Digitale Stad met afkickcentrum beloften
De milieubeweging en de milieu-ethiek
Verwaterde
PZC
Ruzie Rijk en woningcorporaties over btw
opinie en achtergrond
Experiment langs elektronische snelweg werd ongekend succes
«BI
01184-17500
ZATERDAG 4 FEBRUARI 1995
door Thea van Beek
In het café van het cultureel
centrum De Balie in Amster
dam staart een jongeman naar
een computerbeeldscherm. Het
geroezemoes in het café gaat
volslagen aan hem voorbij. Via
de publieke terminal bevindt
hij zich in de Digitale Stad.
Daar kan hij zich naar het post
kantoor begeven, naar het stad
huis voor informatie of zich op
de hoogte stellen van het cultu
rele aanbod in de hoofdstad. Via
diezelfde elektronische snel
weg kan hij ook een goed ge
sprek aangaan: in het café.
Een jaar geleden opende de Digi
tale Stad haar poorten. Sinds
dien werd dit elektronische net
werk ruim een miljoen keer van
uit de hele wereld geraadpleegd.
Het succes was zo groot, dat nu
ook in andere steden soortgelij
ke netwerken van de grond ko
men. In Utrecht. Eindhoven,
Rotterdam, Groningen en in de
regio Twente wordt inmiddels
druk gebouwd aan elektroni
sche steden.
Initiatiefneemster is Marleen
Stikker van De Balie, ook wel de
burgemeester van de Digitale
Stad genoemd. Als een van de
eersten neusde zij ooit rond op
de Free-nets in Noord-Amerika,
die waren gekoppeld aan Inter
net. Daar drong het tot haai'
door welke betekenis deze net
werken kunnen hebben voor de
burgers en overheid.
De Stad was aanvankelijk be
doeld als experiment van tien
weken rond de gemeenteraads
verkiezingen van vorig jaar. Via
het netwerk zou een communi
catie op gang moeten komen
met het gemeentebestuur. Stik
ker: ..We zijn in een rijdende
trein gestapt. Toen we eraan be
gonnen hadden we zó'n succes
nooit voorzien. De twintig tele
foonlijnen die ons ter beschik
king stonden waren continu in
gesprek. Nu beschikken we over
veertig lijnen en die zijn ook al
weer aan uitbreiding toe. Toen
we begonnen raadpleegden 1500
mensen per dag het netwerk, nu
zijn dat er al vierduizend. Elk
halfjaar verwachten we een ver
dubbeling van dat aantal."
Toegankelijk
Bij het bouwen van de Digitale
Stad stond bij Stikker voorop,
dat de Stad voor iedereen een
voudig toegankelijk moet zijn.
Wie over een personal computer,
een modem en een telefoon be
schikt kan moeiteloos in het net
werk komen. „Verder vonden wij
het van groot belang dat dege
nen die deze apparatuur niet
liebben ook kunnen rondneuzen
in de Stad", zegt Stikker. „Daar
om staan er op diverse plaatsen
in Amsterdam terminals waar
het publiek gebruik van kan ma
ken."
Toch is het een selectieve groep
die de Stad raadpleegt. Tachtig
procent van de bezoekers be
staat uit mannen tussen de 18 en
30 jaar. Vrouwen, ouderen en al
lochtonen komen er nauwelijks.
Stikker: „Onze bezorgdheid is
inderdaad de grote groep men
sen die van deze informatie ver
stoken blijft. Probleem is dat
nog niet iedereen met de compu
ter om kan gaan."
„We staan aan het begin van een
heel nieuwe ontwikkeling die
handicaps met zich mee brengt.
Vroeger moest je allerlei com
mando's kennen voor je toegang-
tot zo'n netwerk had. Je moet
het dus zo eenvoudig mogelijk
maken en dat hebben wij met de
Digitale Stad geprobeerd. Ik
denk dat het in de toekomst net
zo gemakkelijk wordt als het
aanzetten van je tv."
