Oorlogsmisdaden in ons Indië Kliniek Assen leert schizofreen leven Zoogdier heeft een onderkaak die uit één stuk bestaat Scheepvaart positief over vleugelschroef varia Historicus Fasseur onderzocht militair optreden in kolonie WOENSDAG 15 MAART 1995 door Louis Burgers Nederlands-Indië is nog niet voor bij. Dat bleek uit het tumult voor afgaand aan het bezoek van de deser teur Poncke Princen. Dat kwam naar voren uit de rechtszaak tegen de Gro ningse schrijver Graa Boomsma die het had over 'SS-daden' van Neder landse militairen in Indonesië. Ook lanceerde Kamervoorzitter Deetman het voorstel voor een politiek debat over 'ons' gedrag tijdens de politionele acties. Inmiddels is zelfs de Excessen- nota uit 1969, met daarin een vrij volle dige opsomming van de talloze inci denten, herdrukt. Nog is de discussie echter niet voorbij. De opsomming - hoe compleet ook - van de militaire excessen is op zichzelf daarvoor onvoldoende. De echte weten schappelijke analyse over de laatste fa se van het Nederlandse bewind in Indo nesië ontbreekt. „Je mist eigenlijk een werk over Nederlands-Indië, zoals Loe de Jong dat geschreven heeft over Ne derland en de Tweede Wereldoorlog", zegt de historicus professor Cees Fas seur. Als jong geschiedkundige maakte hij deel uit van de commissie die in 1969 het militaire optreden tijdens de poli tionele acties onderzocht. Het onder zoek vond plaats onder leiding van het lid van de Hoge Raad. mr E. J. Korthals Altes. Fasseur. die tot zijn twaalfde zelf in Oost-Indië heeft gewoond: „De Exces- sennota was toen zijn tijd eigenlijk vooruit. Op een vrij afstandelijke ma nier hebben wij geïnventariseerd en be schreven wat er in de periode van 1945 tot de onafhankelijkheid in 1949 is ge beurd. Ik heb het gevoel dat de nota we tenschappelijk gezien nog steeds over eind staat." Nederlandse militairen in actie in Indonesië. Veelzeggend Het was het eerste diepgaande archie- venonderzoek naar de Nederlandse oor logsmisdaden. „Wat zich tijdens de po litionele acties had voorgedaan, was in de jaren vijftig en zestig langzaam weg gezakt. Er werd in die tijd weinig over gepubliceerd. De abrupte verbreking van de relaties had bij veel Nederlan ders trauma's achtergelaten. Dat verle den was nog niet verwerkt. Logisch, dat de onthullingen zoveel opzien baar den." Veel Nederlanders leefden tot 1969 met de gedachte dat wij het in Indonesië niet zo slecht hadden gedaan. Nog in de jaren vijftig verschenen boeken met de veelzeggende titels Mission Interrup ted (Onafgemaakte Opdracht) en Daar werd iets groots verricht. Er was een hard rapport voor nodig, en de niet mis te verstane conclusies van premier De Jong, die een eind maakten aan de zelf genoegzaamheid. Het kabinet sprak uit dat 'excessen hadden plaatsgevonden, maar geen systematische wreedheid'. Eind 1968 had de psycholoog professor Hueting voor het eerst een steen in de vijver gegooid. Hij zei in feite dat Neder landse militairen zich in Indonesië soms hadden gedragen als oorlogsmis dadigers. Die uitspraak veroorzaakte een ware sensatie, vooral omdat hij ook als dienstplichtige naai- Indonesië was uitgezonden. Hij sloeg een zwarte blad zijde op, die tot dan verborgen was ge bleven. Huetings uitspraken troffen doel. Binnen een paar weken besloot het kabinet tot een onderzoek. Verraad Het resultaat werd met verbijstering ontvangen. Niet langer kon worden vol gehouden dat het allemaal de schuld van de Japanners was geweest, of hun opvolgers, de marionettenregering van Sukarno, en dat het verlies van Indone sië een gevolg was van verraad door de VN en de Verenigde Staten. In 1969 bleek overtuigend dat Nederland zich had misdragen. Het leger had geen ant woord kunnen geven op een door de re publiek ontketende guerrilla. Uit de nota kwam naar voren dat ge wone dienstplichtigen, boerenjongens uit Heenvliet of de Achterhoek en tal loze stadskinderen tussen 1945 en 1949 met