Bachs Brandenburg
met een ritmesectie
Klassieke bewegingen
krijgen nieuwe lading
Gebroeders Zuidweg
maken ommezwaai
Nieuw ballet van
Anne Teresa
de Keersmaeker
The New
Orpheans
Drum Rhythm Festival herdenkt Marley
kunst cultuur VRIJDAG 21 APRIL 1995 1 9
Om het bevrijdingsbal in Goes
in 1944 luister bij te zetten
werd een orkest geformeerd met
als voornaamste doel: het spelen
van dansmuziek. Een Canadese
militair die in Goes aanwezig
was, moest bij het horen van
deze klanken aan zijn
woonplaats denken waar een
orkest onder de naam The
Orpheans dezelfde muziek
produceerde. Het idee voor The
Orpheans - wat uit het Engels
vertaald melodieus, meeslepend
betekent - was geboren.
Het orkest genoot in Goes en
omgeving een zekere ver
maardheid. The Orpheans bege
leidden bijvoorbeeld Anneke
Grönloh en waren ook terug te
vinden in het voorprogramma
van de Ramblers. Bekende na
men uit die tijd zijn de gebroe
ders Piet en Kees Schrijver, Jan
Baarendse. Ko Hoogkamer,
Hans Keukelaar, Kees Broere,
Joop Marinisse en Bil Loenhout.
De band is doorblijven spelen
bij dansschool Janvier. Najaar
1993 lag de band op zijn kont, de
klad zat erin. Begin 1994 ont
stond de tienmansformatie The
New Orpheans, die uit oud-le
den van het dansorkest be
stond, met als thuishaven Hein-
kenszand. Blues en funk verdre
ven de dansmuziek. Met dit
meer eigentijds repertoire
kwam de improvisatie centraler
te staan. De oude bezetting
werd met musici uit Goes en
omgeving aangevuld. Drie or
kestleden zijn afkomstig van de
Zuidhollandse eilanden.
Aanstaande zondag presenteert
The New Orpheans zich aan het
Walcherse publiek met in de
blazerssectie de gebroeders
Zuidweg uit Heinkenszand, die
uit de oude bezetting afkomstig
zijn en de impuls gaven tot op
richting van The New Or
pheans.
Jazzmicrobe
Rinus Zuidweg (32) speelt trom
pet, zijn twee jaar jongere broer
Ko speelt saxofoon. Beiden zijn
lid van de Heinkenszandse fan
fare Euterpe. Vader speelde in
dezelfde fanfare bügel. moeder
speelt orgel en zingt in het koor.
Het muzikaal talent, zo vindt
het tweetal, komt meer van
moeders zijde. Rinus begon op
10-jarige leeftijd op bügel in Eu
terpe. Ko kreeg eerst blokfluit-
les, leerde het notenschrift en
verruilde op een geven moment
de fluit voor tenorsaxofoon. De
broers richtten de band Take Fi
ve op. die feestavonden opvro
lijkt. Daarnaast spelen ze nog
altijd trouw bij Euterpe en vin
den het een eer om achter de
bladmuziek gezeten, mee te din
gen naar de hoofdprijs van me
nig concours.
Maar de grote liefde is de laatste
jaren, de jazzmuziek. Met jazz is
Rinus in aanraking gekomen
door lessen op de Jazzacademie
in Roosendaal, die improvisa-
tiegericht waren. De jazzmi
crobe zorgde voor vernieuwing
van de platenkast en bracht de
twee broers naar menig jazzcon
cert. Rinus: „We rijden zo'n 400
kilometer naar Amsterdam om
Clark Terry daar te horen. Als
verjaardagscadeau namen we
voor deze nestor een boerenpet
mee. die hij gelijk opzette en op
hield." Trompettist Clark Terry
is door zijn herkenbare, soepele
melodische stijl hèt voorbeeld
voor Rinus. Ko zoekt het meer
bij krachtblazers als Earl Bos-
tic. Eddie Lockjaw Davis, Bud
dy Tate en Arnett Cobb. Saxofo
nisten die naast het wegzetten
van de melodie ook kunnen
scheuren op hun ijzer.
Het inslaan van de zijwegen van
de improvisatie vinden beide
broers een groot goed. In The
New Orpheans kunnen ze hun
improvisatiedrang en creativi
teit kwijt. Ze herkennen er iets
in van hun dagelijks werk waar
de een als smid en de ander als
koperslager bij hetzelfde con
structiebedrijf zijn brood ver
dient. Met het vakmanschap als
basis maken ze mooie dingen.
