Zeeuwse kolonie in zonnige Cariben 'enshonado's )p Bonaire PZC reportage ZATERDAG 20 MEI 1995 pve bladeren van de palmbomen [/ruisen in de wind. De helblauwe icht en de felle kleur van de kergele huizen doen zeer aan de jen. Uit een openstaand ramen aaien de klanken van een jeelband. In de verte blinkt de [aribische zee. De enige beweging in iestraat komt van enkele magere eiten die proberen tussen het stof gn kostje bij elkaar te scharrelen. Ie w armte maakt loom. Maar wat jeeft het. Er staat die dag toch niets phet programma. lit kan de beschrijving zijn van een sillekeurige dag van een ijenaamde penshonado op de ederlandse Antillen. Penshonado's, selgestelde vaak oudere mensen die tlokt door mooi weer en elastingvoordeel de wijk nemen lareen tropisch stukje Nederland. Theo en Gerda Nolet uit Yerseke hebben hun draai op Bonaire gevonden. De Nederlandse Antillen zijn aantrek kelijk. Enkele honderden landgeno ten hebben zich in de loop van de jaren op deze kleine stukjes Nederland in de Cari bische zee gevestigd. Daarbij bleek vooral Bonaire op Zeeuwen een aantrekkings kracht uit te oefenen. Ze lopen bij elkaar de deur niet plat, doch langzaam maar ze ker is zich op dat eiland een heuse Zeeuw se kolonie aan het vestigen. Het kost niet veel moeite om na wat navraag een hele serie Zeeuwen op Bonaire te vinden. Om maar eens een greep te doen, de familie Morres uit Hulst, het echtpaar De Vos uit Sluiskil, oud-ijzerhandelaar Tonny Leyn- se en zijn gezin uit Middelburg, het echt paar Nolet van restaurant het Reijmers- wale uit Yerseke. Janneke het barmeisje van de jachtclub in Breskens die nu bij Kareis Bar in Kralendijk op Bonaire werkt. Hans van den Ende, de voormalig uitbater van koffieshop Sint John in Mid delburg, het echtpaar Deerns voorheen te Veere, de Middelburgse zakenman Krie- kaard en zijn gezin en bijvoorbeeld J. van Splunder, een oud-Zeeuw die nu bij het waterleiding- en elektriciteitsbedrijf Bo naire (WEB) werkt. Het is maar een greep uit de groep Zeeuwen die hun weg naar Bonaire hebben gevonden. Het is op een totale eilandbevolking van ruim 13.000 in woners ook niet moeilijk af en toe eens een provinciegenoot tegen het lijf te lopen. Belastingtarief In 1989 werd op de Nederlandse Antillen de zogenaamde penshonado-regeling van kracht. Een regeling die uiterst aantrek kelijk bleek voor landgenoten met enig vermogen. Ze hoeven alleen tenminste 250.000 gulden in huis en grond te investe ren en een werknemer voor tenminste 30 uur per week aan te nemen. Verder moe ten ze in hun levensbehoefte kunnen voor zien zonder inkomsten uit arbeid. Vol doen ze aan die voorwaarden dan kunnen ze genieten van het uiterst vriendelijke belastingtarief van 5 procent. Nederland blijkt bij nader inzien niet zo gelukkig met de penshonado-regeling. Staatssecretaris van financiën Willem Vermeend heeft inmiddels de hand ge schud van Nederlands jongste pensho nado. een 23-jarige landgenoot. Dat was eigenlijk niet de bedoeling van de rege ling. Oudere kapitaalkrachtige landgeno ten zouden de eilanden een financiële in jectie kunnen geven, zo was de opzet in de west. Het moederland ziet de kapitaal- vlucht met lede ogen aan en wil de eisen aanscherpen. Minstens 750.000 gulden in onroerend.goed investeren, voorwaarden aan de minimum leeftijd en hogere belas tingtarieven. overweegt Vermeend. Voor Cor (45) en Celine (46) de