Digitale Stad met afkickcentrum beloften De milieubeweging en de milieu-ethiek Verwaterde PZC Ruzie Rijk en woningcorporaties over btw opinie en achtergrond Experiment langs elektronische snelweg werd ongekend succes «BI 01184-17500 ZATERDAG 4 FEBRUARI 1995 door Thea van Beek In het café van het cultureel centrum De Balie in Amster dam staart een jongeman naar een computerbeeldscherm. Het geroezemoes in het café gaat volslagen aan hem voorbij. Via de publieke terminal bevindt hij zich in de Digitale Stad. Daar kan hij zich naar het post kantoor begeven, naar het stad huis voor informatie of zich op de hoogte stellen van het cultu rele aanbod in de hoofdstad. Via diezelfde elektronische snel weg kan hij ook een goed ge sprek aangaan: in het café. Een jaar geleden opende de Digi tale Stad haar poorten. Sinds dien werd dit elektronische net werk ruim een miljoen keer van uit de hele wereld geraadpleegd. Het succes was zo groot, dat nu ook in andere steden soortgelij ke netwerken van de grond ko men. In Utrecht. Eindhoven, Rotterdam, Groningen en in de regio Twente wordt inmiddels druk gebouwd aan elektroni sche steden. Initiatiefneemster is Marleen Stikker van De Balie, ook wel de burgemeester van de Digitale Stad genoemd. Als een van de eersten neusde zij ooit rond op de Free-nets in Noord-Amerika, die waren gekoppeld aan Inter net. Daar drong het tot haai' door welke betekenis deze net werken kunnen hebben voor de burgers en overheid. De Stad was aanvankelijk be doeld als experiment van tien weken rond de gemeenteraads verkiezingen van vorig jaar. Via het netwerk zou een communi catie op gang moeten komen met het gemeentebestuur. Stik ker: ..We zijn in een rijdende trein gestapt. Toen we eraan be gonnen hadden we zó'n succes nooit voorzien. De twintig tele foonlijnen die ons ter beschik king stonden waren continu in gesprek. Nu beschikken we over veertig lijnen en die zijn ook al weer aan uitbreiding toe. Toen we begonnen raadpleegden 1500 mensen per dag het netwerk, nu zijn dat er al vierduizend. Elk halfjaar verwachten we een ver dubbeling van dat aantal." Toegankelijk Bij het bouwen van de Digitale Stad stond bij Stikker voorop, dat de Stad voor iedereen een voudig toegankelijk moet zijn. Wie over een personal computer, een modem en een telefoon be schikt kan moeiteloos in het net werk komen. „Verder vonden wij het van groot belang dat dege nen die deze apparatuur niet liebben ook kunnen rondneuzen in de Stad", zegt Stikker. „Daar om staan er op diverse plaatsen in Amsterdam terminals waar het publiek gebruik van kan ma ken." Toch is het een selectieve groep die de Stad raadpleegt. Tachtig procent van de bezoekers be staat uit mannen tussen de 18 en 30 jaar. Vrouwen, ouderen en al lochtonen komen er nauwelijks. Stikker: „Onze bezorgdheid is inderdaad de grote groep men sen die van deze informatie ver stoken blijft. Probleem is dat nog niet iedereen met de compu ter om kan gaan." „We staan aan het begin van een heel nieuwe ontwikkeling die handicaps met zich mee brengt. Vroeger moest je allerlei com mando's kennen voor je toegang- tot zo'n netwerk had. Je moet het dus zo eenvoudig mogelijk maken en dat hebben wij met de Digitale Stad geprobeerd. Ik denk dat het in de toekomst net zo gemakkelijk wordt als het aanzetten van je tv." „Waar het al fout is gegaan", zegt Stikker, „is in de sector van computerspelletjes. Die richt zich voornamelijk op jongetjes, dus haken meisjes al snel af. Als de markt en het bedrijfsleven daarin niet zelf initiatieven ne men. zul je het op een andere ma nier moeten doen. Het is een ge zamenlijke verantwoordelijk heid van de overheid, de maat- schapplijk-culturele het bedriifsleven." Uit onderzoek naar sector en 'bewoners' De initiatiefneemster van de Digitale Stad, Marleen Stikker, achter de computer. foto Roland de Bruin/GPD van de Digitale Stad blijkt dat deze ongeveer een derde van hun tijd daar