Eind drama Grozny niet in zicht Hulp in Japan: betalen voor de boot Indonesische kwestie: onverwerkt verleden PZC Commissie boos oj het Europarlement Turkse jongeren optimistisch over nieuwe organisatie 'Epicentrum' wordt op scherm verminkt tot 'epische centra' opinie en achtergrond Hoofdstad Tsjetsjenië wacht verdere zware bombardementen ZATERDAG 21 JANUARI 1995 van onze correspondent in Ingoesjetië Hans Geleijnse Het symbool van het Tsjets jeense verzet, het presiden tieel paleis in de hoofdstad Grozny, is gevallen. Een va- cuiimbom, die het leven tot in de kelders onder het gebouw wegzoog, maakte een eind aan de bloedige strijd die twintig dagen in de directe omgeving van het Vrijheidsplein woedde. Daarmee is niet gezegd dat het geweld en de zinloze vernieti ging in Grozny zijn gestopt. Vrij dag werd er in de stad nog steeds gevochten; de Tsjetsjenen zou den op een kilometer van het centrum al een nieuw hoofd kwartier hebben ingericht. Boven de hoofdstad Nazran van buurrepubliek Ingoesjetië wa ren de helikopters te horen die hun dodelijke missies in Tsjets jenië zouden gaan ondernemen. Hoe de strijd verloopt, is moei lijk vast te stellen. De binnen stad van Grozny is een ontoe gankelijke woestenij waarin al leen mensen met doodsverach ting zich wagen. De strijders - ze noemen zichzelf liever verdedi gers om aan te geven dat ze niet tot Doedajevs fanatieke aan hangers behoren, spreken el kaar op dit punt tegen. Donderdagmiddag kwamen ve le Tsjetsjeense strijders uit de stad en zeiden dat Grozny kan worden opgegeven, maar ande ren keren vanuit de bergen, op zo'n veertig tot vijftig kilometer zuidelijk van Grozny, juist terug naar de hoofdstad om er weer aan de gevechten deel te nemen. De grote vraag is nu of de Rus sen, zuiver klinisch-militair ge sproken, gelijk hebben gehad door hun verwoestende arsenaal aan raketten, mortiergranaten, kluster- en vacuümbommen op Grozny te richten. Te beant woorden valt die vraag pas als de laatste gewapende Tsjetsjeen uit de hoofdstad is verdreven, danwel gevangen genomen. Guerrilla Daartoe zal de Russische infan terie of de speciale eenheden van het ministerie van binnenlandse zaken de stad eerst moeten uit kammen. Te vrezen valt dat dit pas zal gebeuren wanneer ook wijken die tot half deze week nauwelijks werden gebombar deerd alsnog hun portie hebben gekregen. Dat geldt vooral voor de zuidelijke wijk Tsjernoretsje aan de afslag van de snelweg Vladikavkas-Bakoe. Langs die route zochten de Tsjetsjeense militanten hun toe vlucht in de zuidelijke bergdor pen waai' ze tot rust konden ko men om daarna weer naai- de hel in Grozny terug te keren. Don derdag vielen gevechtsvliegtui gen daar auto's aan. En zoals vrijwel altijd troffen ze de ver keerde. Drie auto's gingen in vlammen op, twaalf daarin weg vluchtende burgers werden ge dood. De Russen kunnen hun wit- blauw-rode vlag van het rege ringspaleis laten wapperen. De wereld heeft kunnen zien dat het een vaandel van bloed en schan de is. Mensenlevens, Tsjetsjeen se en Russische, speelden geen enkele rol in de machtspolitiek van het Kremlin. Terreur, bom- menterreur, moest dat deel van de Tsjetsjeense bevolking, dat nog twijfelde over deelneming aan de strijd, afschrikken. Ervaren oorlogsverslaggevers zeggen dat wat in Grozny ge beurde, vele malen erger was dan de verschrikkingen in Bos nië. De Tsjetsjeense verdedi gers, woedend over de aange richte verwoestingen, beant woordden het Russische geweld met woeste wraak. Volgens de Franse oorlogsfotograaf Patrick Chauvel, een man die zo bezeten is van oorlog dat hij zelfs 's nachts, als er niets te fotografe ren viel, met de strijders op pad ging, vertelde dat er standrech telijke executies van Russische krijgsgevangenen hebben plaatsgevonden. Ook trof hij in huizen de lijken van Russische soldaten met