De Bijenkorf heeft 't al 125 jaar
Een wereld Ie miniformaat
Lord Wedgwood signeert
Spiegel van
de cultuur
vrije tijd
39
ZATERDAG 25 FEBRUARI 1995
Vlak achter de altijd wat
groezelige Nieuwendijk in
Amsterdam ligt een enorme
bouwput. Na een kaalslag op oude
pandjes, moet daar een hypermodern
hotel- en winkelcomplex verrijzen.
Eronder worden de restanten
vermoed van het Kasteel van
Aemstel. Het troosteloze pandje
Nieuwendijk 132 bezwijkt bijna
onder het bouwgeweld. Van het oude
pand resteren slechts een brokkelige
bovenverdieping en, beneden, een
zaakje in ramsjkleding. Uit de
openstaande winkelpui dreunt
keiharde disco. Het publiek loopt er
gehaast en ongeïnteresseerd aan
voorbij.
Toch is hier 125 jaar geleden met de
vestiging van de allereerste
Bijenkorf de basis gelegd voor een
internationaal concern met bijna
tweeduizend winkels, ruim 25.000
medewerkers en een jaaromzet van
meer dan zes miljard gulden.
De warenhuizen en winkelketens van
de Koninklijke Bijenkorf Beheer
(KBB) bevinden zich in Nederland, Eu
ropa en de Verenigde Staten. In het pand
je op de Nieuwendijk begint Simon Philip
Goudsmit in 1870 een winkeltje in garen,
band en andere fournituren. De eerste der
tien jaar werkt hij samen met compagnon
Abraham Salomon Polak. Het is een ty
pisch joodse zaak, die tijdens de sabbat is
gesloten. De Nieuwendijk is dan de be
langrijkste winkelstraat van Amsterdam.
Het is in de tijd dat dienstbodes, arbei
dersvrouwen en burgerdames belangstel
ling krijgen voor zelfmaakmode. Het zijn
de jaren waarin de confectie nog maar net
in de kinderschoenen staat.
Als 'SPG', zoals de grondlegger van het
winkeltje altijd wordt aangeduid, in 1889
overlijdt wordt hij opgevolgd door zijn
neef, de handschoenenkoopman Arthur
Isaac die veel verstand heeft van stoffen
en garens. In 1892 krijgt het winkeltje ook
een naam: De Bijenkorf. Dankzij een flin
ke nalatenschap van SPG is de zaak dan
al uitgegroeid tot een aaneengesloten rij
winkels op de Nieuwendijk.
In 1909 huurt Isaac voor twintig cent per
vierkante meter een stuk grond op de
hoek van de Dam en het Damrak. Het is de
plek waar de Beurs van Zocher heeft ge
staan. Eigenlijk wil Isaac zijn zaken op de
Nieuwendijk grondig verbouwen. De
noodwinkel bij de Dam is slechts tijdelijk.
Maar de zaken gaan er zo goed, dat hij
blijft. Sterker, het moet een echt waren
huis worden, naar het voorbeeld van Au
Bon Marché in Parijs of Harrods in Lon
den.
Lichtballen
Het eerste warenhuis van Nederland
wordt in 1914 stukje bij beetje geopend.
Economisch gaat het slecht, want de Eer
ste Wereldoorlog is net uitgebroken. De
helft van het reeds aangenomen personeel
wordt daarom ontslagen. Het salaris van
wie mag blijven wordt gehalveerd.
Het voor die tijd moderne bouwwerk van
de architect J. A. van Straten heeft maai'
liefst drie lichthallen. Het publiek ver
gaapt zich aan de luxe, want het waren
huis is deftig. Voor de deuren staan geüni
formeerde portiers. Zittend op een stoel
worden de klanten bediend. Loopjongens
brengen de aangeschafte artikelen naai
de paktafel. En omdat het zelf passen van
kleding 'not done' is bij de elite en gegoede
burgerij, zijn er pasjuffrouwen. Wie dat
wenst krijgt de aankopen thuis bezorgd,
al zijn het twee klosjes garen.
Isaac is een gedreven kunstliefhebber.
