De Chinees wordt weer Aziatisch Groen legsel van bebaarde kip Kuaizi en rijstwijn Papaja: lekker en geneeskrachtig Maaltijdsoep is puur genieten Zeeuwse mosselen in de oosterse keuken vrije tijd 37 Indiaans ei Boommeloen ZATERDAG 25 FEBRUARI 1995 Ondanks de veelvuldig beluisterde mening dat Nederlanders niet meer bij die zo vertrouwde Chinees uit eten zouden gaan, voeren deze restaurants nog altijd de top-tien van kuitenlandse keukens aan en zijn er ruimschoots Iweemaal zoveel van als van de nummer twee op de lijst, het Italiaanse eethuis. Half december 1994 waren er, om precies te zijn, 2131 Chinees-Indische restaurants in heel Nederlaid. Maar er vindt wel een grote kwaliteitsverbetering plaats. De (envoudige Chinees op de hoek is op de terugtocht. Er voor in de plaats komen overal in het land uitstekende, fraai inge richte Aziatische restaurants waar verwer.de gasten gerechten van hoog culinair niveau geserveerd krijgen Goedkoop 'nassen' maakt plaats voor een avondje uit eten gaan. De belangstelling voor de klassieke Chinese kookkunst groeit.Het aanzien neemt ook toe. Het meest prestigieuze verbond van restaurants, de Alliance Gast- ronomique Néerlandaise, liet per 1 januar. 1995 zelfs een Chinees als lid toe. Chinese restaurateurs en koks hebben veel liefde voor hun vak. Ze doen es alles aan hun bekwaamhe den opeen hoog niveau te brengen en authentieke gerechten op de kaart te zetten. De ingrediënten vormen geen enkel probleem meer - alles is in Nederland verkrijg baar. In ons land worden tegen woordig veel Aziatische groenten en kruiden gekweekt en enkele malen per week arriveren allerlei produkten per luchtvracht. In vrij wel elke plaats is wel een winkel waar dergelijke artikelen vers of ingevroren worden verkocht en in Amsterdam, waar- van oudsher heel wat Chinezen wonen, zijn gro te Chinese supermarkten waar zo wel de beroepskok als de particu lier terecht kan. De Chinees eet met stokjes. Dat doet hij al drieduizend jaar. Toch kwam de naam voor dat eetgerei, 'kuaizi', pas in de veertiende of vijf tiende eeuw in zwang. Toen aten wij in Europa heus nog niet met vork en mes. Geen wonder dan ook dat Chinezen onze tafelmanieren barbaars vinden. Overigens hou den Chinezen er ook een aantal in onze ogen merkwaardige tafelge- bruiken op na, maar zij zullen ons nooit laten merken dat ze ons vreemd vinden, daar zijn ze veel te gastvrij voor. Wel laten ze graag merken het te waarderen als Ne derlandse gasten in zo'n authen tiek Chinese omgeving proberen met stokjes te eten. Oefenen Wilt u het proberen, oefen dan van tevoren. Leg de stokjes, de kuaizi, ongeveer in het midden evenwijdig aan elkaar op de toppen van de wijs- en middelvinger. Laat de kuaizi in de licht gebogen hand rusten, daar waai' de duim begint. Druk ze met het bovenste kootje van de duim op hun plaats. Houd het stokje dat op de middelvinger rust stevig vast en beweeg het an dere, het bovenste, heen en weer tussen duim en wijsvinger. Breng zo de uiteinden van de kuaizi naar elkaar, alsof u iets pakt met een pincet. Pak tussen de kuaizi hapklaar ge sneden stukjes van het bord of schuif er een portie rijst uit het kommetje mee naar de mond. Dat rijstkommetje hoort tot aan de on derlip te worden opgetild. Snijden van voedsel met messen gebeurt uitsluitend in de keuken, nooit aan tafel. Wat grotere brokjes, waar Bij echt Chinees horen stokjes, de 'kuaizi'. wel eens