Oorlogsmisdaden in ons Indië
Kliniek Assen leert schizofreen leven
Zoogdier heeft een
onderkaak die uit
één stuk bestaat
Scheepvaart positief
over vleugelschroef
varia
Historicus Fasseur onderzocht militair optreden in kolonie
WOENSDAG 15 MAART 1995
door Louis Burgers
Nederlands-Indië is nog niet voor
bij. Dat bleek uit het tumult voor
afgaand aan het bezoek van de deser
teur Poncke Princen. Dat kwam naar
voren uit de rechtszaak tegen de Gro
ningse schrijver Graa Boomsma die
het had over 'SS-daden' van Neder
landse militairen in Indonesië. Ook
lanceerde Kamervoorzitter Deetman
het voorstel voor een politiek debat
over 'ons' gedrag tijdens de politionele
acties. Inmiddels is zelfs de Excessen-
nota uit 1969, met daarin een vrij volle
dige opsomming van de talloze inci
denten, herdrukt.
Nog is de discussie echter niet voorbij.
De opsomming - hoe compleet ook -
van de militaire excessen is op zichzelf
daarvoor onvoldoende. De echte weten
schappelijke analyse over de laatste fa
se van het Nederlandse bewind in Indo
nesië ontbreekt. „Je mist eigenlijk een
werk over Nederlands-Indië, zoals Loe
de Jong dat geschreven heeft over Ne
derland en de Tweede Wereldoorlog",
zegt de historicus professor Cees Fas
seur. Als jong geschiedkundige maakte
hij deel uit van de commissie die in 1969
het militaire optreden tijdens de poli
tionele acties onderzocht. Het onder
zoek vond plaats onder leiding van het
lid van de Hoge Raad. mr E. J. Korthals
Altes.
Fasseur. die tot zijn twaalfde zelf in
Oost-Indië heeft gewoond: „De Exces-
sennota was toen zijn tijd eigenlijk
vooruit. Op een vrij afstandelijke ma
nier hebben wij geïnventariseerd en be
schreven wat er in de periode van 1945
tot de onafhankelijkheid in 1949 is ge
beurd. Ik heb het gevoel dat de nota we
tenschappelijk gezien nog steeds over
eind staat."
Nederlandse militairen in actie in Indonesië.
Veelzeggend
Het was het eerste diepgaande archie-
venonderzoek naar de Nederlandse oor
logsmisdaden. „Wat zich tijdens de po
litionele acties had voorgedaan, was in
de jaren vijftig en zestig langzaam weg
gezakt. Er werd in die tijd weinig over
gepubliceerd. De abrupte verbreking
van de relaties had bij veel Nederlan
ders trauma's achtergelaten. Dat verle
den was nog niet verwerkt. Logisch, dat
de onthullingen zoveel opzien baar
den."
Veel Nederlanders leefden tot 1969 met
de gedachte dat wij het in Indonesië
niet zo slecht hadden gedaan. Nog in de
jaren vijftig verschenen boeken met de
veelzeggende titels Mission Interrup
ted (Onafgemaakte Opdracht) en Daar
werd iets groots verricht. Er was een
hard rapport voor nodig, en de niet mis
te verstane conclusies van premier De
Jong, die een eind maakten aan de zelf
genoegzaamheid. Het kabinet sprak uit
dat 'excessen hadden plaatsgevonden,
maar geen systematische wreedheid'.
Eind 1968 had de psycholoog professor
Hueting voor het eerst een steen in de
vijver gegooid. Hij zei in feite dat Neder
landse militairen zich in Indonesië
soms hadden gedragen als oorlogsmis
dadigers. Die uitspraak veroorzaakte
een ware sensatie, vooral omdat hij ook
als dienstplichtige naai- Indonesië was
uitgezonden. Hij sloeg een zwarte blad
zijde op, die tot dan verborgen was ge
bleven. Huetings uitspraken troffen
doel. Binnen een paar weken besloot
het kabinet tot een onderzoek.
