Eind drama Grozny niet in zicht
Hulp in Japan: betalen voor de boot
Indonesische kwestie: onverwerkt verleden
PZC
Commissie boos oj
het Europarlement
Turkse jongeren
optimistisch over
nieuwe organisatie
'Epicentrum' wordt
op scherm verminkt
tot 'epische centra'
opinie en achtergrond
Hoofdstad Tsjetsjenië wacht verdere zware bombardementen
ZATERDAG 21 JANUARI 1995
van onze correspondent
in Ingoesjetië
Hans Geleijnse
Het symbool van het Tsjets
jeense verzet, het presiden
tieel paleis in de hoofdstad
Grozny, is gevallen. Een va-
cuiimbom, die het leven tot in
de kelders onder het gebouw
wegzoog, maakte een eind aan
de bloedige strijd die twintig
dagen in de directe omgeving
van het Vrijheidsplein woedde.
Daarmee is niet gezegd dat het
geweld en de zinloze vernieti
ging in Grozny zijn gestopt. Vrij
dag werd er in de stad nog steeds
gevochten; de Tsjetsjenen zou
den op een kilometer van het
centrum al een nieuw hoofd
kwartier hebben ingericht.
Boven de hoofdstad Nazran van
buurrepubliek Ingoesjetië wa
ren de helikopters te horen die
hun dodelijke missies in Tsjets
jenië zouden gaan ondernemen.
Hoe de strijd verloopt, is moei
lijk vast te stellen. De binnen
stad van Grozny is een ontoe
gankelijke woestenij waarin al
leen mensen met doodsverach
ting zich wagen. De strijders - ze
noemen zichzelf liever verdedi
gers om aan te geven dat ze niet
tot Doedajevs fanatieke aan
hangers behoren, spreken el
kaar op dit punt tegen.
Donderdagmiddag kwamen ve
le Tsjetsjeense strijders uit de
stad en zeiden dat Grozny kan
worden opgegeven, maar ande
ren keren vanuit de bergen, op
zo'n veertig tot vijftig kilometer
zuidelijk van Grozny, juist terug
naar de hoofdstad om er weer
aan de gevechten deel te nemen.
De grote vraag is nu of de Rus
sen, zuiver klinisch-militair ge
sproken, gelijk hebben gehad
door hun verwoestende arsenaal
aan raketten, mortiergranaten,
kluster- en vacuümbommen op
Grozny te richten. Te beant
woorden valt die vraag pas als
de laatste gewapende Tsjetsjeen
uit de hoofdstad is verdreven,
danwel gevangen genomen.
Guerrilla
Daartoe zal de Russische infan
terie of de speciale eenheden van
het ministerie van binnenlandse
zaken de stad eerst moeten uit
kammen. Te vrezen valt dat dit
pas zal gebeuren wanneer ook
wijken die tot half deze week
nauwelijks werden gebombar
deerd alsnog hun portie hebben
gekregen. Dat geldt vooral voor
de zuidelijke wijk Tsjernoretsje
aan de afslag van de snelweg
Vladikavkas-Bakoe.
Langs die route zochten de
Tsjetsjeense militanten hun toe
vlucht in de zuidelijke bergdor
pen waai' ze tot rust konden ko
men om daarna weer naai- de hel
in Grozny terug te keren. Don
derdag vielen gevechtsvliegtui
gen daar auto's aan. En zoals
vrijwel altijd troffen ze de ver
keerde. Drie auto's gingen in
vlammen op, twaalf daarin weg
vluchtende burgers werden ge
dood.
De Russen kunnen hun wit-
blauw-rode vlag van het rege
ringspaleis laten wapperen. De
wereld heeft kunnen zien dat het
een vaandel van bloed en schan
de is. Mensenlevens, Tsjetsjeen
se en Russische, speelden geen
enkele rol in de machtspolitiek
van het Kremlin. Terreur, bom-
menterreur, moest dat deel van
de Tsjetsjeense bevolking, dat
nog twijfelde over deelneming
aan de strijd, afschrikken.
