Vlaag van nostalgie
Henk van der Horst vangt zijn verleden
kunst cultuur
19
vertaald
VRIJDAG 31 MAART 1995
Nieuwe Muziek Zeeland heeft 25
jaar activiteit in zeventig
minuten laten stollen. Op een cd dus.
De uitgave wordt aanstaande zondag
gepresenteerd, een moment dat -
vanaf 16.30 uur - met muziek en
vertolkers van vroeger en nu
omgeven is. Johan Faber slaat
slagwerk, Geoffrey Madge speelt
Bach, Satie en Xenakis, celliste
Frances-Marie Uitti voert behalve
Xenakis ook Feldman en Scelsi uit,
hoboïst Ernst Rombouts brengt werk
van Van Roosendaal en Mahnkopf en
Uitti en Willem Breuker
improviseren. Een reünietje. En een
moment voor reflectie.
Is in die kwart eeuw de zaal eigenlijk
weieens in vertoornd boe-groep ontsto
ken?
Aan politiek tumult was jarenlang geen
gebrek: Nieuwe Muziek Zeeland kostte te
veel of het deed te weinig om de bijeen ge
sprokkelde gelden passend te bewaken, er
kwamen te weinig mensen luisteren of de
club werd gewoon te elitair bevonden. Tot
diep in de jaren tachtig werden provin
ciale politici, als tegenstribbelende bok
jes, in de richting van toch maar weer een
subsidie voor het Nieuwe Geluid gedre
ven. Eh vandaag de dag verheft de poli
tiek de stem niet langer als het om de club
van Van 't Veer gaat. Gewenning.
Maar hoe zat het tijdens al die festivals bij
voorbeeld met het tumult van kenners en
liefhebbers, als er een werk in fluistering of
geweld was verklonken? Stak er, bij een
wereldpremière, een Nederlandse pri
meur of een festivalopdracht ooit zaal-
breed boe-groep op, dat - al was het maar
in de verte - iets had van de commotie,
waarmee in 1913 Pierre Monteux van een
Parijs podium werd weggehoond tijdens
de eerste uitvoering van Strawinsky's Sa-
cre du Printemps? Is er ooit vernomen van
een festivalcomponist die langdurig in
een depressie raakte na de schriele ont
vangst van een nieuw werk, zoals dat
Rachmaninov gebeurde nadat zijn eerste
symfonie flopte? Of is Morton Feldman -
hij maakt er op de nieuwe cd gewag van -
in Middelburg ooit zo ijzig bejegend als
hem met Bernstein en de Philharmonic, in
New York overkwam bij de uitvoering van
een van zijn werken?
Voor zover mijn herinnering strekt: nee
dus.
Verdraagzaam
Een beheerst, verdraagzaam volkje, die
toehoorders bij Nieuwe Muziek Zeeland.
Ik herinner me wel een paar inviduele ac
ties. Nog geen twee jaar geleden bijvoor
beeld. De Engelsman Michael Nyman,
vooral bekend door zijn filmmuziek, was
een van de dragende gasten op het festival
en in de Oostkerk klonk een aantal van
zijn composities. Naast me zat Herman
Goetheer, liefhebber, die al bij het tweede
werk onrustig in zijn bankje begon te
schuiven, in het derde nummer groten
deels een herhaling van het voorafgaande
beluisterde, meldde dat-ie zich verneukt
voelde en na de pauze niet weerkeerde.
Die reactie op Nyman kon ik me beter
voorstellen dan de indirecte recensie die
een bezoeker ooit formuleerde op de - toe
gegeven: niet geringe - dynamiek en het
volume, die Iannis Xenakis op een festi
valavond van het Xenakis Ensemble ver
langde. Het was in een periode, dat in de
kunsten weer eens een bezuinigingsgolf
woedde; en fans van de avant-garde mor
den, dat de hedendaagse muziek makke
lijk ontzien kon worden als politiek werd
afgezien van de aanschaf van een partij
straaljagers. Die bezoeker nu hoorde Xe
nakis aan, pakte halverwege de jas en ver
liet het pand met een gemompeld: „Dan
toch maar liever die straaljagers."
