Echte feestvreugde wil in Rusland niet opkomen Gaan de Duitsers nu eindelijk rouwen om de Tweede Wereldoorlog? PZC Vergeten helden reportage ZATERDAG 6 MEI 1995 29 nemen. Ze waren een halve dag onderweg om toen vast te stellen dat het nieuwe be zit bestond uit vier paaltjes die op een on ontgonnen stuk land in de grond waren geslagen. Maar "het is niet alleen maar kommer en kwel. De drankindustrie heeft bijvoor beeld speciale veteranendrankjes op de markt gebracht. Wodka met pakkende namen als 'Loopgraaf, 'Geen stap terug' en 'Moskou staat achter ons'. Op de eti ketten scènes uit de beroemdste veldsla gen, waaronder uiteraard de bestorming van de Berlijnse Rijksdag. Veteranen Onder de naar schatting 5000 deelnemers aan de veteranen-parade op het Rode Plein zijn ook 350 soldaten die de storm loop op Berlijn, de hoofdstad van nazi- Duitsland hebben meegemaakt. De vlag die op de Rijksdag werd gehesen, zal wor den gedragen door generaal Petrovitsj Odinov. tweevoudig Held van de Sovjetu nie. Elke dag oefenen de veteranen. Grijze verweerde koppen, het oude uniform be hangen met tientallen medailles. Verbe ten proberèn ze met hun stramme knieën de excercitie correct uit te voeren. Maar ze kunnen ook nog lachen, vooral na een glaasje wodka. Lachen om de gezond heidsverklaring die iedere veteraan die aan de parade meedoet, moet hebben. „Is toch belachelijk. Toen we in de Grote Pa triottische Oorlog (WO II - red.) vochten, vroeg ook niemand naar onze gezond heid". zegt een van hen. Toen niet, nu wel. Boris Jeltsin wil het risico niet lopen dat als hij met zijn tientallen eregasten van het bordes boven het Lenin-mausoieum de parade afneemt, oude helden ineen zakken op de keien van het Rode Plein. Stalin De 83-jarige generaal Kazbel Karsanov is een van die helden. De ogen van de oude artillerie-officier glimmen als hij vertelt hoe zijn kanonnen de nazi-invasie vlak voor de poorten van het heilige Moskou stopten. Dan herinnert hij aan de grote eensgezind waarmee in die kritieke dagen het hele Sovjetvolk onder de bezielende leiding van de dictator Josef Stalin vocht voor het vaderland in nood. Stalins stand beelden mogen overal zijn neergehaald, in deze dagen valt zijn naam bij elke gelegen heid. Zelfs de Russische minister-presi dent Viktor Tsjernomyrdin prees de da den van Stalin in de oorlog. ..We mogen de belangrijke rol van Josef Stalin in die tijd niet verzwijgen. Dat zou onjuist en niet eerlijk zijn." De meeste Russen denken er niet anders over. Maar de tijd voor een totaal eerherstel van Stalin is nog lang niet rijp. Maarschalk Zjoekov is de grote held. Zijn beeltenis is groot of klein overal te zien en niet ver van het Rode Plein staat sinds een paar dagen een reusachtig beeld van de maarschalk te paard. Vergeten Een andere Zjoekov trof het minder goed. Zijn naam komt niet voor op de lijst van 11.000 helden in de hal naast het nieuwe immense herdenkingsmonument van de beroemde beeldhouwer Zoerab Tsereteli. Nikifor Zjoekov woog 131 kilo toen hij on der het rode vaandel ten strijde trok. Hij overleefde Leningrad als een van de weini gen van zijn eenheid, overleefde de bloe dige veldslagen in het Zuiden, raakte ze ven keer gewond en belandde in Duitse krijgsgevangenschap. Maar ook deze Zjoekov liet zich niet klein krijgen. Hij ontsnapte midden in de win ter, trok in zijn eentje duizend kilometer door onherbergzaam bezet gebied, werd vijf keer gepakt, maar wist evenzovele ke ren te ontkomen. Net voordat hij de eigen linies bereikte, raakte hij zwaar gewond. Een Russische tankbestuurder zag een dag later een mismaakte hand uit de sneeuw steken en redde de meer dood dan levende Zjoekov. Hij woog nog net 40 kilo. En het vaderland? Het vergat