Vrijwel direct na de opening van het wa
renhuis zijn er exposities van kunstenaars
als Co Breman, Marius Bauer, La Faucon-
nier en Charley Toorop. Kunst, literatuur
- tot eindjaren vijftig waren er zelfs biblio
theken - en vormgeving zouden door de
tijd heen een belangrijke cultuur vormen
binnen de Bijenkorf-warenhuizen.
Zo krijgt directeur M. Sandberg van het
Stedelijk Museum in Amsterdam in 1947
het verzoek te adviseren bij het opbouwen
van een kunstcollectie voor het concern.
Hij kan beschikken over een jaarbudget
van 25.000 gulden. Zijn eigen budget is
dan niet meer dan een vijfde van dat be
drag. Maar het museum mag altijd over de
aangekochte werken beschikken om ze te
exposeren. Binnenkort wordt een groot
deel van die kunstcollectie overigens ge
veild.
Vijfjaar na de opening van het eerste wa
renhuis wordt het bedrijf een naamloze
vennootschap. Het eerste gedrukte jaar
verslag (over 1922) meldt een netto winst
van ruim 635.000 gulden. De vleugels wor
den in 1926 verder uitgeslagen met de op
richting van het Hollands Eenheidsprij
zen Magazijn (Hema). Deze eerste kwar
tjeswinkel voor een publiek dat weinig
heeft te besteden begint in de Kalver-
straat. Vijf jaai' later zijn er al zeventien
van in het land.
In datzelfde jaar wordt ook in Den Haag
een Bijenkorf geopend, naar een ontwerp
van Piet Kramer. Het gebouw in de typi
sche stijl van de Amsterdamse School
heeft de allure van een paleis. Tot in de
kleinste details heeft Kramer de inte
rieurs en meubels ontworpen. Brons, mar
mer en kostbaar hout. Tientallen kunste
naars vervaardigen beeldhouwwerken en
gebrandschilderd glas. Als eerste waren
huis in Nederland beschikt het zelfs over
roltrappen.
Het derde warenhuis volgt in 1930 in Rot
terdam. Dit keer een strak gebouw met
glazen gevelwanden naar een ontwerp
van bouwmeester W. Dudok. Op 14 mei
1940 wordt dit gebouw grotendeels ver
woest bij het Duitse bombardement. Tot
1957 moeten de Rotterdammers het met
een noodwinkel doen. Pas dan opent het
nieuwe warenhuis aan de Coolsingel.
Tot aan de Tweede Wereldoorlog is de Bij
enkorf een typisch joods bedrijf gebleven,
met een voornamelijk joodse directie. Bij
na een derde deel van het personeel is
joods. Maar de oorlog slaat een gat bij de
drie warenhuizen en Hema's. De hele di
rectie wordt door de Duitse bezetter op
straat gezet en joods personeel ontslagen.
Van de duizend joodse werknemers over
leven er amper honderd de oorlog.
Die achtergrond verklaart ook waarom
KBB vorig jaar besloot niet mee te werken
aan de door de overheid opgelegde regi
stratie van het aantal allochtone mede
werkers. Het heeft bovendien te maken
met de liberale sfeer die altijd bij het be
drijf geheerst heeft, zeggen ingewijden.
'De Bijenkorf heeft 't'. „Dat is wel vertaald
als: De Bijenkorf heeft onze goede smaak.
Wij hebben altijd een bijdrage geleverd
aan de smaakontwikkeling van het pu
bliek", weet G. Schoorl, nu 83 jaar. Van
1940 tot 1970 heeft hij bij het warenhuis als
directielid gewerkt, eerst in Rotterdam,
later in de hoofdstad.
Fameus zijn in de jaren vijftig en zestig de
Amsterdamse etalages van vormgever en
hoofd etalagedienst Benno Premsela. Ze
vormen driedimensionale affiches waarbij
slechts een enkel symbolisch voorwerp
een emotie uitdrukt. Hij en de stiliste An-
ni Apol vormen samen met anderen een
bont gezelschap. Ze hebben uitgesproken
ideeën over vormgeving en smaak.
Schoorl: „Premsela paste enorm in de tra
ditie van De Bijenkorf. Hij wist de juiste
mensen om zich heen te verzamelen. En
wat hij vooral heeft is gevoel voor kleur.
