Natuurreservaat kost een schijntje De internationale hulp is big business PZC Petsjoradelta reportage 29 Mozambique ZATERDAG 12 NOVEMBER 1994 Sb Het is alsof de duivel ermee speelt. Begin volgend jaar wordt, met geld van het Nederlandse ministerie van landbouw, natuurbeheer en visserij, de projectgroep geïnstalleerd die het pad moet effenen om van de Petsjoradelta in Noord-Rusland een natuurreservaat van ruim twee miljoen hectare te maken. Kosten: ƒ50.000. Daar koop je in Nederland nog niet eens één bunder landbouwgrond voor. En dan gebeurt er een voor de Russische olie industrie kenmerkende rampspoed: de dijk rond een meer, tot de rand toe gevuld met uit krakkemikkige leidingen weggelekte olie, begeeft het. De unieke natuur in de rivierdelta en omliggende toendra's dreigt het gelag te moeten betalen. De Petsjoradelta in Noord-Rusland moet een natuurreservaat van ruim twee miljoen hectare worden. De bij de mileuramp in de noordelijke Russische republiek Komi vrijgekomen olie zou een bedreiging voor het gebied kunnen vormen. foto's GPD Dr Gerard Boere, senior-beleidsmede werker van het ministerie van land bouw, natuurbeheer en visserij, bekend staand als trekvogeldiplomaat, houdt zijn hart vast. Hij acht de kans dat de delta schoon zal blijven weliswaar vrij groot, maar helemaal zeker is hij niet van zijn zaak. Onder andere omdat de cijfers over hoeveel 'zwart goud' er is gemorst vol strekt tegenstrijdig zijn, en evenmin dui delijk is of en hoeveel olie er in de rivier de Petsjora terecht is gekomen. Deze maand vliegt hij, ondanks de onzekerheid, naar Moskou om zijn Russische collega's het 'zakje geld' voor het aanstaande Petsjora- reservaat te brengen. Als trekvogeldiplomaat is Boere vele ma len voor kortere of langere perioden op verkenning en voor onderzoek en onder handelingen in de Petsjoradelta en an dere Noordrussische en Siberische toen dra- en taigagebieden geweest. De toen dra's, met voornamelijk mos- en veenve- getaties, liggen binnen de poolcirkel. Men noemt dat het arctisch gebied, met per manent bevroren bodem (permafrost). De taiga's, onder andere ook begroeid met uitgestrekte bossen, liggen erbuiten en zijn sub-arctisch. De ramp heeft zich vol gens Boere voorgedaan in het overgangs gebied tussen toendra en taiga, een zone met bij voorbeeld veel veenmoerassen. Onwaarschijnlijk Via de rivier de Petsjora moet de olie zes- a zevenhonderd kilometer afleggen, alvo rens de delta wordt bereikt. Dat mag je, met een flinke scheut cynisme, een geluk bij een ongeluk noemen. „Want daardoor is het onwaarschijnlijk dat de delta ver vuild raakt", aldus Boere. In Siberië is de winter inmiddels begonnen. Met tempe raturen van 20 tot 40 graden Celcius onder nul. Voor zover er al olie in de Petsjora te recht is gekomen, zal die bevriezen. Pas laat in het voorjaar, medio juni, zullen tai ga's en overgangszone ontdooien. Een ongetemde rivier als de Petsjora zwelt dan sterk, en treedt gigantisch bui ten haar oevers. Het waterpeil stijgt twee tot drie meter om al het dooivocht naar de Barentz-zee af te voeren. Boere veronder stelt dat onder die omstandigheden de meeste olie tijdens de reis van pakweg zes honderd kilometer op de ondergelopen oevers terecht zal komen. Ver voor de del ta wordt bereikt. Wel een ramp natuurlijk, want die uiterwaarden zijn uit ecologisch oogpunt heel belangrijk en waardevol. Maar waarschijnlijk dus geen ramp in de delta, het broed- en ruigebied van onder andere de zeldzamekleine zwaan en tien tallen soorten kleine steltlopers. Nederland is sinds de jaren tachtig nauw betrokken bij de bescherming van de toendra's in de Russische Federatie. Er wordt goed met de Russen samenge werkt. Tussen de delta's van de Petsjora en hoog noordelijk gelegen Lena (afstand dik drieduizend kilometer) liggen overal binnen de poolcirkel rijke natuurgebie den, waar je van medio juni tot medio au gustus bijna 'struikelt' over de broedende vogels. Er zijn stukken toendra waar per hectare grond net zoveel vogels broeden als in de rijkste Nederlandse weidevogelreserva ten. De toendra's zijn de thuislanden van de zeven miljoen trekvogels die de Wad denzee gebruiken als pleisterplaats tij dens hun reizen van en naar Afrika, of in de Waddenzee overwinteren: ganzen, een den. steltlopers, een kleine veertig soor ten. Rotganzen Behalve