deze held. Pas 20 jaar na de oorlog kreeg Nikofor Zjoekov de laagste onderscheiding die er bestond. Ook hij zal er niet bij zijn op 9 mei. Vergeven Nadezjda Georgina Stepasjkina uit het veteranenhuis ontbreekt ook. maar dat komt hoofdzakelijk omdat de 74-jarige oud-verpleegster niet meer zo goed uit de voeten kan. „Vier keer ben ik gewond ge raakt, kijk maar." Haar houten kruk zet ze aan de kant, de rok gaat omhoog en Na dezjda Stepasjkina laat haar littekens zien. Het is niet mis. Van 19 mei 1941 tot augustus 1946 heeft ze in het Rode Leger gediend. „Ik heb overal gezeten, maar de slag bij Stalingrad heeft toch het meeste indruk op mij gemaakt. We vochten allemaal voor het vaderland en voor Stalin." Desgevraagd voegt ze er aan toe zelfs Duitsers te hebben geholpen. Ook zij haat de Duitsers niet: „Je moet kunnen vergeven. Alles is voorbij. Wij, oude mensen, zijn dicht bij de dood, maar het belangrijkste is dat de vrede blijft." Hans Hoogendijk Moskou maakt zich op voor de grootscheepse herdenking van de capitulatie van nazi-Duitsland op 9 mei 1945 in Oost-Berlijn. Het moet een geweldig feest worden, maar de juiste stemming wil niet opkomen. De veteranen die Hitier versloegen, morren; het bloedbad in Tsjetsjenië overschaduwt het grote jubelfeest; economisch gaat het miserabel en met een lege maag is het slecht feestvieren. Sinds de kroning van tsaar Nicolaas de Tweede in 1896 hebben niet zoveel staats- en regeringsleiders hun komst naar de plechtigheden in de Russische hoofdstad aangekondigd. De arme Nicolaas werd vermoord door de communisten, die een paar jaar geleden zelf uit het Kremlin zijn verjaagd. Daar troont nu 'tsaar' Boris Jeltsin, wiens grote feest nu in het water dreigt te vallen. Twee Russische veteranen vergelijken hun onderscheidingen tijdens een bijeenkomst voor het Kremlin. Als Michail Petrovitsj Barbasjin 's avonds zijn stramme leden in bed wil strekken, komt de slaap niet. Vlakbij zijn kamer in het Moskouse veteranen- huis Matvejevskoje denderen de tanks over het asfalt. Oefenen voor de grote pa rade op 9 mei. Honderden tanks, pantser voertuigen en mobiele raketinstallaties draaien hun rondjes over de Koetoesovs- kije Prospekt langs het Poklonnaja Park, waai' al het wapentuig staat opgesteld waarmee de Russen de Grote Patriotti sche Oorlog uitvochten. De 74-jarige Michail Petrovitsj gaat niet kijken op 9 mei. Hij heeft andere zorgen. De deur van zijn appartementje in het ve teranenhuis is gesierd met een rode ster, geflankeerd door de getallen 1941-1945. „Ja, ik was er vanaf het begin bij. Soldaat bij de zware artillerie. Leningrad heb ik bevrijd, daarna Polen, Tsjechië, Oosten rijk en ook in Duitsland heb ik gevochten. Als bevrijders werden we binnengehaald. Nooit, nooit vergeet ik het meer." Dan komen de tranen: „Elke nacht zie ik weer mijn kameraden brandend in hun tanks. Elke nacht zie ik weer de lijken van de inwoners van Leningrad na het einde van de blokkade. De Duitsers waren zo wreed. Ze gooiden ijskoud water over de mensen heen en lieten ze dan doodvrie- zen. Maar haten? Nee, de gewone Duitse soldaten heb ik nooit gehaat. Die moesten schieten, net als wij. Het was doden of ge dood worden. En als wij een stap achteruit deden, kregen we van Stalin minimaal tien jaar strafkamp." Bezetter „Maar nu? Wij zijn de verliezers. Gorbats- jov, die verrader, heeft de Sovjetunie ver nietigd. Hij heeft elke centimeter grond weggegeven die wij met ons bloed hebben bevrijd." Barbasjin veegt de tranen uit zijn ogen. „Kijk naar mij, Letland heb ik bevrijd. Na de oorlog heb ik daar altijd ge woond en nu zeggen ze dat ik een bezetter ben. Mijn vrouw en ik zijn het land uitge jaagd en dus zitten we hier. Niks, helemaal