Vroeger had alleen de mode het kleurmo-
nopolie. Het kleurgevoel heeft zich later
over een veel groter gebied verspreid. Het
werd 'franje minder en kleur beter'. Als ik
tegenwoordig naar binnen kijk in huizen,
dan krijg ik vertrouwen in de jeugd. Daar
in zie je dat gevoel voor ruimte en kleur
terug."
„Een warenhuis als De Bijenkorf is een
soort spiegel van de cultuur", filosofeert
Tom Littaur. Hij werkt al dertig jaar bij
het warenhuis, eerst als inkoopassistent,
nu als hoofd staf communicatie. „De Bij
enkorf heeft altijd een belangrijke rol ge
speeld in hoe mensen zich kleden, hoe ze
eten of slapen. We proberen trends uit het
buitenland naar Nederland te brengen en
te vertalen. We zijn niet trendy, maai' zet
ten wel de trend. Vanuit die geest heeft het
warenhuis een belangrijke rol gespeeld in
het aangeven van trends en is een warm
pleitbezorger van het Nederlands ont
werp. We zien goederen ook als vorm van
Tot het begin van de jaren zeventig heeft
het warenhuis het tij mee. In 1966 wordt
de NV omgezet in Bijenkorf Beheer, met
zelfstandig' opererende dochtermaat
schappijen. Bij het honderdjarig bestaan
mag daaraan nog het predikaat Konink
lijk worden toegevoegd. In Eindhoven
(1969) en Arnhem (1975) worden nieuwe fi
lialen geopend. Utrecht vormt in 1987
vooralsnog de hekkesluiter.
Maar dan slaat de economische recessie
hard toe. Het warenhuis komt in de rode
cijfers en er volgen ontslagen. Er komt een
'strategische herorëntatie'. Het waren
huis moet weer het 'Goede Leven' gaan
uitstralen met artikelen waarmee men
zich kan onderscheiden. De verkoop van
tv's, witgoed, levensmiddelen en de
aloude stoffen en naaipatronen verdwijnt.
De slogan 'De Bijenkorf heeft 't', lijkt niet
meer van toepassing.
Even gaat het goed, maar dan komt al
weer de volgende klap. In 1980 is de winst
van het KBB-concern met zestig procent
gedaald, een bedrag van zo'n dertig mil
joen gulden. De Bijenkorf-vestigingen
Het 125-jarig bestaan van De Bijenkorf wordt de komende
maanden uitgebreid gevierd. Te beginnen met een histo
rische uitverkoop, tegen overigens hedendaagse prijzen. In
maart komt de laatste Lord Wedgwood of Barleston himself
serviezen signeren, waaronder speciaal gemaakte replica's
van het 'Frog'-servies dat Catharina de Grote in 1753 liet ont
werpen. Het oorspronkelijke servies bevindt zich in de Hermi
tage in Leningrad. De conservatrice van het museum komt er
ook voor naar Nederland.
De schrijversmarkt, een Bijenkorf-traditie tussen de jaren
vijftig en tachtig, wordt weer in ere hersteld. Op 25 maart ko
men circa vijftig auteurs in Amsterdam hun boeken signeren.
En dan is er de speciale uitgave van een telefoonkaart en een
herdenkingsmunt, die het hele jaar als geldig betaalmiddel
bij het warenhuis te gebruiken is.
Voorts staan er diverse exposities op het programma. Zoals
de verkooptentoonstelling Straight Forward, in samenwer
king met de Amsterdamse Galerie Leitmotiv. Jonge kunste
naars tonen er vanaf 20 maart hun ontwerpen voor woningin
richting.
De nog jonge ontwerpstudio Maarten Vrolijk in Amsterdam
kreeg de opdracht een collectie design-produkten te ontwer
pen. Het werden een bank en fauteuil, een bijzettafel, een
lamp, gordijnstof, een dekbedovertrek, een vloerkleed en een
zilveren kandelaar en schaal. Vrolijk werkt samen met de bin
nenhuisarchitect Age Jan Mulder. Vier musea, waaronder het
Stedelijk Museum in Amsterdam, hebben al werk van Vrolijk
in hun kunstcollectie opgenomen.
blijken het meest verliesgevend. Bij het
concern staan zo'n 1500 banen op de tocht
en de sluiting van één of meerdere waren
huizen lijkt onafwendbaar, barst de kri
tiek los: het kon niet op bij de Bijenkorf,
want er werd met geld gesmeten om maar
uit te blinken in kwaliteit, exclusiviteit en
presentatie.
