i Sean Connery doet de stem van de draak Muziek uit de grond van Oklahoma PZC Dragonheart vol ridders en kastelen Jimmy LaFave vrije tijd 35 ZATERDAG 5 NOVEMBER 1994 In Dragonheart, een avonturenfilm waarvan de 'speciale effecten' die van Jurassic Park moeten overtreffen, speelt de Amerikaan Dennis Quaid de koene ridder Bowen die een jaar of duizend geleden zijn meet met de laatste draak Europa. De opnamen vinden momenteel plaats op eeuwenoude en in de wouden van Slowakije, maar pas medio 1996 zal Dennis Quaid zelf kunnen zien met wat voor monster hij deze herfst slag heeft geleverd. Want de draak wordt toegevoegd als de rest van de af is. Op een beboste helling, 30 kilometer oostelijk van Bratislava, rennen een paar honderd middeleeuwers voor hun le ven, op de hielen gezeten door een woeste ruiterbende met in de spits een goud ge harnaste ridder op een wit paard. Regis seur Rob Cohen maakt de scène met twee camera's en in twee 'shots' die allebei een keer of vier herhaald worden. Het eerste shot wordt afgebroken als de schreeuwen de ruiters de vluchtelingen bijna hebben ingehaald. Een keer moet het shot over omdat een paar overenthousiaste ridders 'Yi-Ha!' hebben geroepen, een kreet die in westerns gepast mag zijn, maar in de hier nagestreefde context van een tiende- eeuwse veldslag volgens regisseur Cohen beslist niet getolereerd kan worden. Het tweede shot wordt gemaakt zonder voortvluchtig voetvolk. Als de ruiterben de bijna het punt heeft bereikt waar de vo rige opname stopte, zwiert een bosbewo- ner als Tarzan aan een touw van de ene boom naar de andere en steekt, net over de grond scherend, met een fakkel de brand in een goot met olie. Razendsnel verbreidt zich het vuur in een wijde boog die de bloeddorstige ridders de doortocht verspert. Paarden hinniken en steigeren, een enkele soldaat dondert kletterend van zijn ros. De Slowaakse stunt-coórdi- nator wordt geveld door een uitslaande paardenhoef en loopt een uur later nog steeds met een geforceerde niks-aan-de- hand-grijns zijn rechterslaap te betten. Veldslag Voor wat in de film de finale veldslag moet worden zijn 350 figuranten in de weer. Het ziet er indrukwekkend uit. Helemaal als ik op de camera-monitor van de Australiër David Eggby (hij fotografeerde eerder on dermeer de Mad Max-films) de 'replay' ge demonstreerd krijg. Langs mijn neus merk ik op: „De scène doet nogal aan Ro bin Hood denken!" En dat blijkt nou pre cies de opmerking die in dit gezelschap het zere been raakt. Zurig wordt me duidelijk gemaakt dat er toch van levensgrote verschillen sprake is. Want, ja, het klopt wel, met die opstan delingen in het bos die je voor 'Merry Men' had kunnen houden, zoals die ruiterbende oppervlakkig beschouwd inderdaad iets wegheeft van de Sheriff van Nottingham met zijn trawanten die in Sherwood Fo rest in een hinderlaag wordt gelokt. Maar heb ik die wapenuitrusting van de ridders wel goed bekeken? Dit is allemaal waan zinnig authentiek. Die maliënkolders, wapens en helmen zijn door de Spaanse kostuumontwerper Ben jamin Fernandez, die ook de Columbus- film '1492' gedaan heeft, nauwkeurig ge- kopiëerd van het 'Tapijt van Bayeux'. Het verhaal van Robin Hood is middeleeuws, twaalfde-eeuws om precies te zijn. Dra gonheart echter speelt nog in de mytholo gische, duistere tijd daarvoor, zo rond het jaar 950. Ik knik maar van 'jajaja', beden kend dat de kostumering van het 'Tapijt van Bayeux' feitelijk laat elfde-eeuws is, omdat de daarop afgebeelde Slag bij Has ÉÊk ,-<■ f, 'ifJL I -K WVV Dennis Quaid speelt in