zijn naam te noemen als je iets vies of akelig vindt. Dat is voor Jezus een grote beledi ging. Roep maar iets anders als je in die appel bijt. 'Bah-bah-baggel-de-boegel' of zoiets'. Die tekst is geschreven door Hans Werk man, leraar Nederlands aan het Fonta- nuscollege in Barneveld en literatuur-cri ticus bij het Nederlands Dagblad. Hij ver zamelde ook de reacties van schrijvers die een ballpoint van de bond kregen toege stuurd met het opschrift: 'Men uw pen', zo'n tweeduizend stuks. Sommige auteurs waren woedend. Een uitverkorene beet van zich af met: 'Mag ik van uw reclame en andere zaken ver schoond blijven? De echte schrijver maakt zelf wel uit wat zijn pen schrijft'. Geestige reacties waren er ook. zoals deze: 'Dank U. het geschenk is aardig/ maar mijn persoon onwaardig/ want een tekst vol boze vloekjes/ is als een vla met bitter koekjes'. Lijkt het werk van de Bond tegen het Vloeken toch niet verdacht veel op vech ten tegen de bierkaai? Een treinpassagier formuleert het zo: 'In dit land mag alles, dus ook moraliseren via posters en affi ches. Maar wie kan het wat schelen?' Met zo'n opmerking is Van de Poll gauw klaar. Hij hanteert de stelregel: 'Wie niets doet. heeft bij voorbaat de slag verloren'. Bo vendien kan hij aantonen, dat de acties van de bond wel degelijk succes hebben. Met brieven van mensen en door positieve reacties van bedrijven, die zich gewillig la ten sturen door het standpunt van de Bond. Relatie Daarbij blijft het niet. Bijzonder in Neder land is de beslissing van Centraal Overijs selse Nutsbedrijven NV te Almelo (CO- GAS), met 260 werknemers een middel groot bedrijf, om een gedragsregeling in te voeren die zich richt op de totale relatie tussen bedrijfsgenoten. Volgens Henk Lubberding, hoofd personeelszaken, is er geen andere weg. „In een slechte bedrijfs cultuur woekert niet alleen de ongewen ste intimiteit maar vinden met name ook vloeken, taaiverruwing en racistische uit latingen maai- al te gemakkelijk een voe dingsbodem. Ongewenste omgangsvor men, waaronder het vloeken, treffen niet alleen het individu, maar zijn ook nadelig voor het bedrijf. Daarom moet naar mijn overtuiging in de volle breedte aan de' be drijfscultuur worden gesleuteld." Gele kaart „Zo gaat het de goede kant op", zegt Van de Poll tevreden. Het bevalt hem vooral dat het credo van de bond in diverse secto ren van de maatschappij wortel begint te schieten. Niet alleen in het bedrijfsleven en het onderwijs, maar ook in de sportwe reld, waarin vloeken en krachttermen tie ren als paardebloemen. „Vier voetbal clubs uit Limburg hebben mij verzocht zeshonderd gele kaarten op te sturen. Op zo'n kaart staat in grote, zwarte letters: 'Dit is een vriendelijke waarschuwing: vloek niet!'. Toch hoopgevend, niet? Er zijn zelfs scheidsrechters, die met dit soort gele kaarten in hun achterzak over het veld rennen. Horen ze een speler schelden, dan krijgt die d'r een." De bond gaat op groot. Ze wil niet meer vanuit een veronderstelde noodzaak ac tievoeren maar op basis van stevige cij fers. Vandaar het besluit het Nipo groot scheeps te laten onderzoeken hoe het staat met de vloekerij in dit land en hoe wordt aangekeken tegen het werk van de bond. Waarschijnlijk begin oktober zullen de resultaten van het onderzoek bekend worden gemaakt. Jos Bouten

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 22