Gouddelverij met bittere bijsmaak PZC Asperges steken 1PJ11P Koninklijke asperge moet mooi blank zijn mm' reportage ZATERDAG 6 MEI 1995 23 Ogenschijnlijk dommelen Limburg en Noord-Brabant vredig in de voorjaarszon. Alleen toeristen zorgen voor enige opwinding in de vele pittoreske, Anton Pieck-achtige dorpjes. Scherp geknipte gazonnetjes, fraai aangelegde bloembedden, keurig onderhouden huizen en de kerk in het midden. Maar schijn bedriegt. Achter de gezapige, zonnige facade woedt een bittere strijd om het snel groeiende 'witte goud' ofwel: de asperge. Een klucht in veel bedrijven met in de hoofdrollen: overspannen telers, overijverige opsporingsambtenaren, starre belastinginspecteurs, Poolse 'lefgozers', nijvere Portugezen en onwillige werklozen. Een klucht die voor menig teler echter al in een oer-Hollands drama is geëindigd. Aspergeteler Herman Ogink en zijn dochter Marliek (16) oogsten het 'witte goud' van hun akker in Raalte. Hulp krijgen ze van plaatselijke scholieren. sum foto Freddy Schinkel Onder de rook van Venray, in Oirlo om precies te zijn. net op de grens van de twee zuidelijke provincies, scharrelt teler Bert van Mil samen met z'n 17-jarige zoon Ruud op het erf. De gouddelverij heeft hem tot nu toe alleen maar narigheid op geleverd. Het gezin is inmiddels vermor zeld tussen de raderen van de bureaucra tie. Z'n vrouw en oudste zoon zijn beiden opgenomen in een psychiatrische inrich ting, zoon Ruud kwakkelt met een hernia en zelf zit hij in de Ziektewet. Zijn ogen schieten zenuwachtig heen en weer; elk moment lijkt ook hij in te kunnen storten. Vorig seizoen werkten nog 100 werkne mers op zijn tien hectare met asperges mee aan de oogst. Voornamelijk Polen. Drie weken lang werd hij dagelijks gecon troleerd door de vreemdelingenpolitie en de fiscus. De Polen werden opgepakt en vastgezet. Paspoorten werden ingeno men. „Die Polen, prima lui. werden als cri minelen behandeld. Schandalig. Ze wer den geïntimiteerd en onder druk gezet, terwijl ze niks anders hadden gedaan dan werken. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Kom daar nog maar eens om." Het onderzoek is nog steeds niet afgerond. Bert van Mil wordt in ieder geval nog ach tervolgd door een schadeclaim van 150.000 gulden. De teler loopt naar de schuur en toont de sorteermachine waar vorig jaar nog tien man aan stonden te werken, maar die nu er troosteloos bij staat. „Allemaal kapitaalvernietiging," verzucht hij. Een deel van z'n land heeft hij nu verkocht, een ander deel verpacht aan andere telers in de buurt. Hij is de jaarlijks terugkerende rituele dans om ar beidskrachten spuugzat. Hij kan zelfs niet meer cynisch lachen om de uitspraak van burgemeester Waal van zijn gemeente, die op de televisie verklaar de dat de telers maar eens fatsoenlijke cao- lonen moeten betalen. „Die man begrijpt er niks van. Hij praat over c.ao-lonen, ter wijl het allemaal stukwerk is." Het prin cipe is simpel: hoe meer je steekt, hoe meer geld je verdient. Gemiddeld betalen de telers 1,25 per kilo. En dat betekent dus domweg dat jonge benen meer geld mee naar huis nemen dan stramme werklozen, die noodgedwongen de afgelopen maan den, soms zelfs jaren, in ledigheid hebben moeten doorbrengen. „Ik heb ze hier ook gehad. Ze werden door de schoolgaande jeugd en die jonge Polen van het veld gelachen. Die steken op een morgen moeiteloos twee keer zo veel. Die beroepswerklozen schamen zich de ogen uit hun kop; ze deden er dan ook alles aan om zo snel mogelijk weer weggestuurd te worden." Prestigestrijd Van Mil weet dat de bedrijfsvereniging vo rig seizoen zeker zes ton heeft uitgegeven aan bemiddelingskosten. De opbrengst was karig: van de 130 aangeschreven werkwillige werklozen, hielden slechts dertig het seizoen vol. De rest haakte