Ervaren oorlogsverslaggevers
zeggen dat wat in Grozny ge
beurde, vele malen erger was
dan de verschrikkingen in Bos
nië. De Tsjetsjeense verdedi
gers, woedend over de aange
richte verwoestingen, beant
woordden het Russische geweld
met woeste wraak. Volgens de
Franse oorlogsfotograaf Patrick
Chauvel, een man die zo bezeten
is van oorlog dat hij zelfs 's
nachts, als er niets te fotografe
ren viel, met de strijders op pad
ging, vertelde dat er standrech
telijke executies van Russische
krijgsgevangenen hebben
plaatsgevonden. Ook trof hij in
huizen de lijken van Russische
soldaten met doorgesneden ke
len aan.
Die Tsjetsjeense woede garan
deert echter niet het begin van
een guerrillaoorlog, na de onver
mijdelijke val van Grozny. Ten
eerste is er het geografische pro
bleem. Grozny ligt in de Tsjets
jeense laagvlakte, die meer dan
twee derde van het land beslaat.
Voor de Russen is dat, met de in
name van een paar strategische
steden, relatief gemakkelijk te
controleren. Voor de guerrilla
betekent het dat er lange afstan
den moeten worden afgelegd om
de vijand vanuit de bergen te
kunnen bereiken.
Boris Jeltsin heeft met deze ca
tastrofale Tsjetsjeense stra
fexpeditie het democratische
masker volledig afgeworpen. Nu
al heeft de overgrote meerder
heid van de Russische bevolking
geen enkel vertrouwen in Jeltsin
en zijn Kremlin-garde. Dat zal
tot onder het nulpunt dalen als
de gruwelijke details van de
strijd in de publiciteit komen.
Als. Want zeer waarschijnlijk zal
Moskou proberen om dit te voor
komen, bijvoorbeeld door Groz
ny voor journalisten af te gren
delen. De pers is de afgelopen
weken herhaaldelijk geïntimi
deerd en pogingen om bij de
Russische linies in Tsjetsjenië te
komen en ook van die kant ver
slag te doen werden de kop inge
drukt. Alleen propaganda
mocht. Een beter bewijs van een
kwaad geweten is er niet.
van onze speciale
verslaggever
Kjeld Duits
De tegenstelling tussen het
getroffen gebied en de om
geving kan niet groter. Kobe,
grotendeels verwoest en ver
stoken van water en levens
middelen en Osaka, volledig
intact en wel voorzien. Veel
slachtoffers lopen of fietsen de
twintig tot dertig kilometer
naar Osaka om daar inkopen
te doen, maar vragen zich af
waarom de overheid deze be
voorrading niet voor elkaar
schijnt te krijgen. De twee be
langrijkste taken lijken heel
eenvoudig: de slachtoffers er
uit, het voedsel erin. Met de
omliggende grote steden zo
wel voorzien en zo dichtbij is
het onmogelijk voor de bevol
king te begrijpen waarom
hieraan ogenschijnlijk zo wei
nig gedaan wordt.
Drie dagen na de aardbeving
kwam de hulpverlening einde
lijk, langzaam en volledig ina
dequaat op gang. Vrijdagmid
dag is het aantal doden geste
gen tot 4329, terwijl nog 660
mensen worden vermist.
Soldaten gr Elven in het puin
naar de stoffelijke resten van
slachtoffers, familieleden ver
zamelen de beenderen van
mensen die omgekomen zijn in
de vreselijke branden die de af
gelopen dagen woedden. Over
al zijn mensen druk bezig huis
raad te graven uit verwoeste en
ingestorte huizen. Familiele
den en vrienden uit de omlig
gende gebieden stromen naar
binnen om hulp aan te bieden.
