De Slegte krijgt concurrenten Relatie Nederland en Z-Afrika iets aparts Huwelijk rijmt op gruwelijk Belg Eyskens op Benelux-leerstoel opinie en achtergrond Uitgeversrestanten goedkoop verkrijgbaar bij gewone boekhandel Wereldwijd actieplan tegen Aids VRIJDAG 18 NOVEMBER 1994 door ANP-redacteur Wim Molog Twee decennia geleden vonden boekwinkels het niet chic in uitgeversrestanten te hande len. Maar die tijd is definitief voorbij. Naast het traditionele kanaal van de winkelketen van De Slegte zijn de afgelopen jaren gewone boekhan dels zich in toenemende mate met goedkope aan biedingen van boeken gaan bezig houden. Deze handel in uitgeversrestanten - 'ramsj' in het jar gon - heeft zich in veel boekhandels een vaste plaats in het assortiment verworven. „Dat heeft, alles te maken met de gigantische over- produktie", stelt W. Molenaar, eigenaar van boek handel Ulysses aan de Denneweg in Den Haag. „Uitgevers zijn veel meer dan vroeger vooral pro ducent geworden. Ze moeten wel produceren om de vaste kosten terug te verdienen. Bovendien is er volstrekt geen sprake van coördinatie tussen de uitgevers." Verkoopdirecteur B. de Jonge van de uitgevers groep Singel 262 in Amsterdam legt wat minder de schuld bij de uitgevers. Toch kan ook hij er niet omheen dat ramsj in eerste instantie door de uit gevers geproduceerd wordt. „Ik denk dat de boek- produktie wel gegroeid is. Sinds jaar en dag wor den er toch zo'n 10.000 titels per jaar toegevoegd. En is die markt nu zo vreselijk gegroeid? Nee, de markt krimpt. We zitten dus in een markt die ge kenmerkt wordt door overproduktie en ondercon sumptie." De boekenbranche is gebonden aan de vaste boe kenprijs. Het is een van de weinige toegestane prijsafspraken. De uitgever bepaalt voor welke prijs de boekhandelaar het boek aanbiedt: Afwij kingen zijn verboden, behalve in zogenaamd be sloten circuits als de boekenclubs die een paar gul den lager mogen zitten. Als een oplage na twee jaar'niet is uitverkocht kan de uitgever de vaste boekenprijs loslaten. Hij gaat dan de nog resteren de partij met flinke korting verkopen aan ramsj handelaren die hun partij vervolgens weer slijten aan de boekhandel. Meer aanbod De Haagse boekhandelaar Molenaar is al jaren lang actiefin het ramsjcircuit. In het begin van de jaren '70 kreeg hij het aanbod van uitgever en boekhandelaar Rob van Gennep, die dit voorjaar overleed, mee te doen in een partij boeken die hij in de Verenigde Staten met flinke korting op de kop kon tikken. Vanaf dat moment was er bij Ulys ses altijd een tafel met aanbiedingen, eerst vooral Amerikaanse maar geleidelijk aan ook steeds meer Nederlandse boeken. „Het aanbod is vooral de afgelopen jaren enorm gestegen", zo is zijn vas te overtuiging. Molenaar heeft zelfs een aparte winkel voor uitgeversrestanten geopend. Molenaar is er van overtuigd dat uitgevers bij het bepalen van een oplage rekening houden met het verramsjen van een restpartij. „Het maakt voor je kostenstructuur een groot verschil uit of je als uit gever twee- of drieduizend exemplaren maakt. De aanloopkosten drukken er dan per boek veel min der op Dat betekent dat de winkelprijs wat aan trekkelijker kan zijn en de laatste duizend kunnen ook via de ramsj nog een aardige som opleveren." De Jonge van Singel 262 (Arbeiderspers, Nijgh en Van Ditmar, Leopold) reageert voorzichtig op deze bewering: „Ik weet niet of dat gebeurt. Je houdt jezelf dan voor de gek. Als er een markt is voor 2000 exemplaren, moet je er niet meer maken." Hij is overigens niet gelukkig met de wijze waarop de goedkope aanbiedingen in veel boekwinkels ge woon te midden van de normale verkoop liggen uitgestald. Daarom blijft Singel 262 een voorkeur houden voor het slijten van ramsjpartijen via De Slegte. Marktbederf Molenaar is niet zo bang voor marktbederf als ge volg van verkoop van uitgeversrestanten in de ge wone boekhandel. Hij gelooft dat lezers niet specu lerend op ramsj him aankoop