besteden aan het raadplegen van informatie. Eveneens een derde wordt in be slag genomen dooi: privé corres pondentie via de elektronische post. De resterende tijd gaat op aan babbelen via de computer. Stikker: „We proberen de crea- titviteit van de mensen hier een plek te geven. Ze zelf te laten meebouwen aan het netwerk en eigen initiatieven te nemen." Ze moet toegeven: „Er zijn bewo ners die alleen nog maai' via dit netwerk durven te communice ren en nauwelijks nog een 'ge woon' gesprek aangaan. We ken nen inderdaad ook wat verslaaf den. Soms zijn ze heel dominant. Een aantal heeft inmiddels een afkickcentrum in het netwerk ingebouwd. Geen idee of dat ook helpt." En zo breidt de Stad zich uit. We kelijks wordt nieuwe informatie toegevoegd, zoals recentelijk die van de Belastingdienst en het ministerie van economische za ken. De stichting Digitale Stad heeft deze week ook een hand boek uitgegeven. Het vormt een steuntje in de rug voor andere steden die een dergelijk netwerk willen opzetten. Stikker: „Landelijk is er grote belangstelling voor deze infor matie, ook bij politici. Maar ik denk niet dat dit nieuwe me dium de kloof zal dichten tussen burger en politiek. Het vormt hooguit een bijdrage." De woningcorporaties zijn woedend op de staatsse cretaris van volkshuisvesting D. Tommei. Oorzaak is het verbod van Tommei aan twee corporaties om een omstreden btw-constructie toe te passen. Inzet is een btw-bedrag van in totaal 280 miljoen gulden. De woningbouwcorporaties hebben een manier gevonden om het btw-geld in eigen zak te steken, maar het ministerie van volkshuisvesting vindt die methode niet wettig. De corpo raties maken gebruik van een constructie die rijk en gemeen ten al langer toepassen. Die komt erop neer dat een woning van de woningbouwvereniging wordt ondergebracht in een aparte rechtspersoon, meestal een- stichting. Die rechtsper soon verhuurt de woning ver volgens aan de woningbouw vereniging, die hem weer ver huurt aan huurders van de wo ningbouwvereniging. De rechtspersoon die het huis be zit kan de btw over de bouw som terugvorderen van de be lasting. Gemiddeld gaat het dan om 10.000 gulden per huis. Met dat geld kunnen de wo ningcorporaties de huur verla gen. Dat kan 100 gulden per maand schelen. Ook kunnen ze het geld gebruiken om andere projecten te financieren. Een extraatje dat ze goed kunnen gebruiken, menen de woning corporaties. want het is toch al moeilijk om betaalbare huizen .te bouwen. De woede richt zich op de dub belzinnigheid van de staatsse cretaris. Volgens Tommei mo gen de corporaties het eigen dom van de woningen niet uit handen geven, dat zou strijdig zijn met de nieuwe Woningwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH). Daarin is het toezicht van rijk en ge meenten op de woningcorpora ties geregeld. Door de huizen aan derden in eigendom te ge ven zou er onvoldoende con trole mogelijk zijn. 'Onzin', meent W. van Leeu wen, directeur van de NCIV, een koepelorganisatie van wo ningcorporaties. „De contrac ten die de corporaties met de eigenaar van de huizen afslui ten zijn waterdicht. De wonin gen kunnen alleen aan de cor poraties verhuurd worden en zij stellen de voorwaarden vast. Er is dus helemaal geen sprake van minder invloed of controle. Tommei houdt een gelegenheidsredenering die niet deugt. Wettelijk doen we niets verkeerd. Het rijk is al leen bang dat het 280 miljoen misloopt". Ook directeur N. van Velzen van de Nationale Woningraad (NWRl is boos. „Wat Tommei doet grenst aan het onbehoorlijke. Staatsse cretaris Vermeend van finan ciën heeft al toegegeven dat er niks mis is met de constructie. Maar het is volgens hem wel moreel verwerpelijk. Dat is vreemd als je bedenkt dat zijn eigen ministerie de constructie ook toepast bij de bouw van belastingkantoren. Wij zullen ons met alle mogelij ke middelen verzetten tegen het verbod en we zijn er zeker van dat we de strijd winnen". (GPD) door