Verraad
Het resultaat werd met verbijstering
ontvangen. Niet langer kon worden vol
gehouden dat het allemaal de schuld
van de Japanners was geweest, of hun
opvolgers, de marionettenregering van
Sukarno, en dat het verlies van Indone
sië een gevolg was van verraad door de
VN en de Verenigde Staten. In 1969
bleek overtuigend dat Nederland zich
had misdragen. Het leger had geen ant
woord kunnen geven op een door de re
publiek ontketende guerrilla.
Uit de nota kwam naar voren dat ge
wone dienstplichtigen, boerenjongens
uit Heenvliet of de Achterhoek en tal
loze stadskinderen tussen 1945 en 1949
met geheel verkeerde opvattingen naar
Indië waren uitgezonden. Het zou een
wonder geweest zijn, als ze zich niet
hadden misdragen, zo valt eigenlijk ook
nu nog te concluderen na lezing van de
nota.
Fasseur: „De soldaten hadden als op
dracht die kleine kliek Japanknechten
mores te leren, en moesten de inheemse
bevolking beschermen. Haast zonder
voorlichting over wat er werkelijk
speelde, kwamen zij terecht in een guer
rillaoorlog. De man die overdag zo idyl
lisch het rijstveld bewerkte kon 's
nachts zijn geweer op je richten." In te
genstelling tot het toenmalige kabinet
vindt Fasseur dat het woord 'oorlogs
misdaden' voor bepaalde Nederlandse
acties wel degelijk op zijn plaats is.
„Kijk maar eens naar de zaak-Bondo-
woso, waarbij honderd gevangenen in
goederenwagons werden vervoerd. Van
hen stierven er 46 in november 1947 on
derweg van Bondowoso naar Soera-
baja." De verantwoordelijke militairen
werden - op één na - vrijgesproken. Een
direct verband tussen hun optreden en
de dood van de gevangenen bleek niet
aantoonbaar. Die ene veroordeelde
kreeg een straf van een maand hechte
nis. Zelfs in de Veiligheidsraad kwam
deze zaak ter sprake.
Tegenover deze lankmoedige houding
van het militair gerecht steekt de ver
oordeling van drie dienstplichtigen
schril af. Zij hadden geweigerd een
kampong plat te branden. „De drie ma
riniers zeiden dat zij niet naar Indië wa
ren gestuurd om kampongs in brand te
steken. Zij werden veroordeeld tot ge
vangenisstraffen van anderhalf tot drie
j aar en ontslag uit dienst.
Toen de regering in 1969 tot het onder
zoek besloot, dacht men dat het wel zou
meevallen. Er was een rapport, uit 1954,
over het optreden in Zuid-Celebes van
de groep van Westerling. Daar leek het
bij te blijven, op een enkel ander inci
dent na. Tot 1969 werden de excessen
veelal ook afgedaan met een dooddoe
ner. Aan weerszijde waren immers fou
ten begaan. En altijd werd verwezen
naar het optreden van de Indonesiërs.
Zij waren immers als beesten tegen de
blanken te keer gegaan tijdens de 'ber-
siaptijd', direct na het einde van de oor
log tegen Japan.
Rancune
„Na de onafhankelijkheid richtte het
Nederlandse trauma, die hele rancune
over een verloren oorlog en het verlies
van Nederlands-Indië, zich op Sukarno
en juist niet op de Nederlandse rege
ring. Hij was de man van de onafhanke
lijkheid van Indië, die 'ons' Oost-Indië
en Ambon had afgepakt en nu ook de
Papoea's nog. Woede, teleurstelling en
ergernis verhinderden dat het échte ge
drag tijdens de acties eerder kon wor
den besproken."
In de nota vinden we ook staaltjes van
verwerpelijk optreden van beide zijden.
Zoals het platbranden van het dorpje
Soengei Loear. Na het vertrek van de
Nederlandse troepen verwoestten de
rebellen in februari 1949 de helft, van het
dorp, de huizen van Chinezen en de pro-
Nederlandse inwoners. Op hun beurt
staken de Nederlandse troepen de vol
gende dag de rest van het dorp in brand.