Gastsolist
Rinus Zuidwegs docent/trom
pettist Toon de Gouw heeft dat
muzikale vakmanschap op de
Jazzacademie nog wat verder
bijgeslepen. Diezelfde Toon de
Gouw treedt bij The New Or
pheans als gastsolist op. Rinus
zegt over zijn leraar: „Toon
heeft door zijn aanwezigheid
een leidende instrumentale
stem in een orkest. Daarnaast is
hij een solist met een eigen
stijl."
Deze 35-jarige Tilburger kreeg
zijn opleiding aan het Rotter
dams Conservatorium van Cees
Smal. Op zijn beurt gaf De
Gouw vijf jaar improvisatieles
aan het zelfde instituut. Nu
geeft hij les aan de conservato
ria in Tilburg en Amsterdam.
Als musicus is Toon De Gouw al
15 jaar verbonden aan de groep
Vaalbeek, die onder leiding
staat van bassist Niko Langen-
huijsen. Een zelfde aantal jaren
speelt De Gouw salsa-muziek
met pianist Jan Laurens Har
tong. Sinds 1987 gebeurt dat in
de groep Nueva Manteca waar
mee hij met collega Jarmo Hoo-
gendijk van die prachtige riffs
speelt. Als gastsolist stond De
Gouw aan de zijde van Ferdi
nand Povel. Misha Mengelberg,
Loek Dikker en nam hij plaats
in de trompetsecties van de di
verse bigbands. Of zoals de Til
burger zelf zegt: „Ik speel mu
ziek van de Zangeres zonder
Naam tot aan de Piep. Knar.
Knor en alles wat daar tussen in
ligt."
Arnold Parre
The New Orpheans met als gastsolist
trompettist Toon de Gouw, theater
café Schuttershof, Middelburg. Zon
dag 23 april, aanvang 17.00 uur.
Ee
n
De Brandenburgse concerten van
Johan Sebastian Bach zijn toch
eigenlijk goed genoeg zoals ze zijn, zou
je zeggen. Het is niet dat de Engelse
componist en arrangeur Tom Parker
het daarmee niet eens is. 't Is meer dat
hij er een eer in stelt om voor wat te
boek staat als 'het grote publiek'
eigentijdse versies te maken van
composities uit het klassieke ijzeren
repertoire.
i erder oogstte hij successen
-Jmet onder meer 'The Young
Messiah' en met bewerkingen van
werk van Mozart, Verdi en Tschai-
kowski. De nieuwste loot aan de
stam is The Brandenburgs, een
gearrangeerde versie van de eerste
drie Brandenburgse concerten van
Bach, geschreven tussen 1717 en
1723.
In de hoofdrollen de fluitiste Ber-
dien Stenberg en. enigszins verras
send wellicht, de concertmeester
van het Koninklijk Concertge
bouw Orkest Jaap van Zweden.
Het is een opmerkelijke combina
tie. Hoewel, wie even terugdenkt,
komt Berdien en Jaap in 1985 sa
men al tegen met het project 'Ode
aan Amadeus', een album dat met
vier keer platina werd bekroond.
Wat betreft hoge verkoopcijfers
weet Tom Parker ook z'n partijtje
mee te blazen. Het lot nu wilde dat
de drie publiekstrekkers plotse
ling bij een en dezelfde platen
maatschappij terechtkwamen.
Een en een is twee, in dit geval drie,
maai' hoe dan ook: een gezamen
lijk project was een schot voor
open doel.
Tom Parker: „Ik kreeg de uitnodi
ging om een album met Berdien en
Jaap te maken en ik dacht onmid
dellijk: De Brandenburgse concer
ten. Het was intuïtie. Nu kan ik die
keuze onder woorden brengen. Zo
wel Jaap als Berdien zijn zulke gro
te muzikale persoonlijkheden. Ze
verdienen allebei even veel aan
dacht. Dan kom je al gauw bij ba
rokmuziek uit en in het bijzonder
bij Bach."
Melodielijnen
„Zou je een stuk uit een later tijd
perk kiezen, bijvoorbeeld de
Romantiek, dan zou je een van
tweeen te kort doen. Daar heb je
namelijk meestal maar één hoofd
thema, de rest is versiering. Maai
bij Bach tref je een aantal parallel
lopende melodielijnen aan die ie
der op zich even belangrijk zijn."