Hoewel in sommige delen van
het rampgebied de vuilnis
diensten en enkele scholen
weer op gang zijn gekomen is
er een algemeen gevoel onder
de getroffenen dat de autoritei
ten totaal tekort schieten in
hun pogingen de ergste proble
men te verhelpen. Een waar le
ger van vrijwilligers heeft wel
iswaar gehoor gegeven aan de
herhaalde oproepen op de ra-
Inwoners van Kobe die op zoek zijn na;
stad. Anderen komen hier kijken of er een bi
den aan eikaars verblijfplaatsen.
plakken briefjes op een hek in de verwoeste
hen hangt. Op die manier komen familiele-
foto EPA
dio en tv om voedsel en geld te
geven, maar de overheid biedt
daarbij nauwelijks steun.
Eén van de voornaamste ver
bindingen tussen Osaka en
Kobe, Route 2, was gisteren ge
vuld door duizenden vrijwilli
gers die met rugzakken door
henzelf gekocht voedsel vaak
een afstand van over 20 tot 30
kilometer lopend naar het
rampgebied brachten.
Vandaag werd een bootverbin
ding begonnen tussen de ha
vens van Kobe en Osaka om de
verkeersproblemen te verhel
pen. Maar er rijden geen bus
sen om mensen van de ergst ge
troffen gebieden naar de ha
vens te vervoeren. En het tarief
voor deze veerdienst is 21 gul
den voor volwassenen, de helft
voor kinderen. Vier keer zo
duur dan het tarief van de oor
spronkelijke treinverbindin
gen tussen de twee steden, ter
wijl vele duizenden mensen
geen geld meer hebben en er
nog vrijwel geen banken open
zijn. Men vraagt zich af waar
om hier sowieso voor betaald
moet worden.
De vraag is en blijft hoe een
land dat zoveel ervaring heeft
met aEirdbevingen, zo slecht
voorbereid kan zijn. De getrof
fenen zullen, als de meest
schrijnende problemen verhol
pen zijn, zeker een antwoord
op deze vraag eisen. Nu heer
sen alleen woede, verbijste
ring, onzekerheid en veel nood.
doorT. Rinkema
Wat is het toch, dat na 50
jaar de emoties zo op
zweept over de Indonesische
kwestie? De visumverlening
aan een deserteur, tloor oor
logsveteranen geduid als af
keuring van hun inzet. Demon
straties pro en contra zijn be
zoek aan ons land. Een kamer
debat zonder aandacht voor de
reden van de desertie, maar
wel voor de erdoor opgeroe
pen gevoelens. De regering,
die een uitspraak over de be
slissingen rond de politionele
acties angstvallig vermijdt.
De benadrukking, dat oorde
len achteraf makkelijker zijn
dan 't nemen van verantwoor
delijkheid toen. Discussie
over excuses aan Indonesië,
dat daaraan duidelijk geen be
hoeft heeft. Onderwijsmate
riaal dat ter vermijding van
commotie geen waarde-oor-
deel mag geven over de Indo-
nesië-kwestie. Nogmaals: van
waar deze extreme emoties, zo
lang na dato?
Zoveel lijkt duidelijk: wij heb
ben de falende beëindiging van
het koloniale tijdperk nauwe
lijks verwerkt. En dus blijft het
doorzeuren. Er moeten on
beantwoorde vragen rondspo
ken. Waarom liep dat proces
ons toen zo uit de hand? Merk
ten we aanwijzingen niet op en
namen we daarom foute beslui
ten? Waarom lieten we ons zo
irriteren door Indonesische te
genwerking? Moesten er aan
beide zijden wel zoveel doden
vallen voor een uitzichtsloze
zaak? Handelden we mogelijk
toch meer vanuit macht en be
langen dan vanuit visie op we
reldverhoudingen? En lieten
we daarom tenslotte in 1949 de
souvereiniteitsoverdracht zo
gelaten, zonder enige overtui
ging over ons komen? Moe van
al het traineren. Er zijn hierop
wel antwoorden gegeven, maar
konden of wilden we die wel ho
ren? Al met al: een onverwerkt
verleden.