„Waar het al fout is gegaan",
zegt Stikker, „is in de sector van
computerspelletjes. Die richt
zich voornamelijk op jongetjes,
dus haken meisjes al snel af. Als
de markt en het bedrijfsleven
daarin niet zelf initiatieven ne
men. zul je het op een andere ma
nier moeten doen. Het is een ge
zamenlijke verantwoordelijk
heid van de overheid, de maat-
schapplijk-culturele
het bedriifsleven."
Uit onderzoek naar
sector en
'bewoners'
De initiatiefneemster van de Digitale Stad, Marleen Stikker, achter de computer.
foto Roland de Bruin/GPD
van de Digitale Stad blijkt dat
deze ongeveer een derde van
hun tijd daar besteden aan het
raadplegen van informatie.
Eveneens een derde wordt in be
slag genomen dooi: privé corres
pondentie via de elektronische
post. De resterende tijd gaat op
aan babbelen via de computer.
Stikker: „We proberen de crea-
titviteit van de mensen hier een
plek te geven. Ze zelf te laten
meebouwen aan het netwerk en
eigen initiatieven te nemen." Ze
moet toegeven: „Er zijn bewo
ners die alleen nog maai' via dit
netwerk durven te communice
ren en nauwelijks nog een 'ge
woon' gesprek aangaan. We ken
nen inderdaad ook wat verslaaf
den. Soms zijn ze heel dominant.
Een aantal heeft inmiddels een
afkickcentrum in het netwerk
ingebouwd. Geen idee of dat ook
helpt."
En zo breidt de Stad zich uit. We
kelijks wordt nieuwe informatie
toegevoegd, zoals recentelijk die
van de Belastingdienst en het
ministerie van economische za
ken. De stichting Digitale Stad
heeft deze week ook een hand
boek uitgegeven. Het vormt een
steuntje in de rug voor andere
steden die een dergelijk netwerk
willen opzetten.
Stikker: „Landelijk is er grote
belangstelling voor deze infor
matie, ook bij politici. Maar ik
denk niet dat dit nieuwe me
dium de kloof zal dichten tussen
burger en politiek. Het vormt
hooguit een bijdrage."
De woningcorporaties zijn
woedend op de staatsse
cretaris van volkshuisvesting
D. Tommei. Oorzaak is het
verbod van Tommei aan twee
corporaties om een omstreden
btw-constructie toe te passen.
Inzet is een btw-bedrag van in
totaal 280 miljoen gulden.
De woningbouwcorporaties
hebben een manier gevonden
om het btw-geld in eigen zak te
steken, maar het ministerie
van volkshuisvesting vindt die
methode niet wettig. De corpo
raties maken gebruik van een
constructie die rijk en gemeen
ten al langer toepassen. Die
komt erop neer dat een woning
van de woningbouwvereniging
wordt ondergebracht in een
aparte rechtspersoon, meestal
een- stichting. Die rechtsper
soon verhuurt de woning ver
volgens aan de woningbouw
vereniging, die hem weer ver
huurt aan huurders van de wo
ningbouwvereniging. De
rechtspersoon die het huis be
zit kan de btw over de bouw
som terugvorderen van de be
lasting. Gemiddeld gaat het
dan om 10.000 gulden per huis.
Met dat geld kunnen de wo
ningcorporaties de huur verla
gen. Dat kan 100 gulden per
maand schelen. Ook kunnen ze
het geld gebruiken om andere
projecten te financieren. Een
extraatje dat ze goed kunnen
gebruiken, menen de woning
corporaties. want het is toch al
moeilijk om betaalbare huizen
.te bouwen.
De woede richt zich op de dub
belzinnigheid van de staatsse
cretaris. Volgens Tommei mo
gen de corporaties het eigen
dom van de woningen niet uit
handen geven, dat zou strijdig
zijn met de nieuwe Woningwet
en het Besluit Beheer Sociale
Huursector (BBSH). Daarin is
het toezicht van rijk en ge
meenten op de woningcorpora
ties geregeld. Door de huizen
aan derden in eigendom te ge
ven zou er onvoldoende con
trole mogelijk zijn.