Het is het oproepen van dat soort herinne
ringen die voor mij de nieuwe verzamel-cd
een toegevoegde waarde geeft. Een kwart
eeuw nieuwe muziek in Zeeland. De noe
mer van de cd slaat in feite op de periode,
waarin die muziek beroepsmatig wordt
georganiseerd: Ad van 't Veer werkt sinds
1969 bij Jeugd en Muziek/Nieuwe Muziek.
Elke selectie uit de vele honderden com
posities die in deze tijd in Middelburg heb
ben geklonken, is arbitrair. Omdat het om
live-opnamen gaat, werd de keuze mede
door de technische kwaliteit begrensd en
beperkt.
In de zeventig minuten die nu op cd zijn
gestold, klinken bij mij ook de vibraties
door van een reeks ervaringen, opgedaan
tijdens vele zomeravonden. De één roept
de ander op en het beluisteren van de cd
bezorgde mij zowaar een vlaag van nostal
gie. Wat werd opgenomen biedt hoe dan
ook een kaleidoscopisch beeld van de ma
nier, waarop jarenlang aan vernieuwing in
de muziek is gedaan. Zo zijn er twee caril
lonstukken van Willem Breuker, doorlo
pend te gast in Middelburg, in de uitvoe
ring van Sjoerd Tamminga, klinken de
klompen die Floris van Manen in 1986 op
de trap van de Kloveniersdoelen instal
leerde, is natuurlijk huispianist Geoffry
Madge present (met ondermeer de Boogie
Woogie Etude van Morton Gould) en be
vat de cd de fascinerende stem van feno
meen Diamanda Galas.
Willem Breuker doet een solo uit de ooit in
opdracht van Nieuwe Muziek door Leo
Cuypers geschreven Zeeland Suite en tot
mijn genoegen bevat de uitgave ook drie
complete werken of werkjes van mensen
die compositorische zwaargewichten ble
ken: Xenakis Psapphageslagen door
John Faber), Feldman (Frances-Marie
Uitti met de cellosolo Projection en de al
gesignaleerde verbale bijdrage over zijn
reactie op die New Yorkse flop), en de Ita
liaan Fransesconi, wiens pakkende twee
de hoboconcert door Ernst Rombout en
het Xenakis Ensemble wordt gespeeld.
De publiekseffecten bij de live-opnamen
werken in dit 'tijdsdocument' eerder sfeer-
verhogend dan irriterend.
Zoals gezegd: het gaat om het soort uitga
ve, dat allerlei luikjes naar andere, buiten
de selectie gevallen ervaringen opent. Die
zullen voor iedereen anders zijn. Maar nu
toch een kwart eeuw eigentijdse muziek
cultuur wordt overzien: op afstand blijkt
het festival van 1987 mij het sterkst te zijn
bijgebleven door de contrastwerking die
van de muziek van Xenakis en Feldman
uitging, toen de hoofdrolspelers. Donder-
roepen tegenover verstilling, concentratie
tegenover bezwering, beweging tegenover
saaiheid, soms. En er was het festival '84,
gewijd aan Xenakis. maar ook in de herin
nering blijvend door de (over)volle Vlees
hal, dank zij het verschijnen van een gulle
eigentijdse Kunstheer. Ook sommige win
teravonden mochten er zijn: in december
toen Reinbert de Leeuw op de golf
van de Sjostakovitsj-revival naar Middel
burg dreef. Nog zo'n datum: 30 maart 1985.
In de aula van de Zeeuwse bibliotheek
vierde Claude Helffer met twintig luiste
raars de zestigste verjaardag van Pierre
Boulez en speelde diens drie geharnaste
pianosonates - dit jaar zet Boulez zijn ze
ventigste verjaardag luister bij door in de
hele wereld muziek van deze eeuw te di
rigeren.
En dan is er de herinnering aan dat snik
hete juni-weekend van 1983, toen de mu
ziek van Japan Middelburg binnentrok en
minder dan zeventig bezoekers tijdens
drie concerten een rijke variatie aan slag
en andere muziek bood. Enig archiefwerk
leert me, dat er bij die herinnering sprake
is van een slippertje van het geheugen: die
concerten kwamen naar Middelburg in
het kader van het Holland Festival. Type
rend is het wel: dié organisatie schiet een
mens niet als eerste te binnen als het over
'muziek en 'nieuw' in Zeeland gaat.