Vos was de Penshonado-regeling niet de drijfveer om van Sluiskil naar Bonaire te verhuizen. Ei genlijk hadden ze zich liever in Amerika gevestigd, maar dat land is heel streng in zijn toelatingseisen. Vandaar dat ze eens wat hebben rondgekeken en uiteindelijk °P Bonaire terechtkwamen. De Neder landse taal, de Nederlandse invloed die op allerlei manieren terugkomt en voor haar vooral het klimaat waren enkele redenen om de keus op dit eiland te laten vallen. Celine de Vos: „Ik heb altijd zo de pest ge- bad aan het Nederlandse weer." Parkieten Hij had in Sluiskil een leuk aannemings- bedrijfje. Zij was systeem-beheerder bij DOW in Terneuzen. Ze haden het goed in Nederland maar waren er niet echt happy. ••We hadden ons altijd al ten doel gesteid om te emigreren. Bepaalde dingen bevie- knons niet in Nederland. Niet alleen het Wimaat, maar bijvoorbeeld ook het mi- beu. Vooral in de kanaalzone. Daar rook je be stank van de schoorstenen en werden *e wakker van de fabriekssirenes. Hier noren we parkieten en papegaaien als we wakker worden en kijken uit op de Caribi sche zee", vertelt ze. Hij voegt er aan toe De huisjes die vroeger dienden als slaapplaats voor de slaven in de zoutindustrie. De huisjes zijn amper 1,50 meter hoog. De familie Leynse op Bonaire: De eilandmentaliteit, dat trekt ons aan. dat ook het belastingklimaat in Neder land zo langzamerhand wurgend werd. Het bewust kinderloze echtpaar werkte hard. maar zag elk extra initiatief naar 's rijks schatkist verdwijnen. Ze waren nog in de gelegenheid op gunstige voor waarden hun pensioen af te kopen, had den jarenlang goed gespaard en kregen met de hoge onroerend goedprijs een steuntje in de rug bij de verkoop van hun huis. Zo konden ze de stap zetten en het enige tijd uitzingen. Ze vonden bouwgrond in een nieuwe lu xueuze villawijk ten noorden van Kralen dijk - Nieuw Sabadeko genaamd - en huurden een appartement tijdens de bouw van het huis. Dat was in april 1994. Cor sprak met de aannemer af dat er al leen gebouwd werd als zij op Bonaire aan wezig waren. Ze wilden ook zelf meehel pen en samen werken ze nu ook de laatste klusjes af, al is Celine door een ongeval tij delijk uitgeschakeld. Aanvankelijk "rea geerden de aannemer en zijn medewer kers wat vreemd, maai' toen bleek dat ze de Hollanders, of macamba's zoals blanke buitenlanders genoemd worden, net zo hard meehielpen, smolt het ijs. Vooral op het gebied van de logistiek heeft Cor veel tijd gewonnen tijdens de bouw. Als hij en kele weken van tevoren aan zag komen dat het cement opraakte, liet hij de aan- nnemer alvast een nieuwe voorraad be stellen. Niet iedere Antilliaan houdt er zo'n praktische manier van werken op na. Vaak worden er pas bestellingen gedaan als de voorraad op is. En als dan door lan ge levertijden de bouw stil ligt, dan wacht het werk maar. Cor bestrijdt dat de Bonerianen lui zijn, zoals sommige Nederlanders luidkeels be weren. Ze werken op een andere, rustiger manier, maar dat moet wel ook met ge middelde temperaturen van boven de 30 graden Celsius. Ze hebben andere priori teiten en soms nemen ze het niet zo nauw. Celine: „De mensen die zich daarover op winden komen juist met hoge bloeddruk, stress of een hartinfarct naar de Antillen. Dergelijke ziekten, daar hebben de men sen hier geen last van. De gemiddelde leef tijd is hier ook aanzienlijk hoger." En Cor: „Zolang