een botje in zit, mogen in gedeelten worden opgegeten of discreet afgekloven. Voor de soep, die vaak ook als dorstlesser bij de rijst dient en dan niet als aparte gang vooraf wordt gegeten, ligt meestal een blauwporseleinen le pel naast het bord. De Chinees drinkt aan tafel thee of warme rijstwijn. Maar nu ook in dat- land de welvaart stijgt, drinkt men steeds vaker bier of uit drui ven gemaakte wijn. De nieuwste gewoonte van superrijke Chinezen om zelfs bij het eten whisky of cog nac te drinken, kunnen we maar beter niet overnemen. Maai' wie in Nederland kiest voor wijn bij een Aziatische maaltijd, handelt ge heel volgens hedendaagse gebrui ken. Wilt u het alcoholvrij houden. neem dan thee of water. Geen si nas of tonic. Dat is toch heus geen drankje dat de maaltijd begeleidt. Tijdverdrijf Voor Chinezen is eten het favoriete tijdverdrijf. Aan tafel praten ze vrijwel uitsluitend over de gerech ten, over hoe die smaken en de ma nier waarop ze bereid zijn. In een restaurant bestelt dan ook nie mand uitsluitend voor zichzelf. Al le gerechten die op tafel komen zijn voor het hele gezelschap be doeld, zodat ze hun mening over het voedsel kunnen vergelijken. Bij een informele, huiselijke maal tijd wordt alles gelijktijdig' opge diend en is het de bedoeling dat door elkaar uit de verschillende schotels wordt geproefd. Bij offi ciëlere gelegenheden komen eerst wat specialiteiten van het seizoen op tafel, daarna een paar stevige vlees- en gevogeltegerechten, dan soep en tot slot enkele visschotels. Kinderen leren dat ze aan tafel al tijd bescheiden moeten zijn en ruim rijst mogen eten, maar slechts met mate van vlees of vis. Aan gasten echter worden vooral die, uiteraard duurdere en bewer kelijker gerechten aangeboden. Chinezen eten niet alleen graag, maai- ook veel. Daarom biedt de gastvrouw aan het eind van de maaltijd vaak nog een schaal met opgebakken rijst of mie aan. Daar mee drukt ze haar spijt uit dat er van haar nederig voedsel slechts zo weinig was en verzoekt ze de gasten dan nog maar wat van dat kliekje te nemen. Martin van Huijstee Maaltijdsoep is van alle tij den. Naast oma's bruine bo nen-soep en erwtensoep zijn er verrukkelijke varianten, zoals zuurkoolsoep, koolsoep, bieten soep, aardappelsoep, bloemkool soep, broccolisoep, witte bonen en linzensoep. De zelfgetrokken bouillon is het begin. Daarvoor heb je nodig een pan met koud water en vlees voor een krachtig aroma. Schenkel, kuit, klapstuk, ossestaart, ham schijf. poelet, krabbetjes en pootjes, je kunt het er allemaal prima voor gebruiken. Het vlees gaat in de pan met wa ter. Daarbij komen de andere in grediënten, zoals fijn gesneden kool, rauwe aardappelen en bie ten in grove blokjes, (reeds gewel de) bonen en linzen, rijst, bloem kool. zuurkool en broccoli. Na een paar uur pruttelen op het vuur hebben de ingrediënten de soep de juiste dikte gegeven en kun je er diverse extra's aan toe voegen. Zoals rookworst, plakjes katenspek of knapperig gebak ken baconreepjes. Een koolsoep maak je heerlijk 'af met een scheutje crème fraiche. Ook broodcroutons of kant en klare profiteroles zijn lekker als ze op het laatst aan de soep wor den toegevoegd. Bladselderij, bieslook, peterselie, verse salie en koriander tenslotte geven, de laatste tien minuten van het garen toevoegd, een ver rukkelijk aroma. Alexander Haje Y vette, het meisje aan de kassa kijkt me enigszins verbijsterd