Plaats Europa
Een aantal opmerkingen hier
bij. Allereerst: we leefden toen
(en ook nu nog, denk ik) met
een wereldbeeld waarin Eu
ropa centraal stond. Maar die
centrale plaats van ons wereld
deel bestond pas vanaf de tijd
van de westerse expansie, en
kele eeuwen geleden. Op het
geheel van de wereldgeschie
denis is dat kort. De culturen in
het oosten met de daar opge
bouwde wijsheid zijn veel ou
der. In het Indonesiënummer
van het tijdschrift Wending
(mei 1949!) wees dr Locher daar
op, waarbij hij de China-geleer-
de Duyvendak aanhaalt, die
stelt dat het bergland van Ti
bet de wereld in drie stukken
verdeelt: naar het westen toe
de Voor-Aziatische wereld met
de landen om de Middellandse
Zee; zuidwaarts India en de
daardoor beïnvloedde eilan
den; en oostwaarts China en de
hele Oost-Aziatische cultuur.
„Men kan de wereldgeschiede
nis zien in het licht van de
vraag, hoe deze drie gebieden
zich hebben ontwikkeld, cul
tuur hebben uitgewisseld, el
kander hebben beïnvloed". Zo
gezien heeft onze westerse su
prematie lang niet zo'n grote
betekenis en móest het kolo
nialisme wel voorbijgaan. Er is
een eigen Aziatische geschie
denis. En vooral Japan speelde
daar in '41-'45 nadrukkelijk op
in. Wij hadden daarvoor weinig'
oog en overschatten schrome
lijk onze macht. Dat beïnvloed
de onze Indonesië-politiek, zo
doende triest genoeg achter de
ontwikkelingen aanlopend.
Vervolgens: we maakten ons
wijs, dat we dit alles nauwelijks
wisten. Het was wel degelijk
bekend, bij voorbeeld via zen
ding en missie. Die bewogen
zich oorspronkelijk ook in ko
loniale structuren, maai' open
den al ruim vóór de oorlog de
weg naar zelfstandige kerken:
in de Minahassa 1934, in de
Zuid-Molukken 1935. Reeds in
1945 ontstond in Djocja een
raad van kerken, De Nederlan
ders speelden bij dat alles
slechts een adviserende rol. Po
litieke ontwikkelingen wezen
in de zelfde richting, Eind 20-er,
begin 30-er jaren werd de Par-
tai Nasional Indonesië opge
richt. Ze werd door het Neder
landse gouvernement verbo
den, maar juist zo-waarom an
ders een verbód? - als factor
van belang erkend. Zulke
kwesties speelden dan ook op
de achtergrond mee in de toe
spraak van Koningin Wilhel-
mina op 7 december 1942,
waarbij zij in de oorlogssituatie-
Oud-Indiëstrijders herdenken in Schaarsbergen kameraden.
mag oordelen is dan ook min
der sterk dan het lijkt. Waan
neer ons volk en zijn regering
(trouwens ook de kerken) zich
meer door deze visie hadden la
ten leiden, dan was er royaler
en veel minder met voorwaar
den en voorbehouden onder-
e belofte van zelfstandigheid
aan Indonesië deed. Details
waren nog niet duidelijk, maar
de richting was onomkeerbaar.
We hebben wat bekend was
verdrongen.
Suprematie
Ten derde: het nu gebruikte ar
gument, dat je op grond van
wijsheid-achteraf niet over het
toenmalige Indonesiëbeleid
handeld. Dan was er aan Indo
nesische zijde minder reden ge
weest voor irritaties en zou er
minder tegenwerking zijn on
dervonden. We moeten eerlijk
zijn: we wilden daar orde en
rust herstellen, maar deden dat
vanuit ons hepieuwde supre-
matiebewustzijn. En dan
spreek ik nog niet eens over
veilig stellen van onze belan
gen en handhaven van onze
status als (voormalig) kolo
niale macht. Die wetenschap
breekt ons nog steeds op.
