Snelweg naar Antwerpen Verdieping van de Westerschelde PZC reportage ZATERDAG 17 DECEMBER 1994 Vlaanderen en Nederland hebben elkaar na tien jaar eindelijk gevonden. Het verdiepingsverdrag voor de Westerschelde wordt 17 januari plechtig ondertekend, tegelijk met het verdrag ter bescherming van de kwaliteit van de Schelde. De champagne staat koud in Antwerpen. Vlaanderen juicht, maar de milieubeweging huilt. De verdieping - een genuanceerd verhaal. Vlissingei iningen WIELINGEN EUewoutsdiik Perkpolder SCHE^ ZMUWfceh- Vlaanderen VERDRONKEN LAND VAN SAEFTINGE belangrijke baggerplaatsen stortplaatsen voor baggerspecie ankerplaatsen voor grote schepen Terneuzen Braakman kreek Antwerpen wil geen tweede Brugge worden. Zonder steeds omvangrij kere baggerwerkzaamheden in de Wester schelde kan het daar op den duur wel op uitdraaien. Elke zeearm heeft van nature de neiging te verzanden, maar dat is niet het belangrijkste. Antwerpen wil voor al les de schaalvergroting in de zeescheep vaart blijven bijbenen. De vaarweg in de Westerschelde moet daarom worden om gebouwd van een autoweg tot een auto snelweg. Tijd is geld. In de scheepvaart gaat dat ge zegde meer en meer op. Zo zijn de moder ne containerschepen erg duur in exploita tie. Zij moeten een strak vaarschema aan houden, willen zij lonend zijn. Een reder kijkt snel naar een andere aanlegplaats uit, als een haven niet alle uren van de dag bereikbaar is. Althans, dat is de angst die in Antwerpse havenkringen leeft. Al in 1984 leidde dat tot een roemrucht rapport, het verdiepingsrapport van de subcommissie Westerschelde van de tech nische Scheldecommissie. 48/43/38 voet, dat zijn de ideale maten waarop de sub commissie voor de vaargeul in de Wester schelde is uitgekomen. Dat streven krijgt met de ondertekening..van het verdie pingsverdrag handen en voeten. De Westerschelde is na de verdieping te allen tijde bevaarbaar voor schepen met een diepgang tot 38 voet (11,6 meter). De grote massagoedschepen, bulkcarriers, kunnen voortaan bij gemiddeld hoogwa ter in één getij in Antwerpen komen, als zij niet dieper steken dan 48 voet (14,65 me ter). Op de terugweg naar de zee wordt de maximale diepgang bij hoogwater 43 voet (13 meter). Hobbels Niet de hele vaarweg naar Antwerpen is te ondiep, maar slechts zo hier en daar. In de Westerschelde zitten hobbels, drempels, en hoofdvaarwater Scheur voor de Vlaam se kust biedt ook onvoldoende mogelijk heden voor de scheepvaart.' Zo'n ander halve meter moet worden weggebaggerd om de vaargeul op de gewenste diepte te brengen. Anderhalve meter is veel. Gedurende twee a drie jaar moet er jaarlijks 9 miljoen kubieke meter baggerzand extra uit de Westerschelde worden gehaald. Dat komt bovenop het onderhoudsbaggerwerk dat nu plaatsvindt. Jaarlijks wordt er al 8 mil joen kubieke meter baggerzand 'ver sjouwd' van de te ondiepe stukken in de vaargeul naai- stortlocaties elders in de zeearm. Na de verdieping moet extra ge baggerd blijven worden, tot 15 miljoen ku bieke meter. Want geen baggermachine kan onderdrukken wat de Westerschelde van nature wil: verzanden. Versnelde verzanding Sterker nog, baggeren leidt tot versnelde verzanding. Baggerschepen woelen de on derwaterbodem om, waardoor veel zand loskomt en zich kan vastzetten op stille plaatsen. Het baggerzand wordt boven dien tot op heden vlakbij de baggerloca- ties gestort, waardoor het weer vrij snel op de ondiepe plekken in de vaargeul te rechtkomt. Dat wil Rijkswaterstaat ver anderen door de stortplaatsen te verleg gen, verder weg van de drempels in de Westerschelde. Maatgevend voor het baggerwerk in de •Westerschelde blijft echter bovenal de schaalvergroting in de zeescheepvaart. Sinds het begin van deze eeuw wordt om die reden al in de Westerschelde gebag gerd. Het begon kleinschalig, heel dicht bij de Sinjorenstad, op de drempel van Zandvliet. De schaalvergroting in de zee scheepvaart is de laatste dertig jaar met rasse schreden doorgegaan en Antwerpen wilde die ontwikkeling 'natuurlijk' blijven volgen. Het effect: sinds 1973 moeten zes drempels worden onderhouden. De meest westelijke bevindt zich inmiddels op tien tallen kilometers van Antwerpen, bij Borssele. Onnatuurlijk Het baggeren in de Westerschelde is iets onnatuurlijks. Het zet het milieu in één van de mooiste en grootste esturia in West- Europa onder druk. Dat de Westerschelde zo bijzonder is, zal niet tot iedereen door dringen. Veel wat zich in de Westerschelde afspeelt, voltrekt zich immers onder wa- Land van Saeftinge. maar in dat Wester- schelde-deel is een zandoverschot. Van daar dat wij Vlaanderen nu verplichten het baggerzand naar andere stortlocaties in het westen te brengen. Daar is een te kort aan zand. De verwachting is dat daar dan ook geen verzanding optreedt van de slikken. Ook omdat het zand op grote diepten wordt gestort, waar nauwelijks le ven voorkomt." Saeijs calculeert wel een verlies aan schor ren en slikken in, maar of het om samen 200 hectare gaat De topman van Rijks waterstaat kan het niet met 100 procent zekerheid zeggen. „Het getal van 200 hec tare staat inderdaad in het verdiepings rapport uit 1984, maar dat is wat er in het ergste geval kan gebeuren. Wij gaan maat regelen nemen om dat milieu-effect te be perken, door bijvoorbeeld de geulranden onder water op een aantal plaatsen vast te leggen." Stofgehalte Een luis in de pels van Rijkswaterstaat, C. Jacobson van de Bond Beter Leefmilieu, hoort het'genuanceerde relaas van Saeijs aan. „Het kan zo lopen", zegt hij voorzich tig, „maar we baseren onze kritiek op het misschien verouderde verdiepingsrap port uit 1984. Daarin staat wel dat het Schelde-water veel troebeler wordt. Het zwevend stofgehalte neemt met 15 tot 30 procent toe." De opmerkingen van Saeijs zijn voor Ja cobson des te meer reden om te pleiten voor een Milieu-Effect Rapportage (MER) over de verdieping. „De baggertechnie ken zijn sinds 1984 gemoderniseerd. Rijks waterstaat heeft het bagger- en stortbe- leid essentieel gewijzigd. Dat zijn veran deringen waarvan wij de gevolgen niet kennen. Een MER is nodig om dat in kaart te brengen." Saeijs wijst dat voorstel af. „Alle procedures zijn op een juiste wijze doorlopen." De vraag is ook wat een MER kan opleve ren. Hoe de Westerschelde zich tijdens en na de verdieping gedraagt, is niet te voor spellen. Rijkswaterstaat zal daarom de hele operatie nauwgezet volgen met een onderzoeksprogramma. Dat er iets aan het herstel van natuurwaarden moet ge beuren, staat voor de rijksdienst al wel als een paal boven water. Om die herstel werkzaamheden te betalen, stelt Vlaande ren 44 miljoen gulden beschikbaar aan Nederland. Ontpolderen Saeijs laat open welke maatregelen ge troffen gaan worden. Een mogelijkheid is landbouwgrond in het oosten van de Wes terschelde te ontpolderen, waarna een nieuw schorrengebied tot stand kan ko men. „Maar daar moet dan wel iedereen achterstaan. Wij willen daarover in dia loog blijven met de regio. Dat is voor ons heel belangrijk." De verdieping van de Westerschelde is een mega-project. De kosten bedragen 514 miljoen gulden, waarvan 120 miljoen gul den is bestemd voor het opruimen van twintig a dertig scheepswrakken en ruim 225 miljoen gulden voor het baggerwerk. Zo'n