aan als ze ziet wat de feassa aanslaat voor het kleine doosje met vier eitjes. „Is dat wel goed, wat zit erin?", vraagt ze met onverholen nieuwsgierigheid. Ondertusssen probeert ze het doosje open te maken, maar dat blijkt verzegeld. Als ik haar rertel dat het groene eieren zijn, drukt kaar blik afgrijzen uit. „Van binnen?", vraagt ze hoofdschuddend, „alsof ze te lang gekookt zijn?" Ik probeer haar uit te leggen dat ik alleen weet dat de schil lichtgroen behoort te zijn, de resi als elk ander ei en dat ik nog niet weet hoe ze smaken. Op dat moment wordt de rest van de inmiddels groeiende rij achter me bij het gesprek betrok ken. Yvette somt met bijval van de overige klanten alle soorten eieren op die ze min of meer regelmatig door haar handen laat gaan en geeft er tevens vol overgave haar waardeoordeel en favoriete berei dingswijze bij. Als ik afreken, is ze nog niet geheel over haai' ontstel tenis heen en mompelt ze afkeu rend: „Groene eieren, ze vinden wat uit...en voor die prijs mag u toch wel hopen dat ze lekker zijn...'1 Het Araucana-ei is het nieuwste ei op de Nederlandse markt. Een klein ei met mintgroene schaal, dat ruim 60 cent moet gaan kos ten: twee keer zoveel als een 'ge woon'scharrelei. "Volgens de verpakking zijn de eie ren van wisselend formaat, het geen bij mijn doosje duidelijk het geval vas. Van de vier eieren wa- De Araucana-kip heeft forse bakkebaarden en legt kleine, mintgroene eitjes. ren er overigens slechts drie zacht mintkleurig en was er één gewoon bruin. De gekookte eitjes waren absoluut smakelijk en leken een iets don kerder dooier te hebben dan het gemiddelde scharrelei: wel jam mer dat ze zo klein zijn. Maar of ik ze nu ook echt véél lekkerder vind d een lekker groot mals-, viergra- nen- of scharrelei. kan ik niet zeg gen. Andes De Araucanakip komt oorspron kelijk uit het Andesgebergte. Het hoenderras werd in de 16e eeuw voornamelijk aangetroffen bij de Arauco-Indianen in Zuid-Chili en het is waarschijnlijk dat Hollandse zeelieden in de 17e eeuw een be langrijk aandeel hebben gehad in de verspreiding van het ras over de rest van de wereld. Toch duurde het tot het eerste Wereld Pluim veecongres in 1921 in Den Haag toen het ras officieel gepresenteerd werd. De Spaanse, uit Barcelona afkomstige, Professor Salvador Castello Carreras stelde het hoen onder de naam Gallus Inaurus (Castello) voor. Kenmerkend voor de Araucana's zijn de eieren met groen gekleurde schaal (ook wel blauwgroen genoemd). De hoenderen komen zowel mèt als zonder staart voor en kunnen wit, zwart of tarwekleurig van ge- vederte zijn. Ze hebben allemaal een soort wijd uitstaande 'bakke baarden', die ze een enigszins kod dig uiterlijk geven. Bij Natuurfarm De Boed heeft men na enig tijd fokken en selecteren deze kippen nu buiten rondschar relen. Men staat er voor in dat de kippen geen kunstmatige kleur stoffen in hun voeding krijgen toe gediend; de kleur van schil en dooi er zijn 'natuurlijk'. Yvette. heeft de groene eieren in middels ook uitgeprobeerd: en aangezien ze de eieren volgens haar eigen zeggen toch altijd zon der schil eet, zal het bij deze ene keer blijven. Ze proeft geen ver schil. Nu heeft u het verhaal dus van twee kanten gehoord. Janny van der Lee Het hoogtepunt van het mosselseizoen ligt al ge ruime tijd achter ons. De mos selwereld maakt zich op voor de rustperiode, hoewel van echte rust geen sprake is. Straks