de Petsjora- en de Lenadelta gaat het om gebieden als het ergens tussen Petsjora en Lena gelegen Taimyr-schie- reiland (sinds vorig jaar gedeeltelijk een reservaat van 4,1 miljoen hectare), waar onder andere veel rotganzen broeden, maar ook kol-, roodhals-, en rietganzen. Het Taimyr-schiereiland speelt in de Ne derlands-Russische samenwerking trou wens een belangrijke rol. Met financiële steun uit Nederland wordt er een groot biologisch station voor trekvogelonder- zoek gebouwd, dat komend voorjaar opengaat. Het krijgt een Nederlandse naam: Willem Barentz. Ons land speelt binnen de internationale natuurbescherming een voortrekkersrol bij het veiligstellen van alle belangrijke pleister- en broedplaatsen op de route tus sen de Russische Lenadelta. die wordt be schouwd als de noordgrens van de Euro pese trekvogels, en Zuid-Afrika, de zuid grens. Boere spant zich al vele jaren in voor veiligstelling van trekvogelgebieden. Over ongeveer een jaar zullen de landen langs de trekroutes een internationale overeenkomst tekenen. De kroon op zijn werk. Belang Boere legt uit dat Nederland een direct be lang heeft bij het veiligstellen van trekvo gelgebieden in de Russische federatie. Want wat voor zin heeft het de Waddenzee te beschermen als in Rusland de broedge bieden van de trekvogels teloor gaan? De bijdrage die ons land levert aan veiligstel ling van de toendra's heeft succes, vindt Boere. „Voor een paar duizend dollar per jaar is de Lena-delta, een gebied zo groot als Nederland, bewaakt". Reservaatvorming is in de ogen van Boere dus een heel goede vorm van bescher ming. Want in Rusland mag in toendra-re servaten niet meer naar olie en/of gas ge boord worden, evenmin mag er aan delf stofwinning via mijnbouw gedaan wor den, De autochtone bewoners van de toendra's, nomadische volken die vissen en rendieren houden, mogen wel van de reservaten gebruik blijven maken. Bang voor over-exploitatie (zoals in de Waddenzee, waar bovendien ook boorba- zen aan de slag mogen) van de toendra-re servaten is Boere niet. In gebieden groter dan Nederland leven vaak maar enkele tientallen mensen. Ze hebben het zwaar. In grote delen duurt de ijskoude winter van september tot juni. Met een lange pe riode van 24 uur per dag duisternis. De 'zo mer' duurt kort. Het wordt er niet warmer dan rond de tien graden Celsius, maar sneeuwstormen in juli. als het 24 uur per dag licht is, zijn beslist niet zeldzaam. In de overgangszone tussen toendra's en taiga's wordt het wel eens een graad of twintig. Dergelijke hittegolven gaan stee vast gepaard met muskietenplagen. We gen ontbreken, transport moet via de lucht (veel helikopters) of per schip (rivie ren, zee). De routes over zee worden open gehouden door atoomijsbrekers. In de arctische gebieden blijft de bodem altijd bevroren. Tijdens de korte zomer ontdooit door de instralende zon alleen de toplaag, vaak niet meer dan 20 tot 30 centimeter, op sommige plaatsen tot een meter. Eisen Het is er altijd nat, het water kan slecht weg. Het klimaat stelt bijzondere eisen aan mens, plant en dier, dwingt met name de vogels tot onbegrijpelijke prestaties. Waarom vliegt een vogel in het voorjaar helemaal van Zuid-Afrika naar de Petsjo radelta om daar te broeden? De risico's zijn enorm en de tijd om succesvol jongen te krijgen en groot te brengen is waanzin nig kort. Toch Hikken ze het De toendra- ecologie is ontzetend kwetsbaar. Door de kou herstelt schade zeer langzaam. Een tank die over de toendra rijdt, laat sporen achter die minstens 100 jaar zichtbaar zul len blijven. Rusland is hard bezig de meest waarde volle stukken arctisch gebied een be schermde status te geven. Boere is vol lof over die inspanningen. Het is een soort in haalslag. want in de oude Sovjetunie had natuurbescherming geringe prioriteit. Het land heeft zich tot doel gesteld een ke ten van toendra-reservaten te maken, 7 procent van het grondgebied moet die sta tus krijgen. Dat lijkt misschien weinig. Maar het gaat om enorme gebieden. Een vergelijking: het Noordhollands Duinre servaat, ruim 5000 hectare, is voor Neder landse begrippen een groot natuurgebied. Maar geplaatst tegenover het Taimyr- schiereiland van 4.1 miljoen hectare is het slechts een vlekje. Door de substantiële bijdrage die Neder land levert aan de veiligstelling van de de natuur in