het eerste verkeerslicht op Bo naire nog geplaatst moet worden zal het wel gaan." Dat neemt overigens niet weg dat er op het eiland allerlei voorzieningen zijn zoals een ziekenhuis, eigen radio- en tv-stations en een water- en elektriciteits bedrijf. Ook de grootgrutter die in Neder land op de kleintjes past heeft er een vesti ging. Schadeclaims Cor en Celine ergeren zich wel eens aan de Nederlanders die misbruik van de situatie maken. Mensen die bijvoorbeeld proberen een plaatselijk aannemertje een poot uit te draaien als een werk eens wat duurder uitvalt, dan in de offerte stond. „Zulke dingen gebeuren nu eenmaal. En het zijn vaak de mensen die het best bij kas zitten, die daar nog de meeste problemen over maken en met schadeclaims dreigen. Die realiseren zich niet dat ze daarmee het voortbestaan van zo'n bedrijlje op het spel zetten. En waar praten ze dan over, over een uurloon van twaalf gulden bruto. Het is jammer, want zoiets geeft wel een verte kend beeld van de Nederlanders." Contact met Nederland hebben ze via te lefoon en fax. Echt missen doen de De Vos sen het kikkerlandje aan de Noordzee niet, maar ze zitten er dan ook nog niet zo lang. Mocht het ooit echt niet meer gaan. dan verkopen ze gewoon hun huis op Bo naire en zoeken een nieuwe stek op. Het echtpaar Deerns heeft nog wel een lijntje open gehouden naar Nederland. Aan een van de Vlissingse boulevards staat een flat waar ze op terug kunnen val len. Hij was directeur van een bedrijf dat technische installaties verzorgde. Toen hij de gelegenheid kreeg de zaak over te dragen grepen ze hun kans en vertrokken naar Bonaire. De belastingdruk speelde duidelijk mee bij die beslissing. Hij stapte in 1992 op zijn zeilboot en zette koers naar de Cariben. „Ik voel me inderdaad een penshonado. Dat zou ik in Nederland ook zijn. Alleen hier is gelukkig een iets ander klimaat en dan doel ik niet alleen op het weer." Eerst hebben ze de drie ABC-eilanden - Aruba, Bonaire en Curagao - eens de re vue laten passeren. Aruba was te toeris tisch en te Amerikaans, op Curasao was te veel drukte en criminaliteit, zodat het vriendelijke Bonaire overbleef. Inmiddels zijn ze hartstochtelijke duikers geworden. En daarvoor hoeven ze niet ver te sjou wen. Ze wandelen naar de naast hun ter ras gelegen steiger en laten zich zo in zee zakken. Hij (52): „Ik verveel me geen mo ment. We zitten momenteel in een verhui zing naar een woning wat verderop, we duiken, ik vis wat en als ik niets te doen heb ga ik naar mijn boot. Waarom het ons hier zo bevalt? Het is klein, een eilandje en dat zijn we eigenlijk in Zeeland ook ge wend. Daar is ook alles overzichtelijk en heb je kleine gemeenschappen. Dat is hier niet anders. Misschien trekt dat de Zeeu wen wel aan op Bonaire." Contact met. de andere Nederlanders op het eiland zoekt hij niet bewust op. „Ik ga meer met Bonerianen om dan met Neder landers. Er is hier wel een café waar veel Nederlanders komen, de Mona Lisa, maar daar steek ik alleen af en toe mijn hoofd eens binnen." Zij zit op een tennisclub met voor de helft Nederlandse leden en voor de andere helft Bonerianen. Toch gaan ze nog wel ieder jaar drie maan den naar Nederland. Al was het alleen in het najaar voor het jachtseizoen. Ze den ken ook niet dat ze tot hun dood op Bo naire zullen blijven wonen. „Als we echt oud worden gaan we wel weer terug naar Nederland." Jachtseizoen