van een bepaald boek uitstellen. „Als de nieuwe Adriaan van Dis uit is, los van het feit dat die zeker niet in de ramsj zal komen, willen de meeste geïnteresseerden dat boek ook direct hebben." Schimmiger al wordt de handel in beschadigde partijen. Het kan dan gaan om boeken die op de ene plaats de volle prijs moeten opbrengen en iets verderop slechts de helft, omdat er een krasje op de omslag zit. Molenaar gelooft stellig dat ook dit soort handel de verkoop van het gave nieuwe ex emplaar niet in de weg zit. „De meeste kopers wil len toch een boek waar niets mee aan de hand is en de kopers van het beschadigde boek hadden het waarschijnlijk niet voor de nieuwprijs gekocht." Dat ramsj de verkoop van nieuwe exemplaren niet hoeft te hinderen illustreert Molenaar aan de hand van de verkoop van fotoboeken. „Bijna elk foto boek van welke beroemde fotograaf dan ook komt op enigerlei moment in de ramsj. Maar dat neemt niet weg dat er in de beginperiode toch nog een flinke verkoop kan zijn, terwijl het meestal gaat om erg dure boeken. Maar het is wel pijnlijk als iemand een boek koopt voor 250 gulden en het ligt enige tijd later in de ramsj voor 75 gulden." Versnipperaar Sommige boeken komen overigens nooit in de ramsj. Het gaat dan vooral om boeken van lite raire auteurs met een grote reputatie. De Jonge: „Als wij een keer een verkeerde beslissing hebben genomen dan gaan we zo'n auteur niet beschadi gen door ramsjverkoop. In zo'n geval laten we de partij in het magazijn liggen of de exemplaren gaan in het uiterste geval de papierversnipperaar in." Daarnaast zijn er natuurlijk de auteurs die al tijd blijven verkopen. Molenaar en De Jonge zijn het er met elkaar over eens dat veel boekhandelaren ramsj wel een pret tig verschijnsel vinden, omdat het hen de moge lijkheid geeft in de winkel diverse prijsniveaus te creëren. Een uiting van hetzelfde verschijnsel vin den beiden de sterke opbloei van de markt van het kleine pocketboek. Boeken die aanvankelijk 40 of 50 gulden kosten krijgen daardoor een tweede ex ploitatie in een pocket van een gulden of 15. Molenaar: „De uitgevers zijn allemaal druk bezig met pockets na het succes van de Rainbow-poc kets. Maar dat gaat verkeerd. Iedereen wil nu poc kets gaan maken, omdat de verkoop van duurdere boeken stagneert. Er komt nu zoveel op de markt dat dat absoluut niet haalbaar is. Straks krijg je pocketramsj van drie voor een tientje en dan wordt het erg duister." De Jonge is het daar volle dig mee eens. „We moeten als uitgevers zo verstan dig zijn op dit terrein onze zelfbeheersing niet te verliezen." van onze correspondent in Parijs Hans Gertsen Maar liefst 42 regeringslei ders en staatshoofden, tientallen internationale orga nisaties en honderden weten schappers komen op donderdag 1 december in Parijs bijeen om de basis te leggen voor een we reldwijd actieplan tegen Aids. De Paris Aids Summit moet, zo stelt het organiserende land Frankrijk niet zonder ambitie, een keerpunt worden in de strijd tegen een ziekte die we reldwijd een steeds zwaardere tol eist. De laatste rapporten over de ontwikkeling van de ziekte zijn ronduit alarmerend. In delen van de derde wereld dreigt Aids volledig aan de controle te ont snappen. Hopeloos De situatie in Afrika is, met meer dan 2,5 miljoen Aids-lijders en nog eens miljoenen met het HIV- virus besmette mensen, volgens diverse specialisten 'vrijwel ho peloos'. Ook in Azië en Latijns- Amerika verloopt de versprei ding van het HIV-virus steeds sneller. Tegen die achtergrond heeft de Franse minister van gezond heid, Simone Weil, vorig jaar het idee gelanceerd om een een we reldwijd actieplan tegen Aids op te stellen onder het motto 'Aids wordt overal overwonnen of ner gens'. Geen illusies De Franse chirurg Bernard De- bré, een van de organisatoren van de Aids Summit, in een ge sprek met enkele journalistent: „We moeten ons geen illusies maken. Wij hier in het rijke noorden en westen