noord Rusland is Nederland in tussen toegelaten als waarnemer in het samenwerkingsverband van landen met grondgebied binnen de Noordpoolcirkel. Bert de Jong Mozambique is het armste land ter wereld. Volgens cijfers van de Verenigde Naties verdient een Mozambikaan gemiddeld veertig dollar per jaar, de helft van het bedrag dat een Ethiopiër als jaarsalaris mee naar huis neemt. Zo'n cijfer zegt veel, en tegelijk helemaal niets. Mozambique is zo onderontwikkeld dat veel Mozambikanen nauwelijks weten wat geld is. Ze leven van de landbouw en wat ruilhandel. Hun inkomen is niet te berekenen. Mozambique is vermoedelijk wat rijker dan uit de officiële statistieken blijkt. Mozambique was al niet rijk toen het in 1975 onafhankelijk werd. Maar vijftien jaar oorlog tussen de linkse Fre- limo en de door de Rhodesische geheime dienst opgezette rechtse terreurorganisa tie Renamo, en ongeveer even veel jaren geforceerd socialistisch economisch be leid hebben het land de das omgedaan. De droevige balans bestaat uit een mil joen doden, vier miljoen vluchtelingen en 20 miljard dollar aan oorlogsschade aan huizen, wegen, bruggen en scholen. De landbouw is kapotgemaakt door gedwon gen collectivisatie en komt maar weer moeizaam op gang vanwege de aanwezig heid van mijnenvelden in grote delen van het land. Niet meer dan dertig procent van de be volking kan lezen en schrijven. Een nog veel kleiner deel heeft de middelbare school afgemaakt en slechts twintig van de pakweg 16 miljoen Mozambikanen hebben een universitaire promotie achter de rug. Geen uitgangspunt voor een bloeiende toekomst. Aan de hoofdstad Maputo is de nationale armoede niet direct af te zien. De stad is vuil en in verval. Maar straatarm? De mensen gaan over het algemeen redelijk gekleed, je ziet er geen hongerende kinde ren, de winkels zijn redelijk gevuld en her en der in de stad vind je goede en goed be zochte restaurants. In een winkelcen- trumpje hebben Benetton en Lego een zaak geopend. Maar die luxe is slechts voor weinig Mozambikanen weggelegd. De restaurants en de speelgoedzaak moe ten het vooral hebben van de buitenlan ders die het land hebben overstroomd. En dat zijn er duizenden. De Verenigde Na ties, buitenlandse ambassades en zo'n 220 De Mozambikaanse hoofdstad Maputo is vuil en in verval, maar de mensen gaan over het algemeen redelijk gekleed, je ziet er geen hongerende kinderen en de winkels zijn redelijk gevuld. foto GPD hulporganisaties bekommeren zich om Mozambique. De internationale hulp is big business en Maputo profiteert ervan. Met enige vrees wachten de bewoners van de hoofdstad dan ook het moment af dat Onumoz, de VN-vredesmissie in Mozambique, zijn hoofdkwartier in hotel Rovuma opbreekt. Iedereen weet dat dat niet lang meer kan duren nu de verkiezingen voorbij zijn. Het Onumoz-mandaat is afgelopen en het is de bedoeling om de VN-operatie, die ie dere dag een miljoen dollar opslorpt, te beëindigen. Dat gaat niet alleen honder den goed betaalde Mozambikaanse VN- medewerkers hun banen kosten. Het bete kent ook dat 6000 buitenlanders met goed gevulde portemonnees het land verlaten. Maar de hulporganisaties blijven. Mozam bique is een ware speeltuin van de ontwik kelingssamenwerking, met niet altijd even produktieve resultaten. „Iedereen heeft zo zijn eigen opvattingen en organi saties werken vaak tegen elkaar in", aldus Erik de Mul van het VN-Ontwikkelings- programma (UNDP). „Dus gebeurt het dat de ene organisatie in een bepaalde re gio gratis voedsel uitdeelt, terwijl de twee de voedsel verkoopt, de derde een 'eten voor werk'-programma opzet en de vierde mensen probeert te stimuleren hun eigen gewassen te verbouwen". Een Portugese pater, die een tehuis voor straatkinderen runt, spreekt met enige ironie over de hulp die sommige organisa ties willen geven. „Ze kijken niet wat er nodig is, ze kijken naar wat ze mooi vinden staan in hun eindverslag. Wij proberen de kinderen zo goed mogelijk te eten te ge ven. Maar er zijn organisaties die afhaken als je meer vraagt dan rijst, mais en olie. Alsof je kinderen gezond kunt laten op groeien op alleen maar noodvoedsel". Coördinatie tussen de organisaties is er niet en daardoor worden ze regelmatig te gen elkaar uitgespeeld, zegt De Mul. „Als de een zich uit een project terugtrekt, bij voorbeeld omdat er geknoeid wordt