Duidelijk was dat daar de aanhangers
van de republiek woonden. Alleen de
moskee bleef gespaard.
Fasseur wil het leger echter niet te
zwaar vallen. „Nergens was sprake van
een dienstorder om overmatig geweld
te plegen. Integendeel, in dagorders
staat voortdurend dat de Nederlandse
militairen als vrienden komen om de
bevolking te bevrijden." „Het was een
oorlog. Als er vanuit een kampong
schoten werd, werd teruggeschoten, de
bewoners verdreven en het dorp in
brand gestoken. Dan kon er tenminste
niet meer geschoten worden. Of je leest
dat rebellen waren gezien op de berg
helling en neergeschoten. Maar nie
mand ging kijken hoeveel er lagen, en
dus kon niemand precies weten of het
ook écht opstandelingen waren."
Professor Fasseur vindt dat in bepaal
de gevallen gesproken kan worden van
oorlogsmisdrijven. „Het bleek dat de
omvang van de excessen veel groter
was dan door het kabinet was ver
wacht. Toch heeft men zich niet be
moeid met het onderzoek. Alleen de be
geleidende brief is geschreven onder
verantwoordelijkheid van de minister
president."
door Carine Neefjes
Met een dreigende blik in
z'n ogen vertelt Jack over
zijn psychose. „Ik hoor stem
men, van m'n broers, van m'n
ex-collega's. Zij zien mij niet
voor vol aan en zeggen dat ik
dom ben. Mijn familie chan
teert me, die stemmen bedrei
gen me. Ik ga er kapot aan".
Jack (35) zit voorovergebogen
in zijn stoel. Ellebogen op zijn
knieën, handen onder het
hoofd. Hij zucht, kreunt. De
lange, blonde jongen werkte
ooit bij de douane. Vijfjaar ge
leden werd Jack opgenomen,
hij lijdt aan schizofrenie en is
chronisch psychotisch. Het
lijkt net alsof hij een knetteren
de radio in zijn kop heeft die
voortdurend negatieve bood
schappen doorgeeft. Die radio
blijft soms wel maanden 'aan
staan'. Jack kan 'de knop' niet
uitzetten.
Binnen een half uur wisselt hij
regelmatig van stemming. Het
ene moment ontkent hij dat hij
ziek is. „De psychiater vindt
dat ik veel psychoses heb",
zegt hij lachend, „maai' ik vind
zelf van niet, ik ben heel nor
maal". Een minuut later erkent
Jack dat hij psychotisch is,
maar geeft de schuld aan de
hulpverleners.
„Tijdens de sociale-vaardig-
heidstraining zag ik mezelf te
rug op een video-band. Die film
heeft me gek gemaakt. Als ik in
de stad kom. zie ik mensen die
op mij lijken, alsof mijn eigen
persoon verdreven wordt, alsof
andere mensen met mij aan de
loop gaan. Ik ben gestopt met
die sociale-vaardigheidstrai-
ning"
Dan veert hij op en zegt: „Hé.
de stemmen gaan weg, de film
uit mijn hoofd verdwijnt. Dank
u wel. mevrouw". Zijn sombere
blik klaart op. Dan volgt er een
klaagzang over zijn medicijn
gebruik. Hij stikt er bijna in,
slikt 800 milligram per dag.
„Als ik me omdraai in mijn bed
en tegen de muur aankijk, kan
ik bijna geen adem meer halen.
Met minder medicijnen stik ik
lang niet zo erg".
Voortdurend zoekt Jack naar
een reden waarom hij is zoals
hij is. „Ik kan niet accepteren
dat ik ziek ben".
Een afdeling voor moeilijk behandelbare schizofrenie-patiënten.
Agressief
Jack is een van de achttien pa
tiënten van De Alm, een afde
ling voor moeilijk behandel
bare schizofrenie-patiënten in
het Algemeen Psychiatrisch
Ziekenhuis in Assen. In het zie
kenhuis worden nieuwe revali-
datiemethoden ontwikkeld als
voorbeeld voor andere psy
chiatrische ziekenhuizen.