geheel verkeerde opvattingen naar Indië waren uitgezonden. Het zou een wonder geweest zijn, als ze zich niet hadden misdragen, zo valt eigenlijk ook nu nog te concluderen na lezing van de nota. Fasseur: „De soldaten hadden als op dracht die kleine kliek Japanknechten mores te leren, en moesten de inheemse bevolking beschermen. Haast zonder voorlichting over wat er werkelijk speelde, kwamen zij terecht in een guer rillaoorlog. De man die overdag zo idyl lisch het rijstveld bewerkte kon 's nachts zijn geweer op je richten." In te genstelling tot het toenmalige kabinet vindt Fasseur dat het woord 'oorlogs misdaden' voor bepaalde Nederlandse acties wel degelijk op zijn plaats is. „Kijk maar eens naar de zaak-Bondo- woso, waarbij honderd gevangenen in goederenwagons werden vervoerd. Van hen stierven er 46 in november 1947 on derweg van Bondowoso naar Soera- baja." De verantwoordelijke militairen werden - op één na - vrijgesproken. Een direct verband tussen hun optreden en de dood van de gevangenen bleek niet aantoonbaar. Die ene veroordeelde kreeg een straf van een maand hechte nis. Zelfs in de Veiligheidsraad kwam deze zaak ter sprake. Tegenover deze lankmoedige houding van het militair gerecht steekt de ver oordeling van drie dienstplichtigen schril af. Zij hadden geweigerd een kampong plat te branden. „De drie ma riniers zeiden dat zij niet naar Indië wa ren gestuurd om kampongs in brand te steken. Zij werden veroordeeld tot ge vangenisstraffen van anderhalf tot drie j aar en ontslag uit dienst. Toen de regering in 1969 tot het onder zoek besloot, dacht men dat het wel zou meevallen. Er was een rapport, uit 1954, over het optreden in Zuid-Celebes van de groep van Westerling. Daar leek het bij te blijven, op een enkel ander inci dent na. Tot 1969 werden de excessen veelal ook afgedaan met een dooddoe ner. Aan weerszijde waren immers fou ten begaan. En altijd werd verwezen naar het optreden van de Indonesiërs. Zij waren immers als beesten tegen de blanken te keer gegaan tijdens de 'ber- siaptijd', direct na het einde van de oor log tegen Japan. Rancune „Na de onafhankelijkheid richtte het Nederlandse trauma, die hele rancune over een verloren oorlog en het verlies van Nederlands-Indië, zich op Sukarno en juist niet op de Nederlandse rege ring. Hij was de man van de onafhanke lijkheid van Indië, die 'ons' Oost-Indië en Ambon had afgepakt en nu ook de Papoea's nog. Woede, teleurstelling en ergernis verhinderden dat het échte ge drag tijdens de acties eerder kon wor den besproken." In de nota vinden we ook staaltjes van verwerpelijk optreden van beide zijden. Zoals het platbranden van het dorpje Soengei Loear. Na het vertrek van de Nederlandse troepen verwoestten de rebellen in februari 1949 de helft, van het dorp, de huizen van Chinezen en de pro- Nederlandse inwoners. Op hun beurt staken de Nederlandse troepen de vol gende dag de rest van het dorp in brand. Duidelijk was dat daar de aanhangers van de republiek woonden. Alleen de moskee bleef gespaard. Fasseur wil het leger echter niet te zwaar vallen. „Nergens was sprake van een dienstorder om overmatig geweld te plegen. Integendeel, in dagorders staat voortdurend dat de Nederlandse militairen als vrienden komen om de bevolking te bevrijden." „Het was een oorlog. Als er vanuit een kampong schoten werd, werd teruggeschoten, de bewoners verdreven en het dorp in brand gestoken. Dan kon er tenminste niet meer geschoten worden. Of je leest dat rebellen waren gezien op de berg helling en neergeschoten. Maar nie mand ging kijken hoeveel er lagen, en dus kon niemand precies weten of het ook écht opstandelingen waren." Professor Fasseur vindt dat in bepaal de gevallen gesproken kan worden van oorlogsmisdrijven. „Het bleek dat de omvang van de excessen veel groter was dan door het kabinet was ver wacht. Toch heeft men zich niet be moeid met het onderzoek. Alleen de be geleidende