De Slegte krijgt concurrenten
Relatie Nederland en
Z-Afrika iets aparts
Huwelijk rijmt
op gruwelijk
Belg Eyskens op
Benelux-leerstoel
opinie en achtergrond
Uitgeversrestanten goedkoop verkrijgbaar bij gewone boekhandel
Wereldwijd
actieplan
tegen Aids
VRIJDAG 18 NOVEMBER 1994
door ANP-redacteur Wim Molog
Twee decennia geleden vonden boekwinkels
het niet chic in uitgeversrestanten te hande
len. Maar die tijd is definitief voorbij. Naast het
traditionele kanaal van de winkelketen van De
Slegte zijn de afgelopen jaren gewone boekhan
dels zich in toenemende mate met goedkope aan
biedingen van boeken gaan bezig houden. Deze
handel in uitgeversrestanten - 'ramsj' in het jar
gon - heeft zich in veel boekhandels een vaste
plaats in het assortiment verworven.
„Dat heeft, alles te maken met de gigantische over-
produktie", stelt W. Molenaar, eigenaar van boek
handel Ulysses aan de Denneweg in Den Haag.
„Uitgevers zijn veel meer dan vroeger vooral pro
ducent geworden. Ze moeten wel produceren om
de vaste kosten terug te verdienen. Bovendien is
er volstrekt geen sprake van coördinatie tussen de
uitgevers."
Verkoopdirecteur B. de Jonge van de uitgevers
groep Singel 262 in Amsterdam legt wat minder de
schuld bij de uitgevers. Toch kan ook hij er niet
omheen dat ramsj in eerste instantie door de uit
gevers geproduceerd wordt. „Ik denk dat de boek-
produktie wel gegroeid is. Sinds jaar en dag wor
den er toch zo'n 10.000 titels per jaar toegevoegd.
En is die markt nu zo vreselijk gegroeid? Nee, de
markt krimpt. We zitten dus in een markt die ge
kenmerkt wordt door overproduktie en ondercon
sumptie."
De boekenbranche is gebonden aan de vaste boe
kenprijs. Het is een van de weinige toegestane
prijsafspraken. De uitgever bepaalt voor welke
prijs de boekhandelaar het boek aanbiedt: Afwij
kingen zijn verboden, behalve in zogenaamd be
sloten circuits als de boekenclubs die een paar gul
den lager mogen zitten. Als een oplage na twee
jaar'niet is uitverkocht kan de uitgever de vaste
boekenprijs loslaten. Hij gaat dan de nog resteren
de partij met flinke korting verkopen aan ramsj
handelaren die hun partij vervolgens weer slijten
aan de boekhandel.
Meer aanbod
De Haagse boekhandelaar Molenaar is al jaren
lang actiefin het ramsjcircuit. In het begin van de
jaren '70 kreeg hij het aanbod van uitgever en
boekhandelaar Rob van Gennep, die dit voorjaar
overleed, mee te doen in een partij boeken die hij
in de Verenigde Staten met flinke korting op de
kop kon tikken. Vanaf dat moment was er bij Ulys
ses altijd een tafel met aanbiedingen, eerst vooral
Amerikaanse maar geleidelijk aan ook steeds
meer Nederlandse boeken. „Het aanbod is vooral
de afgelopen jaren enorm gestegen", zo is zijn vas
te overtuiging. Molenaar heeft zelfs een aparte
winkel voor uitgeversrestanten geopend.
Molenaar is er van overtuigd dat uitgevers bij het
bepalen van een oplage rekening houden met het
verramsjen van een restpartij. „Het maakt voor je
kostenstructuur een groot verschil uit of je als uit
gever twee- of drieduizend exemplaren maakt. De
aanloopkosten drukken er dan per boek veel min
der op Dat betekent dat de winkelprijs wat aan
trekkelijker kan zijn en de laatste duizend kunnen
ook via de ramsj nog een aardige som opleveren."