Schizofrenie-patiënten reage
ren niet of nauwelijks op de be
staande medicijnen waardoor
ze regelmatig last hebben van
psychoses. Patiënten raken
dan in een toestand waarin ze
de greep op de realiteit totaal
kwijtraken.
Ze horen stemmen die vaak ne
gatieve dingen over hen zeggen
en dat rekenen ze zichzelf aan.
De patiënten hebben een afwij
king in de hersenen waardoor
ze geen afstand kunnen nemen
van die dwangmatige bood
schappen. Schizofrenie is een
erfelijke aandoening.
Uit angst voor die dreigende
stemmen, kunnen patiënten
soms zeer agressief worden.
Psychiater Cees Slooff, hoofd
van de afdeling voor moeilijk
behandelbare schizofrenie-pa
tiënten: „Zo'n jongen als Jack
kan zeer gevaarlijk zijn. Soms
valt hij mensen aan, gooit en
smijt met meubilair. Hij is dan
zo geladen, dat andere bewo
ners bang van hem worden. Als
de situatie escaleert, geef ik
hem naast anti-psychotica
flink wat kalmerende midde
len, daar ben ik niet flauw in".
De psychiater probeert Jack te
leren hoe hij zijn psychoses kan
herkennen. ..Soms adviseer ik
hem z'n familieleden te bellen,
zodat hij ervaart dat ze niet
hier zijn maar 200 kilometer
verderop. Of ik raad hem aan
dat hij kan gaan schelden, zo
dat de stemmen naar de ach
tergrond verdwijnen. Maar
vaak helpt het niet. Ook ik ben
machteloos".
Stofdoek
Slooff heeft samen met psycho
logen, maatschappelijk
werkers, verpleegkundigen en
arbeidstherapeuten een pro
gramma ontwikkeld waarin
patiënten eerst de eenvoudig
ste dingen - zoals bijvoorbeeld
het huishouden doen, zichzelf
verzorgen - opnieuw moeten le
ren. Vaak worden patiënten
immers volledig verwaarloosd
aangetroffen voordat ze wor
den opgenomen.
Jos (24), voormalig student be
drijfskunde, laat in zijn kamer
het lesboek 'huishoudproject'
zien. Onder de kop: 'Hoe ga je
te werk bij het verwijderen van
stof?' staan de volgende aan
wijzingen: 1. Neem een schone,
zachte doek, die niet pluizig is.
2. Vouw de punten naar bin
nen. 3. Ga ermee over de spul
len. 4. Sla de doek regelmatig
buiten de deur uit. maar na
tuurlijk niet in de gang.
Jos vindt het programma niet
betuttelend. „Je ziet gewoon
dat mensen die aanwijzingen
nodig hebben".
Zelfmoord
In een gebouw buiten 'het ter
rein' geeft psychiater Slooff
zijn patiënten voorlichting
over de ziekte schizofrenie. Net
als scholieren, gaan de patiën
ten er op de fiets naar toe.
Vandaag geeft Slooff voorlich
ting over negatieve sympto
men van schizofrenie. Dufheid,
verlies van initiatief, vervlak
king van gevoelens, warrig
denken, trillen en concentra
tiestoornissen zijn de ver
schijnselen. zo zeggen de leer
lingen zelf. Een van de patiën
ten kan zijn aandacht niet bij
de les houden. „Ik mis een
meisje in mijn leven. Kan ik nu
weggaan? Ik moet boodschap
pen doen". De jongen barst van
foto G PD
de vragen, maar niet over schi
zofrenie.
Terug op 'het terrein' worden
de patiënten weer geconfron
teerd met het dagelijkse leven
in een psychiatrisch zieken
huis. Een meisje uit een ander
paviljoen, heeft zichzelf voor de
trein gegooid. Sommige pa
tiënten raken van slag. Zij spe
len ook weieens met de gedach
te zelfmoord te plegen.