Harrie Buijssen Enige tijd geleden be schreef Iiuib van der Maas uit Kats in deze krant wat hem als agrariër overkomen was: hij ontdekte dat op het land een paar balen stro waren ach tergebleven. Hij stak die in brand en vervolgens werd hij via een helikopter tot de orde geroepen: milieuvervuiling, 's Avonds hoorde hij op het jour naal dat er die dag een paar ge vangenen hadden kunnen ont snappen omdat er te weinig helikopters konden worden ingezet. Met zo'n verhaal zal hij ontge- twijfeld het grootste deel van de Nederlandse bevolking aan zijn kant hebben, en dat is ook heel begrijpelijk. Wanneer de proporties uit het oog verloren worden, schiet de milieubewe ging haar doel voorbij. In som mige gevallen krijgen milieu activisten zelfs het etiket van milieu-fascisten opgeplakt. Er zit iets paradoxaals in de houding van de Nederlander: het milieu moet beschermd worden, dat is vanzelfspre kend, en tegelijkertijd ont breekt vaak het draagvlak voor noodzakelijke maatrege len om er daadwerkelijk iets aan te doen. De ethiek beoogt een kritische reflectie te zijn op de gangbare zeden en gewoonten van een samenleving en wel met be trekking tot wat moet of be hoort. Het heeft dus alles te maken met waarden en nor men. Omdat de samenleving voortdurend aan verandering onderhevig is, moet de mens zich dus ook steeds afvragen of zijn manier van handelen over eenstemt met de eisen die de samenleving aan hem stelt. De ethiek ziet zich daarom voortdurend voor nieuwe vra gen geplaatst. Een van de grote vragen van onze tijd is: welke plaats komt de mens toe in het geheel van de natuur? Vervol gens kan dan de vraag gesteld worden hoe hij zich tegenover de natuur dient te gedragen. Het is een opdracht, waai' al leen de mens mee te maken heeft, want de rest van de na tuur gaat zijn 'natuurlijke gang'. De mens is het enige we zen dat verantwoordelijkheid draagt voor zijn gedrag. Milieu-ethiek is niet alleen een modern probleem, het wordt ook pas in onze tijd als pro bleem erkend. Globaal gespro ken zou men kunnen zeggen dat de mens de band met de na tuur bewaard heeft, zolang de techniek niet méér was dan het ambachtelijk maken van werk tuigen. Inmiddels is het duide lijk geworden dat de grondhou- Welke plaats komt de mens toe in het geheel van de natuur? ding van de techniek zich ont wikkeld heeft tot een onvoor waardelijke wil de natuur te be heersen. De natuur werd steeds meer gezien als pure grondstof voor de wil van de techniek om dat de techniek blind is voor de zin van het menselijk bestaan. In conflict Men zou dus hebben mogen verwachten dat de kerken en de theologen zich als eersten gemeld hadden om een halt toe te roepen aan deze ontwikke ling. We moeten echter con stateren dat met name in ons land de eerste kritiek te beluis teren viel vanuit groeperingen die vaak wat spottend werden aangeduid als de geitewollen- sokkendragers. Inmiddels is het tot bijna iedereen doorge drongen dat het menselijk be lang vaak in conflict komt met de natuurlijk omgeving. En dan bevinden we ons op het werkterrein van de milieu- ethiek. In de milieu-ethiek wordt tel kens de vraag gesteld of de in breuk die de mens maakt op zijn natuurlijke omgeving ge rechtvaardigd is. Welke belan gen zijn daarbij in het geding? Daaraan voorafgaand dient echter eerst nog de vraag ge steld te worden naar de plaats die de mens in het geheel van Vanuit het christendom zijn we gewend de mens een centrale plaats in het geheel van de schepping toe te kennen. Het scheppingsverhaal lijkt het ook heel helder te hebben ge formuleerd: 'wees vruchtbaar en word talrijk; bevolk de aar de natuur toekomt. Welke plaats heeft de mens tegenover het dier, de organische en anor ganische natuur? Worden mens en natuur opgevat als twee tegenover elkaar staande grootheden of moeten ze gezien worden als delen van een onlos makelijke eenheid, die door wederzijdse relaties van afhan kelijkheid met elkaar verbon den zijn? de en onderwerp haar' (Gen. 1. 