'Onzin', meent W. van Leeu
wen, directeur van de NCIV,
een koepelorganisatie van wo
ningcorporaties. „De contrac
ten die de corporaties met de
eigenaar van de huizen afslui
ten zijn waterdicht. De wonin
gen kunnen alleen aan de cor
poraties verhuurd worden en
zij stellen de voorwaarden
vast. Er is dus helemaal geen
sprake van minder invloed of
controle. Tommei houdt een
gelegenheidsredenering die
niet deugt. Wettelijk doen we
niets verkeerd. Het rijk is al
leen bang dat het 280 miljoen
misloopt". Ook directeur N.
van Velzen van de Nationale
Woningraad (NWRl is boos.
„Wat Tommei doet grenst aan
het onbehoorlijke. Staatsse
cretaris Vermeend van finan
ciën heeft al toegegeven dat er
niks mis is met de constructie.
Maar het is volgens hem wel
moreel verwerpelijk.
Dat is vreemd als je bedenkt
dat zijn eigen ministerie de
constructie ook toepast bij de
bouw van belastingkantoren.
Wij zullen ons met alle mogelij
ke middelen verzetten tegen
het verbod en we zijn er zeker
van dat we de strijd winnen".
(GPD)
door Harrie Buijssen
Enige tijd geleden be
schreef Iiuib van der Maas
uit Kats in deze krant wat hem
als agrariër overkomen was:
hij ontdekte dat op het land
een paar balen stro waren ach
tergebleven. Hij stak die in
brand en vervolgens werd hij
via een helikopter tot de orde
geroepen: milieuvervuiling, 's
Avonds hoorde hij op het jour
naal dat er die dag een paar ge
vangenen hadden kunnen ont
snappen omdat er te weinig
helikopters konden worden
ingezet.
Met zo'n verhaal zal hij ontge-
twijfeld het grootste deel van
de Nederlandse bevolking aan
zijn kant hebben, en dat is ook
heel begrijpelijk. Wanneer de
proporties uit het oog verloren
worden, schiet de milieubewe
ging haar doel voorbij. In som
mige gevallen krijgen milieu
activisten zelfs het etiket van
milieu-fascisten opgeplakt.
Er zit iets paradoxaals in de
houding van de Nederlander:
het milieu moet beschermd
worden, dat is vanzelfspre
kend, en tegelijkertijd ont
breekt vaak het draagvlak
voor noodzakelijke maatrege
len om er daadwerkelijk iets
aan te doen.
De ethiek beoogt een kritische
reflectie te zijn op de gangbare
zeden en gewoonten van een
samenleving en wel met be
trekking tot wat moet of be
hoort. Het heeft dus alles te
maken met waarden en nor
men. Omdat de samenleving
voortdurend aan verandering
onderhevig is, moet de mens
zich dus ook steeds afvragen of
zijn manier van handelen over
eenstemt met de eisen die de
samenleving aan hem stelt.
De ethiek ziet zich daarom
voortdurend voor nieuwe vra
gen geplaatst. Een van de grote
vragen van onze tijd is: welke
plaats komt de mens toe in het
geheel van de natuur? Vervol
gens kan dan de vraag gesteld
worden hoe hij zich tegenover
de natuur dient te gedragen.
Het is een opdracht, waai' al
leen de mens mee te maken
heeft, want de rest van de na
tuur gaat zijn 'natuurlijke
gang'. De mens is het enige we
zen dat verantwoordelijkheid
draagt voor zijn gedrag.
Milieu-ethiek is niet alleen een
modern probleem, het wordt
ook pas in onze tijd als pro
bleem erkend. Globaal gespro
ken zou men kunnen zeggen
dat de mens de band met de na
tuur bewaard heeft, zolang de
techniek niet méér was dan het
ambachtelijk maken van werk
tuigen. Inmiddels is het duide
lijk geworden dat de grondhou-
Welke plaats komt de mens toe in het geheel van de natuur?
ding van de techniek zich ont
wikkeld heeft tot een onvoor
waardelijke wil de natuur te be
heersen. De natuur werd steeds
meer gezien als pure grondstof
voor de wil van de techniek om
dat de techniek blind is voor de
zin van het menselijk bestaan.
