Een halve meter vrijheid
PZC
Afghanen
vluchten
voor winter
en geweld
reportage
Slachtoffers van een vergeten
oorlog. Geen land dat nog iets
van ze wil weten. Buurland Pakistan
heeft de grens met Afghanistan
gesloten en aan de andere zijde jaagt
Iran vluchtelingen met bulldozers de
Afghaanse provincie Herat in. Zelfs
het Hoge Commissariaat van de
Vluchtelingen (UHNCR) heeft de
opvangkampen in Pakistan
fluisterend opdracht gegeven geen
nieuwe vluchtelingen meer te
registreren. Via de achterdeur
krijgen de hopeloze gevallen toch een
tent en voedsel aangeboden.
Weelde maakt plaats voor schaarste.
Langs de weg zoeken jongetjes naar voed
sel en hout. Tien kilometer van hun thuis
in het vluchtelingenkamp op de uitge
strekte kiezelvlakte. Tenten zover het oog
reikt. Links van de weg de kersverse
vluchtelingen in slordige tenten van lap
pen en doek. Rechts het kamp van de
'oude vluchtelingen' die vorig jaar arri
veerden. Uniforme VN-tenten en huizen
van modder, omringd door moddermuren
en rieten hekjes.
Toiletten
Voldaan loopt dokter Akbari het terrein
op. Jongens met gieters besproeien verse
cementen platen. Het zijn de deksels voor
kuilen die dienst doen als wc. Rieten hekje
eromheen, ventilatiepijpje erin en het toi
let is klaar. Een projekt betaald door de
Nederlandse Stichting Vluchteling. Dui
zenden moeten nog worden gebouwd.
Voor elke familie één. „De meeste mensen
hadden zelf al een wc gemaakt, maar die
zijn niet hygiënisch. Goede toiletten zijn
heel belangrijk tegen dysenterie en diar
ree. Bijna vierduizend vluchtelingen heb
ben diarree en moeten medicijnen gebrui
ken tegen uitdroging. Als iedereen een toi
let heeft zijn er misschien nog vijfhonderd
patiënten."
Akbari drukt zijn vingers tegen zijn sla
pen. Zijn hoofd loopt over. Pijn. verdriet.
uitputting. „Mijn zus is onlangs uit Kabul
gevlucht. Er kwam een tank langs en die
nam alle spullen mee. Ik wil haar geld stu
ren. maar ik weet niet waar ze is." Akbari
stond tien jaar geleden voor de keus te
vechten of te vluchten. Doden kon de jon
ge arts niet. In acht dagen en nachten liep
hij naar Pakistan. Hij is één van de wei
nige Afghaanse intellectuelen die zich ter
plekke sterk maakt voor de Afghaanse
zaak. Het gros heeft de wijk genomen naar
westerse landen. Zijn broer, een land
bouwkundig ingenieur, is nu receptionist
in een hotel in Duitsland. „Ik heb twee
keer geprobeerd hem na te reizen. Maar dé
valse papieren die ik voor 31.000 roepies
(1800 gulden) in de bazaar had gekocht,
voldeden niet. De tweede keer zat ik al in
het vliegtuig toen ik er door de politie
werd uitgeplukt."
Trauma
Duizenden vluchtelingen hebben een
trauma opgelopen, maar psychische pro
blemen krijgen nauwelijks aandacht.
Voor de tent van de vrouwenkliniek in het
vluchtelingenkamp wacht een rij patiën
ten. Honderd twin tig vrouwen. Élke dag
weer. Ze kampen met huidziekten, klach
ten aan de luchtwegen, dysenterie, vita
minegebrek. onherstelbaar leed. Een
vrouw staart ons aan, ze heeft veertien fa
milieleden verloren en geen woorden
meer.
Bij de mannen- en kinderkliniek is het ver
haal niet anders. De klaagzang van de art
sen is lang en eensluidend. „Schoon water
is het belangrijkste gemis. De tankauto's
van de Verenigde Naties kunnen de vraag
niet aan. Dus gebruiken mensen het vuile
water uit het kanaal achter het kamp. En
dan de vliegen! Ze brengen infecties over.
Daar moet echt wekelijks tegen gespoten
worden. Ook hebben we meer vitamine
pillen nodig. Voor elke familie is er welis
waar een voedselpakket met rijst, meel,
thee en suiker, maar groente en fruit zijn
nauwelijks verkrijgbaar of onbetaalbaar.