Dragonheart de drakendoder Bowen, die als held in het verhaal voor de verandering eens niet in het wit maar in het zwart gekleed gaat. foto GPD tings zich immers in 1064 heeft afgespeeld. Maar ik durf het niet hardop te zeggen, want ik voel er weinig voor om voor eigen wijze zeikstraal te worden versleten en van een Spaanse kostuumontwerper een hengst voor mijn kop te krijgen met een gepunte knots, al is die ook maar. van zwart geverfd schuimrubber. Maar het belangrijkste verschil tussen Dragonheart en alle middeleeuws-ach- tige eerdere actie-films, zo wordt me ge duldig uitgeduid, zit in de hier zeer promi nente aanwezigheid van die draak. Welke draak? Ik zie geen draak. De draak dus, die er nu nog niet is, maar waarvan op de ze filmset met her en der gespannen linten globaal wordt aangegeven waar hij zich straks globaal zal ophouden. Computer-animatie George Lucas' onderneming Industrial Light Magic heeft getekend voor de le verantie van Draco, de draak. Voor het ontwerp zal gebruik worden gemaakt van drie keer zo veel 'CGI opticals' (computer generated images) als nodig waren voor Spielbergs succesvolste film aller tijden. „Tot nu toe." Zo vult Raffaella De Lauren- tiis aan, want de ambitieuze producente zou dolgraag het Jurassic Park-record wil len breken met Dragonheart. Deze doch ter van de legendarische tycoon Dino de Laurentiis - ze produceerde op eigen gele genheid onder meer de twee Conan-films en Dune, van David Lynch - claimt haar draak al vast als „het eerste, volledig door computers gegenereerde speelfilmperso nage." Want die draak is niet zo maar een draak, maar eentje met hart en ziel, veel gevoel voor humor en met de stem van Sean Connery. De draak vormt de grote uitdaging voor de producente: „Want al het andere is al eens eerder gedaan, de draak niet. In Ju rassic Park waren die dinosaurussen echt fantastische monsters, prachtig gedaan allemaal. Maar bij ons is de draak eenech- Producent Raffaella de Laurentiis en regisseur Rob Cohen op de set in Slowakije: We gaan Jurassic Park overtreffen. foto GPD te hoofdrolspeler. Hij moet kunnen pra ten, acteren, huilen, zingen, dansen. Dit is volmaakt nieuw." Akkoordje Aan het begin van de film zal Dennis Quaid (momenteel in de bioscopen te zien als Doc Holliday in Wyatt Earp) geteister de dorpsbewoners bijspringen wier leven wordt zuur gemaakt door Draco. Maar op het moment dat het affreuze gevecht zijn beslag lijkt te krijgen wanneer de ridder op het punt staat met zijn speer dodelijk toe te stoten, voegt het beest zijn belager woorden toe in de trant van: „Zou je dat nou wel doen, jongen? Jij bent een draken doder en ik ben de laatste draak uit de oude geschiedenis. Hoe dacht jij eigenlijk straks de kost te gaan verdienen als je mij gedood hebt?" En dan zullen ridder Bowen en draak Dra- co het op een akkoordje gooien. Samen zullen ze stad en land afreizen. Draco gaat dan poorters en landlui de stuipen op het lijf jagen, waarna Bowen zich zal laten be talen om met een aansprekelijk schijnge vecht het mythologische monster op de vlucht te jagen. Het epos Dragonheart belooft kortom niet van schelmsheid gespeend te zijn. En samen zullen Bowen en Draco terechtko men in een boerenopstand en als wapen broeders de strijd aanbinden tegen ko ning Einon die waarlijk de wreedste en meest gewetenloze tiran geweest moet zijn van het eerste millenium. Einon wordt met duivels plezier gespeeld door David Thewlis, de Brit die vorig jaar op het Festival van Cannes bekroond werd als beste acteur, voor zijn hoofdrol in Naked. Julie