Theo Nolet uit Yerseke was al lang weer terug naar het dorpje aan de Oosterschel- de gegaan, als hij niet regelmatig in staat zou zijn naar Nederland te vliegen. Ook hij is in het jachtseizoen even weg uit Bo naire. Maar wat hij nog het meeste mist zijn z'n oesters, de mossels, zeekraal, as perges en lamsoren. Bepaalde, vooral culi naire, zaken. Daar moet hij af toe even voor terug. Nolet overweegt momentcel regelmatig een vaatje oesters over te laten vliegen. In 1993 zijn ze in hun nieuw gebouwde riante woning aan het water getrokken. „De bouw liep nogal wat vertraging op. Op den duur was ik het zo zat. Toen zijn we er gewoon maar ingetrokken. Het was nog wel niet helemaal klaar, maar ik was het gewoon beu. Van die dingen kun je hier wel eens tegenkomen." Vanaf het terras kijkt Nolet op zijn vis- bootje. „Ik ben een soort oermens gewor den", lacht de 59-jarige Yersekenaar. „In het najaar jaag ik wat, hier vang ik mijn eigen visjes, wat wil je nog meer. De dagen vliegen voorbij. Het gebeurt vaak genoeg dat Gerda en ik om een uur of negen voor de televisie in slaap vallen. Je staat hier ook veel vroeger op, dan is het nog niet zo warm." Visite Ze hebben hun draai op Bonaire gevon den. Gerda zit op een boetseerclub en ze hebben het allebei behoorlijk druk met het ontvangen van visite. Ze vertelt: „Van eind januari tot nu hebben we eigenlijk constant mensen over de vloer gehad Dat is hartstikke gezellig en je hoeft je niet te vervelen." Angst voor een uit de hand lopende toeris- tenstroom heeft Theo Nolet niet. „Er zijn hier wel veel toeristen, maar daar heb je geen last van. Die zie je niet, omdat ze alle maal onder water zitten om te duiken. Echt toeristisch zal het nooit worden Er is eigenlijk maar één strand en een golfbaan is er niet. De toeristen die dat zoeken gaan liever naar Aruba." Ook hij laat zich bepaald niet positief uit over de Nederlandse belastingwetten. Daar heeft hij nu niets meer mee te ma ken: „We leven van de centjes die onze zoons opsturen." Als hij Bonaire ooit nog eens beu wordt, gaat hij niet meer terug naar Nederland. Maar dan wil hij wel een woonplaats dicht bij Yerseke. „Ik blijf toch Yersenaar. Dan wordt het dus Bel gië." De Zeeuw die waarschijnlijk het langst op Bonaire komt is de 55-jarige Middelburger Tonny Leynse. Ruim 30 jaar geleden zette hij voor het eerst voet aan wal op het ei land. Als toerist, omdat hij voor zijn werk op Curacao moest zijn. En jarenlang is hij toerist op Bonaire gebleven. Hij kent het eiland en veel van de inwoners ondertus sen door en door. Leynse is geen pensho nado. Hij is nog steeds verbonden aan het bedrijf in Middelburg, al is hij zijn banden met de zaak wel aan het afbouwen. Hij be taalt dus ook nog gewoon belasting in Ne derland. Dat heeft hem er echter niet van weerhouden de afgelopen jaren een kast van een huis aan het water neer te zetten. Op een van de fraaiste plekjes aan de zuid kust van het eiland. Leynse: „Vroeger was het hier prachtig. Totdat ze er huizen gin gen bouwen, het plan Nieuw Sabadeko. Toen dacht ik bij mezelf: als ze daar dan toch gaan bouwen kan ik er maar beter zelf een kavel kopen." Koraal Vanuit de woonkamer is het terras met zwembad te zien en daarachter de zee. Bo ven het water hangt een steiger. Leynse heeft speciaal voor die constructie geko zen om het koraal niet aan te tasten. Door de aanwezigheid