met- rug- en andere klachten al vrij snel af. Hij ontsteekt weer in woede: „Veel werklo zen hebben nog nóóit van dichtbij een as perge gezien, laat staan dat ze weten hoe je die dingen uit de grond moet halen, maar ze eisen wel meteen 30 gulden per uur. Als je met die lieden moet werken, kun je beter meteen de tentsluiten." Dat laatste is inmiddels bijna werkelijk heid geworden: z'n bedrijf is zo goed als ter ziele. Nu nog vecht zijn advocaat voor z'n rehabilitatie. „Het is een prestigestrijd ge worden. Eerst met minister De Vries en nu met Melkert. En die laatste doet z'n naam wel eer aan", schampert hij. Ondertussen schuimen jonge werkwillige Polen de streek af. Ze kunnen in een asper ge-seizoen van twee maanden meer dan een Pools jaarsalaris verdienen. Trappe lend van ongeduld wachten ze op het mo ment dat het startsein wordt gegeven om legaal aan de slag te gaan. Op sjofele campings, verscholen in de bos sen in de regio, hebben ze hun kampement opgeslagen. Als stoottroepers wachten ze op het aanvals-signaal. Op camping De Walnoot in Oirlo hebben zo'n 40 jonge Po len een aantal sta-caravans voor enkele guldens per dag gehuurd. Andere slapen in tentjes. Vooralsnog vullen ze de dag met luieren, drinken en wat rondrijden in hun aftandse autootjes. Maar ze staan op scherp. „Do you have work for me?". klinkt het onmiddellijk als een vreemde ling het grasveld op loopt. Hij wordt direct omzoomd door een tiental vrolijke Polen. De meeste telers weten hen prima te vin den. Hun aanwezigheid is een publiek ge heim. Maar alle commotie over hun komst gaat volstrekt langs hen heen. Ze begrijpen het niet. „We hebben alles keurig in orde", zegt een Poolse gelukszoeker terwijl hij z'n paspoort tevoorschijn haalt. „We mo gen op onze toeristenvisa hier drie maan den blijven." Ze verwachten snel aan de slag te kunnen. Een enkeling werkt nu al, zij het illegaal, en ook de anderen denken deze week nog een adres te vinden. Som migen hebben al ruime ervaring in het ste ken van Hollandse asperges; ze doen het Limburgse land al enkele jaren aan. Op dezelfde camping, iets verderop, doet een verliefd Engels stelletje zich te goed aan de zon. „We zijn beiden werkloos", zegt de 20-jarige Julie Hocking uit Devon. „Van onze uitkering, omgerekend zo'n 100 gulden per week, kun je net eten kopen. Meer niet." Vandaar dat ze op het conti nent wat bij proberen te verdienen. De as perges lonken derhalve voor Julie en haar 24-jarige vriend Stan Andrews. Bureau cratische regels vormen voor deze EU-in- Op camping De Walnoot in Oirlo wachten Poolse aspergestekers op toestemming om aan het werk te gaan. foto Gé Hirdes gezetenen geen obstakel om de handen uit de mouwen te steken. Met verbazing horen ze het lot van hun Poolse leeftijds genoten aan. „Crazy." In Soerendonk, een gehucht tussen tus sen Eindhoven en Weert, woont tuinder Toon de Vries. Hij heeft zijn tuinbouwbe drijf inmiddels grotendeels verplaatst naar de Middenportugese plaats Coim- bra. Op verzoek van bevriende tuinders heeft hij inmiddels enkele honderden Por tugese asperge-stekers naar Nederland gehaald. Ook voor deze EU-ingezetenen zijn er geen bureauratische belemmerin gen. „We moeten die Polen niet heilig verkla ren", zegt De Vries. „Ik durf hardop te zeg gen: met die Poolse lefgozers haal je ook criminaliteit binnen. Bovendien: Polen zijn weliswaar erg technisch, maar daar staat tegenover dat Portugezen over het algemeen handiger en vlugger zijn." Hij verwacht derhalve dat steeds meer Portu gezen hier de asperges zullen komen ste ken. In tegenstelling tot de Poolse geluks zoekers worden Portugezen doorgaans in de tuindersgezinnen opgenomen. „Ze draaien dan mee als familielid." Aspergeteler Gerrit Peeters, enkele kilo meters van Venray. bedenkt zich wel