De Jonge van Singel 262 (Arbeiderspers, Nijgh en
Van Ditmar, Leopold) reageert voorzichtig op deze
bewering: „Ik weet niet of dat gebeurt. Je houdt
jezelf dan voor de gek. Als er een markt is voor 2000
exemplaren, moet je er niet meer maken." Hij is
overigens niet gelukkig met de wijze waarop de
goedkope aanbiedingen in veel boekwinkels ge
woon te midden van de normale verkoop liggen
uitgestald. Daarom blijft Singel 262 een voorkeur
houden voor het slijten van ramsjpartijen via De
Slegte.
Marktbederf
Molenaar is niet zo bang voor marktbederf als ge
volg van verkoop van uitgeversrestanten in de ge
wone boekhandel. Hij gelooft dat lezers niet specu
lerend op ramsj him aankoop van een bepaald
boek uitstellen. „Als de nieuwe Adriaan van Dis
uit is, los van het feit dat die zeker niet in de ramsj
zal komen, willen de meeste geïnteresseerden dat
boek ook direct hebben."
Schimmiger al wordt de handel in beschadigde
partijen. Het kan dan gaan om boeken die op de
ene plaats de volle prijs moeten opbrengen en iets
verderop slechts de helft, omdat er een krasje op
de omslag zit. Molenaar gelooft stellig dat ook dit
soort handel de verkoop van het gave nieuwe ex
emplaar niet in de weg zit. „De meeste kopers wil
len toch een boek waar niets mee aan de hand is en
de kopers van het beschadigde boek hadden het
waarschijnlijk niet voor de nieuwprijs gekocht."
Dat ramsj de verkoop van nieuwe exemplaren niet
hoeft te hinderen illustreert Molenaar aan de hand
van de verkoop van fotoboeken. „Bijna elk foto
boek van welke beroemde fotograaf dan ook komt
op enigerlei moment in de ramsj. Maar dat neemt
niet weg dat er in de beginperiode toch nog een
flinke verkoop kan zijn, terwijl het meestal gaat
om erg dure boeken. Maar het is wel pijnlijk als
iemand een boek koopt voor 250 gulden en het ligt
enige tijd later in de ramsj voor 75 gulden."
Versnipperaar
Sommige boeken komen overigens nooit in de
ramsj. Het gaat dan vooral om boeken van lite
raire auteurs met een grote reputatie. De Jonge:
„Als wij een keer een verkeerde beslissing hebben
genomen dan gaan we zo'n auteur niet beschadi
gen door ramsjverkoop. In zo'n geval laten we de
partij in het magazijn liggen of de exemplaren
gaan in het uiterste geval de papierversnipperaar
in." Daarnaast zijn er natuurlijk de auteurs die al
tijd blijven verkopen.
Molenaar en De Jonge zijn het er met elkaar over
eens dat veel boekhandelaren ramsj wel een pret
tig verschijnsel vinden, omdat het hen de moge
lijkheid geeft in de winkel diverse prijsniveaus te
creëren. Een uiting van hetzelfde verschijnsel vin
den beiden de sterke opbloei van de markt van het
kleine pocketboek. Boeken die aanvankelijk 40 of
50 gulden kosten krijgen daardoor een tweede ex
ploitatie in een pocket van een gulden of 15.
Molenaar: „De uitgevers zijn allemaal druk bezig
met pockets na het succes van de Rainbow-poc
kets. Maar dat gaat verkeerd. Iedereen wil nu poc
kets gaan maken, omdat de verkoop van duurdere
boeken stagneert. Er komt nu zoveel op de markt
dat dat absoluut niet haalbaar is. Straks krijg je
pocketramsj van drie voor een tientje en dan
wordt het erg duister." De Jonge is het daar volle
dig mee eens. „We moeten als uitgevers zo verstan
dig zijn op dit terrein onze zelfbeheersing niet te
verliezen."
van onze correspondent
in Parijs
Hans Gertsen
Maar liefst 42 regeringslei
ders en staatshoofden,
tientallen internationale orga
nisaties en honderden weten
schappers komen op donderdag
1 december in Parijs bijeen om
de basis te leggen voor een we
reldwijd actieplan tegen Aids.