brief is geschreven onder verantwoordelijkheid van de minister president." door Carine Neefjes Met een dreigende blik in z'n ogen vertelt Jack over zijn psychose. „Ik hoor stem men, van m'n broers, van m'n ex-collega's. Zij zien mij niet voor vol aan en zeggen dat ik dom ben. Mijn familie chan teert me, die stemmen bedrei gen me. Ik ga er kapot aan". Jack (35) zit voorovergebogen in zijn stoel. Ellebogen op zijn knieën, handen onder het hoofd. Hij zucht, kreunt. De lange, blonde jongen werkte ooit bij de douane. Vijfjaar ge leden werd Jack opgenomen, hij lijdt aan schizofrenie en is chronisch psychotisch. Het lijkt net alsof hij een knetteren de radio in zijn kop heeft die voortdurend negatieve bood schappen doorgeeft. Die radio blijft soms wel maanden 'aan staan'. Jack kan 'de knop' niet uitzetten. Binnen een half uur wisselt hij regelmatig van stemming. Het ene moment ontkent hij dat hij ziek is. „De psychiater vindt dat ik veel psychoses heb", zegt hij lachend, „maai' ik vind zelf van niet, ik ben heel nor maal". Een minuut later erkent Jack dat hij psychotisch is, maar geeft de schuld aan de hulpverleners. „Tijdens de sociale-vaardig- heidstraining zag ik mezelf te rug op een video-band. Die film heeft me gek gemaakt. Als ik in de stad kom. zie ik mensen die op mij lijken, alsof mijn eigen persoon verdreven wordt, alsof andere mensen met mij aan de loop gaan. Ik ben gestopt met die sociale-vaardigheidstrai- ning" Dan veert hij op en zegt: „Hé. de stemmen gaan weg, de film uit mijn hoofd verdwijnt. Dank u wel. mevrouw". Zijn sombere blik klaart op. Dan volgt er een klaagzang over zijn medicijn gebruik. Hij stikt er bijna in, slikt 800 milligram per dag. „Als ik me omdraai in mijn bed en tegen de muur aankijk, kan ik bijna geen adem meer halen. Met minder medicijnen stik ik lang niet zo erg". Voortdurend zoekt Jack naar een reden waarom hij is zoals hij is. „Ik kan niet accepteren dat ik ziek ben". Een afdeling voor moeilijk behandelbare schizofrenie-patiënten. Agressief Jack is een van de achttien pa tiënten van De Alm, een afde ling voor moeilijk behandel bare schizofrenie-patiënten in het Algemeen Psychiatrisch Ziekenhuis in Assen. In het zie kenhuis worden nieuwe revali- datiemethoden ontwikkeld als voorbeeld voor andere psy chiatrische ziekenhuizen. Schizofrenie-patiënten reage ren niet of nauwelijks op de be staande medicijnen waardoor ze regelmatig last hebben van psychoses. Patiënten raken dan in een toestand waarin ze de greep op de realiteit totaal kwijtraken. Ze horen stemmen die vaak ne gatieve dingen over hen zeggen en dat rekenen ze zichzelf aan. De patiënten hebben een afwij king in de hersenen waardoor ze geen afstand kunnen nemen van die dwangmatige bood schappen. Schizofrenie is een erfelijke aandoening. Uit angst voor die dreigende stemmen, kunnen patiënten soms zeer agressief worden. Psychiater Cees Slooff, hoofd van de afdeling voor moeilijk behandelbare schizofrenie-pa tiënten: „Zo'n jongen als Jack kan zeer gevaarlijk zijn. Soms valt hij mensen aan, gooit en smijt met meubilair. Hij is dan zo geladen, dat andere bewo ners bang van hem worden. Als de situatie escaleert, geef ik hem naast anti-psychotica flink wat kalmerende midde len, daar ben ik niet flauw in". De psychiater probeert Jack te leren hoe hij zijn psychoses kan herkennen. ..Soms adviseer ik hem z'n familieleden te bellen, zodat hij ervaart dat ze niet hier zijn maar 200 kilometer verderop. Of ik raad hem aan dat hij kan gaan schelden, zo dat de stemmen naar de ach tergrond verdwijnen. Maar vaak helpt het niet. Ook ik ben machteloos". Stofdoek Slooff heeft samen met psycho logen, maatschappelijk werkers, verpleegkundigen en arbeidstherapeuten een pro gramma ontwikkeld waarin patiënten eerst de eenvoudig ste dingen - zoals bijvoorbeeld het huishouden doen, zichzelf verzorgen - opnieuw moeten le ren. Vaak worden patiënten immers