En zo kreeg ieder van de solisten,
begeleid door The London Bession
Orchestra, het volle pond. zij het
dat de viool de partij vaft ae hoge
trompet kreeg toebedeeld en de
fluit de vioolpartij. Tevens voegde
Parker een ritmesectie toe en ver
ving hij het clavecimbel door een
piano.
Je moet ervan houden, maar de er
varing heeft geleerd dat heel veel
mensen overstag gaan voor de ma
nier waarop Parker klassiek mate
riaal presenteert. Een verklaring?
Berdien: „Het is watje noemt: een
lucky shot. Ik heb dat zelf twaalf-
eneenhalf jaar geleden ervaren,
Toen had ik 'Rondo Rousso' van
Mercadante bewerkt. Ik heb wat
platenmaatschappijen moeten af
lopen. Uiteindelijk durfde een het
aan. maar alleen op een single. In
vesteren in een album wilden ze
niet. Maar wat niemand had kun
nen voorspellen: het werd een hit."
Tom: „Ik schrijf zoals ik schrijf. Ik
maak geen enkel arrangement met
het grote publiek in mijn achter
hoofd. Toevallig, of niet toevallig,
dat weet je niet. slaat het aan wat
ik doe. Maar ik kan je verzekeren:
al zou niemand m'n muziek kopen,
dan zou ik nog hetzelfde schrijven.
Ik kan niet anders."
Experimenteren
„Iets anders is dat ik bij het arran
geren rekening houd met de arties
ten die het moeten gaan uitvoeren.
Ik moet weten wie wat gaat spelen
of zingen. Zo werk ik ook met The
New London Chorale. Ik schrijf de
bewerkingen met de capaciteiten
van de zangers voor ogen. Zo ben
ik nu ook te werk gegaan. Ik ken
Berdiens stijl. Haar partij heb ik
speciaal voor haar geschreven.
Hetzelfde geldt voor Jaap. Hij is
een klassieke violist. Aan zijn par
tij heb ik vrijwel niets veranderd.
In feite speelt hij volgens de oor
spronkelijke partituur."
Inmiddels heeft het drietal, onder
steund door het Belgische orkest II
Novecento in Amsterdam en Rot
terdam concerten gegeven, met op
het programma, na de pauze de
drie eerste Brandenburgse Con
certen. Waarom hebben ze eigen
lijk niet alle zes concerten op de cd
gezet?
Tom: „Ik heb voor de eerste drie
gekozen, omdat die bij het publiek
het bekendst zijn. Maar er is een
andere overweging: met name in
het vijfde en het zesde zitten inge
wikkelde passages die voor een
concept als dit moeilijk te hante
ren zijn. Maar wie weet: als deze cd
aanslaat, is een opvolger met de
andere drie concerten mogelijk."
Els Smit
Echte jazz en blues moet je zoeken op het
North Sea Jazz Festival. Het zijn genres
die opvallend genoeg geheel ontbreken op de
veelbelovende staalkaart van actuele mu
ziekgenres die het Drum Rhythm Festival
van 25 t/m 27 mei naar Amsterdamse podia
als de Beurs van Berlage, de RAI, de Escape
en De Melkweg brengt.
Drum Rhythm, het kleinere, vlottere broer
tje van North Sea Jazz, afficheert zich met de
slogan 'A Mix of Rhythm Roots'. Met at
tracties als Laurie Anderson, Khaled, Mas
sive Attack. The Chieftains, Spearhead, het
Brian Setzer Orchestra en een avondvullend
concert ter ere van de vijftigste geboortedag
van Bob Marley maakt de festivalorganisatie
die pretentie waar. Maar juist daarom is het
jammer dat een deel van de 'roots' lijken te
zijn afgehakt.
Paradiso ontbreekt ook op de agenda, maar
die afwezigheid vindt zijn reden in een prakti
sche omstandigheid: eind mei dient het voor
malige kerkgebouw aan het Kleine Gart-
manplantsoen als filmset. Een probleem dat
dankzij flexibel werken en het inzetten van
de Escape aan het Rembrandtplein bevredi
gend is opgelost.
De openingsdag, donderdag 25 mei (Beurs
van Berlage), staat in het teken van Zuidafri-
kaanse muziekgenres als mbaquangue,
township-jive en Jo'burg-reggae met arties
ten als Mahlathini The Mahotella Queens,
Soul Brothers en Lucky Dube. In de Escape
speelt dan onder meer de opzienbarende, am-
bient-bluesband Little Axe. Op vrijdag 26
mei spelen daar groten uit de reggaewereld
als Jimmy Cliff, The Wailers, The I-Threes,
Ziggy Marley en Pato Banton ter meerdere
eer en glorie van wijlen Bob.