28). Lange tijd kon men die tekst letterlijk opvatten zon der dat daaruit problemen voor de aarde als geheel kon den ontstaan. Inmiddels erva ren we dat de mens een oneven redig grote aanspraak op het geheel van de natuur maakt. Per uur neemt de wereldbevol king met 10.000 mensen toe. De realiteit daarvan dringt pas tot foto ANP je door, wanneer je dat in heel concrete situaties vertaalt: je gaat bij de buurvrouw een kop je koffie drinken en na een uur is er weer een flink dorp extra op de wereld bij gekomen! Schimmel Er zijn biologen die zelfs spre ken over de mensheid die zich als een schadelijke schimmel steeds verder over de aarde uit breidt. In theologische taal: men spreekt van een genesis- syndroom. Kan men daarom het christendom verantwoor delijk stellen voor de huidige crisis? Mag men deze tekst le zen als een vrijbrief voor onbe grensde uitbuiting van de na tuur ten behoeve van de mens? Natuurlijk kan men er op wij zen dat de vertaling 'heersen' niet juist is, dat het veeleer be tekent: 'rentmeesterschap uit oefenen'. (Exegeten kunnen overigens wel duidelijk maken dat het Hebreeuws 'kabasj' wel degelijk ook: onderwerpen, uit buiten of domineren kan bete kenen). Maar ook dan blijft staan dat de schepping antro pocentrisch benaderd wordt: de mens als middelpunt van onze aarde. Solidariteit Men kan zich evenwel ook op het standpunt stellen dat elk deel voor het geheel even waar devol is. In dat geval kan de mens binnen het geheel niet zijn eigen ethiek ontwerpen, maar dient hij zich in dienst te stellen van het geheel. Hij be hoort solidair te zijn met de rest van de natuur. Dit bete kent uiteraard een radicale wij ziging in de manier waarop de mens met de natuur dient om te gaan. De mens moet dan het bewustzijn van rechten inrui len voor het bewustzijn van plichten. Hij moet de zorg voor het geheel van de schepping op zich nemen, de last van heel de wereld op zijn schouders dra gen.... De joodse filosoof Levinas heeft gedachten aangedragen die een nieuw licht kunnen werpen op de manier hoe de mens zijn plaats in het geheel van de natuur dient te ver staan. Uitgaande van het tal- moedisch denken (de joodse bezinning op de bijbel) komt hij tot de overtuiging dat het scheppingsverhaal niet als een verhaal in de aantonende wijs, maar juist in de gebiedende wijs gelezen moet worden, dat wil zeggen: als een verhaal van wat de mens in de toekomst staat te doen. God wil de schepping voltooid zien door het handelen van de mens. Het moet wel zo gebeu ren dat op het einde herhaald kan worden wat in het schep pingsverhaal op het einde van de zesde dag staat geschreven: zie het is goed, zeer goed. De mens wordt daarbij wel gecon centreerd op het heden, maar krijgt tevens een ideaalbeeld mee voor de verbetering van de wereld voor de toekomst. Moderne mens We moeten constateren dat dit besef zo totaal verbleekt is dat de natuur versmald is tot be grippen zoals energie, massa, grootte, snelheid enzovoorts. Kortom de techniek is de grondhouding van de moderne mens geworden. Milieu-ethiek zal pas kans krij gen, wanneer voor de mens de natuur weer die 'heilige' ruimte wordt, waarin hij tijdelijk ver toeft en waarin hij met eerbied voor de rest van de natuur de plaats zoekt die hem toekomt. Daarmee is dan ook het draag vlak gegeven, waarop zinnige milieuacties alle kans van sla gen krijgen. De Amerikaanse komiek Jack Benny is volgens de overlevering de auteur van de televisie-scène met het langste lachrecord ooit behaald. Benny wandelt 's avonds laat door de stad als er plotseling een man met een pistool uit een steegje voor hem springt en schreeuwt: „Je geld of je leven!" Er valt een langdurige stilte. Als de overval ler ongeduldig met zijn wapen begint te zwaaien, zegt Benny bezwerend: „Rustig aan man, laat me er even over nadenken!" Het komische van deze scène is gelegen in het feit dat hij op