De redding lijkt opnieuw, net als in 1914.
van het personeel te komen. De medewer
kers krijgen tientallen bekende Nederlan
ders zover om een dag lang als verkoper
op te treden. Dus staat Mary Dresselhuys
achter de sjaaltjes en verkoopt Carel Wil
link horloges. Voor deze Nationale Bijen
korfdag is er zelfs een Opland-affiche met
de tekst 'De Bijenkorf moet blijven'.
Nationaal bezit
Er komt een herstelplan dat binnen drie
jaar de levensvatbaarheid voor het waren
huisconcern moet bewijzen. Het perso
neel levert tijdelijk 4,5 procent van zijn sa
laris in. Door arbeidstijdverkorting blij
ven de vierhonderd voorgenomen ontsla
gen bij de Bijenkorf uiteindelijk beperkt
tot 250.
Bij het bedrijf gaat het grapje rond: Laatst
hebben ze in Amsterdam iemand ontdekt
die nog nooit in de Bijenkorf is geweest.
„Eigenlijk zijn we een soort nationaal be
zit", constateert Littaur. „Neem nu het
Amsterdamse warenhuis. Met zeven mil
joen bezoekers per jaar zijn we een belang
rijke toeristische trekpleister."
En okee, ongeveer een kwart van de men
sen komt er alleen maar kijken en niet ko
pen, maar dat aantal is toch veel minder
dan vroeger. „Misschien was de Bijenkorf
in het verleden wat te elitair in het goede
renaanbod, maar dat is bijgesteld."
Toch dringt zich een vergelijking op met
concurrent V D. De laatste jaren werkt
ook dit warenhuisconcern aan een steeds
luxere uitstraling. Trendwatchers menen
dat die restyling van V D er een is „waar
je doorheen prikt". De Bijenkorf is en blijft
volgens hen veel eigenzinniger.
Littaur: „Wij houden ons meer bezig met
een grote variëteit in mode en wonen. Wel
zie je een steeds grotere eenvormigheid
ontstaan. Dus zul je hard je best moeten
doen om je te blijven onderscheiden."
Thea van Beek
Babyspeeltjes zijn
zacht en kunnen
makkelijk
gewassen worden.
foto GPD
Magie wordt het toverwoord bij
speelgoed komend jaar. Daarnaast
sprookjessferen, boven en onder water,
tal van nieuwe soorten constructiesyste
men en vooral veel verbeteringen op be
staande speeltjes en spellen. Starwars is
terug, de Thunderbirds zijn niet meer
weg te denken, tienerpoppen worden
stoere meiden en in jongensconcepten
veranderen goedwillende schooljongens
in vervaarlijke betweters, bepakt met fu
turistisch wapentuig.
Daarnaast ontpoppen de figuren uit Dis-
neyfilms zich als prominente figuren op
spellen, puzzels en in speelgoed. En voor
wie wars is van dat alles staat een heel
nieuwe tak van speelgoed op; creatief be
zig zijn vanuit doordachte dozen.
Al het speelgoed van de nabije toekomst,
te beginnen met het voorjaar werd deze
maand getoond op de speelgoedbeurs in
Neurenberg, het grootste evenement op
dit gebied in Europa. Van het immense
aanbod in speeltjes zal maar een klein
deel ons land bereiken. Belangrijkste
oorzaak daarvan is de taalbarrière.
Daarnaast kent Nederland een merk
waardige clustering van speelgoedinko
pers. De winkelketens Bart Smit en In-
tertoys behoren tot het Blokkerconcern,
dat daarmee beeldbepalend is voor het
aanbod in alle speelgoedzaken. Kopen
deze grote verkooppunten een spel niet
aan, dan wordt vertaling onrendabel en
bereikt het de Nederlandse markt niet.