De Paris Aids Summit moet, zo
stelt het organiserende land
Frankrijk niet zonder ambitie,
een keerpunt worden in de
strijd tegen een ziekte die we
reldwijd een steeds zwaardere
tol eist.
De laatste rapporten over de
ontwikkeling van de ziekte zijn
ronduit alarmerend. In delen
van de derde wereld dreigt Aids
volledig aan de controle te ont
snappen.
Hopeloos
De situatie in Afrika is, met meer
dan 2,5 miljoen Aids-lijders en
nog eens miljoenen met het HIV-
virus besmette mensen, volgens
diverse specialisten 'vrijwel ho
peloos'. Ook in Azië en Latijns-
Amerika verloopt de versprei
ding van het HIV-virus steeds
sneller.
Tegen die achtergrond heeft de
Franse minister van gezond
heid, Simone Weil, vorig jaar het
idee gelanceerd om een een we
reldwijd actieplan tegen Aids op
te stellen onder het motto 'Aids
wordt overal overwonnen of ner
gens'.
Geen illusies
De Franse chirurg Bernard De-
bré, een van de organisatoren
van de Aids Summit, in een ge
sprek met enkele journalistent:
„We moeten ons geen illusies
maken.
Wij hier in het rijke noorden en
westen kunnen, terecht of onte
recht, misschien het idee heb
ben dat we het probleem min of
meer in onze greep hebben.
Maar als we er niet voor zorgen
dat het probleem ook in de derde
wereld effectief wordt aange
pakt, krijgen we op termijn toch
de rekening gepresenteerd".
Verklaring
De eerste stap naar een wereld
wijde aanpak moet op 1 decem
ber in Parijs worden gezet via
een verklaring die door min
stens 42 regeringsleiders en
staatshoofden en door tientallen
internationale organisaties zal
worden ondertekend. In die ver
klaring leggen alle deelnemers
zich vast om op een aantal prak
tische punten te gaan samen
werken.
door Kees van der Maas
Het zit erop in Nederland
voor Zuid-Afrika's am
bassadeur Albert Nothnagel
(55). Ruim vijf jaar vertegen
woordigde hij hier zijn land
tijdens de periode van de over
stap van gehate Apartheid
naar een voluit democratische
samenleving. Begin december
gaat hij terug om leiding te ge
ven aan een instituut dat juist
die democratische gezindheid
waar het even kan moet hel
pen ondersteunen. „Er zijn
maar weinig landen ter we
reld waar het zo hard nodig is
dat mensen meedenken, zich
bezinnen en begrip opbrengen
voolr wat er allemaal moet ge
beuren, als juist in Zuid-Afri-
ka".
Toen Nothnagel medio 1989 in
Den Haag arriveerde was het
ambassadegebouw aan de
Wassenaarseweg een zwaar be
waakt bastion: nu hij er ver
trekt staan de hekken uitnodi
gend open. Vijf jaar geleden
gold hij hier als de verpersoon
lijking van een Zuid-Afrika,
waar toen nog een heftig be
streden en zwaar bekritiseerd
regime van een blanke minder
heid de dienst uitmaakte.
De nieuwe ambassadeur
kwam naar Nederland in de
eerste plaats om de dialoog
met zijn land op gang te bren
gen. Hij zette er zijn volle ge
wicht tegenaan. Zocht zeer be
wust persoonlijk de publici
teit. Legde contacten met uni
versiteiten, met politici, met
een brede variatie van maat
schappelijke geledingen. En
probeerde in gesprek te raken
met de anti-apartheidsbewe
ging. Nothnagels formule
werkte; hij heeft bovendien het
tij mee gehad. Geen diplomaat
in Den Haag heeft in de voor
bije jaren zo vaak in de media
gefigureerd als deze onver
moeibare afgezant land in
schokkende veranderingen.