twee keer voordat hij net als in voorgaande sei zoenen weer met Polen in zee gaat. „Niet dat ze niet goed werken, integendeel, maar ik heb er genoeg gelazer mee ge had". Vorig seizoen werd z'n bedrijf twee keer door de belastingsdienst en drie keer door de vreemdelingendienst overvallen. „Met tien man en drie auto's werden m'n velden omsingeld. Het was een complete razzia." -.I- 'C&. - V" -- V --; -..Vv- - .V I - •- - VT-S ..T~, - Met afgrijzen volgt Jean-Jacques Menanteau, chef de cuisine van het gerenommeerde Amsterdamse res taurant Excelsior, de huidige 'asperge oorlog'. Voor de ware aspergeliefhebber is volgens Menanteau in de lente im mers maar één ding belangrijk: de 'witte Hollandse diamant' moet zo snel moge lijk op z'n bord verschijnen. De asperge mag dan de 'koningin onder de groente' genoemd worden, toch vin den de telers maar weinig Nederlanders bereid hun handen vuil te maken aan de voorjaarsdelicatesse. Het zal vooral van Poolse werkwilligen afhangen of de roomwitte staken allemaal geoogst kunnen worden voordat de kwaliteit achteruit holt. Als asperges te lang bo ven de grond blijven, krijgen ze een blauw kopje en dat wil de liefhebber niet. „Een asperge behoort mooi. groot èn blank te zijn", vindt Menanteau. Veelzijdigheid en een mooie smaak, dat zijn volgens de Amsterdamse kok van Belgische komaf de kwaliteiten van de asperge. „Je kunt er alle kanten mee op. Wij bereiden het op de traditionele wij ze, a la Flamande. Maar ze passen ook heel goed bij vlees en vis. Het geeft zo'n lekker Iris tintje aan een gerecht", ver telt de chef enthousiast. „Je kunt asper ges koken, marineren of verwerken in salades. Er bestaat zelfs asperge-ijs." De ware liefhebber van de asperge kan niet het hele jaar door genieten van de Hollandse lekkernij, tenminste niet van de witte. Het seizoen begint in de maand april, maar is eind juni al weer ten einde. De groene asperge, die vooral in Frank rijk wordt geteeld, kent een langer sei zoen, maar de fijnproever haalt voor de ze variant zijn neus op. De populariteit en het korte oogstsei- zoen heeft zijn prijs. Een kilo Hollandse asperges uit de B-klasse kost bij Albert Heijn acht gulden. De prijs voor abso- foto VandenBergh lute topkwaliteit (AA) ligt rond de twin tig gulden. In de meeste groentewinkels in ons land liggen nu nog hoofdzakelijk asperges uit Spanje en Griekenland die voor bijna de helft van de prijs van de hand gaan. Bij brasserie Luden in Utrecht wil men de gast alleen het beste voorschotelen, Daarom accepteert chef-kok Jim Roo senman alleen de beste Hollandse as perges in zijn keuken. „Ze hebben een vollere smaak dan de buitenlandse." Hij vindt asperges met ham en ei in hollan- daise-saus een goede combinatie. Maar ook een salade waarin het koninklijke gewas samen met garnaaltjes is ver werkt misstaat niet op de kaart, meent Roosenman. Uiteraard ontbreekt ook hier de asperge op z'n Vlaams niet. Roo senman maakt zich overigens niet zo druk over de heisa rond het aspergeste ken. „Ze komen er echt wel." Door al die controles is de lol er een eind af. Hij beperkt zich tot ruim twee hectare. Dat is net te behappen voor een vaste ploeg legale Nederlanders. De Polen heeft hij teleur moeten stellen. Tot z'n spijt, want er was een hechte band ontstaan. „Bovendien: ze werken zich te barsten. Een gulden is voor hen een tientje." Hij haalt uit de boerderij een kerstkaart op. waarin nog steeds de hosties zitten die de katholieke Polen als teken van genegen heid hebben bijgesloten. En natuurlijk de vraag of ze weer welkom waren. „Nu moet je een bord aan de straat zetten met: 'No work'. Ik laat ze nu liever staan dan dat ik 1.500 gulden boete per man krijg. Dat ri sico-neem ik niet meer." Heksenjacht En dan te bedenken dat Gerrit Peeters