Belle verveelt nooit
PZC
Simone en
Pierre Dubois
Grisham schrijft nagelbijter van allure
kunst CUltUUr vrijdag 21 april 1995 17
Rainmaker
Eigen plek voor joodse componisten
Een bedrag van zeker zes cijfers
voor de komma smijten
uitgever A. W. Bruna en de
filmmaatschappijen Warner Bros
en CIC er tegenaan om de
komende maanden hun John
Grisham-produkten onder de
aandacht te brengen. Voor Bruna
gaat het om het nieuwste boek van
de Amerikaanse bestseller-auteur,
De Rainmaker, terwijl de
filmmaatschappijen de consument
warm proberen te maken om de
video's van de Grisham-films The
Firm, The Pelican Brief en The
Client, te kopen danwel te huren.
Er valt nauwelijks aan te
ontkomen.
Het echtpaar
Simone en Pierre
Dubois.
foto GPD
rière getrouwd was. dat d'Hermenches
dan wel toenadering tot haar gezocht zou
hebben. Je kunt bijna zeggen dat zij door
haar huwelijk met De Charrière haar vrij
heid afgekocht heeft. Het huwelijk was
haar idee. Hij wist in ieder geval hoe ze
was: dat ze heel onafhankelijk was en niet
makkelijk."
Een huwelijk zonder liefde was het vol
gens Simone van zijn kant zeker niet: „Et-
zijn twee heel mooie liefdesbrieven van De
Charrière aan Belle bewaard gebleven,
van vijfjaar voordat hij met haar trouwde.
Zij was nogal impulsief, enthousiast. Hij
was veel bedachtzamer. Dat leven op Co-
lombier moet heel erg zijn geweest voor
haar. met die twee zusters van De Char
rière die gewend waren de hele huishou
ding te bestieren." Pierre vult aan. „En die
hun broer aanbaden."
Na de eerste tien jaar huwelijk, waarin
Belle niet schreef en probeerde zich te
schikken in het landelijke Zwitserse be
staan. vatte de schrijfster een ongeluk
kige liefde op voor een jongere man. In
hun biografie onthullen de Dubois de
naam van deze onbekende: hij heette
Charles d'Apples.
Belle consulteerde de 'wonderdokter'
Cagliostro. ze vertrok naar Parijs, ze ging
componeren en pakte de draad van het
schrijven weer op. Een nieuw leven, na
haar veertigste. Ze ontmoette in Parijs,
aan de vooravond van de Franse revolu
tie, veel belangrijke mensen zoals Condor-
eet, Bailly en Benjamin Constant. Deze
zou later de minnaar worden van Ger-
maine de Staël, de roerige Parijse ban
kiersdochter die met veel literatoren en
politici nauwe banden aanknoopte.
Afstotelijk
De hypocriete seksuele moraal in de acht
tiende eeuw was voor Belle van Zuylen
een harnas dat bij Madame de Staël ken
nelijk veel minder knelde. Simone Du
bois: „Maar Madame de Staël was ook een
rijke vrouw, ze kon zich daardoor veel
meer permitteren. Als ze aan de kant ge
zet werd kon ze gewoon weer verder. Zij
heeft altijd minnaars gehad."
Pierre: „Ze was bovendien twintig jaar
jonger dan Belle, en dus van een andere
generatie. Ze was een beetje een produkt
van de Franse revolutie." Simone: „Ben
jamin Constant en Madame de Staël had
den beiden politieke ambities, maar ze
vond hem aanvankelijk fysiek afstote
lijk."
Pierre: „Ze waren beiden uit op politieke
macht, maar uiteindelijk heeft hij haar
verleid. Constant was een heel talentvol
man. maar hij was ook een arrivist. Hij wil
de carrière maken, en daarvoor had hij
Germaine de Staël nodig. Belle had juist
een afkeer van opportunisme. Ze nam
Constant zijn gedrag kwalijk
Op de vraag wie de biografie, die op hun
beider naam staat, geschreven heeft, ver
telt Simone dat Pierre dat deed. „Het
werk van mijn man heeft veel meer literair
gewicht. Hij schrijft al vanaf zijn twintig
ste: essays, romans, gedichten. Ik heb me
nooit een schrijfster gevoeld. Ik heb Leven
Op Afstand indertijd geschreven omdat ik
vond dat ik dat voor Belle moest doen.