Het zou - mijn volgende op
merking - onjuist zijn, daarbij
de godsdienstige onderbou
wing te verzwijgen, die niet zel
den aan het kolonialisme gege
ven werd. Was het - zo kon je in
vrij brede kringen horen zeg
gen - geen goddelijke op
dracht, die we ginds te vervul
len hadden?! Daarbij kon ge
dacht worden aan het welzijn
van de mensen daar (gezond
heid, ontwikkeling), maar
soms betrok men daarbij ook
de verkondiging van het Evan
gelie in de directe zin. Was onze
taak gids afgelopen? Kon onze
'christelijke natie' daar nu al
terugtreden? Velen stelden zul
ke vragen vanuit een heilige
overtuiging. Te weinig werd de
kortsluiting opgemerkt, die zo
doende tot stand kwam tussen
de goddelijke boodschap én
onze menselijke waarden. De
teleurstelling dat van de op
dracht zo weinig terecht kwam
zorgde voor veel frustratie. En
deze belemmerde met name de
christelijke politiek en ook de
kerken om zich helder op de
toekomst te richten.
Tot slot: is 't wonder dat we na
dat alles met diepe emoties ble
ven zitten? Veel meer dan In
donesië. Wie immers waren
voor de ontwikkelingen klaar?
Wim Kan had gelijk: zullen zij
vrij worden als zij er rijp voor
zijn? Nee, ze zullen vrij worden
wanneer wij er rijp voor zijn!
Militairen
En deze frustratie droegen we
over op de militairen, die 't
ginds moesten opknappen.
Waar zij daarbij soms tot ex
cessen kwamen denken wij on
ze handen te kunnen wassen in
onschuld. Wat dan de zoveelste
verdringing oplevert. Als excu
ses nodig zijn, dan vooral aan
hén.
En misschien niet 't minst aan
veteranen als die, waarover dr.
Buskes in één van zijn befaam
de Terzijdes in het blad In de
Waagschaal (19 nov. '48)
schreef. Op 7 augustus 1947
kreeg zijn moeder een brief van
hem waarin hij trots over zijn
prestaties bij de zuiveringsac
ties schreef. Pas op 23 septem
ber komt zijn volgende brief: ik
zit in voorarrest. We moesten
een kampong afbranden. De
order luidde: trap die lui eruit
en steek het hok in brand. Toen
ik binnenkwam zaten daar wat
vrouwen en kinderen, die me
eieren aanboden. Ik kón het
niet. Ik ging naar de luitenant
en zei dat ik die order niet op
kon volgen met het gevolg dat
ik nu gevangen zit. Maar ik zit
hier met een gerust geweten: ik
ben wel soldaat, maai' ik vecht
niet tegen vrouwen en kinde
ren. Hij werd veroordeeld tot
anderhalf jaar gevangenisstraf
en oneervol ontslag uit mili
taire dienst.
Ik wil maar zeggen: er zijn oor
logsveteranen, waar we zelfs
tróts op mogen zijn! En zoiets
kan helpen om het verleden te
verwerken.
Eigengereid ingrijpen van
het Europarlement in de
landbouwuitgaven van Brussel
is de andere Europese instellin
gen in het verkeerde keelgat ge
schoten. De ministers van bui
tenlandse zaken zullen het par
lement daarom maandag voor
de rechter slepen. Een woord
voerster in Brussel bevestigde
vrijdag dat daarover overeen
stemming is bereikt tussen de
vijftien EU-landen.
Het hooglopende conflict gaat
officiéél over de vraag wie er be
slist over de ruim 80 miljard gul
den omvattende landbouwbe
groting. Maar op de achtergrond
speelt de groeiende irritatie over
de profileringsdrang van het
parlement. „Het parlement is
onvoorzichtig en driest bezig.
Als ze oorlog willen, kunnen ze
het krijgen", zeiden diplomaten
vrijdag boos.
Formeel heeft het parlement
nauwelijks invloed op de uitga
ven asm de boeren. De land
bouwministers en de Commis
sie, het dagelijks bestuur van de
EU, stellen die uitgaven vast.