Gaandeweg is Nieuwe Muziek Zeeland in
een situatie terecht gekomen, waarin men
niet meer één keer per jaar, voor een festi
val, de veren langdurig opzet. De veertjes
worden zoveel mogelijk per weekend ge
spreid. Om een ander beeld te gebruiken:
niet langer een waterval aan muziek in de
zomer, maar (bijna) elke week een beker
tje Vernieuwend Geluid. En misschien is
dat anno 1995 in een provinciehoofdstad,
financieel en artistiek, voor eigentijdse
klanken ook wel het maximaal bereik
bare: opgenomen zijn in de ordening van
alledag. K{.es cysouw
De CD 25 jaar Nieuwe Muziek in Zeeland is tot
stajid gekomen in samenwerking met de BV
Haast en via de Stichting Nieuwe Muziek ver
krijgbaar.
Wie zich laat verleiden door de achter
flap of door de speciale zwarte band die
door uitgever De Arbeiderspers over de
omslag van de roman Het Geuroffer is
aangebracht, komt bedrogen uit. Het de
buut van Henk van der Horst (55) is geen
'bittere bekentenisroman' en het is ook
geen historische roman, die de jaren vijf
tig, zestig en zeventig met een aantal
pennestreken in het juiste perspectief
zet. De gezwollen taal van de uitgever is
ook helemaal niet nodig. Het verhaal
van Van der Horst is gewoon een eerlijke
poging op literaire wijze 'af te rekenen'
met zijn jeugd en vooral met een te vroeg
overleden moeder en een mede daardoor
in zichzelf gekeerd geraakte vader. Een
omstandigheid, die bij van der Horst de
vraag levend hield of hij een 'aardje naar
zijn vaartje' had. Het Geuroffer is zijn
antwoord, al heeft hij niet alles naar
waarheid naverteld. „De stenen zijn au
tobiografisch, het bouwwerk niet."
Henk van der Horst is vooral bekend ge
worden als lid van het team Farce Ma
jeure, dat jaren geleden lol trapte in de
studio en op markten met sketches en
liedjes ('Dat is uit het leven gegrepen').
Ook nu nog werkt Van der Horst voor de
NCRV aan diverse programma's, maar
sinds hij zich serieus achter zijn bureau
heeft teruggetrokken om een roman te
schrijven, smaakt deze vorm van crea
tief leven naar meer. „Van schrijven kan
je helaas niet leven, maar ik heb de
smaak wel te pakken gekregen door dit
boek. Bij televisie maak je alles met el
kaar. Schrijven doe je alleen. Dat is na al
die jaren tv-maken wel zo leuk."
Het Geuroffer kent een associatieve
schrijfstijl. De korte stukken - hoofd
stukken zijn er niet - gaan dwars door de
tijd en zijn met elkaar verbonden door de
gedachtensprongen van de auteur. Zo
als in een gesprek een woord of een zin
een gedachte kan oproepen die eigenlijk
niet past bij het onderwerp. Een sigaret
of een muziekstuk, het brengt Van der
Horst terug naar toen. Soms iets te gefor
ceerd - zeker als hij gaat filosoferen -
maar aangrijpend wordt het als het ster
ven van zijn moeder en de psychische te
loorgang van zijn vader weer naar boven
komen.
- Waarom moest dit boek geschreven
worden?
„Ten eerste om de nieuwsgierigheid van
mijn - veel oudere - broers te bevredi
gen. We hadden een keer een bijeen
komst met elkaar, om weer eens te pra
ten over hoe de dingen in ons leven zijn
gelopen. En toen kwam het gesprek op
het overlijden van mijn moeder. Zij over
leed toen ik twintig was. In haar laatste
weken heb ik nachten thuis bij haai1 ge
waakt en mijn broers, die toen al uit huis
waren, herinnerden zich dingen niet
meer of anders dan ik. Ik heb toen voor
gesteld het op te schrijven. Toen het af
was, heb ik het verhaal aan mijn broers
gegeven. Mijn ene broer is neerlandicus
en die zag er wel wat in voor een breder
publiek. Ik heb het verhaal aangevuld
met andere gebeurtenissen en daarna
heb ik het naar een paar uitgevers ge
stuurd. Niet het hele manuscript, maar
de eerste vijftien bladzijden. Want ik
weet als televisiemaker maar al te goed
dat hele pakken papier toch niet worden
gelezen. Als het niet was uitgegeven, was
het een soort kroniek voor de familie en
voor het nageslacht geworden. Onder
het motto 'Opa vertelt'."