In conflict
Men zou dus hebben mogen
verwachten dat de kerken en
de theologen zich als eersten
gemeld hadden om een halt toe
te roepen aan deze ontwikke
ling. We moeten echter con
stateren dat met name in ons
land de eerste kritiek te beluis
teren viel vanuit groeperingen
die vaak wat spottend werden
aangeduid als de geitewollen-
sokkendragers. Inmiddels is
het tot bijna iedereen doorge
drongen dat het menselijk be
lang vaak in conflict komt met
de natuurlijk omgeving. En
dan bevinden we ons op het
werkterrein van de milieu-
ethiek.
In de milieu-ethiek wordt tel
kens de vraag gesteld of de in
breuk die de mens maakt op
zijn natuurlijke omgeving ge
rechtvaardigd is. Welke belan
gen zijn daarbij in het geding?
Daaraan voorafgaand dient
echter eerst nog de vraag ge
steld te worden naar de plaats
die de mens in het geheel van
Vanuit het christendom zijn we
gewend de mens een centrale
plaats in het geheel van de
schepping toe te kennen. Het
scheppingsverhaal lijkt het
ook heel helder te hebben ge
formuleerd: 'wees vruchtbaar
en word talrijk; bevolk de aar
de natuur toekomt. Welke
plaats heeft de mens tegenover
het dier, de organische en anor
ganische natuur? Worden
mens en natuur opgevat als
twee tegenover elkaar staande
grootheden of moeten ze gezien
worden als delen van een onlos
makelijke eenheid, die door
wederzijdse relaties van afhan
kelijkheid met elkaar verbon
den zijn?
de en onderwerp haar' (Gen. 1.
28). Lange tijd kon men die
tekst letterlijk opvatten zon
der dat daaruit problemen
voor de aarde als geheel kon
den ontstaan. Inmiddels erva
ren we dat de mens een oneven
redig grote aanspraak op het
geheel van de natuur maakt.
Per uur neemt de wereldbevol
king met 10.000 mensen toe. De
realiteit daarvan dringt pas tot
foto ANP
je door, wanneer je dat in heel
concrete situaties vertaalt: je
gaat bij de buurvrouw een kop
je koffie drinken en na een uur
is er weer een flink dorp extra
op de wereld bij gekomen!
Schimmel
Er zijn biologen die zelfs spre
ken over de mensheid die zich
als een schadelijke schimmel
steeds verder over de aarde uit
breidt. In theologische taal:
men spreekt van een genesis-
syndroom. Kan men daarom
het christendom verantwoor
delijk stellen voor de huidige
crisis? Mag men deze tekst le
zen als een vrijbrief voor onbe
grensde uitbuiting van de na
tuur ten behoeve van de mens?
Natuurlijk kan men er op wij
zen dat de vertaling 'heersen'
niet juist is, dat het veeleer be
tekent: 'rentmeesterschap uit
oefenen'. (Exegeten kunnen
overigens wel duidelijk maken
dat het Hebreeuws 'kabasj' wel
degelijk ook: onderwerpen, uit
buiten of domineren kan bete
kenen). Maar ook dan blijft
staan dat de schepping antro
pocentrisch benaderd wordt:
de mens als middelpunt van
onze aarde.
Solidariteit
Men kan zich evenwel ook op
het standpunt stellen dat elk
deel voor het geheel even waar
devol is. In dat geval kan de
mens binnen het geheel niet
zijn eigen ethiek ontwerpen,
maar dient hij zich in dienst te
stellen van het geheel. Hij be
hoort solidair te zijn met de
rest van de natuur. Dit bete
kent uiteraard een radicale wij
ziging in de manier waarop de
mens met de natuur dient om
te gaan. De mens moet dan het
bewustzijn van rechten inrui
len voor het bewustzijn van
plichten. Hij moet de zorg voor
het geheel van de schepping op
zich nemen, de last van heel de
wereld op zijn schouders dra
gen....
