najaar
Een theoloog kan niet zonder humor
PZC
Jezus-trilogie werd wereldberoemd
reportage
Voorlopige
memoires
van Edward
Schillebeeckx
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1994 2 2
Tachtig jaar wordt hij, maar hij is nog fris
van geest. Ondanks enkele
ouderdomskwalen is Edward Schillebeeckx
nog niet te stuiten. Volgende week verschijnen
zijn memoires en zaterdag 12 november,
precies op zijn tachtigste verjaardag, eert de
Katholieke Universiteit Nijmegen de Vlaamse
godgeleerde van internationale allure met een
symposium. Al die aandacht hoeft voor
Edward Schillebeeckx niet zo nodig. „Dat is
geen valse bescheidenheid, maar een
karaktertrek", zegt hij. Liever zou hij die dag
achter zijn computer kruipen om rustig verder
te werken aan nog een ander boek, dat zal
gaan over de sacramenten. „Op mijn leeftijd
wordt theologiseren in plaats van een bijna
koortsachtige aandrang een vrolijke en
nuttige vrijetijdsbesteding. En mijn
gecompliceerde computer verricht daarbij
haast wonderen." Ondanks drie Vaticaanse
processen en vele verdachtmakingen is
Schillebeeckx zich met hart en ziel met zijn
kerk verbonden blijven voelen. Gesprek met
een doorzetter.
Op zijn bureau ligt het boek van de
paus. Edward Schillebeeckx kan het
de gelovigen met gerust hart aanbevelen.
Het is veel beter dan de nieuwe wereldka-
techismus. die andere bestseller van het
Vaticaan. Met ondeugende pretoogjes
laat hij het titelblad van zijn eigen nieuwe
boek zien. Zijn testament, waarin hij zijn
levensloop beschrijft, verslag doet van
zijn „theologische zoektochten", en waar
in hij enkele van zijn preken heeft opgeno
men. Vooral over de vondst van de onder
titel is hij tevreden: 'Notarieel nog niet
verleden'.
„Het is nog niet verleden, omdat ik nog
aan een nieuw boek werk en meen nog iets
te vertellen te hebben." Humor is Edward
Schillebeeckx niet vreemd. Voor een theo
loog is humor zelfs onmisbaar, vindt hij.
Zonder humor wordt een theoloog groot
inquisiteur. een rechter over andermans
geloof. In zijn 'theologisch testament'
lüitgeverij Nelissen, Baarn. Prijs ƒ34,00)
heeft hij daarom ook een diepgravende
theologische beschouwing over de humor
opgenomen. „Een theoloog, die geen hu
mor kent of die niet cultiveert, kan ook
zichzelf en zijn theologie niet relativeren;
dan springt hij uit de band. Hij zwelgt of
wel in 'theologische hoogmoed', ofwel hij
wordt een grootinquisiteur die 'de anders
denkende' met vuur en zwaard zou willen
vernietigen..."
Over inquisiteurs weet Edward Schille
beeckx uit eigen ervaring mee te praten.
Het Vaticaan heeft hem altijd scherp in de
gaten gehouden. Dat begon al voor het
Tweede Vaticaans Concilie (1961-'65),
toen hij als de 'kwade genius' werd be
schouwd van een brief, die de Nederlandse
bisschoppen in 1960 schreven, vlak nadat
paus Johannes XXIII het concilie had
aangekondigd. „De bisschoppen ver
klaarden zich voorstanders van vernieu
wing van geloof en kerk. Daar zat de curie
helemaal niet op te wachten." En de
machtige curiekardinaal Ottaviani slaag
de erin te verhinderen dat de jonge Vlaam
se theoloog de eervolle positie van theolo
gisch adviseur van het concilie kreeg.
Sinsdien is het eigenlijk nooit meer goed
gekomen tussen Schillebeeckx en Rome.