Christie (bekroond met een Oscar en beroemd geworden via onder meer Dr Zhivago en Shampoospeelt de rol van koningin Aislinn, Einons moeder die kan toveren. Pete Postlethwaite (zijn vaderrol in The Name Of The Father lever de hem dit jaar een Oscarnominatie op) zal zich als vechtlustige monnik voegen bij de ridder en de draak. En Bowen wordt verliefd op de manhaftige boerendochter Kara (Dina Meyer) die haar door Einon vermoorde vader wil wreken. Sir John Gielgud leent zijn stem aan de legendari sche koning Arthur die we overigens niet in levende lijve te aanschouwen krijgen. Scherp gepri jsd Waarom neemt Raffaella De Laurentiis haar Amerikaanse superproduktie eigen lijk op in hartje Europa? „We vonden hier een paar kastelen die fantastisch geconserveerd zijn en het landschap beviel ons. Bovendien stond er hier een filmstudio gewoon te wachten op ons: de Kolliba Studio waarvan de groot ste ruimte beter is dan willekeurig welke studio in Hollywood. En scherp geprijsd. Vroeger maakten ze hier twintig films per jaar. Er waren tweeduizend mensen in vaste dienst, nu nog maar 200. Na de val van het communistisch regime en de onafhankelijkheid van Slowakije zijn de filmactiviteiten vrijwel tot stil stand gekomen. Er zijn hier goede tech nici, harde werkers. We werken met een crew van 21 nationaliteiten." Wat betreft het budget van Dragonheart laat de producente het achterste van haat- tong niet zien: „Het budget van het pure speelfilmgedeelte komt uit beneden het Amerikaans gemiddelde. Iets van 20 mil joen dollar. Maar daar komen de kosten van de draak bovenop, waardoor het to tale bedrag zou kunnen verdubbelen. Dat is zeer afhankelijk van hoe moeilijk of makkelijk de computer-animatie zal ver lopen. Alleen het ontwerpen heeft al zes maanden gekost, maar bij het feitelijke animeren wordt het pas echt complex. Het procédé kost 15.000 dollar per secon de. Maar ik hoef me er geen zorgen over te maken, want er is op een flexibele basis al een wereldwijde distributie-deal gesloten met Universal." Fluitjeshout Voor het eerst verschijnt Dennis Quaid voor de camera, in een uitbundig zwaard gevecht gewikkeld met de soldaten van vanmorgen. Dennis moet beresterk zijn als je hem dat slagzwaard zo ziet rond zwaaien. Dat reusachtige wapen moet loodzwaar zijn, zou je menen. Maar ik heb het daar straks in mijn handen gehad en het woog niks: hol fluitjeshout. Kappend en hakkend vecht Dennis als ridder Bo wen zich een weg naar de krijgshaftige on verlaat in wit-met-goud. De held draagt zwart. Rob Cohen: „Vroeger zag je altijd in films dat helden wit droegen en schurken zwart Ik dacht: Laat ik eens orgineel zijn. Ik steek de held in het zwart en de boef in het wit. Ik had het helemaal zelf bedacht. Zag ik laatst Alexander Nevsky en ontdekte dat Eisenstein in die film hetzelfde had ge daan, in 1938 al!" Meer dan Kevin Costner in die film waar van we de titel niet meer zullen noemen, ziet Dennis Quaid er overtuigend uit als een Europese held van het jaar 1000. In niets meer gelijkend op de tuberculeuze revolverheid Wyatt Earp of op de Jerry Lee Lewis die hij eveneens ooit memora bel gestalte heeft gegeven. Zijn haar is een stuk langer dan toen hij een uur of wat ge leden een bankje verderop in de caterings tent kip met curry zat te eten met net zulk plastic eetgerei als wij allemaal. Hem aan spreken mocht niet. Dennis Quaid heeft in zijn contract staan dat hij zich op de set niet door journalisten hoeft te laten aan spreken. Dat zou zijn concentratie maar verstoren. Kurosawa In het bos wordt nog