niks heb ik. Ik, een bevrijder, moet in afge dankte kleren van anderen lopen. Vetera nen moeten eten zoeken in vuilnisem mers. Gouden jaren hebben die daar bo ven ons beloofd, maar ik heb niks. Bandie ten zijn het." Zijn vrouw probeert hem te kalmeren, maar Barbasjin loopt helemaal leeg. „Al les heeft Gorbatsjov kapot gemaakt. Nu vechten we zelfs in ons eigen land met el kaar. Die Jeltsin gaat wel naar de kerk, maar wie is de oorlog in Tsjetsjenië begon nen? Wie heeft de schuld dat onze eigen mensen elkaar nu vermoorden?" In één adem gaat Barbasjin verder: „Een paar maanden geleden overleed onze zoon in Letland. We hebben hem niet eens kun nen begraven. We hadden een paspoort nodig, een visum en weet ik wat allemaal. Tegen de tijd dat dit allemaal geregeld zou zijn, was hij al lang verrot. Wij, vetera nen, voelen ons beschaamd. We zijn bede laars, terwijl we ons leven voor ons vader land en voor Stalin hebben gegeven." De verliezers van de oorlog zijn er volgens hem veel beter aan toe dan de winnaars. Brief Barbasjin is lang niet de eiiige die verbit terd is. Een aantal veteranen schreef een open brief aan de Amerikaanse president Bill Clinton. 'Wij zijn blij u in onze hoofd stad te mogen begroeten, maar u zult die dag geen vrolijke, lachende gezichten op straat zien, meneer Clinton. Velen van ons leven als bedelaars en daarom roepen wij de veteranen op de speciale Zjoekov-her- inneringsmedaille te weigeren. We weige ren ook de andere zogenaamde goede da den van deze regering. Van zo'n aalmoes kun je misschien twee kilo vlees kopen, dat volstrekt oneetbaar is', schreven de veteranen. Een grote Russische krant drukte hun brief af. Op 9 mei willen zij samen met andere boze groepen een grote tegendemonstratie houden. De oude stalinistische kaders zeggen het recht-toe recht-aan: „Wij ge ven de dag van de grote overwinning niet in handen van de vijand, want een vijand van het eigen volk is dit Russische regime intussen geworden." Weer anderen spreken er schande van dat de grote wapenschouw niet op het Rode Plein mag worden gehouden, 'omdat', zo als een van hen schreef, 'meneer Clinton niet tegen wapens kan en meneer Kohl geen op de nazi's veroverde vaandels wil zien. Schande. Het is ons Rode Plein'. De stad Moskou heeft de aangekondigde protestmars verboden, maar wie zal de ve teranen tegenhouden? Wat voor tv-beel- den levert het op indien de gevreesde OMON-eenheden van het ministerie van binnenlandse zaken deze oude strijders in elkaar zouden slaan? Datsja Oud-kolonel Vasili Zakjarov heeft weer geheel andere zorgen. Tientallen jaren had hij een huisje, een datsja, in het bosrij ke gebied ten westen van Moskou. Nu moeten Zakjarov en veel anderen het veld ruimen voor de bouwwoede van de 'nieuwe Russen', de fabelachtig rijken die gigantische buitenhuizen laten bouwen in dit schitterende gebied. Zakjarov: „In 1941 heb ik hier met eigen handen de na zi's tegengehouden en nu zeggen ze dat ik een bezetter ben en verjagen ze me. Foto links: Margarita Zjoekova, de 65-jarige dochter van de legendarische Russische maarschalk, staat bij een nieuw standbeeld van haar vader op een van Moskous pleinen. Foto rechts: Russische soldaten houden de portretten omhoog van collega's doe sneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog. 24 mei 1945. Georgy Zjoekov rijdt op zijn witte hengst door de straten van Moskou. De maarschalk was op dat moment populairder dan Stalin. De jaloerse dictator kon Zjoe kov niet uit de weg ruimen, maar hij vond een oplossing. Zjoekov werd verbannen naar een uithoek van de Russische republiek. Nooit!" Maar tegen het geweld van de bulldozers is Zakjarov kansloos. Andere veteranen dachten meer geluk te hebben. Ter