Het is op mijn weg gekomen en ik heb het
opgeraapt,"
Pierre: „Het is jouw grote verdienste ge
weest om te zien dat er goud op je weg
lag." Tegen mij: „Maar ik heb haar aan
Belle gebracht. En Simone heeft haar
weer aan mij teruggegeven." Simone:
„Mensen hebben wel eens medelijden met
me omdat ik altijd maar met Belle van
Zuylen bezig ben, al bijna een halve eeuw.
Maar het verveelt nooit. Wat men niet be
grijpt is dat ik me door Belle met de hele
achttiende eeuw bezighoud, en ook met
mijn eigen eeuw. Dat gaat altijd door."
Inge van den Blink
Op 17 april 1868 schreef de
vermaarde Franse criticus
Sainte-Beuve: „Het is jammer dat er
geen volledige Madame de Charrière
bestaat." Het zou nog meer dan
honderd jaar duren voor het
volledige werk van de achttiende-
eeuwse schrijfster Belle van Zuylen -
in de Franstalige landen bekend als
Madame de Charrière - uitgegeven
werd. Dat het zover kwam is geheel
te danken aan de inspanningen van
het Haagse echtpaar Pierre en
Simone Dubois. Zij kregen voor hun
Belle van Zuylen-biografie en de
tiendelige wetenschappelijke
uitgave van de Oeuvres Completes in
maart dit jaar het eredoctoraat van
de Utrechtse Universiteit.
Een gesprek over een levenswerk.
Een kamer en suite, met tegen alle wan
den kasten waarin de boeken soms
dubbeldik staan. Uitzicht op de tuin. Aan
het begin van het gesprek is de tafel nog
keurig leeg, afgezien van drie kopjes thee
met koekjes erbij op afzonderlijke schotel-:'
tjes. Aan het eind van het gesprek ligt de
tafel bezaaid met boeken van en over Bel
le van Zuylen, de briljante achttiende-
eeuwse schrijfster en 'feministe avant la
lettre', die de afgelopen tien jaar in brede
kring bekend werd.
Die populariteit heeft Belle - na haar hu
welijk heette ze Madame de Charrière - in
ons land vooral te danken aan het echt
paar Dubois: Pierre en Simone. Hij is in
1917 geboren in Amsterdam, zij in 1910 in
Gent. Ze trouwden op 12 juni 1943. 'Een
huwelijk dat aan mijn verwonderde be
wondering van het begin niets heeft ver
anderd', zoals Pierre Dubois in het tweede
deel van zijn driedelige Memoranda (per
soonlijke herinneringen) schreef.
Ze praten allebei veel en graag, zeker als
het over Belle gaat, Pierre rustig, met ge
noegen uitweidend over de achttiende- en
negentiende-eeuwse literatuur. Simone
levendig, met een charmante, licht Franse
tongval. Een fraai portret van Belle van
Zuylen hangt boven de huiskamerdeur.
Symbolisch. Een 'mariage a trois' is het
wel genoemd, de jarenlange band van de
Dubois met de persoon en het werk van
Belle. Maar dat lijkt een wat overdreven
uitdrukking voor zo'n keurig Haags echt
paar.
Schandalig
In 1952 maakte Simone kennis met het
werk van Belle van Zuylen, min of meer
toevallig. Toen ze Pierre leerde kennen
schreef zij over Franse literatuur voor on
der meer Literair Paspoort. „Maar ik
schreef ook voor damesbladen. En toen ik
eens op zoek was naai- een onderwerp
heeft mijn man me attent gemaakt op Bel
le van Zuylen."
Ze las allereerst de biografie van Philippe
Godet uit 1906: Madame de Charrière et
ses amis. „Dat waren twee delen met veel
citaten uit haar brieven en werken. Vooral
die citaten interesseerden me, want die
waren moderner van stijl dan de taal van
de biograaf!"
Pierre: „Ik had Caliste gelezen, dat in 1942
verscheen. Verder was er niks van Belle
van Zuylen te koop. Helemaal niks, het
was schandalig." Maar Simone's interesse
was gewekt. Zij wijdde de rest van haat-
leven aan speurwerk naar de schrijfster.