steeds hevig gevoch ten. De crew vecht ook tegen de tijd. want het waterig herfstzonnetje begint snel te zakken, maar dat is ook gepland zo. Tech nici met rookpotten jagen mistflarden het dal in en verhogen het naargeestig karak ter van het slagveld. Ik kijk met regisseur Rob Cohen mee op de monitor, let op zijn beeldcomposities en kan het weer niet la ten. De filmtitel Seven Samourai ont snapt me voor ik er erg in heb. Maar dit keer kijkt Cohen aangenaam verrast op: „Precies! Kurosawa is altijd mijn idool ge weest. Ik probeer de esthetiek te benade ren die hij als geen ander in gevechtscènes heeft weten te leggen. We hebben ook een Japanner laten overkomen om de mensen te trainen in de Japanse manier van zwaardvechten. Die vind ik expressiever dan het type schermen dat je meestal in Hollywoodfilms ziet. Ik denk datje straks de Japanse invloed nog het beste zult her kennen aan de gevechtsuitrusting van Dennis Quaid en aan de draak." Pieter van Lierop Lange tijd was Jimmy LaFave trucker. Dan reed hij over de eindeloze highways van Texas en Arizona, een kleine cassetterecorder bij de hand. Voor het geval opeens een melodietje in hem opwelde of een flard tekst, Thuis pakte hij dan zijn gitaar en werkte zijn ideeën uit tot liedjes, die hij m de weekeinden in schimmige cafés ging spelen. "VI" egen jaar geleden vertrok hij uit de IN universiteitsstad Stillwater, zijn j woonplaats in Oklahoma, naar Austin in j Texas. Niet langer als trucker, maar in een poging zich als singer-songwriter te vestigen. Jimmy LaFave is inmiddels de populairste artiest van Austin. 1 „Ik kan er goed van leven", zegt LaFave. „Ik heb een grote schare fans. Ik hoef Te xas niet uit, maar ik hou wel van reizen. Het gaat me niet om het grote geld. Dat ik naar Europa kan komen, is al mooi ge noeg." i Jimmy LaFave is een hele gewone man met alledaagse voorkeuren. Hij heeft bij zondere hobby's noch een flitsende uit straling. Maar één eigenschap maakt hem bijzonder. Hij kan uitmuntende liedjes schrijven en ze al even uitmun tend spelen ook. Jimmy LaFave is een singer-songwriter van ouderwetse snit. Zijn cd Higlmay Trance, die eerder dit jaar uitkwam, stond maandenlang in De Moordlijst, de voorkeurslijst van een aantal Nederlandse popcritici. Het al bum stond er wat wezensvreemd temid den van allerhande ruige gitaarrock en blitse hip hop. „Tja", lacht hij meewarig, „naast The Beastie Boys." Geef hem maar muziek van vroeger tijden. Geen aparte dingen ook. „Ik hou van de grote, bekende na men. Mijn favorieten zijn Bob Dylan, Woody Guthrie en Hank Williams. En Chuck Berry. De basis, noem ik dat. Naar moderne muziek luister ik bijna nooit." Hipper dan Van Morrison, Jackson Browne en Steve Forbert hoeft voor LaF ave niet. „Alleen de Austin-jongens. hè. Townes Van Zandt, Guy Clark, Butch Hancock, Jimmie Dale Gilmore en Da vid Rodriguez." Allemaal bevriende sin ger-songwriters. Schots bloed Jimmy LaFave omschrijft zijn muziek als „een beetje folk, een beetje blues, een beetje country." 'Red dirt-music' noemt hij dat, naar de kleur en de kwaliteit van de grond in Oklahoma. Hij is er al jaren weg. „De naam LaFave komt uit Frans- Canada. Mijn moeder heeft Schots bloed. Maar wie in Oklahoma heeft ge woond, blijft altijd een Okie." „In Oklahama is een rijke muziektradi tie. Leon Russell, Chet Baker. J. J. Cale en veel grote jongens uit de hedendaagse country. Garth Brooks komt uit Okla homa, Reba McEntire, Vince Gill. Brooks Dunn en een nieuwe band. The Tractors. En vroeger: Wanda Jackson, Woody Guthrie, Jimmy Webb. Tulsa