Keerpunt
De nu vertrekkende ambassa
deur heeft Nederland zien 'mee
veranderen', zegt hij. met wat
er in Zuid-Afrika gebeurde en
dat proces werd een opwinden
de ervaring voor hem. Glans
momenten waren de twee be
zoeken aan Nederland van Nel
son Mandela en het staatsbe
zoek van de toenmalige presi
dent De Klerk, dat de bijzon
dere verwantschap tussen
beide landen uitstraalde.
„Maar het keerpunt in de ver
houding tegenover Zuid-Afri
ka binnen de Nederlandse sa
menleving als geheel is toch
geweest de aankondiging van
de eerste vrije verkiezingen bij
ons. Op dat ogenblik gaven
ook de ongelovige Thomassen
toe dat de ontwikkeling in
Zuid-Afrika onomkeerbaar
was geworden".
Vertrekkend ambassadeur Albert Nothnagel:
dat de meeste blanken in Zuid-
Afrika al veel eerder dan een
paar jaar geleden psycholo
gisch afscheid hadden geno
men van het stelsel van on
recht dat Apartheid heette. En
dat daardoor de basis voor ver
zoening en voor wederzijds res
pect toch betrekkelijk snel kon
worden gelegd. „Het is dus be
paald niet zo dat de vroeger
scherp verdeelde samenleving
lange tijd nodig zal hebben om
te wennen aan nieuwe onder
linge verhoudingen. Dat pro
ces is achter de rug. Het groot
ste probleem van Zuid-Afrika
is nu: kunnen wij onze jonge
democratie ondersteunen met
een sterke economische groei?
Mensen moet het gevoel krij
gen dat zij écht tot de samenle
ving behoren. Pas als het lukt
om alle veertig miljoen inwo
ners van het land te motiveren
zodat zij betrokken raken bij
een gezond economisch stelsel
is er sprake van goede vooruit
gang."
Leerproces
Ambassadeur AlbertNothnagel
Nothnagel verlaat zijn post in
Den Haag met de wetenschap
dat er in Nederland over de he
le linie en op alle niveaus zoiets
bestaat als een band met de
mensen in Zuid-Afrika. „Er is
veel belangstelling, begrip en
betrokkenheid bij iedereen die
ik tegenkom: het lijkt wel of ie
dere Nederlander op een of an
dere manier een bijdrage wil le
veren aan de opbouw van ons
land. Ik beschouw dat echt als
iets aparts en dat moet alsje
blieft zo blijven. Er zijn veel
mensen die door historische
verbondenheid en oude per
soonlijke banden meeleven
met wat er in Zuid-Afrika aan
de gang is. Maar ook op de uni
versiteiten en onder jongeren
elders in Nederland bruist het
van interesse. Dat is het toe
komstverhaal van de relatie
tussen onze landen. En ik vind
dat erg positief."
Zelf' aanpakken
- Is er toch. niet het risico dat op
den duur de aandacht voor
Zuid-Afrika verslapt omdat de
opwinding er een beetje af is?
Albert Nothnagel: „Wat nu ge
beurt is nog veel spannender
dan toen. Zuid-Afrika is op
zoek naar de goede balans tus
sen macht en vrijheid, om het
begrip democratie zó maar
eens te omschrijven. Dat is een
uitdagend en opwindend pro
foto Archief PZC
ces. Ik ben van nature een opti
mist en ik zie voldoende reden
voor optimisme. Maar we zul
len elkaar ervan moeten over
tuigen dat we de problemen
zelf moeten aanpakken. Eu
ropa, de Verenigde Staten of
andere landen in de wereld
kunnen Zuid-Afrika er niet bo
venop helpen. Zij kunnen ons
niet leren lopen, zij kunnen ons
niet staande houden. Dat moe
ten we zelf doen. Bovendien
zullen wij ons moeten opwer
ken om als voorbeeld te dienen
voor andere, zeker naburige
landen op het Afrikaanse con
tinent. Wij hebben elkaar daar
namelijk nodig."
Het staat voor Nothnagel vast
De ambassadeur windt er geen
doekjes om, aan de vooravond
van zijn vertrek. Zuid-Afrika
moet leren om de natuurlijke
hulpbronnen van het land en
het particulier initiatief ondei
de bevolking beter te gebrui
ken voor de levering van kwali-
teitsproduktie op een concur
rerende wereldmarkt. Het
moet opboksen tegen de nor
male economische wetten
waarmee iedereen op dezelfde
wereldmarkt te maken heeft.