doorgesneden ke len aan. Die Tsjetsjeense woede garan deert echter niet het begin van een guerrillaoorlog, na de onver mijdelijke val van Grozny. Ten eerste is er het geografische pro bleem. Grozny ligt in de Tsjets jeense laagvlakte, die meer dan twee derde van het land beslaat. Voor de Russen is dat, met de in name van een paar strategische steden, relatief gemakkelijk te controleren. Voor de guerrilla betekent het dat er lange afstan den moeten worden afgelegd om de vijand vanuit de bergen te kunnen bereiken. Boris Jeltsin heeft met deze ca tastrofale Tsjetsjeense stra fexpeditie het democratische masker volledig afgeworpen. Nu al heeft de overgrote meerder heid van de Russische bevolking geen enkel vertrouwen in Jeltsin en zijn Kremlin-garde. Dat zal tot onder het nulpunt dalen als de gruwelijke details van de strijd in de publiciteit komen. Als. Want zeer waarschijnlijk zal Moskou proberen om dit te voor komen, bijvoorbeeld door Groz ny voor journalisten af te gren delen. De pers is de afgelopen weken herhaaldelijk geïntimi deerd en pogingen om bij de Russische linies in Tsjetsjenië te komen en ook van die kant ver slag te doen werden de kop inge drukt. Alleen propaganda mocht. Een beter bewijs van een kwaad geweten is er niet. van onze speciale verslaggever Kjeld Duits De tegenstelling tussen het getroffen gebied en de om geving kan niet groter. Kobe, grotendeels verwoest en ver stoken van water en levens middelen en Osaka, volledig intact en wel voorzien. Veel slachtoffers lopen of fietsen de twintig tot dertig kilometer naar Osaka om daar inkopen te doen, maar vragen zich af waarom de overheid deze be voorrading niet voor elkaar schijnt te krijgen. De twee be langrijkste taken lijken heel eenvoudig: de slachtoffers er uit, het voedsel erin. Met de omliggende grote steden zo wel voorzien en zo dichtbij is het onmogelijk voor de bevol king te begrijpen waarom hieraan ogenschijnlijk zo wei nig gedaan wordt. Drie dagen na de aardbeving kwam de hulpverlening einde lijk, langzaam en volledig ina dequaat op gang. Vrijdagmid dag is het aantal doden geste gen tot 4329, terwijl nog 660 mensen worden vermist. Soldaten gr Elven in het puin naar de stoffelijke resten van slachtoffers, familieleden ver zamelen de beenderen van mensen die omgekomen zijn in de vreselijke branden die de af gelopen dagen woedden. Over al zijn mensen druk bezig huis raad te graven uit verwoeste en ingestorte huizen. Familiele den en vrienden uit de omlig gende gebieden stromen naar binnen om hulp aan te bieden. Hoewel in sommige delen van het rampgebied de vuilnis diensten en enkele scholen weer op gang zijn gekomen is er een algemeen gevoel onder de getroffenen dat de autoritei ten totaal tekort schieten in hun pogingen de ergste proble men te verhelpen. Een waar le ger van vrijwilligers heeft wel iswaar gehoor gegeven aan de herhaalde oproepen op de ra- Inwoners van Kobe die op zoek zijn na; stad. Anderen komen hier kijken of er een bi den aan eikaars verblijfplaatsen. plakken briefjes op een hek in de verwoeste hen hangt. Op die manier komen familiele- foto EPA dio en tv om voedsel en geld te geven, maar de overheid biedt daarbij nauwelijks steun. Eén van de voornaamste ver bindingen tussen Osaka en Kobe, Route 2, was gisteren ge vuld door duizenden vrijwilli gers die met rugzakken door henzelf gekocht voedsel vaak een afstand van over 20 tot 30 kilometer lopend naar het rampgebied brachten. Vandaag werd een bootverbin ding begonnen tussen de ha vens van Kobe en Osaka om de verkeersproblemen te verhel pen. Maar er rijden geen bus sen om mensen van de ergst ge troffen gebieden naar de ha vens te vervoeren. En het tarief voor deze veerdienst is 21 gul den voor volwassenen, de helft voor kinderen. Vier keer zo duur dan het tarief van de oor spronkelijke treinverbindin