kunnen, terecht of onte recht, misschien het idee heb ben dat we het probleem min of meer in onze greep hebben. Maar als we er niet voor zorgen dat het probleem ook in de derde wereld effectief wordt aange pakt, krijgen we op termijn toch de rekening gepresenteerd". Verklaring De eerste stap naar een wereld wijde aanpak moet op 1 decem ber in Parijs worden gezet via een verklaring die door min stens 42 regeringsleiders en staatshoofden en door tientallen internationale organisaties zal worden ondertekend. In die ver klaring leggen alle deelnemers zich vast om op een aantal prak tische punten te gaan samen werken. door Kees van der Maas Het zit erop in Nederland voor Zuid-Afrika's am bassadeur Albert Nothnagel (55). Ruim vijf jaar vertegen woordigde hij hier zijn land tijdens de periode van de over stap van gehate Apartheid naar een voluit democratische samenleving. Begin december gaat hij terug om leiding te ge ven aan een instituut dat juist die democratische gezindheid waar het even kan moet hel pen ondersteunen. „Er zijn maar weinig landen ter we reld waar het zo hard nodig is dat mensen meedenken, zich bezinnen en begrip opbrengen voolr wat er allemaal moet ge beuren, als juist in Zuid-Afri- ka". Toen Nothnagel medio 1989 in Den Haag arriveerde was het ambassadegebouw aan de Wassenaarseweg een zwaar be waakt bastion: nu hij er ver trekt staan de hekken uitnodi gend open. Vijf jaar geleden gold hij hier als de verpersoon lijking van een Zuid-Afrika, waar toen nog een heftig be streden en zwaar bekritiseerd regime van een blanke minder heid de dienst uitmaakte. De nieuwe ambassadeur kwam naar Nederland in de eerste plaats om de dialoog met zijn land op gang te bren gen. Hij zette er zijn volle ge wicht tegenaan. Zocht zeer be wust persoonlijk de publici teit. Legde contacten met uni versiteiten, met politici, met een brede variatie van maat schappelijke geledingen. En probeerde in gesprek te raken met de anti-apartheidsbewe ging. Nothnagels formule werkte; hij heeft bovendien het tij mee gehad. Geen diplomaat in Den Haag heeft in de voor bije jaren zo vaak in de media gefigureerd als deze onver moeibare afgezant land in schokkende veranderingen. Keerpunt De nu vertrekkende ambassa deur heeft Nederland zien 'mee veranderen', zegt hij. met wat er in Zuid-Afrika gebeurde en dat proces werd een opwinden de ervaring voor hem. Glans momenten waren de twee be zoeken aan Nederland van Nel son Mandela en het staatsbe zoek van de toenmalige presi dent De Klerk, dat de bijzon dere verwantschap tussen beide landen uitstraalde. „Maar het keerpunt in de ver houding tegenover Zuid-Afri ka binnen de Nederlandse sa menleving als geheel is toch geweest de aankondiging van de eerste vrije verkiezingen bij ons. Op dat ogenblik gaven ook de ongelovige Thomassen toe dat de ontwikkeling in Zuid-Afrika onomkeerbaar was geworden". Vertrekkend ambassadeur Albert Nothnagel: dat de meeste blanken in Zuid- Afrika al veel eerder dan een paar jaar geleden psycholo gisch afscheid hadden geno men van het stelsel van on recht dat Apartheid heette. En dat daardoor de basis voor ver zoening en voor wederzijds res pect toch betrekkelijk snel kon worden gelegd. „Het is dus be paald niet zo dat de vroeger scherp verdeelde samenleving lange tijd nodig zal hebben om te wennen aan nieuwe onder linge verhoudingen. Dat pro ces is achter de rug. Het groot ste probleem van Zuid-Afrika is nu: kunnen wij onze jonge democratie ondersteunen met een sterke economische groei? Mensen moet het gevoel krij gen dat zij écht tot de samenle ving behoren. Pas als het lukt om alle veertig miljoen inwo ners van het land te motiveren zodat zij betrokken raken bij een gezond economisch stelsel is er sprake van goede vooruit gang." Leerproces Ambassadeur AlbertNothnagel Nothnagel verlaat zijn post in Den Haag met de wetenschap dat er in Nederland over de he le linie en op alle niveaus zoiets bestaat