De joodse filosoof Levinas
heeft gedachten aangedragen
die een nieuw licht kunnen
werpen op de manier hoe de
mens zijn plaats in het geheel
van de natuur dient te ver
staan. Uitgaande van het tal-
moedisch denken (de joodse
bezinning op de bijbel) komt
hij tot de overtuiging dat het
scheppingsverhaal niet als een
verhaal in de aantonende wijs,
maar juist in de gebiedende
wijs gelezen moet worden, dat
wil zeggen: als een verhaal van
wat de mens in de toekomst
staat te doen.
God wil de schepping voltooid
zien door het handelen van de
mens. Het moet wel zo gebeu
ren dat op het einde herhaald
kan worden wat in het schep
pingsverhaal op het einde van
de zesde dag staat geschreven:
zie het is goed, zeer goed. De
mens wordt daarbij wel gecon
centreerd op het heden, maar
krijgt tevens een ideaalbeeld
mee voor de verbetering van de
wereld voor de toekomst.
Moderne mens
We moeten constateren dat dit
besef zo totaal verbleekt is dat
de natuur versmald is tot be
grippen zoals energie, massa,
grootte, snelheid enzovoorts.
Kortom de techniek is de
grondhouding van de moderne
mens geworden.
Milieu-ethiek zal pas kans krij
gen, wanneer voor de mens de
natuur weer die 'heilige' ruimte
wordt, waarin hij tijdelijk ver
toeft en waarin hij met eerbied
voor de rest van de natuur de
plaats zoekt die hem toekomt.
Daarmee is dan ook het draag
vlak gegeven, waarop zinnige
milieuacties alle kans van sla
gen krijgen.
De Amerikaanse komiek
Jack Benny is volgens de
overlevering de auteur van de
televisie-scène met het langste
lachrecord ooit behaald. Benny
wandelt 's avonds laat door de
stad als er plotseling een man
met een pistool uit een steegje
voor hem springt en schreeuwt:
„Je geld of je leven!" Er valt een
langdurige stilte. Als de overval
ler ongeduldig met zijn wapen
begint te zwaaien, zegt Benny
bezwerend: „Rustig aan man,
laat me er even over nadenken!"
Het komische van deze scène is
gelegen in het feit dat hij op een
verrassende manier indruist te
gen onze haast natuurlijke nei
ging om het offer van onze mate
riële bezittingen te brengen, als
we daarmee ons leven kunnen
'kopen'. Ook als we achteraf de
nodige negatieve gevoelens heb
ben over verloren bezittingen of
financiële schade, overheerst
toch vaak het gevoel dat we
daar niet al te veel over moeten
klagen, omdat we het veel gro-
vaak pas goed tot hen door /ij
ze er eigenlijk voor zitten.
pas worden ze zich echt beioOF-
van het feit dat de wereld, p
leefsituatie waarin ze zich altf1
veilig en vertrouiod hebben o'J
,waand, die ze als de hunne hr
ben beschouwd, hélemaal niet
veilig en betroxiwbaar blijkt
zijn, hélemaal niet zo erg vt
hen is. Want je blijkt er zoma,.
van het ene op het andere n
ment uit verjaagd te lamim
worden. jj!
Sommige mensen ervaren w
als een diep stekend gevoel vd®
in de steek gelaten worden, r
de manier waarop je je als fciff
in de steek gelaten kon voelen f
met dezelfde verdrietige gevw
lens. Bij anderen staan uooir
de gevoelens van verlies
controle over hun leven
angst, onzekerheid over hun t
komst op de voorgrond. Om
kerheid over hoe lang het zal dj
ren voordat ze terug kunntfc
Onzekerheid over wat ze dat
denkwijzer
I I --I I I I H—TT I
tere verlies van ons leven niet
hebben hoeven nemen.
