laat licht
Dokken voor topzware universiteiten
PZC
reportage
Demonstraties
van studenten
ZATERDAG 17 DECEMBER 1994 38
de beter gesitueerden, bleven bijspringen
(had iemand iets anders verwacht.?). De
maatregel leidde tot een bezuiniging van
een kwart miljard.
De OV-jaarkaart. In 1988 gepresen
teerd als een bezuiniging voor de minister,
maar gaf de studenten iets terug (gratis
openbaar vervoer). Opbrengst voor het
ministerie: rond 200 miljoen.
Het grote succes van de kaart leidt tot
aanpassingen. Studenten moeten sinds
dit jaar kiezen tussen een weekkaart en
een weekeind-kaart. Omdat de meesten
de weekkaart kiezen, zit Ritzen met een
tekort van 150 miljoen. Dat bedrag wordt
gevonden door de studiefinanciering voor
middelbare scholieren tot 18 jaar te
schrappen. Zij raken de kaart kwijt. Hun
ouders krijgen weer kinderbijslag.
De tempobeurs. Elk j aai- opnieuw moet
een bepaald aantal studiepunten gehaald
worden anders wordt de beurs een lening.
De beurs krijgen ze een jaar langer dan de
formele cursusduur. Maar dat extra jaar
wordt al snel geschrapt.
De prestatiebeurs. Volgend jaar ver
dwijnt de tempobeurs en komt de presta
tiebeurs. Dat is in feite een lening, die al
leen na het behalen van minstens de helft
van het mogelijk aantal studiepunten een
beurs wordt.
Profijtbeginsel
De litanie van klachten van de studenten
is daarmee nog niet voorbij. Want los van
deze maatregelen is er vrijwel jaarlijks ge
kort op de begrotingen voor de universi
teiten en hogescholen. Dat had gevolgen
voor het personeelsbestand, maar leidde
ook tot groeiende wachtgelduitkeringen.
Het profijtbeginsel deed zijn intrede.
Steeds vaker gaan hogescholen en univer
siteiten ook over tot het uitbrengen van
een 'bindend studie-advies'. Dat laatste
betekent: stop er maar liever mee.
Dat is al een vorm van selectie. Onderwijs
kundigen als Toonen en de Twentse hoog
leraar Van Vught geloven dat universitei
ten en hogescholen gebaat zijn bij nog
strengere toetsingen van de studenten op
bekwaamheid en geschiktheid. Dat zou
ook al kunnen gebeuren bij het begin.van
de studie.
Ook stellen zij voor te komen tot een sterk
beroepsgerichte basisopleiding, die wordt
afgesloten met een diploma (kandidaats
of bachelors). Een kleinere groep studen
ten mag dan doorgaan in de doctoraalfase
(masters). Dat leidt tot een verlenging van
de totale studieduur tot rond vijfjaar, die
voor sommige opleidingen zelfs zes jaar
kan duren.
Het doet er eigenlijk niet zoveel toe hoe
die twee fasen gaan heten, als de diplo
ma's maar internationaal erkend worden.
Daarom is het belangrijk dat de eerste fa
se met een examen wordt afgesloten. Ver
der dient de toegankelijkheid van het ho
ger onderwijs gewaarborgd blijven.
Nieuwe procedures mogen niet leiden tot
elitaire universiteiten, maar wel tot be
tere. Misschien moet Ritzen toch maar
snel met een blauwdruk komen.
Louis Burgers
Minister Ritzen (onderwijs) heeft er een
puinhoop van gemaakt. In zijn haast tot
werkbare afspraken te komen met de
vertegenwoordigers van universiteiten en
hogescholen, heeft hij nu letterlijk iedereen
tegen zich in het harnas gejaagd.
Bij ouders, studenten, bestuurders en vooral
ook 'de politiek' heeft de man inmiddels een
flinke weerstand opgewekt. Ritzen weet niet
wat hij wil, zeggen sommigen; hij lijkt te
flexibel; hij buigt mee met de stormen die
hijzelf veroorzaakt. Hij moet maar eens
ophouden met het 'verkopen' van zijn
besluiten, en liever een visie op de toekomst
van het hoger onderwijs presenteren.
Zou er nog iemand zijn die er iets van
begrijpt Bijvoorbeeld van minister
Ritzen die in 1993 roept dat er niets meer
te bezuinigen valt, en zeker niet op de stu
diefinancie
ring. Een halfjaar later is hij toch weer mi
nister en bereid 1,5 miljard uit de begro
ting te schrappen.