als een band met de mensen in Zuid-Afrika. „Er is veel belangstelling, begrip en betrokkenheid bij iedereen die ik tegenkom: het lijkt wel of ie dere Nederlander op een of an dere manier een bijdrage wil le veren aan de opbouw van ons land. Ik beschouw dat echt als iets aparts en dat moet alsje blieft zo blijven. Er zijn veel mensen die door historische verbondenheid en oude per soonlijke banden meeleven met wat er in Zuid-Afrika aan de gang is. Maar ook op de uni versiteiten en onder jongeren elders in Nederland bruist het van interesse. Dat is het toe komstverhaal van de relatie tussen onze landen. En ik vind dat erg positief." Zelf' aanpakken - Is er toch. niet het risico dat op den duur de aandacht voor Zuid-Afrika verslapt omdat de opwinding er een beetje af is? Albert Nothnagel: „Wat nu ge beurt is nog veel spannender dan toen. Zuid-Afrika is op zoek naar de goede balans tus sen macht en vrijheid, om het begrip democratie zó maar eens te omschrijven. Dat is een uitdagend en opwindend pro foto Archief PZC ces. Ik ben van nature een opti mist en ik zie voldoende reden voor optimisme. Maar we zul len elkaar ervan moeten over tuigen dat we de problemen zelf moeten aanpakken. Eu ropa, de Verenigde Staten of andere landen in de wereld kunnen Zuid-Afrika er niet bo venop helpen. Zij kunnen ons niet leren lopen, zij kunnen ons niet staande houden. Dat moe ten we zelf doen. Bovendien zullen wij ons moeten opwer ken om als voorbeeld te dienen voor andere, zeker naburige landen op het Afrikaanse con tinent. Wij hebben elkaar daar namelijk nodig." Het staat voor Nothnagel vast De ambassadeur windt er geen doekjes om, aan de vooravond van zijn vertrek. Zuid-Afrika moet leren om de natuurlijke hulpbronnen van het land en het particulier initiatief ondei de bevolking beter te gebrui ken voor de levering van kwali- teitsproduktie op een concur rerende wereldmarkt. Het moet opboksen tegen de nor male economische wetten waarmee iedereen op dezelfde wereldmarkt te maken heeft. „Los daarvan hebben wij in Zuid-Afrika nog onze eigen- dommelijke doelstellingen om de levenstandaard van de gro te massa van onze inwoners te verbeteren. Er is groot gebrek aan opgeleide mensen. Veel ongeletterdheid. We moeten fi nanciële discipline in staatsap paraat en samenleving bren gen. Het heropbouwplan moet van de grond komen. Er moe ten heel veel woningen worden gebouwd. Er moet werkgele genheid worden gecreëerd." Nothnagel kijkt nu nog vanuit het goed aangeharkte Neder land tegen de immense proble men van Zuid-Afrika aan. Straks zit hij er midden tussen. Hij vertrekt uit de Haagse am bassade terwijl daar van de ge vel een nieuwe, andere vlag wappert dan toen hij er voor het eerst binnenstapte. Hij zegt: „Ik ga met mijn land een leerproces in. Dat proces wil ik helpen bevorderen. Niemand in Zuid-Afrika verwacht een paradijs binnen een jaar. De meeste mensen zien echt wel wat er aan de hand is. Maar we hebben niet zoveel tijd als Eu ropa heeft gehad om zich te ontwikkelen. We moeten alles tegelijk doen. Als we met z'n al len leren om aan te pakken, dan redden we het best.". Zo sprak een vrouw tot mij: 'Zeker, ik brak het huwelijk, maar eerst brak het huwelijk mijl'. Deze ene zin, afkomstig uit het geschrift Von alten und neuen Tafeln van de Duitse dich- ter-filosoof Friedrich Nietzsche, zegt het eigenlijk allemaal al. Scheiding is in de meeste geval len niets anders dan breukbe vestiging, niets meer dan een formele bevestiging van een al lang aanwezige realiteit. Nietz- sches zin zegt ook dat die reali teit vaak een zeer wrede, men sen kapotmakende is. De Neder landse dichter Adriaan Roland Holst heeft dat in ieder huwelijk sluimerend potentieel aan wreedheid ooit op de volgende wijze cynische wijze verivoord: „Het geeft te denken dat huwe lijk alleen rijmt op 'gruwelijk' en 'afschuwelijk' In 1992 werd er in ons land over een kleine 94.000 paren de huwe lijks- en over ruim 