Het is diezelfde houding die
maakt dat veel mensen bij een
dreigende ramp geneigd zijn
zich goed, gehoorzaam en orde
lijk te gedragen, grappen en
grollen zo veel mogelijk voor
zich te houden, en gevoelens van
boosheid, angst, ontreddering
en verdriet, die er onvermijde
lijk ook zijn, zo veel mogelijk te
beheersen. Althans als de drei
gende ramp zich tijdig aankon
digt en de oorzaak ervan in vol
doende mate zichtbaar is.
Wat dat betreft is er een groot
verschil tussen bijvoorbeeld een
tornado en het wassende water
van een rivier. Over een tornado
kun je weliswaar geïnformeerd
wo.rden door radio en televisie,
maar je ziet of merkt 'm meestal
pas echt als het al te laat is. Dus
kun je gemakkelijker tot op het
laatste moment ontkennen dat
er een ramp dreigt of dat die jou
zal treffen en er rustig allerlei
grappen of grollen over maken.
Bij een langzaam stijgend wa-
terpeïl, daarentegen, kun je
soms al dagen tevoren met eigen
ogen vaststellen dat de dreiging
toeneemt, en is ontkennen min
der gemakkelijk, 7iiaar de moge
lijkheid om je op een eventuele
ramp voor te bereiden groter.
Spanning
Die mogelijkheid tot voorberei
den is overigens bepaald niet al
leen maar een voordeel. Het be
tekent namelijk ook datje vaak
al dagen, en soms zelfs weken,
gebukt gaat onder de onzeker
heid en spanning over wat ko
men kan. Soms is die onzeker
heid zo spanningverwekkend,
dat mensen de oproep of het be
vel om te evacueren niet alleen
gedwee accepteren, maar zelfs
verwelkomen. Want daarmee is
even een einde gekomen aan de
onzekerheid, is de spanning tij
delijk gebroken en kun je ten
minste iets doen, ook al is het be
paald niet iets waar je om zat te
springen.
De opluchting over het weg zijn
van de bedreiging en de veran
dering van verblijfplaats en so
ciale omgevingdoor een eva
cuatie roepen bij bepaalde men
sen, hoe gek dat ook lijkt, zelfs
een soort van vakantie-gevoel
op nota bene: de woorden
vakantie en evacuatie hebben
dezelfde oorsprong, komen na
melijk van het latijnse woord
voor leeg, leegmaken). Zeker bij
mensen die betrekkelijk sociaal
geïsoleerd leven en die in een op
vangcentrum, bij familie of be
kenden opeens de hele dag aa?i-
spraak hebben, en daarbij bo
vendien een behoorlijke dosis
aandacht en zorgzaamheid ont
vangen, kan het effect op hun
stemming duidelijk opmonte
rend zijn.
Iets soortgelijks doet zich ook
wel voor bij mensen, voor wie le
ven en iverk de afgelopen tijd de
nodige zorgen en stress met zich
meebrachten, en die daar door
een ramp, zij het gedwongen,
even uit kunnen 'vacueren', uit
kunnen breken. Illustratief in dit
verband is een passage in het
verslag door Ellemers en Lange-
vëld van de watersnoodramp
van 1953: twee leerkrachten,
voor het water gevlucht naar de
bovenste verdieping van hun
huizen, riepen over en weer naar
elkaar vanuit een raam. Beiden
hadden ze zich kort tevoren nog
druk gemaakt over het al dan
niet naar een andere baan in het
onderwijs moeten solliciteren.
Nu schreeuwden ze - lachend -
naar elkaar: „En? Ga je nog
steeds sollicitereji? Neerkijkend
op de watervloed, die hun dage
lijkse leven volledig had ont-
ivricht, ervoeren ze alle tivee een
haast welkom gevoel van de re
latieve onbelangrijkheid, al
thans voor het moment, van hun
loopbaanperikelen.