Drie Vaticaanse processen zijn er tegen
hem ingesteld, maar tot een waarschu
wing, berisping of veroordeling wegens
ketterij kwam het nooit. Wel meende cu
riekardinaal Ratzinger van de Congrega
tie van de Geloofsleer, in de Osservatore
Romano, de officiële krant van het Vati
caan. na het derde proces de katholieke
geloofsgemeenschap officieel te moeten
waarschuwen voor Schillebeeckx' opvat
tingen. De Nijmeegse theoloog had in een
boek verdedigd dat onder bijzondere om
standigheden ook leken mogen voorgaan
in de eucharistie.
Voor het eerst heeft Edward Schille
beeckx nu zijn ervaringen met de Vati
caanse instanties openhartig te boek ge
steld. Het Romeinse wantrouwen heeft
hem nauwelijks geraakt, vertelt hij. En hij
heeft zich er nooit door belemmerd ge
voeld om vrijuit te spreken en theologie te
bedrijven. „Wat me opviel is. dat ik me
door die processen niet afhankelijker
maar juist vrijer ben gaan voelen tegen
over de Romeinse curie. Je gaat merken
dat kerkpolitieke overwegingen de door
slag geven en dat ze een bepaalde periode
van theologisch denken als norm voor alle
theologiebeoefening hanteren. Daartegen
ga je je meer evangelisch-kritisch opstel
len. Dat is geen kwestie van gelijkhebberij
van mijn kant, maar van doorzien hoe een
zijdig de curie naar de Kerk kijkt. Vaak uit
angst."
Zo is het ook geen moment bij hem opge
komen om de Kerk te verlaten. Dat deed
de franciscaanse bevrijdingstheoloog
Leonardo Boff wel. „Er kunnen inderdaad
momenten komen, waarin je om trouw te
zijn aan jezelf en je diepste menselijke en
religieuze levensinspiratie het instituut
dat die inspiratie aan banden wil leggen
moet verlaten." Maar Schillebeeckx prijst
zich gelukkig dat hem „die extreme gewe
tensverplichting" bespaard is gebleven.
„Juist omdat ik een heel leven lang met de
katholieke kerk in hart en ziel verbonden
ben en omdat de kerk, samen met andere
kerken, een grote religieuze menselijk
heidstraditie in ere heeft te houden, had
en heb ik het recht en soms de plicht mijn
nek uit te steken en deze kerken te wijzen
op het oneigenlijk omgaan met die tradi
tie."
Niet alleen in het omgaan met die traditie,
ook over de feitelijke kerkpolitiek van Ro
me en de Nederlandse bisschoppen heeft
Edward Schillebeeckx zich altijd kritisch
uitgelaten. Rome heeft na het Tweede Va
ticaans Concilie de polarisatie in katho
liek Nederland veroorzaakt door behou
dende bisschoppen als Simonis, Gijsen,
Bomers en Ter Schure te benoemen.
„Door kerkpolitieke benoemingen vanuit
Rome werden er tegenstellingen binnen
de eigen geloofsgemeenschap geschapen.
Daaronder heeft het kerkvolk geleden. De
mensen hebben de kerk de rug toegekeerd
of zijn onverschillig geworden. Vooral
sinds de recente gebeurtenissen rond bis
schop Bar voelen veel katholieken de juri
dische liefdeloosheid van de institutio
nele kerk. Met name in hiërarchische krin
gen werd daarbij veel hypocrisie en ono
prechtheid tentoongespreid."
De gang van zaken rond de oud-bisschop
van Rotterdam noemt hij „pijnlijk abnor
maal." Hij vindt het erger nog dan de ge
volgen van de komst van bisschop Bo
mers naar Haarlem in 1983. Diens voor
ganger mgr. Zwartkruis stierf, toen hij van
Bomers' benoeming hoorde, of, zoals
Schillebeeckx schrijft: „Hij ging er min
stens indirect aan dood."
Die polarisatie is door het Tweede Vati
caans Concilie mogelijk gemaakt. De do
cumenten van wat hij een „compromis
concilie" noemt zijn een „onheldere men
geling van progressieve en conservatieve
teksten", omdat de concilievaders de
stem van de minderheid recht wilden
doen. „In tegenstelling tot wat veel men
sen denken was het Tweede Vaticaans
concilie geenszins progressief. Vaticanum
II was een noodzakelijke inhaalmanoeu
vre om de kerk bij de tijd te brengen."