„Los daarvan hebben wij in
Zuid-Afrika nog onze eigen-
dommelijke doelstellingen om
de levenstandaard van de gro
te massa van onze inwoners te
verbeteren. Er is groot gebrek
aan opgeleide mensen. Veel
ongeletterdheid. We moeten fi
nanciële discipline in staatsap
paraat en samenleving bren
gen. Het heropbouwplan moet
van de grond komen. Er moe
ten heel veel woningen worden
gebouwd. Er moet werkgele
genheid worden gecreëerd."
Nothnagel kijkt nu nog vanuit
het goed aangeharkte Neder
land tegen de immense proble
men van Zuid-Afrika aan.
Straks zit hij er midden tussen.
Hij vertrekt uit de Haagse am
bassade terwijl daar van de ge
vel een nieuwe, andere vlag
wappert dan toen hij er voor
het eerst binnenstapte. Hij
zegt: „Ik ga met mijn land een
leerproces in. Dat proces wil ik
helpen bevorderen. Niemand
in Zuid-Afrika verwacht een
paradijs binnen een jaar. De
meeste mensen zien echt wel
wat er aan de hand is. Maar we
hebben niet zoveel tijd als Eu
ropa heeft gehad om zich te
ontwikkelen. We moeten alles
tegelijk doen. Als we met z'n al
len leren om aan te pakken,
dan redden we het best.".
Zo sprak een vrouw tot mij:
'Zeker, ik brak het huwelijk,
maar eerst brak het huwelijk
mijl'. Deze ene zin, afkomstig uit
het geschrift Von alten und
neuen Tafeln van de Duitse dich-
ter-filosoof Friedrich Nietzsche,
zegt het eigenlijk allemaal al.
Scheiding is in de meeste geval
len niets anders dan breukbe
vestiging, niets meer dan een
formele bevestiging van een al
lang aanwezige realiteit. Nietz-
sches zin zegt ook dat die reali
teit vaak een zeer wrede, men
sen kapotmakende is. De Neder
landse dichter Adriaan Roland
Holst heeft dat in ieder huwelijk
sluimerend potentieel aan
wreedheid ooit op de volgende
wijze cynische wijze verivoord:
„Het geeft te denken dat huwe
lijk alleen rijmt op 'gruwelijk' en
'afschuwelijk'
In 1992 werd er in ons land over
een kleine 94.000 paren de huwe
lijks- en over ruim 30.000 de
scheidingsformule uitgespro
ken. Onder de stellen die huio
den, zaten er ongeveer 16.000 (oj
zo'n 17 procent) ivaarvan een of
beide partners het al minstens
een keer eerder met een huwe
lijk geprobeerd hadden. En dat
niet voor even, maar vaak vele
jaren lang. De duur van het
voorafgaande huwelijk was ge
middeld 12 jaar!
Tegen die achtergrond zijn twee
bevindingen uit recent onder
zoek opmerkelijk. De eerste is
dat, als we afgaan op xoat (ex-
)partners daar zelf over zeggen,
een meerderheid van die eer
dere huwelijken lange tijd goed
is geweest, dat er vaak jaren
lang sprake was van een liefde
volle relatie. De tweede opmer
kelijke bevinding is, dat een
deel van de huishoudelijke 1l
ken voor hun rekening nemt
dan nog verwachten ze van i
zelfde vrouw dat ze het üoo
naamste aanspreekpunt is va
schoonmaken, koken, en opvo j
den. Zelfs als vrouwen een baj j
hebben, zo blijkt uit een onfa
zoek uitgevoerd in een aanl
'westerse' landen en gepub j
ceerd in Arlie Hochschild's öoi
The Second Shift (De twe&
ploegendienst!), doen ze gevii
deld per week 15 uur meer hu
houdelijk werk dan hun
ners.