een verrassende manier indruist te gen onze haast natuurlijke nei ging om het offer van onze mate riële bezittingen te brengen, als we daarmee ons leven kunnen 'kopen'. Ook als we achteraf de nodige negatieve gevoelens heb ben over verloren bezittingen of financiële schade, overheerst toch vaak het gevoel dat we daar niet al te veel over moeten klagen, omdat we het veel gro- vaak pas goed tot hen door /ij ze er eigenlijk voor zitten. pas worden ze zich echt beioOF- van het feit dat de wereld, p leefsituatie waarin ze zich altf1 veilig en vertrouiod hebben o'J ,waand, die ze als de hunne hr ben beschouwd, hélemaal niet veilig en betroxiwbaar blijkt zijn, hélemaal niet zo erg vt hen is. Want je blijkt er zoma,. van het ene op het andere n ment uit verjaagd te lamim worden. jj! Sommige mensen ervaren w als een diep stekend gevoel vd® in de steek gelaten worden, r de manier waarop je je als fciff in de steek gelaten kon voelen f met dezelfde verdrietige gevw lens. Bij anderen staan uooir de gevoelens van verlies controle over hun leven angst, onzekerheid over hun t komst op de voorgrond. Om kerheid over hoe lang het zal dj ren voordat ze terug kunntfc Onzekerheid over wat ze dat denkwijzer I I --I I I I H—TT I tere verlies van ons leven niet hebben hoeven nemen. Het is diezelfde houding die maakt dat veel mensen bij een dreigende ramp geneigd zijn zich goed, gehoorzaam en orde lijk te gedragen, grappen en grollen zo veel mogelijk voor zich te houden, en gevoelens van boosheid, angst, ontreddering en verdriet, die er onvermijde lijk ook zijn, zo veel mogelijk te beheersen. Althans als de drei gende ramp zich tijdig aankon digt en de oorzaak ervan in vol doende mate zichtbaar is. Wat dat betreft is er een groot verschil tussen bijvoorbeeld een tornado en het wassende water van een rivier. Over een tornado kun je weliswaar geïnformeerd wo.rden door radio en televisie, maar je ziet of merkt 'm meestal pas echt als het al te laat is. Dus kun je gemakkelijker tot op het laatste moment ontkennen dat er een ramp dreigt of dat die jou zal treffen en er rustig allerlei grappen of grollen over maken. Bij een langzaam stijgend wa- terpeïl, daarentegen, kun je soms al dagen tevoren met eigen ogen vaststellen dat de dreiging toeneemt, en is ontkennen min der gemakkelijk, 7iiaar de moge lijkheid om je op een eventuele ramp voor te bereiden groter. Spanning Die mogelijkheid tot voorberei den is overigens bepaald niet al leen maar een voordeel. Het be tekent namelijk ook datje vaak al dagen, en soms zelfs weken, gebukt gaat onder de onzeker heid en spanning over wat ko men kan. Soms is die onzeker heid zo spanningverwekkend, dat mensen de oproep of het be vel om te evacueren niet alleen gedwee accepteren, maar zelfs verwelkomen. Want daarmee is even een einde gekomen aan de onzekerheid, is de spanning tij delijk gebroken en kun je ten minste iets doen, ook al is het be paald niet iets waar je om zat te springen. De opluchting over het weg zijn van de bedreiging en de veran dering van verblijfplaats en so ciale omgevingdoor een eva cuatie roepen bij bepaalde men sen, hoe gek dat ook lijkt, zelfs een soort van vakantie-gevoel op nota bene: de woorden vakantie en evacuatie hebben dezelfde oorsprong, komen na melijk van het latijnse woord voor leeg, leegmaken). Zeker bij mensen die betrekkelijk sociaal geïsoleerd leven en die in een op vangcentrum, bij familie of be kenden opeens de hele dag aa?i- spraak hebben, en daarbij bo vendien een behoorlijke dosis aandacht en zorgzaamheid ont vangen, kan het effect op hun stemming duidelijk opmonte rend zijn. Iets soortgelijks doet zich ook wel voor bij mensen, voor wie le ven en iverk de afgelopen tijd de nodige zorgen en stress met zich meebrachten, en die daar door een ramp, zij het gedwongen, even uit kunnen 'vacueren', uit kunnen breken. Illustratief in dit verband is een passage in het verslag door Ellemers en