Goedkoop
Veel breder is het aanbod waaruit Duits
land en bijvoorbeeld België kunnen kie
zen. Andere kant van de medaille is dat
door die clustering en een scherp inkoop-
beleid speelgoed nergens ter wereld zo
goedkoop is als in Nederland.
Maatgevend komend jaar, zo blikt de
vakbeurs vooruit, is speelgoed in mini
formaat. Frêle tienerpopjes niet groter
dan een pink. enge kereltjes behorend
tot futuristische concepten, lieve dier
tjes met een heel eigen speelwereld in mi
niformaat en micromachines. Zelfs de
Power Rangers zijn gekrompen. Klein
zijn ook de populaire reisspellen, door el
ke fabrikant gerestyled en in aantal uit
gebreid.
Uitschieter in dat kader is het 'koffer-mo
nopolie'. Een klein plastic koffertje her
bergt sluitvast alle accesoires van het be
kende spel. In creatieve zin wordt met
name voor kinderen, ook veel compact
verpakt. Slimmigheidje daar is het 'ma
gische penseel', een verfpaletje in mini-
doos met ingebouwd uitspoelbassin
waarmee ook onderweg kan worden ge
verfd.
Ook de tweede trend, magie, hult zich in
kleinverpakking. Zelfs goochelen oogt
compact komende maanden. Losse,
haast professionele trucs, veroveren de
markt. Zo introduceert MB Hasbro on
der meer een minizwaard dat trouwrin
gen doorsnijdt zonder snede en een
toverkoord dat van drie losse stukken
weer één geheel wordt.
Toekomst
Magie in andere zin wordt gesignaleerd
bij Playmobil. Dit voorjaar wordt een
magiër met chemisch lab en tovenaars
leerling gepresenteerd, later in het jaar
gevolgd door een rotstempel in sprook
jessferen a la Fata Morgana van de Efte-
ling. Draken, ridders, prinsessen en
vliegende tapijten wakkeren voorts feeë
rieke fantasieën aan. Van heel ander ka
liber en voor tieners is 'vraag 't Zandar',
een spel voor tieners waarin de toekomst
helder wordt gezien middels een kristal
len bol.
Voor alle leeftijden daarentegen is 'Go
blins Gold' waarin een magiër goudstuk
ken naar de speler moet retourneren
maar deze onderweg als bij toverslag ver
liest door het geheimzinnige onder
grondse labyrint.
Naast bovenaardse verschijnselen in pa
ranormale en ruimtelijke zin verdiept
speelgoed zich ook in de onderwaterwe
reld. Met name Lego neemt vanaf dit
voorjaar een duik in het diepe met 'A-
quazone', een nieuw avontuurlijk thema
waarin inktvissen, haaien en duikers el
kaar bestrijden om energiekristallen te
vergaren. Daarnaast heeft Lego ook de
andere thema's uitgebreid en van een
nieuw uiterlijk voorzien.
Bouwen
Opvallend tijdens de beurs in Neuren
berg was de explosieve groei van nieuwe
constructiesystemen. Gemene deler bij
alle nieuwelingen is de mogelijkheid zo
wel vlak als in de breedte en hoogte te
kunnen bouwen. Met name K'nex lijkt
een systeem dat onder de paraplu van
MB/Hasbro toekomst heeft. Dit jaar ge
presenteerd in Duitsland zal het bij ge
bleken succes pas volgend jaar in ons
land te koop zijn.
Lego ligt van al deze concurrentie niet
wakker. Anders dan de nieuw binnenge
stapte bouwsystemen ligt de prioriteit
wat Lego betreft bij de thema's, fantasie
werelden waaraan letterlijk gebouwd
kan worden.
Licensing drukt een zwaar stempel op
het aanbod. Met name Walt Disney den
dert door alle speelsegmenten en leeftij
den heen met de zwart genopte dalma-
tiërs, aristocratische katten en Sneeuw
witje en haar zeven dwergen geent op
koopvideo's. Lion King, Aladdin met
geest en later in het jaar Pocahuntas, de
volgende kerstfilm van Disney. Donald
Duck, Micky Mouse en alle vrienden heb
ben zich klassieker betoond en blijven la
chen op puzzels en ander speelgoed.