gen tussen de twee steden, ter wijl vele duizenden mensen geen geld meer hebben en er nog vrijwel geen banken open zijn. Men vraagt zich af waar om hier sowieso voor betaald moet worden. De vraag is en blijft hoe een land dat zoveel ervaring heeft met aEirdbevingen, zo slecht voorbereid kan zijn. De getrof fenen zullen, als de meest schrijnende problemen verhol pen zijn, zeker een antwoord op deze vraag eisen. Nu heer sen alleen woede, verbijste ring, onzekerheid en veel nood. doorT. Rinkema Wat is het toch, dat na 50 jaar de emoties zo op zweept over de Indonesische kwestie? De visumverlening aan een deserteur, tloor oor logsveteranen geduid als af keuring van hun inzet. Demon straties pro en contra zijn be zoek aan ons land. Een kamer debat zonder aandacht voor de reden van de desertie, maar wel voor de erdoor opgeroe pen gevoelens. De regering, die een uitspraak over de be slissingen rond de politionele acties angstvallig vermijdt. De benadrukking, dat oorde len achteraf makkelijker zijn dan 't nemen van verantwoor delijkheid toen. Discussie over excuses aan Indonesië, dat daaraan duidelijk geen be hoeft heeft. Onderwijsmate riaal dat ter vermijding van commotie geen waarde-oor- deel mag geven over de Indo- nesië-kwestie. Nogmaals: van waar deze extreme emoties, zo lang na dato? Zoveel lijkt duidelijk: wij heb ben de falende beëindiging van het koloniale tijdperk nauwe lijks verwerkt. En dus blijft het doorzeuren. Er moeten on beantwoorde vragen rondspo ken. Waarom liep dat proces ons toen zo uit de hand? Merk ten we aanwijzingen niet op en namen we daarom foute beslui ten? Waarom lieten we ons zo irriteren door Indonesische te genwerking? Moesten er aan beide zijden wel zoveel doden vallen voor een uitzichtsloze zaak? Handelden we mogelijk toch meer vanuit macht en be langen dan vanuit visie op we reldverhoudingen? En lieten we daarom tenslotte in 1949 de souvereiniteitsoverdracht zo gelaten, zonder enige overtui ging over ons komen? Moe van al het traineren. Er zijn hierop wel antwoorden gegeven, maar konden of wilden we die wel ho ren? Al met al: een onverwerkt verleden. Plaats Europa Een aantal opmerkingen hier bij. Allereerst: we leefden toen (en ook nu nog, denk ik) met een wereldbeeld waarin Eu ropa centraal stond. Maar die centrale plaats van ons wereld deel bestond pas vanaf de tijd van de westerse expansie, en kele eeuwen geleden. Op het geheel van de wereldgeschie denis is dat kort. De culturen in het oosten met de daar opge bouwde wijsheid zijn veel ou der. In het Indonesiënummer van het tijdschrift Wending (mei 1949!) wees dr Locher daar op, waarbij hij de China-geleer- de Duyvendak aanhaalt, die stelt dat het bergland van Ti bet de wereld in drie stukken verdeelt: naar het westen toe de Voor-Aziatische wereld met de landen om de Middellandse Zee; zuidwaarts India en de daardoor beïnvloedde eilan den; en oostwaarts China en de hele Oost-Aziatische cultuur. „Men kan de wereldgeschiede nis zien in het licht van de vraag, hoe deze drie gebieden zich hebben ontwikkeld, cul tuur hebben uitgewisseld, el kander hebben beïnvloed". Zo gezien heeft onze westerse su prematie lang niet zo'n grote betekenis en móest het kolo nialisme wel voorbijgaan. Er is een eigen Aziatische geschie denis. En vooral Japan speelde daar in '41-'45 nadrukkelijk op in. Wij hadden daarvoor weinig' oog en overschatten schrome lijk onze macht. Dat beïnvloed de onze Indonesië-politiek, zo doende triest genoeg achter de ontwikkelingen aanlopend. Vervolgens: we maakten ons wijs, dat we dit alles nauwelijks wisten. Het was wel degelijk bekend, bij voorbeeld via zen ding en missie. Die bewogen zich oorspronkelijk ook in ko loniale structuren, maai' open den al ruim vóór de oorlog de weg naar zelfstandige kerken: in de Minahassa 1934, in de Zuid-Molukken 1935. Reeds