Lange- vëld van de watersnoodramp van 1953: twee leerkrachten, voor het water gevlucht naar de bovenste verdieping van hun huizen, riepen over en weer naar elkaar vanuit een raam. Beiden hadden ze zich kort tevoren nog druk gemaakt over het al dan niet naar een andere baan in het onderwijs moeten solliciteren. Nu schreeuwden ze - lachend - naar elkaar: „En? Ga je nog steeds sollicitereji? Neerkijkend op de watervloed, die hun dage lijkse leven volledig had ont- ivricht, ervoeren ze alle tivee een haast welkom gevoel van de re latieve onbelangrijkheid, al thans voor het moment, van hun loopbaanperikelen. Niet veilig Zulke gevoelens bij evacuatie of erger maken overigens vaak al snel weer plaats voor gevoelens van ontredderingonzekerheid en angst. Als mensen na dagen van onafgebroken inspanning om zichzelf, Mm gezin, (huis)die- ren en spullen in veiligheid te brengen, eindelijk even rust kunnen nemen omdat er voorlo pig toch niets anders meer te doen valt dan afwachten, dringt René OieksUap zullen aantreffen. Onzekerh\ over de vraag of, en zo ja op icfi ke materiële en andere hulp compensatie voor geleden sc/ij de ze Minnen rekenen. Verdj onzekerheid over wat nu beurd is, niet spoedigweer /cc gebeuren, zelfs als officieel sein 'veilig' wordt gegeven. Eigen schuld 5 Onzekerheid ook over de uraf of ze voor degenen bij wie ze er toevlucht hebben gevonden, (P een gegeven moment niet tot lol worden en alleen nog maar if medelijden of beleefdheid ?«r den geduld. En ook onzekerhtf over zichzelf en hun eigen beo r delingsvermogen. Dat dral zich uit in gedachten als: „j, hoeverre is het ook niet mijn t gen domme schuld dat me ditS- beurd is, xoant toen ik daar gi| wonen had ik er eigenlijk bij si moeten staan dat het een nsict-! gebied is" zoals sommige uanl inwoners van Kobe zeiden nar aardbeving) of „er moet tof ook iets in jezelf zijn, waardS je dit soort dingen aantrekt'T Jaren geleden, toen je al ?tl' wat er kon gebeuren, had je j'; moeten zorgen datje ivegkwar, dus voor een stuk is het ooki gen schuld dikke bult!" Dergelijke gedachten zijn uai- een factor van wat de psyci loge Martha Wolfenstein, dl veel over de psychologische (L pekten van rampen heeft d schreven, ooit heeft aangëdul als PDD, 'post-disaster depra sion'. De broedbak voor dit tyu depressie ivordt gevormd doil hel tijdelijke verlies van col trole over het eigen leven, de I delijke afhankelijkheid van a goedheid van anderen om rampperiode door te komen ft eventueel de schade te herst len, de neiging om voor nem tieve gebeurtenissen die je ovk komen, de schuld eerst en voorn aan jezelf toe te schrijven, of zélfs als een straf te zien voor öfc paalde duigen die je in je levk fout hebt gedaan, plus de vek denking dat veel anderen in s/fe te ook zullen denken dat het nik voor niks is dat net jou dit sooö dingen zoals wateroverla& p moet overkomen. Nuttig advies Om te voorkomeii dat het wak' u nog verder naar de lipptl stijgt dan misschien toch al li geval ivas, daarom een nutl advies uit een van Wolfehstei publikaties: „Stel u zelfde vrat wélke anderen, personen of stanties, ervoor hadden kunn en moeten zorgen dat bepaalt dingen, zoals rampen, u niet zo den treffen. Besluit om uzelf li verantwoordelijk te stellen wat die anderen hebben nagel teii. Besluit om u zelf alleen antwoordelijk te stellen voor h gedeelte dat overblijft als die a deren hun verantwoordelij heid genomen hebben. Maar b sluit ook om het als uw verat zvoordelijkheid te zien die and ren zo lang lastig te blijven vu len totdat ze hun verantwoord lijkheid inderdaad waar hebbt gemaakt. Of, om nog een ket met Jack Benny te spreken: you don't do it, it zoon'I be done Want wat gebeurt er vaak als li waterpeil daalt? Dan verwat ren beloften, waarschijnlijk SCHOONMAAKBEDRIJF BLEIJENBERG B.V. voor totaal schoonmaak onderhoud gecertificeerd volgens de NEN-ISO 9002

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 2