Ze schreef Leven Op Afstand, dat in 1969
Belle van Zuylen.
verscheen. Een biografie wil ze dit boek
niet noemen, „het is meer een portret."
Door haar werk aan Leven op Afstand ont
dekte Simone veel onbekend materiaal:
brieven vooral. In de jaren zeventig dook
het echtpaar Dubois de archieven en bi
bliotheken in Lausanne, Neuchatel en Ge-
nève in om meer te weten te komen over
de fascinerende Belle. Zo pluisden zij het
archief van Belle's minnaar op papier.
Constant d'Hermenches uit: zestien stof
fige. ongeordende dozen.
Brede opvoeding
Belle van Zuylen werd 20 oktober 1740 op
slot Zuylen bij Utrecht geboren als eerste
kind van adellijke ouders. Belle had een
helder, kritisch verstand en kreeg een bre
de. Franstalige opvoeding. Ze raakte al
jong haar geloof kwijt, tot verdriet van
haar ouders.
Nog meer narigheid veroorzaakte Belle
door op twintigjarige leeftijd het pamflet
Le Noble te schrijven, waarin ze de draak
stak met haar eigen stand, de adel. Op een
bal in Den Haag bracht de jonge Belle de
tongen in beweging door Constant d'Her
menches, een knappe rokkenjager met
een dubieuze reputatie, ten dans te vra
gen. Ze was hevig onder de indruk van de
getrouwde kolonel. En hij van haai-. Hun
prachtige briefwisseling verscheen in 1987
in het Nederlans onder de toepasselijke ti
tel Ik heb geen talent voor ondergeschikt
heid.
Eveneens in het Nederlands gepubliceerd
zijn Belle's brieven aan de schrijver Benja
min Constant, opmerkelijk genoeg een
volle neef van d'Hermenches. Hij was 28
jaar jonger dan zij en. net als zijn oom.
haar platonische geliefde. Althans. De
Dubois komen in hun uitstekende Belle
van Zuylen-biografie Zonder Vaandel tot
de conclusie dat de twee nooit met elkaar
naar bed zijn geweest. Met Benjamin ging
Belle om na haar huwelijk, toen ze in het
Zwitserse Colombiers woonde.
Het huwelijk van Belle van Zuylen met De
Charrière. de saaie Zwitserse huisleraar
van haar jongere broers, was niet geluk
kig. Het bleef bovendien kinderloos. Maar
Simone Dubois spreekt met aanstekelijk
enthousiasme over de relatie tussen Con
stant d'Hermenches en Belle van Zuylen:
„Hij wilde geen affaire met haai- beginnen,
terwijl zij daar misschien wel toe bereid
was geweest."
Onafhankelijk
Pierre vult aan; relativerend: „Wie weet,
maar nu bevinden we ons in het domein
van de hypothesen." Simone, vrolijk: „On
ne sait pas!" En dan. peinzend: „Ik denk,
als zij gewacht had en niet met De Char-
Fluitiste Eleonore Pameijer: Het is schrijnend dat de joodse componisten zijn vergeten. foto GPD
Hun composities zijn jammerlijk in
de vergetelheid geraakt. Maar als
het aan fluitiste Eleonore Pameijer
ligt, komt er verandering in die
situatie. Pameijer is, samen met pianist
Frans van Ruth en het Joods-Historisch
Museum in Amsterdam, de drijvende
kracht achter de cd Modern Times,
Dutch-Jewish Composers 1928 -1943. De
CD, die deze week uitkomt, is een
verzameling werken van de 'vergeten'
joods-Nederlandse componisten Rosy
Wertheim, Ignace Lilien en Leo Smit.
Pameijer 'ontdekte' het werk
van Smit en Wertheim tijdens
een concert in het Joods Histo
risch Museum. De fluitiste had eer
der nooit erg veel belangstelling
voor Nederlandse muziek van vóór
de oorlog. „Ik had altijd het idee
dat het nogal grauw en ouderwets
was, op Duitsland gericht. Maar
wat ik hier te horen kreeg was zo
mooi en anders! Ik werd diep ge
raakt door de overweldigende
kwaliteit van de muziek."
Pameijer en pianist Frans van
Ruth smeedden aanvankelijk
plannen om een aantal concerten
voor te bereiden niet werk van de
ze componisten, totdat een platen
maatschappij belangstelling toon
de om een cd uit te brengen in het
kader van vijftig jaar bevrijding.