wordt de apparatuur bij de bedrijven grondig schoon gemaakt en opgeknapt en dat is nog een heel gedoe. Want op 1 juli moet alles klaar zijn, wan neer de Belgen met vakantie gaan en massaal naar Zeeland trekken om mosselen te eten. Op 1 augustus volgt dan ook de Nederlandse mosselliefhebber, een maand na de Belgen. Voordat het zover is, eten we nog een keer mosselen van de de kleine kaart i oude oogst, want de kwaliteit is nog steeds uitstekend. Zeeuwse mosselen krijgen meer en meer bekendheid en waardering. We zien dat zelfs de buitenlandse keukens het oog laten vallen op de Zeeuwse mossel. Italiaanse restaurants die tot voor kort vrijwel uitslui tend de kleine donkergekleur de mosseltjes uit eigen land in de antipasti verwerkten, kie zen nu voor de grote mosselen uit Zeeland. Hetzelfde geldt voor de Spaanse keuken. Ja, zelfs de oosterse keuken ge bruikt Zeeuwse mosselen. Mos selen zijn namelijk heel goed te combineren met specerijen en als voorbeeld moge het volgen de recept dienen, een recept dat we al experimenterend, op tekenden in de keuken van het Middelburgse SIR-restaurant Surabaya. Voor dit oosterse gerecht hebt u nodig: een zak met 2 kilo ver se mosselen, 2 flinke uien, 1 teentje knoflook, 1 theelepel ketumbar. 1 theelepel trasi, en kele eetlepels arachideolie, 1 theelepel djinten, 1 theelepel kunjit. 2 theelepels djaheh, 1 groene lombok, diagonaal in schijfjes gesneden en ontdaan van de pitjes, 1 blikje fijngesne den bamboescheuten. 1 Chi nees kooltje, in smalle reepjes gesneden, een half pak fijne eiermie, 1/4 blok santen, een beetje water, zout en suiker. Bereiding: verhit de olie in een wadjan en fruit daarin de ge snipperde ui. knoflook met de ketumbar en de trasi, djinten. djaheh, kunjit en kleingesne den groene lombokpeper. Roerbak alles een paar minu ten en voeg dan de bamboe scheuten en de Chinese kool toe. Roerbak gedurende een minuut of tien. Kook intussen de mosselen op de gewone wij ze, dat wil zeggen in eigen •vocht met wat wortel, peterse lie, selderij tot de schelpen zich openen. Laat de mosselen even afkoelen en haal ze uit de schelp en zet ze apart. Doe in dien het gerecht te droog dreigt te worden wat water erbij. Voeg de santen toe en roer alles goed door elkaar. Kook intussen de mie volgens de aanwijzingen öp het pak en laat de mie uit lekken. Breng de groenten op smaak met zout en suiker, doe op het laatst de mosselen erbij en laat die een paar minuten goed doorwarmen. Serveer de mosselen in een schaal apart van de mie, of roer de mie door de mosselen en laat alles goed doorwarmen. Rien van Reems Mie met mosselen is een vrij nieuw gerecht uit de oosterse keu ken. foto Rien van Reems De papaja is een tropische vrucht uit de familie die door plantkundigen 'meloenboomachtigen' wordt genoemd. De papaja wordt dan ook wel aangesproken met 'boommeloen'. De slechts kleine familie is afkomstig uit tropisch Amerika en bleek in het verleden niet erg reislustig - op de papaja na. Die vrucht heeft zich al sinds de zestiende eeuw een vaste plaats verworven in grote delen van tropisch Azië, Australië en Afrika. De boom groeit uit zaad zeer snel op, is na een halfjaar al twee meter hoog en begint dan direct vrucht te dragen. Het is een nogal merkwaardige boom, die meloenboom. Een vrij zachte, houtige en kale stam zonder zijtakken, met alleen bo venaan een krans van grote, ge- steelde bladeren. Daartussen ont