omvangrijk project in een kwetsbaar gebied roept logischerwijs weerstand op, maar in één kring lijkt het onomstreden, in maritieme kring. Voorzitter A. G. Nauta van het loodswe zen. regio Scheldemonden, pleitte al in 1987 voor een snelle uitvoering van de ver dieping. De veiligheid van de scheepvaart op de Westerschelde is ermee gediend. De grote zeeschepen krijgen meer speelruim te en er wordt bovendien een aantal nood- ankergebieden aangelegd, voor het geval een zeeschip opeens rustig water moet op zoeken. Zulke positieve geluiden moeten het goed doen in Vlaanderen. Voor Antwerpen telt echter maar één ding: het moet een we reldhaven blijven. De verdieping is nood zakelijk om dat zo te houden. Die redena tie is in de Sinjorenstad boven elke discus sie verheven, boven elke discussie over de winstgevendheid van het project bijvoor beeld. Die Hollanders hebben al lang ge noeg de verdieping tegengehouden. Harmen van der Werf Verdieping van de Westerschelde moet ervoor zorgen, dat Antwerpen een wereldhaven blijft. Grote zeeschepen krijgen door het verwijderen van hobbels en drempels in de vaarweg meer ruimte om te manoeuvreren. Bovendien kan er een aantal extra ankergebieden worden aangelegd, waar zeeschepen in geval van nood terecht kunnen, fotografie Ruben Oreel kan ook bijna niet anders. De Wester schelde is een dynamisch watersysteem, waar twee keer per dag één miljard ku bieke meter water in- en uitstroomt. Pro beer dat maar eens in de vingers te krij gen. De directeur van Rijkswaterstaat in Zee land. dr H. L. F. Saeijs, kan zich de arg waan van de milieubeweging voorstellen. Zij moet ook vooral een luis in de pels blij ven, is zijn mening. „De milieubeweging is ons geweten, maar het verhaal over de verdieping is een genuanceerd verhaal. Zonder de milieu-effecten te bagatellise ren." DeZMF en de Bond Beter Leefmilieu vre zen verdere vertroebeling van het Schelde- water, waardoor de kraamkamerfunctie voor vissen verslechtert en vogels minder gemakkelijk voedsel kunnen vinden. De vogelstand neemt volgens hen ook af, om dat voedselrijke slikplaten gedeeltelijk met. een laag baggerzand worden bedekt. Zo'n 75 hectare schor en 125 hectare slik verdwijnen na de verdiepingswerken èn de gigantische hoeveelheden te storten baggerspecie maken vele honderden hec tare bodemoppervlak ecologisch waarde loos. Saeijs loopt stuk voor stuk de bezwaren van de twee milieugroeperingen na. Hij nuanceert. „Wat van de drempels in de Westerschelde wordt afgehaald, is bagger zand, geen baggerspecie. Dat is een essen tieel verschil. In het baggerzand zit slechts 2 tot 3 procent slib en dat zorgt voor vertroebeling. De Westerschelde is bovendien van zichzelf al heel troebel. Wat erbij komt. is een fractie meer." De vrees dat voedseiarm zana zien vasizei op de voor vogels zo belangrijke slikpla ten, is naar het oordeel van Saeijs ver klaarbaar. „Dat effect doet zich voor in het oosten van de Westerschelde, in het ter. Wie heeft daar zicht op Maar wie wei eens in het Land van Saeftinge of op de Zuidgors bij Ellewoutsdijk is geweest weet wat ermee wordt bedoeld. Zee en ,land komen daar samen. De verdieping van de Westerschelde ver hoogt nog eens de stress en daar wringt de schoen. De milieubeweging verenigd in de Zeeuwse Miliefederatie (ZMF) en de Vlaamse Bond Beter Leefmilieu verwach ten niets dan slechts. Rijkswaterstaat, di rectie Zeeland, is er alles aan gelegen de nadelige milieu-effecten tot een minimum te beperken. Over wat die gevolgen zullen zijn, lopen de meningen sterk uiteen. Dat

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 37