Jazz en swing komen op zaterdag 27 mei om
de hoek kijken bij de 'La tin Dance Explosion'
in de Beurs met Los Hermanos Moreno en de
Latin Legends (onder meer Ray Barreto). En
ook bij Massive Attack dat met Soul Coug
hing alweer de Escape op zijn kop zal zetten.
Laurie Anderson tenslotte, komt met haar
spraakmakende Nerve Bible Tour naai" Am
sterdam. (GPD)
Bob Marley.
Trompettist Rinus Zuidweg (links) en saxofonist Ko Zuidweg. foto Arnold Parre
Een normale werkdag in de
voormalige filmstudio Espace
Temos aan de Volxemlaan in
Brussel is hectisch. Het oude en
uitgeleefde gebouw, dat binnen
kort verwisseld wordt voor een
nieuwe dansstudio met kantoor
ruimte, gonst van 's morgens
vroeg tot 's avonds laat van de ac
tiviteiten. Er wordt getelefoneerd
met landen in heel Europa over
voorstellingen. Er moet persmate
riaal verzonden worden. Reissche
ma's moeten worden voorbereid of
veranderd. Er moet gerepeteerd
worden. En waarom is dat druk
werk nog niet binnen?
Anne Teresa de Keersmaeker -
bleek, donkere ogen en kleiner dan
ik verwacht had - neemt nog wat
zaken met haar produktiemana-
ger door. „U bent die meneer uit
Nederland? Ik kom zo bij u." Ze
loopt naar een andere ruimte waar
twee vrouwen werken: „Laat haar
weten dat ik haar vandaag nog
hier wil zien. Vandaag nog!"
De geïntegreerde benadering van
muziek en lichaamstaal vormt een
belangrijk aspect van De Keers-
maekers choreogafieën. Sinds
haar eerste dansproduktie Asch
(1980), choreografeerde zij op mu
ziek van onder anderen Thierry De
Mey, Steve Reich, Ligetti, Chopin,
Beethoven, Mozart, Bartók en
Bach. In Kinok horen we achter
eenvolgens de Vioolsonate van
Bartók, Grosse Fuge van Beetho
ven, en eigentijdse muziek van De
Mey, speciaal voor Kinok geschre
ven. Maar om welke muziek het
ook gaat, na het zien van de dans
bewegingen die De Keersmaeker
er bij bedacht, is er niet alleen de
herinnering aan een klankbeeld.
Ook is er de visuele herinnering
aan een muzikale structuur dank
zij de omzetting en uitbreiding van
de muziek in de bewegingsmotie
ven van de choreografe.
Wat heeft u met muziek, waar is
die fascinatie begonnen?
„Als meisje heb ik dwarsfluit ge
speeld. Ik volgde lessen aan de mu
ziekschool. Die lessen kwamen
voort uit een gemiddelde muziek-
behoefte, denk ik. Ik was geen uit
zonderlijk muzikaal talent. Ik
volgde muzieklessen om dezelfde
reden waarom zoveel andere kin
deren op de muziekschool zitten.
Anne Teresa de Keersmaeker.
Via de muziek kwam ik in aanra
king met de dans. En aanvankelijk
was dat dansen ook niet méér dan
het invullen van een gemiddelde
meisjesbehoefte: de meisjesdroom
van een ballerina in een sprookjes
ballet. Tegelijkertijd ben ik wel
fluit blijven spelen. Ik heb zo'n ze
ven jaar les gehad. Nee, aan de
fluitsonates van Bach ben ik nooit
toegekojnen."
Muziek en dans vormen in uw
geval dus een heel natuurlijke en
elementaire verbinding.
„Dat denk ik wel. Als danseres en
choreografe heb ik de taal en de
grammatica van het lichaam di
rect vanuit de muziek willen ont
wikkelen. Muziek vormt de basis
van al mijn dansactiviteiten. Al
tijd is er eerst de muziek. Die geeft
me soms een beeld of inspireert me
tot een totaal bewegingsbeeld
voor een voorstelling."
Uit sommige van uw uitspra
ken lijkt het alsof u de beweging
opvat als iets absoluuts, zoals ook
de muziek doorgaans als een abso
lute, op zichzelf staande taal wordt
benaderd. Beweging als een ab
stract fenomeen.