Het Tweede Vaticaans Concilie van nabij
meemaken was de mooiste gebeurtenis
uit zijn leven, maar tegelijkertijd ook de
„zwartste dag uit mijn leven", vertelt de
bejaarde theoloog. „De bisschoppen, die
naar Rome kwamen, wilden een eind ma
ken aan de macht van de curiekardinalen.
Tot op het scherpst van de snede werd er
gevochten om de lokale kerkprovincies
los te maken van de Vaticaanse bevoog
ding. Op het concilie was afgesproken dat
de paus voortaan samen met de bisschop
pen de kerk zou besturen. Maar op het
laatst merkten bisschoppen dat ze de
strijd verloren hadden. Plotseling ver
scheen er een nota, waarin stond dat de
paus ook alleen de kerk. dus samen met de
curie, kon besturen. Velen hebben daar
naderhand over gesproken als de zwarte
week van het concilie."
Het doet Schillebeeckx deugd dat hij het
nog mag beleven dat in Rome het besef
doorgebroken is dat het benoemingenbe
leid heeft gefaald. „De benoemingen van
Van Luyn in Rotterdam en Muskens in
Breda wijzen daar op. Ze hebben ingezien
dat het zo niet langer kon. Het is in ieder
geval een poging om weer met Nederland
in gesprek te komen."
Ook het rapport van de door de bisschop
pen ingestelde commissie-Dialoog stemt
hem optimistisch. Die commissie kwam
onlangs met een lijst van aanbevelingen
Edward Schillebeeckx wordt op
twaalf november 1914 geboren in
Vlaanderen. Zijn vader was register-ac
countant in Kortenberg. halfweg gele
gen tussen Leuven en Brussel. Veertien
kinderen, negen jongens en vijf meisjes,
hebben zijn ouders, die door-en-door ka
tholiek waren, maar anticlericaal. Aan
vankelijk wil de jonge Edward jezuïet
worden, maar die tucht is hem te streng.
Na zijn middelbare-schoolopleiding
meldt hij zich als twintigjarige bij de or
de der Dominicanen. In 1941 wordt hij
priester gewijd. Na zijn filosofie- en theo
logiestudie volgt onmiddellijk een aan
stelling tot docent in de dogmatische
theologie in Leuven.
Tijdens dat docentschap verblijft hij
een jaar in Parijs op Le Saulchoir, de
theologische faculteit van de Dominica
nen, en op de Sorbonne, waar hij in con
tact komt met het marxisme en anti
christelijke filosofen. Dat Parijse studie
jaar oefent een grote invloed uit op zijn
denken. Terug in Leuven wordt hij in
1958 gevraagd om hoogleraar in de dog
matische theologie te worden aan de
Katholieke Universiteit Nijmegen.
Schillebeeckx vertrekt met enige tegen
zin naar Nijmegen aangezien hij die
theologische faculteit nogal conserva
tief vindt ingesteld.
Bekend wordt Edward Schillebeeckx
tijdens het Tweede Vaticaans Concilie,
waar hij als theologisch deskundige (pe-
ritus) van de Nederlandse bisschoppen
functioneert en vele schaduweonferen-
ties houdt. Maar zijn wereldvermaard
heid zal hij pas verkrijgen door zijn pu
blicaties. met name zijn Jezus-trilogie.
Het boek „Jezus, het verhaal van een le
vende" (1974), wordt in 1977 gevolgd
door „Gerechtigheid en liefde; genade
en bevrijding", en in 1989 door „Mensen
als verhaal van God." Tegen dat eerste
Jezusboek begint het Vaticaan een pro
ces. De in totaal drie Romeinse proces
sen, die Schillebeeckx in zijn theologi
sche loopbaan moest ondergaan, heb
ben echter nooit tot een officiële veroor
deling geleid.
Voordat Edward Schillebeeckx in 1983
met emeritaat gaat als hoogleraar aan
de Katholieke Universiteit Nijmegen,
ontvangt hij de Erasmusprijs vanwege
zijn bijdrage aan de Europese cultuur.