30.000 de scheidingsformule uitgespro ken. Onder de stellen die huio den, zaten er ongeveer 16.000 (oj zo'n 17 procent) ivaarvan een of beide partners het al minstens een keer eerder met een huwe lijk geprobeerd hadden. En dat niet voor even, maar vaak vele jaren lang. De duur van het voorafgaande huwelijk was ge middeld 12 jaar! Tegen die achtergrond zijn twee bevindingen uit recent onder zoek opmerkelijk. De eerste is dat, als we afgaan op xoat (ex- )partners daar zelf over zeggen, een meerderheid van die eer dere huwelijken lange tijd goed is geweest, dat er vaak jaren lang sprake was van een liefde volle relatie. De tweede opmer kelijke bevinding is, dat een deel van de huishoudelijke 1l ken voor hun rekening nemt dan nog verwachten ze van i zelfde vrouw dat ze het üoo naamste aanspreekpunt is va schoonmaken, koken, en opvo j den. Zelfs als vrouwen een baj j hebben, zo blijkt uit een onfa zoek uitgevoerd in een aanl 'westerse' landen en gepub j ceerd in Arlie Hochschild's öoi The Second Shift (De twe& ploegendienst!), doen ze gevii deld per week 15 uur meer hu houdelijk werk dan hun ners. Geen enkel teamverband, en et huwelijksrelatie is in wezen ui anders dan een teamverban kan een dergelijke ongelijkht in verwachtingen en taken vot lange tijd verdragen zonder dt het begint te kraken, zonder di een van de teamleden begint l protesteren en klachten te uita Klachten die in wezen aai klachten zijn. De reacties j veel mannen op deze aanklad ten ondermijnen de relatie vat alleen maar verder en blijkenh nader onderzoek vrijwel altïf een directe weerspiegeling va het man-vrouiu patroon dat zei hun gezin van herkomst hebbt meegemaakt. Er is een groep mannen, zoals c eerder gegeven voorbeelden, d iedere keer van boosheid i hun partner zo schrikt, dat zeU het uiterste zullen gaan om h weer gunstig te stemmen. Dit fj pe man is opgegroeid met hi idee dat de beste manier oml overleven is een vromo te vindt en vervolgens al het mogelijke1 doen om haar gelukkig te ken. Zijn primaire levenshos ding is de goedkeuring van zif, partner te verwerven door zio aanzienlijke groep (ex)partners (schattingen variëren van 20- 40procent) aangeeft al op het moment van de eerdere huwe lijkssluiting de nodige twijfels te hebben gekoesterd over 'moet ik het nou wel of niet doen?'. De eerste bevinding roept de vraag op: waarom gaat ivat goed is op een gegeven moment toch verlo ren? De tweede bevinding roept de vraag op: waarom toch ge trouwd als je twijfelt? Wat het laatste betreft, in het al gemeen zijn het vaker de vrou wen dan de mannen die vooraj al twijfelen. Het zijn ook vaker vrouwen die signaleren dat wat lange tijd een bevredigende re latie lijkt te zijn geiveest langza merhand in het slop dreigt te ra ken. Maar ze hebben vaak grote moeite om die boodschap bij hun partner over te krijgen. Een duidelijk voorbeeld daar van was een van de mannen in een therapiegroep, laat ik hem Joop noemen, die tijdens een bij eenkomst een keer op de volgen de manier uitpakte: „Mijn vrouw zegt dat, tenzij ik veran der, zij een scheiding ivil. Ze zegt dat we al tijdenlang langs el kaar heen leven. Terwijl ik op dat punt echt mijn uiterste best doe. Maar het lijkt wel alsof het nooit genoeg is voor haar. Ik probeer een goed echtgenoot te- zijn, een goede vader, ik sloof me uit zodat ive ons een beetje luxe kunnen veroorloven, maar ik iveet het noxi echt niet meer". Verschillende andere mannen uit de groep herkenden zich blijkbaar in dit beeld. Een van hen drukte dat als volgt uit: „Mijn stemming gaat op en neer met die van mijn vrouw. Als ze zegt dat ze van mij houdt, als ze me lief behandelt, voel ik me ge woon goed. Een paar lieve woor den, af en toe wat goeie sex, en ik ben gelukkig. Maar als ze me be kritiseert, daar kan ik absoluut niet tegen, dan voel ik me hope loos. Ik doe dan echt alles om haar uit die stemming te krijgen, zelfs als ik er absoluut geen zin in". Verwachting Wat