van dat koraal kan er ook geen boot of jacht aan de steiger afme ren. Maar daar is die ook niet voor be doeld. Gewoon om in de koelte van het water wat te zonnen of als visstekje voor de broertjes Buddy van 7 en Boy van 9. Leynse: „Die jongens hebben hier toch een prachtig leven. Ze hebben tot één uur school. Daar droom je als kind toch van. We trekken regelmatig met het gezin de knoek, het binnenland, in. Om te kampe ren en lekker wat rond te sjouwen." In Kralendijk zijn twee basisscholen. Op de ene zitten vrij veel niet-Boneriaanse kinderen, van bijvoorbeeld Nederlanders. Daar heeft Leynse zijn jongens dus be wust niet op gedaan. Hij koos voor de Bo- neriaanse school met een ouderwetse, strenge aanpak. Leynse probeert zijn con tacten in Middelburg in te zetten ten be hoeve van het eiland. Zo gaan er regelma tig afgedankte boeken van de bibliotheek in Middelburg naar de school. Zelf kan hij ook niet stilzitten. Momenteel is hij samen met de overheid van het eiland aan het be kijken wat er gedaan kan worden aan het opruimen van oude autowrakken die her en der op het eiland achtergelaten zijn. Toevallig een branche waar Leynse iets vanaf weet. Enkele Bonerianen zijn dan ook al eens bij het bedrijf in Middelburg op bezoek geweest, om te zien hoe dat in Nederland gebeurt. Vriendelijk Tonny Leynse gaat er prat op goed en veel contact met de Bonerianen te hebben. „Ik voel me zelf ook Boneriaan. maar ik ben het nog niet. Je hebt hier van die Neder landers die zijn dan net op het eiland ko men wonen en gaan meteen aan het orga niseren. Ze zetten allerlei clubjes op en doen precies wat ze in Nederland ook de den. Dat zie ik dus niet zitten. Je bent hier niet in Nederland. De mensen zijn zo ge willig en vriendelijk. Zeker als ze zien dat je je aanpast. Alleen het gebeurt allemaal in een ander tempo, maar het gebeurt wel. Als ze je eenmaal kennen doen ze alles voor je." In de loop van de jaren heeft hij al het een en ander zien veranderen op het eiland: „Er komen steeds meer toeristen en onder de Bonerianen begint de angst te ont staan dat ze overspoeld worden. Ook wor den er steeds meer regeltjes ingesteld. De echte Boneriaan vindt het wel genoeg zo. De tijd dat alles binnen redelijke grenzen kon en mocht is al voorbij." Levensstijl Leynse gaat graag vissen met z'n boot. Dan nodigt hij een aantal vrienden uit en soms wordt er een picknick op het nabij gelegen eilandje Klein Bonaire aan vast gekoppeld. „Wij denken misschien dat we kunnen vissen. Maar dat is nog niets ver geleken met die mannen van hier. Die kunnen pas vissen. Daar kunnen wij nog heel wat van leren." Zijn vrouw valt hem bij: „We kunnen toch veel van de mensen hier leren. Van de manier waarop ze tegen het leven aankijken, hun instelling en hun levensstijl." Leynse: „Als ik het voor het zeggen had, bleven we voorgoed hier wonen Dan ver kocht ik mijn huis in Veere. Maar het is moeilijk plannen te maken in verband met de ziekte van m'n vrouw. Toch is Bo naire nu onze woonplaats. Ons huisadres is hier Op Bonaire is duidelijk sprake van een eiland-mentaliteit. Dat vind ik pret tig. Je maakt 's ochtends eens een praatje en je weet weer alles. Je kunt hier nog een beetje een vrije vogel zijn. Wie weet trek ik op den duur wel in een huisje in de knoek. Zoals de mensen hier leven." René Schrier

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 23