Verbijsterd
ven. Iedereen denkt zo. Midden in een
gesprek kan je ineens een associatie krij
gen door wat een ander zegt. Of de omge-
vingwaar jebentkaniets heel anders op
roepen. Als je in gezelschap bent, moetje
al die gedachten vaak wegstoppen, maar
in het schrijven, op jezelf, werkt het heel
goed om de boel op een rij te krijgen. Ik
heb het gevoel dat mensen dat associa
tieve herkennen. Ik hou niet zo van chro
nologie. Mijn broers wel."
-- Uit uw boek blijkt dat u vaak boos op
uw ouders was maar dat u dat niet open
lijk liet blijken.
„Dat is een karaktertrek. Dat, zeg maar,
ontbrekende gevoel was geen figuurlijke
strafexpeditie naai' mijn ouders toe.
Maai- ik heb mijn ouders natuurlijk wel
jaren met me meegedragen. Als je din
gen van je vader hebt meegemaakt, zo
als zijn zelfmoordpoging en dat intense
verdriet over de dood van mijn moeder
gecombineerd met z'n eigen onbevredi
gende leven, dan denk je onwillekeurig,
gaat mij dit ook overkomen? Dat is een
beklemmende vraag geweest. Die vraag
kwam weer sterk naar boven toen ik over
die tijd begon na te denken door erover
te schrijven. En dat gebeurt natuurlijk
ook nog allemaal in een periode dat je
toch al een dip hebt. Ja, ja, de mid-life-
crisis."
„Het is geen uniek gevoel hoor, maar ook
ik heb ervaren dat je nooit los komt van
je ouders. De ontdekking, ik kan niet
mét en ik kan niet zónder ze leven. En die
dringende behoefte geen imitatie te wor
den, geen kloon te zijn van je vader. Je
ouders bepalen veel in je leven. Als je
slechte ouders hebt bepalen ze veel. In
mijn geval had ik best redelijk goede ou
ders. die echter op een aantal punten te
De term 'bittere bekentenisroman' is
storend.
„Dat vind ik ook. Ik was er verbijsterd
over. Maar je hebt als beginnend schrij
ver niet zoveel over de buitenkant van je
boek te vertellen. Je mag al blij zijn als ze
je titel handhaven. De hele omslag en die
band - een soort rouwrand vond ik - dat
wilden ze zo en ik heb er niet al te lang
over doorgezeurd. Ze denken waar
schijnlijk dat 'bittere bekentenisroman'
een goede verkoopkreet is. Meer kan ik
er niet over zeggen. De uitgever vond dat
ik, om het zomaar te zeggen, het binnen
ste van mijn jasje liet zien. Dat ik me bin
nenste buiten keerde. Dat is ook wel zo,
maar bitter vind ik het verhaal beslist
niet."
„De associatieve verteltrant ontstond
als het ware vanzelf. Tijdens het schrij
ven riep de ene herinnering de andere op.
Het bureau raakte bezaait met briefjes
vol aantekeningen. Ik vind dat een lek
kere stijl. Ook om zelf te lezen. Het heeft
iets filmisch. Het in fragmenten opbou
wen van een verhaal. De vorm heeft een
herkenbare waarde. Het hoort bij het te
kortschoten. En ook dat werkt door heb
ik gemerkt, ook al is er geen incest of iets
anders vreselijks in het spel geweest."
Tragiek
Henk van der Horst: De ene herinnering roept de andere op.
- Die gedachte te lijken op uw vader
komt, mede door de associatieve vertel
trant, sterk naar voren.