Geen enkel teamverband, en et
huwelijksrelatie is in wezen ui
anders dan een teamverban
kan een dergelijke ongelijkht
in verwachtingen en taken vot
lange tijd verdragen zonder dt
het begint te kraken, zonder di
een van de teamleden begint l
protesteren en klachten te uita
Klachten die in wezen aai
klachten zijn. De reacties j
veel mannen op deze aanklad
ten ondermijnen de relatie vat
alleen maar verder en blijkenh
nader onderzoek vrijwel altïf
een directe weerspiegeling va
het man-vrouiu patroon dat zei
hun gezin van herkomst hebbt
meegemaakt.
Er is een groep mannen, zoals c
eerder gegeven voorbeelden, d
iedere keer van boosheid i
hun partner zo schrikt, dat zeU
het uiterste zullen gaan om h
weer gunstig te stemmen. Dit fj
pe man is opgegroeid met hi
idee dat de beste manier oml
overleven is een vromo te vindt
en vervolgens al het mogelijke1
doen om haar gelukkig te
ken. Zijn primaire levenshos
ding is de goedkeuring van zif,
partner te verwerven door zio
aanzienlijke groep (ex)partners
(schattingen variëren van 20-
40procent) aangeeft al op het
moment van de eerdere huwe
lijkssluiting de nodige twijfels te
hebben gekoesterd over 'moet ik
het nou wel of niet doen?'. De
eerste bevinding roept de vraag
op: waarom gaat ivat goed is op
een gegeven moment toch verlo
ren? De tweede bevinding roept
de vraag op: waarom toch ge
trouwd als je twijfelt?
Wat het laatste betreft, in het al
gemeen zijn het vaker de vrou
wen dan de mannen die vooraj
al twijfelen. Het zijn ook vaker
vrouwen die signaleren dat wat
lange tijd een bevredigende re
latie lijkt te zijn geiveest langza
merhand in het slop dreigt te ra
ken. Maar ze hebben vaak grote
moeite om die boodschap bij hun
partner over te krijgen.
Een duidelijk voorbeeld daar
van was een van de mannen in
een therapiegroep, laat ik hem
Joop noemen, die tijdens een bij
eenkomst een keer op de volgen
de manier uitpakte: „Mijn
vrouw zegt dat, tenzij ik veran
der, zij een scheiding ivil. Ze zegt
dat we al tijdenlang langs el
kaar heen leven. Terwijl ik op
dat punt echt mijn uiterste best
doe. Maar het lijkt wel alsof het
nooit genoeg is voor haar. Ik
probeer een goed echtgenoot te-
zijn, een goede vader, ik sloof me
uit zodat ive ons een beetje luxe
kunnen veroorloven, maar ik
iveet het noxi echt niet meer".
Verschillende andere mannen
uit de groep herkenden zich
blijkbaar in dit beeld. Een van
hen drukte dat als volgt uit:
„Mijn stemming gaat op en neer
met die van mijn vrouw. Als ze
zegt dat ze van mij houdt, als ze
me lief behandelt, voel ik me ge
woon goed. Een paar lieve woor
den, af en toe wat goeie sex, en ik
ben gelukkig. Maar als ze me be
kritiseert, daar kan ik absoluut
niet tegen, dan voel ik me hope
loos. Ik doe dan echt alles om
haar uit die stemming te krijgen,
zelfs als ik er absoluut geen zin
in".
Verwachting
Wat deze mannen, zonder zich
daar nog duidelijk bewust van te
zijn, in wezen op tafel legden ivas
het feit dat ze wel een verschrik
kelijke hoop verwachten van de
'centrale' persoon in hun leven.