in 1945 ontstond in Djocja een raad van kerken, De Nederlan ders speelden bij dat alles slechts een adviserende rol. Po litieke ontwikkelingen wezen in de zelfde richting, Eind 20-er, begin 30-er jaren werd de Par- tai Nasional Indonesië opge richt. Ze werd door het Neder landse gouvernement verbo den, maar juist zo-waarom an ders een verbód? - als factor van belang erkend. Zulke kwesties speelden dan ook op de achtergrond mee in de toe spraak van Koningin Wilhel- mina op 7 december 1942, waarbij zij in de oorlogssituatie- Oud-Indiëstrijders herdenken in Schaarsbergen kameraden. mag oordelen is dan ook min der sterk dan het lijkt. Waan neer ons volk en zijn regering (trouwens ook de kerken) zich meer door deze visie hadden la ten leiden, dan was er royaler en veel minder met voorwaar den en voorbehouden onder- e belofte van zelfstandigheid aan Indonesië deed. Details waren nog niet duidelijk, maar de richting was onomkeerbaar. We hebben wat bekend was verdrongen. Suprematie Ten derde: het nu gebruikte ar gument, dat je op grond van wijsheid-achteraf niet over het toenmalige Indonesiëbeleid handeld. Dan was er aan Indo nesische zijde minder reden ge weest voor irritaties en zou er minder tegenwerking zijn on dervonden. We moeten eerlijk zijn: we wilden daar orde en rust herstellen, maar deden dat vanuit ons hepieuwde supre- matiebewustzijn. En dan spreek ik nog niet eens over veilig stellen van onze belan gen en handhaven van onze status als (voormalig) kolo niale macht. Die wetenschap breekt ons nog steeds op. Het zou - mijn volgende op merking - onjuist zijn, daarbij de godsdienstige onderbou wing te verzwijgen, die niet zel den aan het kolonialisme gege ven werd. Was het - zo kon je in vrij brede kringen horen zeg gen - geen goddelijke op dracht, die we ginds te vervul len hadden?! Daarbij kon ge dacht worden aan het welzijn van de mensen daar (gezond heid, ontwikkeling), maar soms betrok men daarbij ook de verkondiging van het Evan gelie in de directe zin. Was onze taak gids afgelopen? Kon onze 'christelijke natie' daar nu al terugtreden? Velen stelden zul ke vragen vanuit een heilige overtuiging. Te weinig werd de kortsluiting opgemerkt, die zo doende tot stand kwam tussen de goddelijke boodschap én onze menselijke waarden. De teleurstelling dat van de op dracht zo weinig terecht kwam zorgde voor veel frustratie. En deze belemmerde met name de christelijke politiek en ook de kerken om zich helder op de toekomst te richten. Tot slot: is 't wonder dat we na dat alles met diepe emoties ble ven zitten? Veel meer dan In donesië. Wie immers waren voor de ontwikkelingen klaar? Wim Kan had gelijk: zullen zij vrij worden als zij er rijp voor zijn? Nee, ze zullen vrij worden wanneer wij er rijp voor zijn! Militairen En deze frustratie droegen we over op de militairen, die 't ginds moesten opknappen. Waar zij daarbij soms tot ex cessen kwamen denken wij on ze handen te kunnen wassen in onschuld. Wat dan de zoveelste verdringing oplevert. Als excu ses nodig zijn, dan vooral aan hén. En misschien niet 't minst aan veteranen als die, waarover dr. Buskes in één van zijn befaam de Terzijdes in het blad In de Waagschaal (19 nov. '48) schreef. Op 7 augustus 1947 kreeg zijn moeder een brief van hem waarin hij trots over zijn prestaties bij de zuiveringsac ties schreef. Pas op 23 septem ber komt zijn volgende brief: ik zit in voorarrest. We moesten een kampong afbranden. De order luidde: trap die lui eruit en steek het hok in brand. Toen ik binnenkwam zaten daar wat vrouwen en kinderen, die me eieren aanboden. Ik kón het niet. Ik ging naar de luitenant en zei dat ik die order niet op kon volgen met het gevolg dat ik nu gevangen zit. Maar ik zit hier met een gerust geweten: ik ben wel soldaat, maai' ik vecht niet tegen vrouwen en kinde ren. Hij werd