Heiner (33), schizofrenie-pa-
tiënt, woont drie hoog op een
fiat in de stad. Heiner valt on
der de psychiatrische thuis
zorg, bedoeld voor chronische
patiënten die meerdere malen
zijn opgenomen en waarvan
nieuwe opnamen worden ver
wacht. Toch zijn deze patiën
ten met begeleiding van ver
pleegkundigen in staat voor
zichzelf te zorgen. Uit onder
zoek blijkt dat het aantal her
opnamen aanzienlijk is ge
daald.
Het is half twee 's middags,
Heiner komt net uit bed. Z'n
haar zit nog door de war. Zijn
knieën trillen. De jongen is
bloednerveus. Als hij over zijn
psychose vertelt, is zijn blik
niet dreigend zoals die van
Jack: Heiner beschrijft zijn eer
ste psychose met enige af
stand, alsof het niet over hem
zelf gaat.
„Het was februari 1990. ik was
op weg naar het Riagg en op
eens hoorde ik de stem van
mijn overleden oom. Die zei:
'Heiner. ga er niet heen, je be
landt in de psychiatrie'. Ik ver
dwaalde, sprong in een vaart,
liep naakt over straat, sloeg
een ruit kapot en werd toen op
gepakt door de politie. Ik kreeg
een dwangbevel en werd vier
dagen opgesloten in de isoleer
cel van het psychiatrisch zie
kenhuis".
Heiner is in totaal vier keer
voor een periode van enkele
maanden opgenomen geweest,
ook op gesloten afdelingen.
„Die rottigheid van andere
mensen, daar word je gek van.
Een keer werd een meisje in
brand gestoken door een pa
tiënt. Die omgeving is zo nega
tief'.
Een dag later is Heiner meer op
z'n gemak en vertelt vrijuit
over het seksueel misbruik
door zijn zwager. Hij is blij dat
de psychiatrische thuiszorg be
staat, want anders zou hij veel
sneller terugvallen. Voelt hij
zich niet zo goed, dan bestelt
hij 'een bed op recept' en lo
geert een nachtje op 'het ter
rein'.
Trauma
Het staat niet vast dat trauma
tische ervaringen psychoses
kunnen veroorzaken, vertelt
psychiater Slooff. „Er zijn tal
loze mensen die ook seksueel
zijn misbruikt, een verknipte
opvoeding hebben gehad of
onterecht zijn ontslagen, maar
nooit psychotisch raken. Onze
patiënten hebben aanleg voor
psychoses. Ze hebben een aan
doening in de hersenen waar
door ze last krijgen van waan
denkbeelden. hallucinaties en
verwardheid. Wel kunnen trau
matische ervaringen psycho
ses aanwakkeren".
In Nederland zijn 120.000 schi
zofrenie-patiënten van wie er
15.000 op straat zwerven. Zij
vallen buiten het gezichtsveld
van de hulpverleners. Vijfen
twintig procent van de patiën
ten geneest, 37,5 procent houdt
een defect over: ze blijven
traag, zonder initiatief, hun ge
voelsleven vervlakt en ze kun
nen zich moeilijk concentre
ren. Nog eens 37,5 procent blijft
psychotisch. Tien procent van
alle patiënten pleegt vroeg of
laat zelfmoord.
(De namen Jos en Jack zijn op ver
zoek van de patiënten verzonnen
De Platybelodon is een voorouder van de huidige olifant. Met zijn
spatelvormige ondertanden schoffelde hij planten los uit de moe
rasbodem. foto Noorder Dierenpari
Zoogdieren worden allemaal
in hun eerste levensfase ge
zoogd. Gevoed met dat magi
sche voedsel dat in het lichaam
van de moeder wordt samenge
steld via een aantal ingewikkel
de processen. De samenstelling
van deze toverdrank verschilt
per diersoort, waardoor elke
zoogdierbaby zijn voeding vol
gens een speciaal recept krijgt.
Er is nog een aantal andere ken
merken dat voor alle zoogdieren
geldt. Zo zijn alle zoogdieren
warmbloedig, ze ademen dooi
de longen en hebben een hart
met vier afdelingen.