„Als ik in sommige uitspraken die
indruk heb gewekt, dan berust dat
op een misverstand. Beweging is in
haar totale dimensie met het li
chaam verbonden. Het lichaam is
drager van een aantal... Nou ja,
misschien wel van het universum...
Dus van alles: drager van het spiri
tuele, maar ook van de erotiek. Ik
denk dat dat een eenheid vormt.
Mijn dans heeft in ieder geval niets
te maken met een 'geaseksuali-
seerd' lichaam: het lichaam als een
onaandoenlijk werktuig van de
dans zoals je dat wel ervaart in
choreografieën die van een absolu
te bewegingstaal uitgaan."
Kenmerkend voor De Keersmae
ker zijn een aantal elementaire re
flexbewegingen. Alsof er onmid
dellijk en ongestileerd wordt ge
reageerd op een emotie van vreug
de. verdriet, pijn. Zoals een leven
dige sprong met uitgestoken elle
bogen en opgetrokken knieën. Of
een zijdelingse val gevolgd door
een rol. Jongensachtige bewegin
gen, die uitgevoerd door danseres
sen extra robuust ogen. Typisch
voor de vroege balletten van De
Keersmaeker was ook het gebruik
van dramatische groepsbewegin-
gen, waarbij de kostschoolkleding
van de danseressen in witte bloes
jes, een stropdasje, een zwart rok
je, zwarte molières en korte witte
sokjes, de dans verplaatsten naar
het spontane en onervaren bewe
gen op een schoolplein.
Groepsbewegingen vormen nog
steeds een sterk element, maar
daardoorheen worden meer en
meer de klassieke en academische
wortels van haai- danstaal zicht
baar. Die waren er altijd al. maar
nooit zo uitgesproken.
Dansbeelden
Uw balletten lijken - en dat zie
je bij anderen ook gebeuren - klas
sieker te worden. Alsof uw eigen,
heel specifieke bewegingsmotie
ven een bredere, meer historische
bedding zoeken. Dat waren soms
heel schrijnende bewegingen, die
ogenschijnlijk teruggrepen op
foto Patrick De Spiegelaere
beelden uit uw kinderjaren. Pijnlij
ke beelden van verloren illusies en
dromen. Ik zie die bewegingen
steeds minder bij u terug.
„Ik houd de bewegingen heel dicht
bij mij, dicht bij mijn eigen li
chaam. Dat dat nu minder het ge
val lijkt, komt waarschijnlijk door
dat ik vroeger zelf meedanste. Dat
maakt een groot verschil met hoe
je met die bewegingen omgaat.
Toen ik zelf nog danste, was ik pri
mair op mijn eigen lichaam aange
wezen: dat geeft bijna als vanzelf
een autobiografische lading aan
bepaalde bewegingen en dansbeel
den. Dat was niet iets wat ik na
drukkelijk zocht."
Kinok lijkt gecompliceerder
dan al uw voorgaande choreogra
fieën. Vooral omdat u daarin ver
schillende muziekwerelden - Beet
hoven. Bartók en De Mey - en ver
schillende bewegingselementen en
tempi - bovenlichaam, onderli
chaam, snel, langzaam en alles
wat daartussen ligt-bij elkaar zet.
Dat eist van de toeschouwer sterk
uiteenlopende manieren van kij
ken en ervaren.
..Kinok is een van de avontuurlijk
ste balletten die ik tot nog toe heb
gemaakt. Het is een voortzetting
op de weg van het deconstrueren,
het uit elkaar pluizen en opnieuw
in elkaar zetten van de klassieke
bewegingstaal. Ik wil de klassieke
bewegingen van nieuwe betekenis
sen voorzien, er een nieuwe bewe
gingstaal van het lichaam van ma
ken buiten de oude voorschriften
Godert van Colmjon
Zelf vindt ze Kinok haar meest
gecompliceerde choreografie tot nog
toe. Het nieuwe ballet van Anne Teresa
de Keersmaeker, de choreografe en
artistiek leidster van het Brusselse
dansgezelschap Rosas, beleefde zijn
wereldpremière eind vorig jaar in de
Belgische hoofdstad. De Nederlandse
première van Kinok, waarin de
springerige bewegingen van het oog het
uitgangspunt vormen voor de
ontwikkelingen van de dansbewegingen,
vindt plaats tijdens het Springdance
Festival in Utrecht (tot en met 2 mei).