deze mannen, zonder zich daar nog duidelijk bewust van te zijn, in wezen op tafel legden ivas het feit dat ze wel een verschrik kelijke hoop verwachten van de 'centrale' persoon in hun leven. Voor de meeste gehuwde man nen geldt dat ze van die ene per soon, hun vrouw, verwachten dat ze hun beste vriend is, hun exclusieve minnares, de moeder van hun kinderen, hun belang rijkste bron van emotionele steun, de planner van hun so ciale activiteiten, de verbin dingsofficier met hun schoon familiesen de manager van hun gezinshuishouden. Boven dien, ook als mannen zelf een René Diekstra constant naar haar wensen e behoeften te richten. Omdat U moeite heeft uit te maken wat hi nou zelf precies voelt en wil, gaa hij af op wat zijn vrouw hem o; dit punt aangeeft. Hoe hij zie over zichzelf voelt, hangt af vt hoe zij gevoelsmatig tegenovè hem staat. Zijn grootste angst i verlies van haar liefde en waas dering. Daarom is het voor hei ook niet of nauwelijks mogelij openlijk boos op haar te worde of dingen met haar uit te spn ken of uit te vechten. Zij is, ome te zeggen, zowel zijn emotionel VVV als zijn KEMA-keur. Voo haar betekent het dat zij altiji de sterkste van de twee mo( zijn, de eind-verantxvoordelijl heid voor alles draagt en die on gelijkheid kan haar en de relati op den duur lelijk opbreken. Het andere reactiepatroon i dat van de man die zich emotii neel terugtrekt vanwege eei fundamenteel onvermogen on een emotioneel-intieme relati met een vrouw aan te gaan. Zij primaire levenshouding is sut ces en zelfwaardering te zoekei in zijn werk of in andere 'mannt lijk-competitieve' activiteite buitenshuis. Hij leidt een dubbt leven - op zijn werk actief en bi trokken, thuis passief, afstandt lijk, niet betrokken. Hij bent thuis vooral als een 'tanksti tion'. Hij heeft een hekel aan i vragen van zijn partner naa sneer emotionele beschikbaos heid, voor haar, voor de kindt ren, voor andere familieleden. Het derde reactiepatroon is da van de man die op de macht stoer gaat. Door middel van zij fysieke kracht, zijn grotere kei nis van bepaalde zaken, van zij geld of om haar gewoon buite belangrijke beslissingen hot den, probeert hij de relatie aa zijn persoonlijke behoeften or. dergeschïkt te maken en te hou den. Het zijn de mannen die va jongsaf aan geleerd hebben da mannen superieur zijn aai vrouwen, datje 'de vrouwen hu plaats moet laten weten', en da je haar gewoon regelmatig mot verbieden te zeuren of moet dra j gen dat als ze niet ophoudt je., Het is ook de man die xverkelvji meent dat de drie voornaams\\ dingen in deze wereld zijn: sei geld en macht. Op de levensbeschrijving van al le drie type mannen is van toe passing xvat Annie Romein-Vei schoor in haar Vrouwenwijk heid zo mooi onder woord bracht: „Nergens ben ik een zin netje tegengekomen dat getuid van de warmte, van de vertedt ring, van een zich verplaatstei in, zich aanpassen aan de vei langens en de tobberijen van <J ander, de met toegeeflijkhei aanvaarde hebbelijkheden du in een lang huwelijk zo kuxinet binden, en irriteren soms". De Belgische oud-premier Mark Eyskens wordt vandaag (vrij dag) benoemd tot bijzonder hoogleraar aan het Benelux-Uni versitair Centrum. Eyskens (61) zal zich vooral richten op de maat schappelijke en culturele ontwikkelingen in de drie Benelux-Ian den België, Nederland en Luxemburg. De benoeming is een initiatief van de Stichting Benelux-Universitai Centrum. Zij biedt de leerstoel aan wegens het 50-jarig bestaan va) de Benelux. Eyskens zal zijn werkzaamheden voorlopig uitvoeren in Antwerpei en Eindhoven, de twee plaatsen waar het Benelux-Universitair Cen trum een vestiging heeft. Het is de bedoeling dat de leerstoel in d loop van volgend jaar wordt ondergebracht bij de universiteit va Luxemburg. (ANP) In de vestiging van De Slegte aan de Kalverstraat in Amsterdam wordt veel in uitgeversrestanten gedaan. foto ANP

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 2