Voor de meeste gehuwde man
nen geldt dat ze van die ene per
soon, hun vrouw, verwachten
dat ze hun beste vriend is, hun
exclusieve minnares, de moeder
van hun kinderen, hun belang
rijkste bron van emotionele
steun, de planner van hun so
ciale activiteiten, de verbin
dingsofficier met hun schoon
familiesen de manager van
hun gezinshuishouden. Boven
dien, ook als mannen zelf een
René Diekstra
constant naar haar wensen e
behoeften te richten. Omdat U
moeite heeft uit te maken wat hi
nou zelf precies voelt en wil, gaa
hij af op wat zijn vrouw hem o;
dit punt aangeeft. Hoe hij zie
over zichzelf voelt, hangt af vt
hoe zij gevoelsmatig tegenovè
hem staat. Zijn grootste angst i
verlies van haar liefde en waas
dering. Daarom is het voor hei
ook niet of nauwelijks mogelij
openlijk boos op haar te worde
of dingen met haar uit te spn
ken of uit te vechten. Zij is, ome
te zeggen, zowel zijn emotionel
VVV als zijn KEMA-keur. Voo
haar betekent het dat zij altiji
de sterkste van de twee mo(
zijn, de eind-verantxvoordelijl
heid voor alles draagt en die on
gelijkheid kan haar en de relati
op den duur lelijk opbreken.
Het andere reactiepatroon i
dat van de man die zich emotii
neel terugtrekt vanwege eei
fundamenteel onvermogen on
een emotioneel-intieme relati
met een vrouw aan te gaan. Zij
primaire levenshouding is sut
ces en zelfwaardering te zoekei
in zijn werk of in andere 'mannt
lijk-competitieve' activiteite
buitenshuis. Hij leidt een dubbt
leven - op zijn werk actief en bi
trokken, thuis passief, afstandt
lijk, niet betrokken. Hij bent
thuis vooral als een 'tanksti
tion'. Hij heeft een hekel aan i
vragen van zijn partner naa
sneer emotionele beschikbaos
heid, voor haar, voor de kindt
ren, voor andere familieleden.
Het derde reactiepatroon is da
van de man die op de macht
stoer gaat. Door middel van zij
fysieke kracht, zijn grotere kei
nis van bepaalde zaken, van zij
geld of om haar gewoon buite
belangrijke beslissingen hot
den, probeert hij de relatie aa
zijn persoonlijke behoeften or.
dergeschïkt te maken en te hou
den. Het zijn de mannen die va
jongsaf aan geleerd hebben da
mannen superieur zijn aai
vrouwen, datje 'de vrouwen hu
plaats moet laten weten', en da
je haar gewoon regelmatig mot
verbieden te zeuren of moet dra j
gen dat als ze niet ophoudt je.,
Het is ook de man die xverkelvji
meent dat de drie voornaams\\
dingen in deze wereld zijn: sei
geld en macht.
Op de levensbeschrijving van al
le drie type mannen is van toe
passing xvat Annie Romein-Vei
schoor in haar Vrouwenwijk
heid zo mooi onder woord
bracht: „Nergens ben ik een zin
netje tegengekomen dat getuid
van de warmte, van de vertedt
ring, van een zich verplaatstei
in, zich aanpassen aan de vei
langens en de tobberijen van <J
ander, de met toegeeflijkhei
aanvaarde hebbelijkheden du
in een lang huwelijk zo kuxinet
binden, en irriteren soms".
De Belgische oud-premier Mark Eyskens wordt vandaag (vrij
dag) benoemd tot bijzonder hoogleraar aan het Benelux-Uni
versitair Centrum. Eyskens (61) zal zich vooral richten op de maat
schappelijke en culturele ontwikkelingen in de drie Benelux-Ian
den België, Nederland en Luxemburg.
De benoeming is een initiatief van de Stichting Benelux-Universitai
Centrum. Zij biedt de leerstoel aan wegens het 50-jarig bestaan va)
de Benelux.
Eyskens zal zijn werkzaamheden voorlopig uitvoeren in Antwerpei
en Eindhoven, de twee plaatsen waar het Benelux-Universitair Cen
trum een vestiging heeft. Het is de bedoeling dat de leerstoel in d
loop van volgend jaar wordt ondergebracht bij de universiteit va
Luxemburg. (ANP)
In de vestiging van De Slegte aan de Kalverstraat in Amsterdam wordt veel in uitgeversrestanten
gedaan. foto ANP