„Mijn vader was een ambtenaar, die heel
goed piano kon speten. In die zin zit veel
tragiek. Hij had musicus moeten wor
den, maar hij durfde niet. Hij kon het ook
niet, want hij was een zenuwenlijer. Hij
barstte altijd van de pijn in zijn maag. En
hij moest al op jonge leeftijd voor vrouw
en kinderen zorgen. De oplossing die hij
voor deze patstelling vond, heeft mij al
tijd wel aangesproken. Hij zei altijd als
hij bepaalde dingen vervelend vond
'nonchalance, heilige nonchalance'. On
verschilligheid op een integere manier
naar voren gebracht, afstand nemen van
je betrokkenheid bij dingen. Dat vond ik
een goede karaktereigenschap van mijn
vader, waar ikzelf ook iets mee probeer
te doen. Hij was ook op een vreemde ma
nier geestig. Hij had speciale uitdrukkin
gen, rare familietaai. Misschien was het
zijn vlucht uit de grijze werkelijkheid.
Om het teven draaglijk te maken. Mijn
moeder kon daar moeilijk in meegaan.
Ikzelf was, als jongste, nogal een onrus
tig type. Na het overlijden van mijn moe
der, dacht ik, ik moet hier weg. Het be
klemde me."
Provo
'Hier' is Amsterdam. Want al woont Van
der Horst al twintig jaar in Eemnes, Am
sterdammer zal hij altijd blijven. Als in
woner van de hoofdstad maakte hij der
halve als jongeling de Provo-tijd mee. In
een vrij summiere sfeertekening komt
die tij d - de j aren zestig - in het boek aan
de orde. „Ik was een anonieme deelne
mer. Contact met de grote jongens had
ik niet. Je hoorde er net niet bijal deed je
wel mee en kreeg je ook klappen van de
politie."
Jaap Lodewijks
Henk van der Horst: Het Geuroffer. Uitgeverij
De Arbeiderspers - 29,90 gulden.
Li Zhisui: Het privé-leven van
Mao (Balans, 687 blz„ 59,50, ver
taald uit het Engels door Jan
Braks, Milko van Gooi en Lisanne
Teunissen). Tweeëntwintig jaar
(1954-1976) was Li Zsisui de per
soonlijke lijfarts van Mao Zedong,
de Chinese dictator wiens machts
wellust zijn hofhouding en zijn
land in de greep hield. In een be
klemmende openhartigheid wordt
Mao's privé-leven tot in de meest
onluisterende details geportret
teerd. De herinneringen van de au
teur zijn volstrekt uniek en geven
een beeld van China en de oncon
troleerbare verschrikkingen die
het Chinese volk de afgelopen de
cennia heeft moeten ondergaan. Li
Zsisui overleed in februari van dit
jaar.
Ivo Andric: De kroniek van
Travnik (Prometheus, 404 blz„
39,90, vertaald uit het Servokroa-
tisch door C. W. Sangster-War-
naars en K. Vermeulen-Dijamant).
Ivo Andric (1892-1975) werd gebo
ren en groeide op in Bosnië. Na zijn
vrijlating uit Oostenrijkse gevan
genschap promoveerde hij en ging
hij in diplomatieke dienst. Tijdens
de Tweede Wereldoorlog schreef
hij vier romans waarin hij de vele
tegenstellingen in zijn moederland
uitwerkte. De kroniek van Travnik
en De brug over de Drina zijn daar
van de bekendste. Van De kroniek
verscheen onlangs de tweede druk.
Patrick Modiano: Hondelente
(Meulenhoff, 103 blz„ ƒ29,90, ver
taald uit het Frans door Edu Bor
ger). Korte roman van Modiano uit
1993 in vertaling. In Hondelente te
kent de verteller zijn herinnerin
gen aan ene Jansen op, aan wie hij
dertig jaar geen moment meer
heeft gedacht.
William Boyd: Gewoon een beste
kerel (Prometheus, 296 blz„
ƒ34,90, vertaald uit het Engels
door J. en H. M. Verheydt). William
Boyd (1952) kreeg grote bekend
heid met Coupe oorlog, Brazzavil-
lestrand en De blauwe namiddag.
Zijn debuutroman Gewoon een
beste kerel (A good man in Africa)
uit 1981 is een humoristisch ver
haal over het teven van een Brits
diplomaat in Afrika.