Prominent aanwezig was ook MacDo-
nalds met zelf te maken hamburgertjes
en andere vlugge hapjes van klei,
Rond en zacht is de uitstraling van
nieuwe baby speeltjes. Uit- en afwasbaar
stof wordt veel gebruikt. De hang naar
druk, reflecterend en lawaaierig speel
goed is gekeerd. Zachte ronde vormen in
primaire of uitgesproken pastels nemen
de plaats in. Interactief blijven de speel
tjes wel. Elke beweging van de kleine
heeft een gevolg. Bijvoorbeeld bij 'bun-
gelbeen-aapje' wordt de arm korter als er
aan het beentje wordt getrokken.
Voor peuters daarentegen is er een over
schot aan elektronica voorhande. Alles
educatief bedoeld en speciaal berekend
op hardhandig gebruik. Opvallend daar
naast is het aanbod aan speelgoed dat
groot is van formaat. Speelkeukens, ga
rages. werkplaatsen, wasmachines en
multifunctionele speeltuigen worden
uitgevoerd op ware kindergrootte.
Wanstaltig
Ponypaardjes en minipoppen in zoet ro
ze lijken voor veel ontwerpers synoniem
met meisjesspeelgoed. Fantasiewerel
den vol wanstaltige kunststof bloemen
en mintgroene pony's ontspruiten aan
de kennelijk beperkte fantasie. Enkele
grapjes steken daar letterlijk boven uit
zoals de 'sky-dancers', feetjes die vanuit
een handvat in de vorm van een maan of
dolfijn roterend in de lucht worden ge
schoten.
De tienerpoppen Barbie en Sindy krij
gen komend voorjaar meer pit. Met na
me Sindy wordt met rastahaar, berg-
klimsets, mountainbike en stalen zonne
brilletje een sportieve meid. Met een ei
gen make-up set kan zij bovendien wor
den opgemaakt voor eleganter gelegen
heden. Barbie daarentegen houdt van
verkleden. Als Scarlett O'Hara, als fee of
gehuld in middeleeuwse kostuums, geeft
ze haar verschijning een meerwaarde als
verzamelpop.
Volgens ingewijden boeken functiepop
pen dit jaar winst. Waar vorig jaar vooral
de verkrijgbare accesoires en kleding tel
den lijkt de pop nu weer mee te moeten
praten, eten, slapen of huilen. Helemaal
nieuw in dat opzicht is een pop met drie
gezichten, gewoon, lachend en huilend.
Door het armpje te bewegen draait het
hoofd een ander toetje voor. De capu
chon moet wel om het poppehoofd zitten
omdat anders alle drie gezichtsuitdruk
kingen tegelijk te zien zijn in plaats van
de verwachte haardos. Opvallend groot
daarnaast was op de beurs het aanbod
van poppen met ronde stoffen snoetjes.
Speelgoed voor jongens loopt op rol
letjes. Groter dan ooit is het aanbod in
autootjes met hele speelconcepten. Snel
le buizen op afstand van elkaar waarin
de voertuigjes overvliegen door een ge
doseerde druk op de knop, micromachi
nes met hele dorpen, straten en aparte
themadoosjes. Daarnaast ziekenwa
gens, brandweerauto's en andere hulp
voertuigen die opengeklapt een heel
speelveld met accessoires herbergen en
robots die omgebouwd auto's blijken.
Met name voor de zomer zijn er tal van
nieuwe radiografisch bestuurbare wa
gens. Transformeerbaar in model tijdens
het rijden of types met wielen onder en
boven die ongehinderd verder rijden na
over de kop te zijn geslagen en helemaal
nieuw, een snelle motor model Harley-
Davidson.
Belangrijk daarnaast is de wereld van
film en video. Blijvertjes van vorig jaar
zijn onder meer Power Rangers. Thun
derbirds en Biker Mice. Opnieuw sterk in
de belangstelling staan klassiekers als
Transformers en Batman.
Desiree van Ooyik
De eerste vestiging van de Bijenkorf op de Amsterdamse Nieuwendijk.
Met zeven miljoen bezoekers per jaar is de Amsterdamse Bijenkorf een toeristische trekpleister.
fotografie GPD