keurig belasting en premies betaalde over het loon aan de Polen. „Er is dus niks ge heimzinnigs aan. En toch is er een ware heksenjacht op deze prima krachten ont ketend." Desalniettemin kan hij wel enig begrip opbrengen voor de huiver van de overheid om de deur helemaal open te zet ten. Het is hem niet ontgaan dat enkele van z'n oude Poolse werknemers een jaar na dato nog steeds rondzwerven in het Limburgse land en emplooi hebben ge vonden in allerlei laagbetaalde baantjes in de regio. Het is duidelijk: de jacht op Poolse asper gestekers kan alleen maar worden ver klaard uit de angst van de overheid voor een stroom van goedkope Oosteuropanen naar de weldadige vleespotten van West- Europa. En dat moet blijkbaar koste wat- het kost worden voorkomen, Peeters verwacht dat de teelt zich geleide lijk naar Duitsland zal verplaatsen omdat het steken daar goedkoper is. Bij de aspergetelers in Salland doen zich geen noemenswaardige problemen voor omdat de bedrijfjes daar kleinschalig zijn, zodat het niet moeilijk is stekers te vin den. Tuinder Herman Ogink in Raalte: „Als ik tien hectare zou hebben, heb ik honderd man nodig. En dat red ik toch nooit." In de ochtenduren bevolkt de plaatselijke schooljeugd de aspergevel- den. In tegenstelling tot wat in Brabant en Limburg gebeurt wordt hier per uur uitbe taald. „Anders verdienen ze, nu de oogst nog op gang moet komen, het zout in de pap niet", zegt Ogink. Na twee uur steken staan achter op z'n trekker nog maar vier veilingbakken met het witte goud. De sfeer op het veld is uiterst ontspannen. De jonge stekers kennen elkaar al vele sei zoenen en Ogink probeert het zo gezellig mogelijk te maken. „We drinken samen koffie en als het warm weer is staat er een biertje klaar. Je moet het leuk houden." De enige die nog een beetje moet wennen is Chiel Oude Essink Nijhuis. Het is z'n derde dag in zijn eerste aspergeseizoen. „Maar", zegt hij. „het went snel. M'n rug pijn is al bijna verdwenen. Bovendien woon ik hier vlak in de buurt". Hij ver dient 4,75 per uur. „Maar je moet wel flink aanpoten hoor." Onnodig te vertellen dat langdurige werk lozen, zonder werkervaring, ook bij Ogink niks te zoeken hebben. Z'n dochter Mar liek heeft genoeg contacten op haar school om de velden ruimschoots te bevol ken op de momenten dat het hard nodig is. Nu het mooi weer wordt, schieten de as perges als paddestoelen uit de grond. De telers kunnen dan ook onmogelijk wach ten tot. ambtenaren uiteindelijk met een regeling voor de dag komen. Voordat het politiek gekrakeel is verstomd, zijn de as perges al> gerooid, gewassen en gesorteerd. En als het tegenzit ook al verorberd. Klucht Een cao voor dit soort werk is dan ook ab surd. Ogink legt uit: „Wanneer het war mer wordt dan 25 graden, groeien die din gen zo'n negen centimeter per dag. Dan moeten we 's avonds voor de tweede keer over het veld en staan we 's avonds tot een uur of elf nog te wassen en te sorteren. Maar bij slecht weer is het werk binnen een paar uur al gepiept." Het full-time aannemen van werklozen op cao-basis is derhalve niet rendabel. De hoofdrolspelers in deze oer-Hollandse klucht zijn bezig aan het laatste bedrijf. Zoals het er nu naar uit ziet, zal het doek voor de grootschalige aspergeteelt in Ne derland binnen enkele jaren vallen. Teler Bert van Mil, nog steeds furieus: „Wij telers hoeven toch het werkloos heidsprobleem niet op te lossen? Wat is dat voor onzin? Met al die regelgeving zijn we nog verder van huis. Want niet alleen ik, maar veel van m'n collega's hebben er zwaar tabak van. We laten de asperges nog liever rotten op het veld. dan dat we weer als misdadigers worden afgeschil derd door die ambtelijke troep." Kees van Oosten en Bart Olmer

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 23