Hij is de eerste theoloog in de rij van
winnaars waartoe ook de econoom Jan
Tinbergen, de schilder Marc Chagall, de
componist Olivier Messaien en Charlie
Chaplin behoren. Bovendien verwerft
hij eredoctoraten aan de universiteiten
van St. Louis (1967), Chicago 1971Leu
ven (1974). Montreal (1978). Berkeley
(1980) en Yale (1982) en enkele schrij-
versprijzen, zoals de 'Gouden Ganze-
veer' van de Nederlandse Uitgevers
bond in 1989. Zijn boeken worden over
de hele wereld gelezen.
om een eind te maken aan de polarisatie.
Ze adviseerde de bisschoppen ook om bij
eenkomsten van progressieve katholie
ken te bezoeken. Volgens Schillebeeckx
zullen de bisschoppen het daar niet bij
moeten laten. „Een dialoog kan pas sla
gen als beide groepen, progressieven en
conservatieven, respect hebben voor el
kaar. Conservatieve katholieken verket
teren vaak de progressieve. De bisschop
pen zouden die liefdeloosheid en dat ge
brek aan respect van conservatieve ka
tholieken voor hun medechristenen eens
publiekelijk moeten aanklagen."
In zijn memoires vat Edward Schille
beeckx ook de grote lijnen van zijn theolo
gie nog eens bondig samen. Het christelijk
geloof moet tegenwoordig ter sprake wor
den gebracht in een wereld vol zin en on
zin, geluk en tegenspoed, die deze eeuw
geschokt wordt nieuwe holocausten,
schrijft hij. „Jammer genoeg heeft de ideo
logie van een kapitalistische economie
met een feitelijk gewelddadige structuur
in alles de overhand gekregen, zodat de
rijke volkeren steeds rijker en de armen
steeds armer worden. Dat heeft bij men
sen geleid tot een bepaald soort cynisme
of althans een apocalyptische onverschil
ligheid, terwijl andere personen onder een
malaise gebukt gaan en lijden aan een
nieuwe ervaring van machteloosheid."
Desondanks blijft de theoloog geloven in
de mogelijkheid van humanisering van
mens en wereld. De hoop dat het anders
kan en anders móet blijft aanwezig: „dit
niet." Mensen blijven geloven dat liefde en
solidariteit het uiteindelijk winnen van
geweld en onderdrukking. Die diepe men
selijke ervaring gaat vooraf aan elke reli
gie en dus ook aan de christelijke traditie
En fundamenteel in die christelijke tradi
tie is. aldus Edward Schillebeeckx. het in
zicht dat „de zaak van de mens" ook
zaak van God" is en omgekeerd. „Het ge
laat van God verschijnt in je medemens,
die je oproept tot bevrijding. Christelijke
identiteit valt samen met menselijke inte
griteit. En die christelijke bevrijding is in
tegraal: persoonlijk, psychisch, sociaal,
maatschappelijk."
Zijn tachtigste verjaardag heeft Edward
Schillebeeckx gebruikt om zijn kerkpoli
tieke en theologische opvattingen nog een
keer voor het voetlicht te brengen, En zo
lang niemand tegen hem zegt: „Makker
schei ermee uit. je begint te raaskallen", is
hij nog niet van plan zijn mond te houden
Zijn memoires mogen dan nu gepubli
ceerd zijn, er zit al weer het begin van een
heel nieuw boek over de sacramenten in
zijn computer. Een groot christelijk ver
haal over verzet, engagement, vieren. En
het postmodernisme mag dan wel bewe
ren dat de tijd van de grote verhalen v
christendom, socialisme en liberalisme
voorbij is, Edward Schillebeeckx laat zich
ook door die filosofen niet weerhouden.
Want. zo schrijft hij in het voorwoord van
zijn theologisch testament: „Als het zoge
naamde postmodernisme een einde heeft
gemaakt aan de 'grote verhalen', dan
beurt dat niet ten koste van de droom dis
aan zulke verhalen ten grondslag ligt
maar vanwege het al te snelle politieke er.
ideologische misbruik van die 'grote ver
halen'."
Theo Krabbe