gelegenheid van het grote feest ontvingen ze behalve een extra toe lage en de herinneringsmedaille, ook de toezegging voor een datsja. Hoera, maai de praktijk viel tegen. De dochter en schoonzoon van een oude veterane die in de prijzen was gevallen, gingen een kijkje De Duitse televisiekijker en krantele zer is de afgelopen tijd overspoeld met documentaires en artikelen over het einde van de Tweede Wereldoorlog, 50 jaar geleden. Oude filmbeelden en foto's tonen een verschrikkelijke wereld die de aanschouwer in verlegenheid brengt. Al een paai' weken wordt uitgebreid be richt over sadistische SS-ers temidden van bergen holocaustslachtoffers. Avond na avond toont de televisie beel den van de honderdduizenden Duitse oorlogsvluchtelingen en het leven tussen de puinhopen van de na-oorlogse Duitse steden. De beelden van de miljoenen Duitse krijgsgevangenen die wezenloos naar de gevangenkampen lopen zijn inmiddels iedereen bekend. De Neurenbergse pro cessen tegen de nazi-leiders hebben ook veel aandacht gekregen, net als de zelf moorden van kleine en grote nazi-leiders aan het einde van de oorlog, die blijkbaar heel goed wisten wat hen boven het hoofd hing en waarom. Naast artikelen in kranten en televisie documentaires worden overal speciale tentoonstellingen gehouden, die door grote aantallen mensen worden bezocht. Veel exposities gaan over het einde van de oorlog in een bepaalde plaats of over algemene thema's, zoals de rol van de Wehrmacht bij de moord op de joden. Ook zijn er verschillende boeken ver schenen over de blijdschap onder Duit sers over het einde van de oorlog en de naziheerschappij. Verrassing De belangstelling voor het einde van de oorlog en het nazisme in het algemeen komt voor kenners, die meenden dat de Duitsers de confrontatie met de ver schrikkingen van de oorlog niet in die mate aandurfden, als een verrassing. Geschiedenisprofessor Wolfgang Wip- permann gelooft dat de interesse voor de oorlog werkelijk van het volk uitgaat. „Ik ben verbaasd over deze interesse. De mensen willen herinneren", zei Wipper- mann, die verbonden is aan de Vrije Uni versiteit in Berlijn. Hij vertelt over een debat in de Beierse plaats Ingolstadt waar hij twee weken geleden was. Hij verwachtte 20 mensen, er kwamen er meer dan 200. De revisio nistische visie, die zegt dat de nazi-mis daden, zeker in vergelijking met de Stali nistische moordpartijen, niet zo uniek waren, lijkt weinig weerklank te vinden bij de bevolking, stelt Wippermann. „Het was meer dan opwindend"zei de 50- jarige Wippermann over dat debat. De professor vreesde lang dat de Duitsers zouden vergeten wie verantwoordelijk heid is voor de oorlog. Een kwarteeuw geleden schreef de Duit se psycho-analyticus Alexander Mit- scherlich met zijn vrouw Margarete het boek „de onmogelijkheid om te rouwen". waarin werd geanalyseerd hoe de Duit sers om de hete brij van de oorlog heen liepen. Het weekblad Der Spiegel vroeg zich in de uitgave van 24 april af of de huidige vloed van publieke herdenkingen bete kent dat de onmogelijkheid om te rou wen „voor eens en voor altijd is overwon nen." Wippermann betwijfelt of de kwestie voorgoed van tafel is. Voor het eerst sinds de oorlog is er „een zeer krachtige en invloedrijke rechtse intellectuele be weging." Toch slaagde die groep er niet in op 7 mei, een dag voor de officiële herden king, een ceremonie te houden waarin niet alleen op de bevrijding door de westelijke geallieerden werd gewezen, maar ook aandacht gevraagd zou wor den voor de vestiging van een commu nistische dictatuur in Oost-Duitsland. Bevrijding Op het officiële feest van 8 mei wordt de 50e verjaardag van de overgave van Nazi- Duitsland herdacht. Het thema van de viering is de