Maar het Europarlement b:
er desondanks vorig jaartje
ber ettelijke tientallen wij?
gen in aan. Daarmee dooij
het eenzijdig de afspraken;
de begrotingsprocedures,
luidt nu de klacht in Brussel
Diplomatiek overleg tussen
vijftien hoofdsteden wees uit
de wijzigingen alle genet
zullen worden. Maar daanre
de kous niet af. De Europes
nisterraad sleept het parite
voor het Europese Hof, del.
ste rechtbank van de EU. or
machtsmisbruik aan de'kai
stellen', aldus een woord!
ster van het secretariaat va
ministerraad.
Dat de ruzie zo uit de handlij
komt door de groeiende ini|
over de opstelling van hetE
parlement. Dat stelt zich,tij
iets meer macht heeft maan
alniettemin bij de kiezers i
aanzien geniet, steeds harde
Zo dreigde het deze weekt
de nieuwe Commissie ondt;
ding van de Luxemburgers
ter af te keuren, omdat eü
Commissarissen niet helen
in de smaak vielen. (GPD)
door Wang An Qe
Turkse jongeren richten
morgen in het Haagse Con
gresgebouw een nieuwe organi
satie op. De initiatiefnemers
van deze Landelijke Islamiti
sche Turkse Jongeren Organisa
tie (LITJO) rekenen op de komst
van minstens vijftienhonderd
jongeren.
MuhammetUysal, een van de or
ganisatoren, noemt zichzelf een
goed voorbeeld van de achter
ban die de LITJO op het oog
heeft. Eind jaren zeventig hier
heen gekomen in het kielzog van
zijn vader die toen zelf nog nau
welijks in Nederland geworteld
was. Uysal over die tijd: „Ik ben
echt voor de leeuwen geworpen.
Zonder begeleiding heb ik mijn
weg gevonden en een opleiding
gevolgd".
De nieuwe organisatie ziet hij als
een middel om landelijk invloed
uit te oefenen: „Zodat er een
eind aan komt dat anderen tel
kens óver en niet mèt ons spre
ken. Wie kent onze problemen
beter dan wijzelf? Wij willen la
ten zien dat we er zijn".
De bijeenkomst van zondag is
bedoeld om de LITJO te presen
teren. Ook zal er discussie zijn
over het nut en de taken van de
organisatie. Zelf ziet Uysal werk
en onderwijs als heel belangrijk.
„De werkloosheid onder Turkse
jongeren is drie a vier keer hoger
dan onder Nederlandse leeftijd
genoten. Wij kunnen er een
steentje aan bijdragen dat werk
gelegenheidsprojecten beter sla
gen, want de resultaten daarvan
zijn tot nu toe niet bevredi
gend". Als Turkse jongens en
meisjes in hun woonplaats acti
viteiten wensen kan de LITJO
daarbij ook helpen, vertelt Uy
sal. Hij denkt dan aan sj
kunst en huiswerkbegeleiê
In en rondom moskeeën b«l
een druk verenigingsleven,
telt Muhammet Uysal. Er
moskeeverenigingen die taa
sen, computercursussen
naailessen organiseren.
vrouwenactiviteiten wordt
nodig een ruimte gelii
Nieuwe moskeeën, zoalsi
Zaandam, hebben soms
apart gedeelte voor vróuw
de besturen van moskeeën
ten volgens Uysal steedss
jongeren. Hij vindt dat deii
de generatie het roer meen
overnemen, zodat de ouds
wat meer achterover kuis
gaan leunen.
Uysal is trots op wat de es
generatie Turken in Nedeili
ondanks een matige beheer
van het Nederlands en eenl
opleidingspeil voor elkaar fe
gekregen. Naar zijn smaakt
de buitenwereld nogal eens
verkeerd beeld van het Tui
moskeeleven in Nederland,
gemiddelde Turk wordt al
in verband gebracht met to
Irak. Het is belangrijk data
vooroordelen veranderen".
In de zaal zullen zondag ook
wat ouderen zitten, al zullen
in de minderheid zijn. Vol?