veroordeeld tot anderhalf jaar gevangenisstraf en oneervol ontslag uit mili taire dienst. Ik wil maar zeggen: er zijn oor logsveteranen, waar we zelfs tróts op mogen zijn! En zoiets kan helpen om het verleden te verwerken. Eigengereid ingrijpen van het Europarlement in de landbouwuitgaven van Brussel is de andere Europese instellin gen in het verkeerde keelgat ge schoten. De ministers van bui tenlandse zaken zullen het par lement daarom maandag voor de rechter slepen. Een woord voerster in Brussel bevestigde vrijdag dat daarover overeen stemming is bereikt tussen de vijftien EU-landen. Het hooglopende conflict gaat officiéél over de vraag wie er be slist over de ruim 80 miljard gul den omvattende landbouwbe groting. Maar op de achtergrond speelt de groeiende irritatie over de profileringsdrang van het parlement. „Het parlement is onvoorzichtig en driest bezig. Als ze oorlog willen, kunnen ze het krijgen", zeiden diplomaten vrijdag boos. Formeel heeft het parlement nauwelijks invloed op de uitga ven asm de boeren. De land bouwministers en de Commis sie, het dagelijks bestuur van de EU, stellen die uitgaven vast. Maar het Europarlement b: er desondanks vorig jaartje ber ettelijke tientallen wij? gen in aan. Daarmee dooij het eenzijdig de afspraken; de begrotingsprocedures, luidt nu de klacht in Brussel Diplomatiek overleg tussen vijftien hoofdsteden wees uit de wijzigingen alle genet zullen worden. Maar daanre de kous niet af. De Europes nisterraad sleept het parite voor het Europese Hof, del. ste rechtbank van de EU. or machtsmisbruik aan de'kai stellen', aldus een woord! ster van het secretariaat va ministerraad. Dat de ruzie zo uit de handlij komt door de groeiende ini| over de opstelling van hetE parlement. Dat stelt zich,tij iets meer macht heeft maan alniettemin bij de kiezers i aanzien geniet, steeds harde Zo dreigde het deze weekt de nieuwe Commissie ondt; ding van de Luxemburgers ter af te keuren, omdat eü Commissarissen niet helen in de smaak vielen. (GPD) door Wang An Qe Turkse jongeren richten morgen in het Haagse Con gresgebouw een nieuwe organi satie op. De initiatiefnemers van deze Landelijke Islamiti sche Turkse Jongeren Organisa tie (LITJO) rekenen op de komst van minstens vijftienhonderd jongeren. MuhammetUysal, een van de or ganisatoren, noemt zichzelf een goed voorbeeld van de achter ban die de LITJO op het oog heeft. Eind jaren zeventig hier heen gekomen in het kielzog van zijn vader die toen zelf nog nau welijks in Nederland geworteld was. Uysal over die tijd: „Ik ben echt voor de leeuwen geworpen. Zonder begeleiding heb ik mijn weg gevonden en een opleiding gevolgd". De nieuwe organisatie ziet hij als een middel om landelijk invloed uit te oefenen: „Zodat er een eind aan komt dat anderen tel kens óver en niet mèt ons spre ken. Wie kent onze problemen beter dan wijzelf? Wij willen la ten zien dat we er zijn". De bijeenkomst van zondag is bedoeld om de LITJO te presen teren. Ook zal er discussie zijn over het nut en de taken van de organisatie. Zelf ziet Uysal werk en onderwijs als heel belangrijk. „De werkloosheid onder Turkse jongeren is drie a vier keer hoger dan onder Nederlandse leeftijd genoten. Wij kunnen er een steentje aan bijdragen dat werk gelegenheidsprojecten beter sla gen, want de resultaten daarvan zijn tot nu toe niet bevredi gend". Als Turkse jongens en meisjes in hun woonplaats acti viteiten wensen kan de LITJO daarbij ook helpen, vertelt Uy sal. Hij denkt dan aan sj kunst en huiswerkbegeleiê In en rondom moskeeën b«l een druk verenigingsleven, telt Muhammet Uysal. Er moskeeverenigingen die taa sen, computercursussen naailessen organiseren. vrouwenactiviteiten wordt nodig een ruimte gelii Nieuwe moskeeën, zoalsi Zaandam, hebben soms apart gedeelte voor vróuw de besturen van moskeeën ten volgens