is eigenlijk net een Austin in het klein. Wie zich daar ontwikkelt, komt vervolgens eerst in Austin aan om eventueel dan nog verder te kijken." Op Highway Trance staat naast de bal maar vooral ook van de manier waarop hij akkoorden achter elkaar zet. hoe zijn platen klinken en hoe hij op z'n tijd zijn eigen nummers 'renoveert' door ze akoestisch of juist elektrisch te spelen. Ik mag dat wel." Toch is LaFave allesbehalve een Dylan- epigoon. Zijn ballads kunnen zich meten met de beste rustige liedjes van Bruce Springsteen, terwijl zijn stem enigszins lijkt op die van Steve Forbert. Wat op valt aan zijn''teksten is dat er menig traan wordt geplengd. „Ik heb favoriete woorden. Wind, tranen, regen. Ik hou van die simpele beelden. En 'highway' natuurlijk. Voor mij bete kent 'highway' wat het voor iedere Ame rikaan betekent: vrijheid. Uren rijden zonder iemand te zien. Alleen de horizon en weidse, weidse stukken land. Ik ben jarenlang trucker geweest. Ik heb al die woestijngebieden doorkruist. Voor Ame rikanen is de 'highway' een romantisch concept. Je kunt ook heel Europa door rijden, maar het gevoel van weidse leegte zul je hier niet gauw krijgen." Veel gedachten over zijn toekomst heeft hij zich niet gemaakt. „Ik leef van dag tot dag. Een doel in mijn leven heb ik eigen lijk niet. Muziek maken. Een goed con tact onderhouden met mijn fans en niet proberen hun financiëel een poot uit te draaien. Als je niet werkt in Austin is het er heel relaxed. Je eet wat Mexicaans en rijdt op de fiets rond. Ik hou van de litera tuur van de Beat Generation. Jack Ke- rouac, dat soort schrijvers. Die leefden ook van moment tot moment zonder te veel planning. Lekker meewiegen op de stroom." i neo Hakkert Concert: Jimmy LaFave. vandaag izaterdagi in Porgy Bess Ternenzen. 21 uur. Jimmy LaFave: Zowel rocker als ballad-zanger. foto Herman Nijhof lads ook onversneden rock 'n roll in jaren zestig-stijl. „Ik voel me zowel een rocker als een ballad-zanger. Persoonlijk houd ik het meest van de ballads. Daar zit meer gevoel in en de teksten zijn belang rijker. Rock 'n roll is puur voor het ple zier. Als ik solo optreed of, zoals nu in Ne derland, in een duo, kan ik beter die bal lads kwijt. Maar als je met een band op treedt, moetje ook stevige songs hebben. Zo kan ik in elke club spelen wat ik wil. De meeste fans echter komen voor de liefdesliedjes." Inhoudelijk over de nummers praten wil hij liever niet. „Ik hou er helemaal niet van om mijn liedjes uit te moeten leggen. Wat dat betreft voel ik me verwant aan de oude Indiaan die dacht dat iedere keer wanneer je een foto van hem nam, je ook een stukje van zijn ziel weghaalde." Realiteit „Al mijn liedjes komen voort uit de reali teit. Wat ik beschrijf in 'Café in the fain' bijvoorbeeld is echt gebeurd. Het liedje speelt in een eetcafé. Ik ging er een keer of drie binnen een paar maanden eten en elke keer stond de vrouw achter het buf fet daar zachtjes te huilen. Een vriend van mij werkte daar parttime en hij heeft me iets meer over haar verteld, Niet veel, maar genoeg om dit liedje te kunnen schrijven." Highway Trance is pas de tweede plaat van Jimmy LaFave. Een jaar of vier kon hij geen kant op omdat hij zo stom was zijn handtekening te zetten onder een wurgcontract bij platenmaatschappij Tomato. Daarna verscheen Austin Sky line, een live-plaat waai- maar liefst vier covers van Bob-Dylannummers op te vinden zijn. „Dylan is een grote invloed. Ik hou niet alleen van zijn liedjes in het algemeen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 47