Uysal staan echter de groo
islamitische organisaties vt
eerste generatie achter d
JO.
In hoeverre is hij zelf eigei
nog echt een jongere? Lacks
„Toevalligben ik vandaagnei
geworden. Ik zie er wel jong
maar ik moet zeggen dat ik vi
mijn leeftijd al veel achter dei
heb. Dat geldt ook voor veeli
dere Turkse jongeren. Maar!
kan positief uitpakken als je
ders de weg in Nederland mei
goed weten. Je wordt er sue
zelfstandig van".
door Fred van Garderen
Het Nederlandse woordje
straks is door Luxembur
gers de laatste vijf jaar veran
derd van betekenis. Duurde
straks in de jaren tachtig nog
uren, door RTL4 is het wachten
daarop teruggebracht tot hoog
uit vijf minuten. 'Tot straks, na
de reclame' had dus eigenlijk
'Tot zo, na de reclame' moeten
zijn. Foutje, bedankt.
De Nederlandse televisie mor
relt vaker aan ónze taal. Deze
week nog wist een journalist te
melden waai- precies de 'epische
centra' van de aardbeving in Ja
pan lagen, terwijl de enige (vaak
als 'enigste' op tv uitgesproken)
goede uitdrukking epicentrum
moet zijn. Schaatsers liggen
sinds Heinze Bakker voor ten
opzichte van, Eddy Poelmann
laat voetballers over hete kas
tanjes lopen en 'de spelers' gaan
volgens Leo Beenhakker qua
progressie enorm vooruit.
Voor taalliefhebber Marcel Lem
mens is die slordige omgang met
de Nederlandse taal een doorn in
het oog. Al jaren. Hij spaarde
'fouten' en 'kronkels' op, rubri
ceerde ze en tekende ze op in het
boekje Tot straks, na de re
clame.
Lemmens, docent Engels en me
dewerker van het maandblad
Onze Taal, is geen purist. Een
taal mag van hem gerust veran
deren ('Een levende taal als het
Nederlands moet kunnen bewe
gen en mag daarom niet worden
ingesnoerd'), maai' het moet niet
te gek worden. Zo accepteert
Lemmens in veel gevallen het
woordje meest als nadruklegger
op de overtreffende trap (de
meest complete krant van Ne
derland in plaats van de com
pleetste krant van Nederig
maar hij vindt dat somrall
hierin te ver gaan. Zowel in Q-
als in gesproken woord. Alsi
op de vuurpijl noemt hij I
Brandsteder die in één vani
Honeymoonquizzen uitrv
„Met welk dier zou je het nis
goed te associëren zijn?''
Verruwing
Een bloedhekel heeft. Lem®
aan gebabbel dat verdubbel
van de betekenis in c
werkt. Het meest komt hij diel
gen in sportreportages;
overwinning van de ritzege.'
hem niet. meer ontgaan" (St®
Sport) en „Het percentage^
naar beneden" (Heinze Batte
maar ook informatierubriek
'Een cruciaal keerpunt' (Maö
van Weegen in NOSLaatient
turele reportages: 'Ik sta
midden in het hart van hetfe
val' (Maud Coppes opNederin
3) worden er door getroffen.
Een nieuwe trend is de taak
ruwing. Ook op serieuze plö
sen. Zo noemde Ferry MW-S
het CDA vorig jaar nog eend
delullenpartij, had C|iar'
Groenhuijsen het in NoVa oj
kommaneukers en bezigde®
correspondente Lia van B'
ven in een verslag over een
schandaal in Engeland de n
drukking tussenbeense neb'
teiten. Ook politici doen aan<
populisme meê. De toeiw
CD A-leider Elco Brinkman n
op een partijcongres:
verrek 't, ik weiger het om»
even te zeggen en min®
Pronk zei in het NOS-Joum*
'Politici moeten zo'n soort
ook zien als peper in de kont
n.a.v. Tot straks, na de reclor"'jj
cel Lemmens, 96 bis. Pril5
<SDU).