volledig verwaarloosd aangetroffen voordat ze wor den opgenomen. Jos (24), voormalig student be drijfskunde, laat in zijn kamer het lesboek 'huishoudproject' zien. Onder de kop: 'Hoe ga je te werk bij het verwijderen van stof?' staan de volgende aan wijzingen: 1. Neem een schone, zachte doek, die niet pluizig is. 2. Vouw de punten naar bin nen. 3. Ga ermee over de spul len. 4. Sla de doek regelmatig buiten de deur uit. maar na tuurlijk niet in de gang. Jos vindt het programma niet betuttelend. „Je ziet gewoon dat mensen die aanwijzingen nodig hebben". Zelfmoord In een gebouw buiten 'het ter rein' geeft psychiater Slooff zijn patiënten voorlichting over de ziekte schizofrenie. Net als scholieren, gaan de patiën ten er op de fiets naar toe. Vandaag geeft Slooff voorlich ting over negatieve sympto men van schizofrenie. Dufheid, verlies van initiatief, vervlak king van gevoelens, warrig denken, trillen en concentra tiestoornissen zijn de ver schijnselen. zo zeggen de leer lingen zelf. Een van de patiën ten kan zijn aandacht niet bij de les houden. „Ik mis een meisje in mijn leven. Kan ik nu weggaan? Ik moet boodschap pen doen". De jongen barst van foto G PD de vragen, maar niet over schi zofrenie. Terug op 'het terrein' worden de patiënten weer geconfron teerd met het dagelijkse leven in een psychiatrisch zieken huis. Een meisje uit een ander paviljoen, heeft zichzelf voor de trein gegooid. Sommige pa tiënten raken van slag. Zij spe len ook weieens met de gedach te zelfmoord te plegen. Heiner (33), schizofrenie-pa- tiënt, woont drie hoog op een fiat in de stad. Heiner valt on der de psychiatrische thuis zorg, bedoeld voor chronische patiënten die meerdere malen zijn opgenomen en waarvan nieuwe opnamen worden ver wacht. Toch zijn deze patiën ten met begeleiding van ver pleegkundigen in staat voor zichzelf te zorgen. Uit onder zoek blijkt dat het aantal her opnamen aanzienlijk is ge daald. Het is half twee 's middags, Heiner komt net uit bed. Z'n haar zit nog door de war. Zijn knieën trillen. De jongen is bloednerveus. Als hij over zijn psychose vertelt, is zijn blik niet dreigend zoals die van Jack: Heiner beschrijft zijn eer ste psychose met enige af stand, alsof het niet over hem zelf gaat. „Het was februari 1990. ik was op weg naar het Riagg en op eens hoorde ik de stem van mijn overleden oom. Die zei: 'Heiner. ga er niet heen, je be landt in de psychiatrie'. Ik ver dwaalde, sprong in een vaart, liep naakt over straat, sloeg een ruit kapot en werd toen op gepakt door de politie. Ik kreeg een dwangbevel en werd vier dagen opgesloten in de isoleer cel van het psychiatrisch zie kenhuis". Heiner is in totaal vier keer voor een periode van enkele maanden opgenomen geweest, ook op gesloten afdelingen. „Die rottigheid van andere mensen, daar word je gek van. Een keer werd een meisje in brand gestoken door een pa tiënt. Die omgeving is zo nega tief'. Een dag later is Heiner meer op z'n gemak en vertelt vrijuit over het seksueel misbruik door zijn zwager. Hij is blij dat de psychiatrische thuiszorg be staat, want anders zou hij veel sneller terugvallen. Voelt hij zich niet zo goed, dan bestelt hij 'een bed op recept' en lo geert een nachtje op 'het ter rein'. Trauma Het staat niet vast dat trauma tische ervaringen psychoses kunnen veroorzaken, vertelt psychiater Slooff. „Er zijn tal loze mensen die ook seksueel zijn misbruikt, een verknipte opvoeding hebben gehad of onterecht zijn ontslagen, maar nooit psychotisch raken. Onze patiënten hebben aanleg voor psychoses. Ze hebben een aan doening in de hersenen waar door ze last krijgen van waan denkbeelden. hallucinaties en verwardheid. Wel kunnen trau matische ervaringen psycho ses aanwakkeren". In Nederland zijn 120.000 schi zofrenie-patiënten van wie er 15.000 op straat zwerven. Zij vallen buiten het gezichtsveld van de hulpverleners. Vijfen twintig procent van de patiën ten geneest, 