Hun lichaamstemperatuur
wordt geregeld in de hersenen en
een vacht zorgt er voor dat er
geen al te grote afkoeling op
treedt.
Dat zijn bekende zaken. Minder
bekend is dat de zoogdieren een
onderkaak hebben, die uit één
stuk bestaat. En dat is een frin
ge" dierenlantijnen
_lz. M. de Klerk
damenteel verschil met de rep
tielen die verschillende kaak-
beentjes hebben. In de loop dei-
tijd zijn deze kaakbeenderen,
die ook de zoogdieren oorspron
kelijk hadden, ontwikkeld tot
gehoorbeentjes.
Snaveldieren
Er zijn echter betrekkelijk re
cent ontdekte zoogdieren, die af
wijken van het genoemde pa
troon. Dat zijn de snaveldieren
of eierleggende zoogdieren, de
buidelzoogdieren en de placen-
tadieren.
De snaveldieren zijn zeer primi
tieve zoogdieren en de enige van
de soort die eieren leggen. Tot
deze orde behoren twee families,
namelijk die van de mierenegels
en het vogelbekdier.
Bij de buideldieren worden de
jongen in een vroeg stadium van
ontwikkeling geboren. Ze
groeien na een kort verblijf in de
baarmoeder verder in de buidel
van de moeder.
In tegenstelling tot de buideldie
ren zijn de placentadieren echte
zoogdieren. Ze dragen de jonge
langere tijd bij zich terwijl deze,
vastgehecht aan de baarmoe
derwand. door de placenta hun
hele embryonale leven worden
gevoed.
Het begin
Algemeen wordt aangenomen,
dat de zoogdieren zijn ontstaan
in het Trias, dat is ongeveer 220
miljoen jaar geleden, in dezelfde
tijd als de dinosaurussen op aar
de verschenen.
In het rijk van deze grote reptie
len hadden de zoogdieren het
moeilijk, waardoor vermoede
lijk een nachtelijke levenswijze
het gevolg was om te kunner.
overleven. De meeste koudbloe
dige dieren kunnen pas i
worden als de temperatuur niet
te laag is. Doordat het 's nachü
veel kouder werd lag daar de
kans voor de warmbloedige
zoogdieren. Om te overlever,
pasten zij zich langzamerhand
aan de nachtelijke kou aan doR
hun constante lichaamstempe
ratuur.
In het donker is het gezichtsver
mogen minder belangrijk dand:
tastzin, de reuk en het gehoor. Lr
de loop van de evolutie werdei
de laatste drie zintuigen dan ooi
bijzonder goed ontwikkeld
Door deze ontwikkelingen kon
den de dieren zich in het donker
bijzonder goed handhaven.
Men neemt aan dat een belang
rijk deel van de zoogdieren zichi
pas na het uitsterven van de gro-j
te reptielen zoals de dinosau
riërs, aan het daglicht gingen ge
wennen. Sommige van hen heb
ben echter hun oorspronkelijke
levenswijze al die 220 miljoen ja
ren aangehouden. Een goed
voorbeeld hiervan is de egel, die
uitsluitend 's nachts naar insek-
ten zoekt en daarbij afgaat op
zijn uitstekende reukzin.
Tanden
De onderkaak uit één stuk
maakte het de zoogdieren moge
lijk zich van de andere dieren te
onderscheiden door de onderlin
ge specialisatie van de afzonder
lijke gebitselementen. In tegen
stelling tot andere dieren is er bij
de zoogdieren een duidelijk on
derscheid in snijtanden, hoek
tanden, valse kiezen en ware kie
zen. Elk deel van het gebit heeft
een eigen functie bij het verwer
ken van het voedsel.
De grote hoektanden van de
roofdieren hebben tot doel een
prooi te vangen en te doden. Met
de grote scheurkiezen worden
stukken vlees van het prooidier
als het ware afgeknipt.