wikkelen zich flinke, witte bloe men die uitgroeien tot vruchten die soms wel 70 cm lang en negen kilo zwaai' kunnen worden en als een druiventros rond de stam han gen. Papaja's voor de export zijn niet zwaarder dan 400 gram tot 1 kilo. Ze zijn wat langgerekt, een beetje als een peer of aubergine, soms ook rond als een meloen, en hebben een groene tot geelgroene schil. Als we ze doorsnijden begrijpen we de naam boommeloen: er zit bin nenin een holte, die met pitjes is gevuld. Het heel sappige, gele tot oranje of zalmroze vruchtvlees smaakt inderdaad ook wat naar meloen maar heeft een veel minder weeïge geur, iets abrikoos- en framboosachtig zelfs. Rassen Zoals bij alle gekweekte produk ten zijn er inmiddels heel veel ras sen ontwikkèld. 'Solo' is het be langrijkste en daaruit zijn weer an dere rassen voortgeteeld, zoals 'Puna', 'Hobson' en 'Honey Gold'. De verschillen daartussen zijn voor consumenten niet van be lang. Wat het hele jaar door naar Nederland wordt geëxporteerd komt tegenwoordig vooral uit Bra zilië en Ivoorkust. Een Australisch ras dat we hier niet tegenkomen is 'Long Tom'. Dat is die reus die zo zwaar wordt. De 'Zamboanga' groeit op de Fili- pijnen, is wat ronder en hoekiger en heeft veel grotere zaden. Daar kauwt de bevolking graag op. De vruchten kunnen in onrijpe toe stand als een groente worden ge kookt. In Indonesië, waar de pa paja soms 'kates' wordt genoemd, doen ze hetzelfde. Ook eet men daar wel de bloemen en de blade ren. Geneesmiddel Alle delen van de papajaboom, en ook de onrijpe vruchten, leveren een melkachtig sap (net als bij de rubberboom latex genoemd) dat een eiwitsplitsend enzym bevat. Dat spul heeft in tropische landen een reputatie als geneesmiddel: koortswerend, bloedzuiverend en eetlust opwekkend. Wij noemen het papalne en passen het indus trieel toe als vleesverzachter. In In dia heet de papaja 'papita' of 'paw paw' en worden onrijpe exempla ren tot chutney gekookt. Maar de rijpe vrucht is veel lekkerder. Bij voorbeeld als zeer verkoelend ont bijt. Wat druppeltjes limoensap komen de frisse smaak nog ten goede. Hoe zijn we trouwens aan die naam papaja gekomen? De meest waar schijnlijke verklaring luidt dat het een door de Spanjaarden gemaak te verbastering is van 'apapai'. Met die klanken schijnt een bevol kingsgroep op de Caribische eilan den de vrucht destijds te hebben aangeduid. Bergpapaja Een papajasoort uit koelere tropi sche hooglanden noemen we te genwoordig bergpapaja. De vruch ten zijn zo groot als een flinke vuist en vertonen vijf ribbels. Chili ex porteert ze wel. Ze hebben zoet, sappig vruchtvlees. De papayuela komt uit Colombia en lijkt er wel wat op. Maar deze soort kan uit sluitend gekookt worden gegeten. Het ziet er niet naar uit dat deze vruchten een belangrijke plaats zullen krijgen op de wereldmarkt. Nog een andere boommeloen is de babao of babaco. Dat is beslist een vrucht met grote toekomst. Ze is afkomstig uit koelere delen van Ecuador en werd pas enkele tien tallen jaren geleden internationaal bekend. Die vrucht lijkt op een dikke komkommer en laat zich heel goed in subtropische klima ten telen. De eetbare schil ver kleurt tijdens het rijpen van groen tot geel, ook het rijpe vruchtvlees is geel. Het is heel sappig en de fris se, zoetzure smaak doet wat den ken aan meloen met aardbeien. Martin van Huijstee

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 37