37,5 procent houdt een defect over: ze blijven traag, zonder initiatief, hun ge voelsleven vervlakt en ze kun nen zich moeilijk concentre ren. Nog eens 37,5 procent blijft psychotisch. Tien procent van alle patiënten pleegt vroeg of laat zelfmoord. (De namen Jos en Jack zijn op ver zoek van de patiënten verzonnen De Platybelodon is een voorouder van de huidige olifant. Met zijn spatelvormige ondertanden schoffelde hij planten los uit de moe rasbodem. foto Noorder Dierenpari Zoogdieren worden allemaal in hun eerste levensfase ge zoogd. Gevoed met dat magi sche voedsel dat in het lichaam van de moeder wordt samenge steld via een aantal ingewikkel de processen. De samenstelling van deze toverdrank verschilt per diersoort, waardoor elke zoogdierbaby zijn voeding vol gens een speciaal recept krijgt. Er is nog een aantal andere ken merken dat voor alle zoogdieren geldt. Zo zijn alle zoogdieren warmbloedig, ze ademen dooi de longen en hebben een hart met vier afdelingen. Hun lichaamstemperatuur wordt geregeld in de hersenen en een vacht zorgt er voor dat er geen al te grote afkoeling op treedt. Dat zijn bekende zaken. Minder bekend is dat de zoogdieren een onderkaak hebben, die uit één stuk bestaat. En dat is een frin ge" dierenlantijnen _lz. M. de Klerk damenteel verschil met de rep tielen die verschillende kaak- beentjes hebben. In de loop dei- tijd zijn deze kaakbeenderen, die ook de zoogdieren oorspron kelijk hadden, ontwikkeld tot gehoorbeentjes. Snaveldieren Er zijn echter betrekkelijk re cent ontdekte zoogdieren, die af wijken van het genoemde pa troon. Dat zijn de snaveldieren of eierleggende zoogdieren, de buidelzoogdieren en de placen- tadieren. De snaveldieren zijn zeer primi tieve zoogdieren en de enige van de soort die eieren leggen. Tot deze orde behoren twee families, namelijk die van de mierenegels en het vogelbekdier. Bij de buideldieren worden de jongen in een vroeg stadium van ontwikkeling geboren. Ze groeien na een kort verblijf in de baarmoeder verder in de buidel van de moeder. In tegenstelling tot de buideldie ren zijn de placentadieren echte zoogdieren. Ze dragen de jonge langere tijd bij zich terwijl deze, vastgehecht aan de baarmoe derwand. door de placenta hun hele embryonale leven worden gevoed. Het begin Algemeen wordt aangenomen, dat de zoogdieren zijn ontstaan in het Trias, dat is ongeveer 220 miljoen jaar geleden, in dezelfde tijd als de dinosaurussen op aar de verschenen. In het rijk van deze grote reptie len hadden de zoogdieren het moeilijk, waardoor vermoede lijk een nachtelijke levenswijze het gevolg was om te kunner. overleven. De meeste koudbloe dige dieren kunnen pas i worden als de temperatuur niet te laag is. Doordat het 's nachü veel kouder werd lag daar de kans voor de warmbloedige zoogdieren. Om te overlever, pasten zij zich langzamerhand aan de nachtelijke kou aan doR hun constante lichaamstempe ratuur. In het donker is het gezichtsver mogen minder belangrijk dand: tastzin, de reuk en het gehoor. Lr de loop van de evolutie werdei de laatste drie zintuigen dan ooi bijzonder goed ontwikkeld Door deze ontwikkelingen kon den de dieren zich in het donker bijzonder goed handhaven. Men neemt aan dat een belang rijk deel van de zoogdieren zichi pas na het uitsterven van de gro-j te reptielen zoals de dinosau riërs, aan het daglicht gingen ge wennen. Sommige van hen heb ben echter hun oorspronkelijke levenswijze al die 220 miljoen ja ren aangehouden. Een goed voorbeeld hiervan is de egel, die uitsluitend 's nachts naar insek- ten zoekt en daarbij afgaat op zijn uitstekende reukzin. Tanden De onderkaak uit één stuk maakte het de zoogdieren moge lijk zich van de andere dieren te onderscheiden door de onderlin ge specialisatie van de afzonder lijke gebitselementen. In tegen stelling tot andere dieren is er bij de zoogdieren een duidelijk on derscheid in snijtanden, hoek tanden, valse