Uysal steedss jongeren. Hij vindt dat deii de generatie het roer meen overnemen, zodat de ouds wat meer achterover kuis gaan leunen. Uysal is trots op wat de es generatie Turken in Nedeili ondanks een matige beheer van het Nederlands en eenl opleidingspeil voor elkaar fe gekregen. Naar zijn smaakt de buitenwereld nogal eens verkeerd beeld van het Tui moskeeleven in Nederland, gemiddelde Turk wordt al in verband gebracht met to Irak. Het is belangrijk data vooroordelen veranderen". In de zaal zullen zondag ook wat ouderen zitten, al zullen in de minderheid zijn. Vol? Uysal staan echter de groo islamitische organisaties vt eerste generatie achter d JO. In hoeverre is hij zelf eigei nog echt een jongere? Lacks „Toevalligben ik vandaagnei geworden. Ik zie er wel jong maar ik moet zeggen dat ik vi mijn leeftijd al veel achter dei heb. Dat geldt ook voor veeli dere Turkse jongeren. Maar! kan positief uitpakken als je ders de weg in Nederland mei goed weten. Je wordt er sue zelfstandig van". door Fred van Garderen Het Nederlandse woordje straks is door Luxembur gers de laatste vijf jaar veran derd van betekenis. Duurde straks in de jaren tachtig nog uren, door RTL4 is het wachten daarop teruggebracht tot hoog uit vijf minuten. 'Tot straks, na de reclame' had dus eigenlijk 'Tot zo, na de reclame' moeten zijn. Foutje, bedankt. De Nederlandse televisie mor relt vaker aan ónze taal. Deze week nog wist een journalist te melden waai- precies de 'epische centra' van de aardbeving in Ja pan lagen, terwijl de enige (vaak als 'enigste' op tv uitgesproken) goede uitdrukking epicentrum moet zijn. Schaatsers liggen sinds Heinze Bakker voor ten opzichte van, Eddy Poelmann laat voetballers over hete kas tanjes lopen en 'de spelers' gaan volgens Leo Beenhakker qua progressie enorm vooruit. Voor taalliefhebber Marcel Lem mens is die slordige omgang met de Nederlandse taal een doorn in het oog. Al jaren. Hij spaarde 'fouten' en 'kronkels' op, rubri ceerde ze en tekende ze op in het boekje Tot straks, na de re clame. Lemmens, docent Engels en me dewerker van het maandblad Onze Taal, is geen purist. Een taal mag van hem gerust veran deren ('Een levende taal als het Nederlands moet kunnen bewe gen en mag daarom niet worden ingesnoerd'), maai' het moet niet te gek worden. Zo accepteert Lemmens in veel gevallen het woordje meest als nadruklegger op de overtreffende trap (de meest complete krant van Ne derland in plaats van de com pleetste krant van Nederig maar hij vindt dat somrall hierin te ver gaan. Zowel in Q- als in gesproken woord. Alsi op de vuurpijl noemt hij I Brandsteder die in één vani Honeymoonquizzen uitrv „Met welk dier zou je het nis goed te associëren zijn?'' Verruwing Een bloedhekel heeft. Lem® aan gebabbel dat verdubbel van de betekenis in c werkt. Het meest komt hij diel gen in sportreportages; overwinning van de ritzege.' hem niet. meer ontgaan" (St® Sport) en „Het percentage^ naar beneden" (Heinze Batte maar ook informatierubriek 'Een cruciaal keerpunt' (Maö van Weegen in NOSLaatient turele reportages: 'Ik sta midden in het hart van hetfe val' (Maud Coppes opNederin 3) worden er door getroffen. Een nieuwe trend is de taak ruwing. Ook op serieuze plö sen. Zo noemde Ferry MW-S het CDA vorig jaar nog eend delullenpartij, had C|iar' Groenhuijsen het in NoVa oj kommaneukers en bezigde® correspondente Lia van B' ven in een verslag over een schandaal in Engeland de n drukking tussenbeense neb' teiten. Ook politici doen aan< populisme meê. De toeiw CD A-leider Elco Brinkman n op een partijcongres: verrek 't, ik weiger het om» even te zeggen en min® Pronk zei in het NOS-Joum* 'Politici moeten zo'n soort ook zien als peper in de kont n.a.v. Tot straks, na de reclor"'jj cel Lemmens, 96 bis. Pril5 <SDU).

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 2