Pameijer toog aan het werk om ge
schikte composities bij elkaar te
zoeken. Net voordat haar taak was
voltooid trok de platenmaat
schappij zich echter terug. Pameij
er. die juist had vernomen dat er
zelfs al een grote sponsor voor het
project was gevonden, ging naar
stig op zoek naar een andere maat
schappij. Dat werd Channel Clas
sics.
In februari werden de opnamen ge
maakt, waaraan behalve Pameijer
op fluit werd meegewerkt door Van
Ruth op piano, Marjanne Kweksil-
ber (sopraan), Marijke van Kooten
(viool) en Doris Hochscheidt (cel
lo). „Ik hoop dat Wertheim, Smit
en Lilien door deze cd de erken
ning krijgen waar ze recht op heb
ben", zegt Pameijer» „Ik vind het
schrijnend dat ze zo onbekend zijn.
Zelf zouden ze het waarschijnlijk
belachelijk hebben gevonden om
opgenomen te worden op een cd
met alleen maar joodse componis
ten. Maar het is natuurlijk wel zo
dat de oorlog bepalend is geweest
voor het verloop van hun carrière."
Gevierd
Smit (1900) werd in '43 opgepakt en
vervolgens in Sobibor omge
bracht. Wertheim (1888) dook on
der en overleefde de oorlog. Als
enige van haar familie. Het com
poneren lukte haar echter niet
meer. Vlak na de oorlog werd ze
ernstig ziek. ze overleed in 1949. Li
lien (1897) wist tijdens de oorlog,
mét een vals persoonsbewijs, aan
de aandacht van de Duitsers te
ontsnappen. Hij componeerde tij
dens die jaren in stilte een groot
aantal liederen, waaronder de
'Ballade van Westerbork' met de
delen Razzia en Kindertrein. Hij
overleed in 1964.
De drie waren voor de oorlog ge
vierde componisten in binnen- en
buitenland. Een eenduidig ant
woord op de vraag waarom deze
componisten dan toch werden ver
geten, heeft Pameijer niet. „Daar is
geen makkelijke verklaring voor te
vinden. Ik denk dat het vooral te
maken heeft met het feit dat men
hun muziek na de oorlog niet meer
op het programma durfde te zetten
uit een gevoel van gêne over het lot
dat hen had getroffen. Het verle
den was te beladen geworden, het
was te pijnlijk om daar aan herin
nerd te worden."
„Daarbij vond er na de oorlog een
enorme verandering in opvattin
gen plaats over wat mooi en niet
mooi was. De muziek werd ato
naal. experimenteler. Deze harmo
nische, zelfs wat romantische mu
ziek paste niet langer in de nieuwe
esthetische opvattingen. Voor
emoties was geen ruimte. Nu, na
vijftig jaar is die pijn er nog steeds,
maar de scherpe kantjes zijn er een
beetje af. Niet voor niets is er nu
weer een hernieuwde belangstel
ling voor componisten van vóór de
oorlog. Daarom is het tijd om hen
een plek te geven. Het is tijd voor
een nieuwe ontmoeting."
Monique Brandt
Er zijn dan ook gigantische
bedragen gemoeid met elk
produkt dat aan het brein van de
uitvinder van de 'legal thriller'
ontspruit. Zo verschijnt De Ram
maker, Grishams zesde boek in
middels, eind deze maand in een
record-startoplage van 2,8 mil
joen exemplaren in de Verenigde
Staten. Hoe groot de startoplage
van De Rammaker in Nederland
is, wil men bij Bruna niet kwijt, al
denkt een woordvoerder dat men
dit jaar van het totale Grisham-
oeuvre zo'n 400.000 exemplaren
zal slijten.
In Hollywood is de strijd om de
rechten te verkrijgen voor de
verfilming van De Rainmaker
nog niet gestreden. De aanbie
dingen vliegen over en weer en
zijn de magische grens van de
tien miljoen dollar al lang over
schreden. Kortom, alles wat ex-
advocaat John Grisham uit zijn
tekstverwerker tovert, verandert
in goud.