Of van universiteiten en hogescholen, die
met een braaf gezicht eerst samen met de
studenten verzet aantekenen tegen die
bezuinigingen en het dan op een akkoord
je gooien met de bewindsman. Zij blijven
voorlopig buiten schot. De kortingen wor
den afgewenteld; de studenten zien het
collegegeld met 1.000 gulden stijgen.
Diezelfde vertegenwoordigers roepen
daarna tegen de camera's dat de verho
ging toch wel erg veel is en dat zij een der
gelijke maatregel niet zo zien zitten. De
volgende dag bevestigen ze tegenover mi
nister Ritzen hun eerdere afspraken. En
de studenten Die voeren actie, demon
streren dat het een lieve lust is, bezetten
bestuursgebouwen, lopen weg uit verga
deringen met de bewindsman en leggen
het treinverkeer plat. Ze worden gebruikt
door de bestuurders van hun instellingen
en weten daar geen raad mee.
Sinds deze week is één ding duidelijk: elke
bestuurder zal alles ondertekenen wat de
studenten hem voorleggen, hij heeft im
mers zijn positie en die van zijn perso
neelsleden veilig gesteld. Misschien zou
LSVb-voorzitter Kysia Hekster toch maar
eens met Ritzen moeten bellen. Diens oor
spronkelijke plannen zien er na enkele
maanden nog niet zo slecht uit, en zeker
niet voor de studenten.
In het publicitaire geweld van de afgelo
pen dagen is nauwelijks gesproken over
de hervorming van het beursstelsel (in
voering van de prestatiebeurs: een lening
die bij goede resultaten wordt omgezet in
een beurs) en de voorgenomen hervor
ming van het studiestelsel. Vooralsnog
gaan beide maatregelen gewoon door. Dat
betekent voor de gemiddelde student kor
ter studeren, harder werken en meer kans
de rekening zelf te moeten betalen.
De woede van de studenten valt daarmee
voor een groot deel te verklaren. Zij wor
den gepakt en ze weten het. Dat gevoel
wordt nog versterkt door het weifelende
optreden van de bewindsman. Die zich
overal mee bezig lijkt te houden, echter
zonder eerst een visie te ontwikkelen. In
ieder geval heeft hij die nooit gepresen
teerd.
Draconisch
Ritzen had daar mogelijk ook weinig tijd
voor. Al op voorhand had hij een nieuw
ministerschap afgewezen, omdat de be
zuinigingen 'te draconisch' waren. Toch
zei hij uiteindelijk ja, want: „De hoofdlijn
van het hele regeerakkoord spreekt me
aan. Zo blijven basis- en voortgezet onder
wijs buiten schot; het mbo krijgt extra
geld."
Tegenover de studenten heeft hij er ook
nooit een geheim van gemaakt dat zijn
prioriteit niet ligt bij het hoger onderwijs.
Studenten moeten goed beseffen, zegt hij
keer op keer, dat zij gefinancierd worden
door de belastingbetaler. Dat schept ver
plichtingen en als die belastingbetaler
niet meer wil betalen, dan moeten de stu
denten dat maai- accepteren, zegt hij.
In die opvatting staat hij niet alleen. De
Leidse hoogleraar bestuurskunde Theo
Toonen constateert ook dat de huidige ge
neratie studenten minder royaal bedeeld
wordt dan voorgaande generaties. „De sa
menleving is niet langer bereid de volle
dige studie via de staat te betalen. De ou
ders willen het wel betalen, maar dat rege
len ze dan liever zelf via een verzekering, of
ze leggen geld opzij."
Het hoger onderwijs ondervindt op dit
moment de gevolgen van ingrijpende ver
anderingen in de samenleving. Zeker
sinds het eerste kabinet-Lubbers zijn las
tenverlichting en individualisme kenmer
kend geworden voor een gemeenschap die
eerder de nadruk legt op het profijtbegin
sel en een terugtredende overheid dan op
uitbreiding van de collectieve voorzienin
gen.
Ritzen vindt dat de overheid slechts voor
waarden dient te scheppen waarbinnen
instellingen en studenten zelf nadere af
spraken kunnen maken. Hij verwacht fle
xibiliteit en vernieuwing van organisaties
waar verstarring en bureaucratie hoogtij
vieren. Hij streeft naar veranderingen bin
nen een kader, zonder dat hij eerst dat ka
der aangegeven heeft.