Niet veilig
Zulke gevoelens bij evacuatie of
erger maken overigens vaak al
snel weer plaats voor gevoelens
van ontredderingonzekerheid
en angst. Als mensen na dagen
van onafgebroken inspanning
om zichzelf, Mm gezin, (huis)die-
ren en spullen in veiligheid te
brengen, eindelijk even rust
kunnen nemen omdat er voorlo
pig toch niets anders meer te
doen valt dan afwachten, dringt
René OieksUap
zullen aantreffen. Onzekerh\
over de vraag of, en zo ja op icfi
ke materiële en andere hulp
compensatie voor geleden sc/ij
de ze Minnen rekenen. Verdj
onzekerheid over wat nu
beurd is, niet spoedigweer /cc
gebeuren, zelfs als officieel
sein 'veilig' wordt gegeven.
Eigen schuld 5
Onzekerheid ook over de uraf
of ze voor degenen bij wie ze er
toevlucht hebben gevonden, (P
een gegeven moment niet tot lol
worden en alleen nog maar if
medelijden of beleefdheid ?«r
den geduld. En ook onzekerhtf
over zichzelf en hun eigen beo r
delingsvermogen. Dat dral
zich uit in gedachten als: „j,
hoeverre is het ook niet mijn t
gen domme schuld dat me ditS-
beurd is, xoant toen ik daar gi|
wonen had ik er eigenlijk bij si
moeten staan dat het een nsict-!
gebied is" zoals sommige uanl
inwoners van Kobe zeiden nar
aardbeving) of „er moet tof
ook iets in jezelf zijn, waardS
je dit soort dingen aantrekt'T
Jaren geleden, toen je al ?tl'
wat er kon gebeuren, had je j';
moeten zorgen datje ivegkwar,
dus voor een stuk is het ooki
gen schuld dikke bult!"
Dergelijke gedachten zijn uai-
een factor van wat de psyci
loge Martha Wolfenstein, dl
veel over de psychologische (L
pekten van rampen heeft d
schreven, ooit heeft aangëdul
als PDD, 'post-disaster depra
sion'. De broedbak voor dit tyu
depressie ivordt gevormd doil
hel tijdelijke verlies van col
trole over het eigen leven, de I
delijke afhankelijkheid van a
goedheid van anderen om
rampperiode door te komen ft
eventueel de schade te herst
len, de neiging om voor nem
tieve gebeurtenissen die je ovk
komen, de schuld eerst en voorn
aan jezelf toe te schrijven, of
zélfs als een straf te zien voor öfc
paalde duigen die je in je levk
fout hebt gedaan, plus de vek
denking dat veel anderen in s/fe
te ook zullen denken dat het nik
voor niks is dat net jou dit sooö
dingen zoals wateroverla& p
moet overkomen.
Nuttig advies
Om te voorkomeii dat het wak'
u nog verder naar de lipptl
stijgt dan misschien toch al li
geval ivas, daarom een nutl
advies uit een van Wolfehstei
publikaties: „Stel u zelfde vrat
wélke anderen, personen of
stanties, ervoor hadden kunn
en moeten zorgen dat bepaalt
dingen, zoals rampen, u niet zo
den treffen. Besluit om uzelf li
verantwoordelijk te stellen
wat die anderen hebben nagel
teii. Besluit om u zelf alleen
antwoordelijk te stellen voor h
gedeelte dat overblijft als die a
deren hun verantwoordelij
heid genomen hebben. Maar b
sluit ook om het als uw verat
zvoordelijkheid te zien die and
ren zo lang lastig te blijven vu
len totdat ze hun verantwoord
lijkheid inderdaad waar hebbt
gemaakt. Of, om nog een ket
met Jack Benny te spreken:
you don't do it, it zoon'I be done
Want wat gebeurt er vaak als li
waterpeil daalt? Dan verwat
ren beloften, waarschijnlijk
SCHOONMAAKBEDRIJF
BLEIJENBERG B.V.
voor
totaal
schoonmaak
onderhoud
gecertificeerd volgens
de NEN-ISO 9002