Het moet wel erg gek lopen, wil
het met De Rainmaker uitdraai
en op minder dan de platina-sta-
tus. Want met zijn jongste gees
teskind pakt Grisham de stiel
weer op, waarin hij uitblinkt: de
thriller waarin een jonge advo
caat het moet opnemen tegen de
grote boze wereld. Na zijn voor
laatste boek, de spanningsloze
familiekroniek Het Vonnis, waar
in een advocaat zijn opa van de
elektrische stoel probeert te red
den, kunnen we vaststellen dat
ouderenrecht heeft overgehou
den: het testament bewaken van j
een tachtigjarige maar nog brui
sende - en naar later blijkt steen
rijke - weduwe en een procedure
tegen verzekeringsmaatschappij
Great Eastern. De laatste zaak
voert Baylor naar de rechtszaal.
Great Eastern wordt gedaagd
door Dot en Buddy Black, een
echtpaar op leeftijd. Hun aan
acute leukemie lijdende zoon
Donny Ray is door toedoen van
de verzekeringsmaatschappij
een beenmergtransplantatie
onthouden. De Blacks eisen een
forse schadevergoeding. Baylor
komt bij het behartigen van de
belangen van de arme familie te
genover een leger advocaten van
Tinley Britt te staan, het kantoor
dat hij verafschuwt.
Cynisme
Het wordt een fascinerend ge
vecht, gelijk de strijd die David
tegen Goliath voerde. En we we
ten hoe die tweekamp destijds
afliep. Maai- voor het zover is,
kruisen talrijke illustere figuren
Baylors pad, zoals zijn onooglij
ke assisent Deck. al zes keer ge
zakt voor het rechtbankexamen
en dol op verkeersongelukken,
want daar valt geld mee te ver
dienen. Baylor papt verder aan
met de getrouwde Kelly, met wie
hij in de verrassende finale nog
het een en ander beleeft. Ook
voor de progressieve hoogleraar
Max Leuberg en rechter Tyrone
Kipier, wiens hart op de juiste i
plaats zit, is een belangrijke rol
weggelegd.
De Rainmaker, het eerste boek
dat Grisham in de ik-vorm
schrijft, toont ons een onthutsen
de blik op de Amerikaanse advo
catuur. waarin juristen liegen en
bedriegen en kunstjes flikken
waarvan een doorgewinterde cri
mineel het schaamrood op de ka
ken zou krijgen. Grisham steekt
zijn afkeer voor deftige advoca
tenkantoren en stijve professo
ren niet onder stoelen of banken.
Hij doet dat met verve: cynisme
en wrange humor vieren hoogtij,
de dialogen zijn om van te smul
len. Kortom, De Rainmaker mag
niet ontbreken op het nachtkast
je van de ware thrillerliefhebber.
Peter Kuijt
John Grisham: De Rainmaker - .4. IV.
Bruna. 416 pag - 39.95.
Grisham met De Rainmaker nu
weer een 'nagelbijter' van allure
heeft geproduceerd, een boek
met een hoog 'ik-kan-'m-niet-ter-
zijde-leggen'-gehalte.
Talent
De Rainmaker (wat zoveel bete
kent als 'het jonge talent met de
gouden handjes) vertelt het ver
haal van Rudy Baylor, een rech
tenstudent die een schijnbaar
zorgeloze toekomst voor zich
heeft. Hij moet zijn rechtbankex
amen nog afleggen, maar hij
heeft de toezegging dat hij kan
beginnen bij Brodnax Speer,
weliswaar een saai en stijf advo
catenkantoor. maar hij heeft ten
minste uitzicht op een vast inko
men.
Die toekomst komt op losse
schroeven te staan, als Brodnax
Speer wordt opgeslokt door een
nog groter advocatenkantoor.
Tinley Biitt. die van Baylors
diensten geen gebruik wenst te
maken. Baylor wordt vervolgens
via de louche kroegbaas Prins
Thomas, bij wie hij regelmatig
achter de bar staat, binnenge
loodst bij de nog louchere advo
caat Bruiser Stone. Maai' die
dienstbetrekking is van korte
duur: Bruiser en Prins vertrek
ken op een kwade dag met de
noorderzon, want gezocht we
gens belastingontduiking en nog
wat andere onfrisse zaken.
Er zit Baylor niets anders op dan
voor zichzelf te beginnen met
twee zaken die hij van het college
John Grisham biedt een onthutsende blik op de Amerikaanse advo
catuur. foto GPD