bevrijding van de nazi-dicta tuur. Maar bijna iedereen, links, rechts, en midden, heeft vraagtekens bij die in terpretatie van de 8e mei. „Bevrijding? Als 8 mei 1945 een bevrij dingsdag was, waar zijn dan de bevrij dingsmonumenten?", schreef Heribert, Prantl in de liberale Sueddeutsche Zei- tung. „Het overgrote deel van de Duit sers had niet het gevoel dat ze in nazi-ge- vangenschap verkeerden, maar eerder dat ze in een heroïsche tijd leefden", schreef Prantl, die erop wees dat een deel van de mensen had geprofiteerd van in beslag genomen joodse bezittingen en dat weinig mensen zich tegen de nazi's hadden verzet. De meeste Duitsers werden pas echte de mocraten toen het Wirtschaftswunder in de jaren '60 voor iedereen zichtbaar werd, zegt Prantl. En pas in de jaren '70, toen een nieuwe generatie de Westduitse maatschappij dwong naai' het kwade verleden te kijken, sloeg de democratie echt aan. Slechts ongeveer eenderde van de 80 mil joen Duitsers heeft de oorlog meege maakt. Er zijn steeds minder mensen van de oorlogsgeneratie over die van in vloed kunnen zijn op de maatschappij en het politieke leven. Extremistische denkbeelden, zoals anti semitisme of de eis tot teruggave van Oost-Pruisen en andere gebieden die na de oorlog bij Polen en de Sovjetunie wer den gevoegd, zijn verboden of politiek achterhaald. In allerlei kleine dingen is de verande ring in Duitsland te zien. In steden in heel Duitsland worden, soms na felle de batten, gedenkstenen aangebracht die herinneren aan de joden die uit die ste den werden weggevoerd. Een burgerbeweging poogt al sinds 1984 in het concentratiekamp Dachau een studiecentrum op te richten. Dit jaar zal het gebouwd worden. Lokale politici hebben de bouw jarenlang tegengehou den, omdat zij vreesden dat de kiezers dan op de extremistische Republikaner zouden stemmen, zei Max Mannheimer (75), een in Tsjechoslowakije geboren jood die aan het hoofd staat van de over levenden van Dachau in Duitsland. „Nu realiseren zij zich dat zij een fout hebben gemaakt, zij realiseren zich dat wij hun echte partners zijn, de democra ten", zei Mannheimer in een interview. „De oude generatie, die door nazi-ge- dachtengoed is beïnvloed, is er bijna niet meer." De toename van extreem-rechts geweld na de eenwording van 1990 deed veel mensen opnieuw nadenken over de geva ren van het extremisme. De absurditeit van het nazidom wordt veel mensen dui delijk als zij de foto's bekijken op een ten toonstelling over de vernietiging van Berlijn. Op de tentoonstelling zijn ook beelden te zien van de steden Londen, Coventry, Rptterdam en Sebastopol, die door de Duitsers deels in de as werden gelegd. Alhoewel de nazi's niet ophielden te ver tellen dat de oorlog de Duitsers door een joods-geallieerde samenzwering was op gedrongen en veel mensen ook na de oor log nog aan die mythe vasthielden, heeft president Roman Herzog tijdens zijn toe spraak ter gelegenheid van de herden king van de bevrijding van het concen tratiekamp Bergen-Belsen gezegd dat de nazi's „de ergste misdaden tegen de mensheid ooit hebben begaan." Met die klare stellingname poogde de 60- jarige president duidelijk te maken dat het voor de Duitsers .ontoelaatbaar is zich achter allerhande halve en hele waarheden te verschuilen en dat zij moe ten erkennen „dat de schuld zwaar op ons drukt." Herzog zei er echter niet zeker van te zijn of inmiddels de juiste manier was gevon den om de herinnering aan de holocaust levend te houden. De getuigen sterven uit en er moet een manier gevonden wor den om ervoor te zorgen dat komende ge neraties de verantwoordelijkheid blijven voelen om een herhaling te voorkomen, Larry Thorson

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 29