met de financiën, dan staan er meteen tien an deren te trappelen om het over te nemen". Inkomsten Ontwikkelingshulp is verreweg de belang rijkste bron van inkomsten voor Mozam bique. De jaarlijkse hulpstroom bedraagt 1.3 miljard dollar, een krappe 2,3 miljard gulden. Dat is zeventig procent van de to tale begroting van het land. Een niet on aanzienlijk deel van dat bedrag komt uit Nederland. Mozambique is na India de be langrijkste ontvanger Van Nederlandse ontwikkelingshulpgelden. Veel van de hulp kwam op gang om de vier miljoen vluchtelingen van de oorlog te helpen. Het ging aanvankelijk groten deels om noodhulp. Het is volgens De Mul de hoogste tijd het hele hulppatroon te veranderen. Nog steeds ligt er veel nadruk op voedsel, terwijl dat volgens hem eigen lijk een gepasseerd station is. Direct na de oorlog was noodhulp nodig, nu werkt het alleen maar averechts. „Mensen moeten nu worden gestimuleerd zelf hun voedsel te verbouwen. Zolang de markt overstroomd wordt met buiten landse produkten. komt de eigen land bouw niet weer op gang. En als die een maal weer draait, kan het platteland zich heel snel herstellen". Op de markt op de Rua do Xipamanine is maar weinig te krijgen dat in Mozambique zelf is geproduceerd. Van de bonte batik doeken die de vrouwen als wikkelrok dra gen en de zakjes met kruiden tot de rijst, de bonen en de zeep, vrijwel alles is geïm porteerd. Alleen de niet echt goedkope groenten lijken Mozambikaans produkt. Een kokosnotenverkoopster reageert eerst afwerend op de vragen. „Wat heeft het voor zin als je over ons schrijft", vraagt ze, terwijl ze met een panga, een groot kapmes, geroutineerd de ene noot na de andere openslaat. „De hulp die jullie in Europa ons sturen, komt toch niet bij de mensen hier terecht. Die verdwijnt in de zakken van de politici". Corruptie Haar klacht over de corruptie vindt alge mene weerklank, niet alleen bij de Mo zambikanen. Iedere diplomaat en hulp verlener heeft zijn eigen verhalen over de minister van transport die de afgelopen jaren zo ongeveer alle stranden in de buurt van Maputo heeft opgekocht, poli tici die zich de beste stukken land met toe gang tot de rivier hebben toegeëigend of spotgoedkoop de mooiste huizen in Ma puto op de kop hebben weten te tikken om die nu voor veel, zeer veel geld aan buiten landers te verhuren. Het socialistisch ideaal van de bevrij dingsbeweging Frelimo heeft de afgelo pen jaren plaatsgemaakt voor materialis tisch eigenbelang. De Mul, die in de jaren tachtig ook een tijd in Mozambique ver bleef, herinnert zich met enige weemoed dat het ooit anders was: „Begin jaren tachtig heerste er echt een sfeer van op bouw, van solidariteit. De politieke lei ders hadden het wel wat beter dan de rest van de bevolking, maar ze aten ook maar een keer per maand vlees". Keuze „De bureaucratie en de corruptie zijn enorm", zegt André Vonk, een Nederland se zakenman die in 1982 als idealistische vrijwilliger naar Mozambique kwam en in middels zijn brood verdient met de import van goederen die de hulporganisaties no dig hebben om hun werk te kunnen doen. Variabele waar, van schoolborden tot bedden en golfplaat. Hij erkent dat hij aan de corruptie meedoet. „De importbelas ting is 60 tot 70 procent, een douaneman vraagt tien, vijftien procent steekpennin gen. Dan kies je dus voor het laatste". Vonk en zijn partner Joost Ruigrok zijn zo ongeveer de enige Nederlanders die in za ken hun geld in Mozambique verdienen. En het is dat ze voor een markt werken die ze vanuit het verleden goed kennen, maar zakelijk is het land volgens Vonk een ab solute ramp. Lokale zakenlieden zijn er niet en de zakenmentaliteit is zeer slecht. „Aan betalen hebben Mozambikanen een broertje dood". Maar vooral, en dat is een probleem waar iedereen op terugkomt, het ontbreekt aan kader om het land te leiden. Een tijd heb ben ambtenaren en artsen uit het Oost blok Mozambique draaiende gehouden, nu zijn het de VN en de hulporganisaties. In die zin ziet Vonk het ook niet echt als een ramp wanneer de VN straks vertrekt: „Dan komt er tenminste een aantal rede lijk geschoolde mensen vrij voor functies in het staatsapparaat". Runa Hellinga Rotganzen overwinteren onder meer op de Waddeneilanden, maar broeden in arctische gebieden in Rusland.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 45