Een duidelijk voorbeeld van de
aanpassing van het gebit is te
zien in een expositie in het Noor
der Dierenpark. Daar hangt in
het geheel vernieuwde Biochron
een afbeelding van de Platybelo
don, een vroege voorvader van
de olifant, die ongeveer 15 mil
joen jaar geleden in de Kauka-
sus leefde. Zijn ondertanden
hadden een spatelvorm, waar
mee hij gemakkelijk planten in
zijn moerasachtig leefgebied
kon losschoffelen.
De geschiedenis van de zoogdie
ren is uitermate interessant.
Ook al omdat de mens tot deze
groep behoort. De aanpassingen
van de mens zijn echter, zo mo
gelijk, nog interessanter dan die
van de andere zoogdieren.
door Alex de Haan
De scheepsschroef met 'vleu
gels' kost een paar centen
meer, maar de investering is re
latiefgauw terugverdiend. Niet
alleen vanwege de reductie van
brandstofverbruik met vijf pro
cent, maar ook vanwege de gro
tere trekkracht. Voor de scheep
vaart is ook van belang dat de
vermindering van geluid en
trillingen fors is. De scheeps
schroef met eindplaten, een vin
ding van het bedrijf Groningen
Propeller Technology, is nu al
een succes.
Wereldwijd is er veel belangstel
ling voor de schroef met vleu
gels. Daarom heeft Groningen
Propeller Technology (GPT) BV
in diverse landen patent op vin
ding gevraagd én gekregen. Niet
alleen in Europese landen maar
ook andere landen waar belang
rijke scheepswerven zijn geves
tigd, zoals Japan en de Verenig
de Staten.
Naast het Zweedse KaMeWa
maken momenteel nóg drie fa
brikanten de Groninger
scheepsschroef onder licentie
van GPT. Dat zijn het Japanse
Kamome Propeller Co. Ltd. in
Yokohama. Van Voorden Giete
rij BV in Zaltbommel en - een
van de meest prominente
scheepschroeffabrikanten ter
wereld - Lips BV in Drunen.
Trillingen
De eerste praktijkproeven zijn
succesvol. Een proefvaart met
een sleepboot op het Zweedse
Vanermeer bevestigde de ge
dachte dat de schroef met vleu
gels een aanzienlijke trillingsre
ductie tot gevolg kan hebben:
het trillingsniveau is tot minder
dan 50 procent van een conven
tionele schroef.
Schepen hebben bovendien veel
minder last van geluid. Het te
rugbrengen van het geluidsni
veau is niet alleen van belang
bijvoorbeeld voor defensiedoel
einden, maar kan ook zeer nut
tig voor de civiele vaart zijn, al
dus directeur dr. ir. Karei de
Jong van GPT BV. De wettelijke
bepalingen stellen namelijk
.grenzen aan het geluidsniveau.
Vooral bij de 'zwaarder belaste
schroeven komt het voordeel
van de eindplaten tot zijn recht
De Groningse schroef biedt
meer voordelen, zoals de tien
procent grotere trekkracht. Ook
is het manoeuvreergedrag van
het schip verbeterd. Een ander
voordeel is dat op de bestaande
voortstuwingsinstallatie van
schepen geen verdere aanpas
singen nodig zijn.
Mes
Ten opzichte van conventionele
scheepsschroeven snijdt de
nieuwe schroef als een mes door
het water. De yiteractie met het
water is aanmerkelijk verbeterd.
De eindplaten zorgen ervoor dat
de wervels aan het einde van de
schroefbladen zo gunstig moge
lijk worden verdeeld. Daardoor
wordt het verlies van bewegings
energie in het water, het zogehe
ten kinetische energieverlies,
tot een minimum gereduceerd.
Ontwerpers van schroeven heb
ben met de vinding extra moge
lijkheden om aan de eisen en
wensen van reders te voldoen.
Als een schipper een 'stille'
schroef wil. dan levert dat in het
algemeen eindplaten met gro
tere afmetingen op. Als het ren
dement van de schroef voorop
staat, worden kleinere vleugels
gebruikt.
Serieproduktie van de nieuwe
schroef is niet mogelijk. Voor elk
nieuw schip moet altijd een ei
gen schroef worden ontwikkeld.