Massaliteit
Hoe kan hij hopen op zelfstandigheid als
de massaliteit van het wetenschappelijk
onderwijs elke creativiteit smoort En de
goede wachtgeldregeling elke bezuiniging
al op voorhand vrijwel zinloos maakt
Het afgelopen jaar stonden 175.000 vol
tijdstudenten ingeschreven aan de der
tien Nederlandse universiteiten. Nog eens
214.000 studenten volgden hbo-opleidin-
gen. Het zijn dergelijke aantallen waar
door hoorcolleges plaatsvinden in 'bio
scoopzalen', met in de diepte een man
netje of vrouwtje die wat vertelt. Tenta
mens vinden plaats in veilinghallen.
De bewindsman wordt geconfronteerd
met een klassieke kloof: steeds meer stu
denten willen een zo goed mogelijke oplei
ding, als uitgangspunt voor de deelname
aan de 'ratrace'. Maar feitelijk komt er
steeds minder geld beschikbaar voor het
hoger onderwijs. De Nederlandse onder
wijsfabrieken krijgen steeds meer een
'Duits' karakter. Bij onze oosterburen zijn
de colleges nóg massaler en de contacten
tussen docent en student nóg sporadi-
scher. Het is een gevolg van een chronisch
geldgebrek.
Niemand wil een dergelijke ontwikkeling
bevorderen, maar niemand weet ook hoe
het verder moet. Een ondoordachte uit
spraak over het Angelsaksische systeem -
zoals in het regeerakkoord - wekt hooguit
verwarring. Die maakt alleen duidelijk
dat het hoger onderwijs in Nederland vast
dreigt te lopen. Van Ritzen had verwacht
mogen worden dat hij werkt aan die
nieuwe structuur voor het hoger onder
wijs.
De bewindsman kan moeilijk verwachten
dat hij de huidige problemen kan oplos
sen met enkele oppervlakkige maatrege
len. Een bezuiniging op de OV-jaarkaart,
een beperking van de beurs of zelfs verkor
ting van de studieduur, bieden hooguit
een jaar soelaas. Het mislukken van de
tweefasenstructuur, waai- zelfs twee mi
nisters (Pais en Deetman) voor tekenden,
kan als een waarschuwing dienen.
Bestuurskundige Toonen: „Het weten
schappelijk onderwijs moét tegenwoordig
twee tegenstrijdige belangen verenigen.
Kandidaatsfase en afstudeerrichting zijn
gecombineerd. Maai- hoe kun je in vier
jaar aan de ene kant een brede basis leg
gen, zoals in het kandidaats en tegelijker
tijd de mogelijkheid bieden tot
specialisatie
I4et wordt tijd dat er een eind komt aan
de zinloze spiraal waarin bezuinigingen
en aanpassingen van de programma's el
kaar onophoudelijk opvolgen. Sinds de
jaren zeventig moest het allemaal effi
ciënter en beter. Van die verwachtingen
is maar weinig terechtgekomen, zoals
blijkt uit een (onvolledige) opsomming.
Het collegegeld stijgt vanaf 1981 van
toen 500 grilden naar waarschijnlijk 3250
gulden in 1997/98.
De ministers Pais (WD) en Deetman
(CDA) kwamen begin jaren tachtig met
hun 'tweefasenstructuur'. Na een docto
raalfase van hooguit zes j aai- zou er een be
roepsgerichte tweede fase komen. De uni
versiteiten wilden tachtig cursussen aan
bieden. Voor geen enkele cursus werd toe
stemming gegeven. Reden: geldgebrek.
Elke student zou recht krijgen op stu
diefinanciering. In het kader van de 'gelij
ke kansen' werden daarbij in 1986 de kin
derbijslag en de kinderaftrek voor studen
ten geschrapt en vervangen door een sys
teem van basisbeurzen, aanvullende
beurzen en rentedragende leningen. In de
oorspronkelijke plannen gingen de stu
denten niet achteruit. Het definitieve
voorstel leidde tot een korting van rond
3000 gulden voor elke student.
Later moesten de studenten geheel on
afhankelijk worden van hun ouders. Deet
man zag tevens kans de studiefinancie
ring te vereenvoudigen. De aanvullende
beurs verviel. Elke student kon dat be
drag bijlenen. Resultaat: ouders, vooral
Studenten tijdens de be
zetting van de hal van het
ministerie van onderwijs
en wetenschappen in Zoe-
termeer, dinsdagmorgen,
foto GPD