kiezen en ware kie zen. Elk deel van het gebit heeft een eigen functie bij het verwer ken van het voedsel. De grote hoektanden van de roofdieren hebben tot doel een prooi te vangen en te doden. Met de grote scheurkiezen worden stukken vlees van het prooidier als het ware afgeknipt. Een duidelijk voorbeeld van de aanpassing van het gebit is te zien in een expositie in het Noor der Dierenpark. Daar hangt in het geheel vernieuwde Biochron een afbeelding van de Platybelo don, een vroege voorvader van de olifant, die ongeveer 15 mil joen jaar geleden in de Kauka- sus leefde. Zijn ondertanden hadden een spatelvorm, waar mee hij gemakkelijk planten in zijn moerasachtig leefgebied kon losschoffelen. De geschiedenis van de zoogdie ren is uitermate interessant. Ook al omdat de mens tot deze groep behoort. De aanpassingen van de mens zijn echter, zo mo gelijk, nog interessanter dan die van de andere zoogdieren. door Alex de Haan De scheepsschroef met 'vleu gels' kost een paar centen meer, maar de investering is re latiefgauw terugverdiend. Niet alleen vanwege de reductie van brandstofverbruik met vijf pro cent, maar ook vanwege de gro tere trekkracht. Voor de scheep vaart is ook van belang dat de vermindering van geluid en trillingen fors is. De scheeps schroef met eindplaten, een vin ding van het bedrijf Groningen Propeller Technology, is nu al een succes. Wereldwijd is er veel belangstel ling voor de schroef met vleu gels. Daarom heeft Groningen Propeller Technology (GPT) BV in diverse landen patent op vin ding gevraagd én gekregen. Niet alleen in Europese landen maar ook andere landen waar belang rijke scheepswerven zijn geves tigd, zoals Japan en de Verenig de Staten. Naast het Zweedse KaMeWa maken momenteel nóg drie fa brikanten de Groninger scheepsschroef onder licentie van GPT. Dat zijn het Japanse Kamome Propeller Co. Ltd. in Yokohama. Van Voorden Giete rij BV in Zaltbommel en - een van de meest prominente scheepschroeffabrikanten ter wereld - Lips BV in Drunen. Trillingen De eerste praktijkproeven zijn succesvol. Een proefvaart met een sleepboot op het Zweedse Vanermeer bevestigde de ge dachte dat de schroef met vleu gels een aanzienlijke trillingsre ductie tot gevolg kan hebben: het trillingsniveau is tot minder dan 50 procent van een conven tionele schroef. Schepen hebben bovendien veel minder last van geluid. Het te rugbrengen van het geluidsni veau is niet alleen van belang bijvoorbeeld voor defensiedoel einden, maar kan ook zeer nut tig voor de civiele vaart zijn, al dus directeur dr. ir. Karei de Jong van GPT BV. De wettelijke bepalingen stellen namelijk .grenzen aan het geluidsniveau. Vooral bij de 'zwaarder belaste schroeven komt het voordeel van de eindplaten tot zijn recht De Groningse schroef biedt meer voordelen, zoals de tien procent grotere trekkracht. Ook is het manoeuvreergedrag van het schip verbeterd. Een ander voordeel is dat op de bestaande voortstuwingsinstallatie van schepen geen verdere aanpas singen nodig zijn. Mes Ten opzichte van conventionele scheepsschroeven snijdt de nieuwe schroef als een mes door het water. De yiteractie met het water is aanmerkelijk verbeterd. De eindplaten zorgen ervoor dat de wervels aan het einde van de schroefbladen zo gunstig moge lijk worden verdeeld. Daardoor wordt het verlies van bewegings energie in het water, het zogehe ten kinetische energieverlies, tot een minimum gereduceerd. Ontwerpers van schroeven heb ben met de vinding extra moge lijkheden om aan de eisen en wensen van reders te voldoen. Als een schipper een 'stille' schroef wil. dan levert dat in het algemeen eindplaten met gro tere afmetingen op. Als het ren dement van de schroef voorop staat, worden kleinere vleugels gebruikt. Serieproduktie van de nieuwe schroef is niet mogelijk. Voor elk nieuw schip moet altijd een ei gen schroef worden ontwikkeld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 20