Lijdzaam wachten de patiënten op hun
beurt. Een moeder met kind op de arm
smeekt om vitaminen. Het meisje oogt ne
gen maanden, maar haar moeder steekt
drie vingers omhoog. Professor dr A. Mo-
kamil Safï noemt de situatie in Afghanis
tan belabberd „De kindersterfte is
enorm: 160 per duizend geboorten tegen
95 in Pakistan."
Hulp-industrie
In opdracht van Unicef en een Noorse
hulporganisatie onderzoekt Safi de situa
tie in de kampen en de effecten van de
hulp. Zijn kritiek op de hulpverlening is
vernietigend. „Er werken hier 160 hulpor
ganisaties zonder enige vorm van coördi
natie of supervisie. Iedereen doet wat hem
goed dunkt. Het lijkt wel een 'hulp-indus
trie." Scandinavische. Japanse en Af
ghaanse organisaties lopen achter elkaar
om de 'order' voor de bouw van een dam in
de wacht te slepen. Twee hulporganisa
ties hebben inmiddels betaald voor repa
ratie van de weg naar Jalalabad, maar het
asfalt is nog altijd een gatenkaas.
Safi: „De hulporganisaties moeten veel
meer samenwerken en hun aandacht ver
leggen van de kampen in Pakistan naar
projekten in Afghanistan De verhouding
ligt helemaal scheef. In Pakistan wordt de
Afghaanse natie gevoed, terwijl in Afgha
nistan zelf nauwelijks wordt geholpen. Als
we de hulp in Pakistan afbouwen en onze
handen uitsteken in Afghanistan, dan ke
ren de vluchtelingen eerder terug."
Verwend
Bijna niemand die het hard op durft te
zeggen, maar de Afghaanse vluchtelingen
in Pakistan zijn 'verwend' door de wild
groei van hulpprojekten in de jaren '80
Een vluchteling hoefde maar te reppen
over een kapotte kraan of hulporganisa
ties verdrongen zich om het mankement
te verhelpen. Fondsen werven was geen
enkel probleem. De Amerikanen hadden
alles over om de Afghanen te steunen in
hun strijd tegen de Russen. En voor veel
Europeanen was het weer eens wat anders
te geven aan 'dappere krijgers' in plaats
van weerloze slachtoffers van steeds te
rugkerende overstromingen of hongers
noden. „Wat is er mooier dan mooie men
sen op slippers die de Russen hun land uit
schieten? De oorlog was zo fotogeniek dat.
je elk projekt drie keer kon financieren",
zegt Peter van Krieken, hoofd van de
UNHCR in Peshawar.
De overweldigende hulpverlening aan Af
ghaanse vluchtelingen tin Pakistan
opereren tussen 300 en 400 hulporganisa
ties) heeft menig Afghaan in een betere
positie gebracht dan zijn Pakistaanse
gastheer. Zo is de zuigelingensterfte onder
Afghanen in Pakistaanse kampen terug
gebracht van 160 naar 50 per duizend ba
by's, terwijl even buiten de kampen 95 van
de duizend Pakistaanse baby's vroegtij
dig sterven. Van de kinderen in de kam
pen is 85 procent gevaccineerd tegen 70
procent van de Pakistaanse kinderen. In
bijna alle kampen is schoon water
Slechts de helft van de Pakistanen be
schikt over schoon water of moet er ver
voor lopen. Ook in het onderwijs zijn veel
Afghanen beter af dan de Pakistanen zelf
Maar volgend jaar is het afgelopen met de
'verwennerij'. De voedselhulp is al terug
gebracht van twintig naar tien kilo per
vluchteling en wordt medio '95 volledig
geschrapt met uitzondering van de voed-
selpaketten voor de zogenoemde kwets
baren. zoals Siagul en haar kinderen. Voor
onderwijs zal voortaan een eigen bijdrage
worden gevraagd en de medische zorg
krimpt fors in. Is er nu nog één kliniek
voor 7000 vluchtelingen, straks moeten
25.000 Afghanen die zorg delen en zijn er
geen 130 maar slechts 30 verschillende
soorten medicijnen verkrijgbaar, voor
een consult moet dan ook betaald.
School
Van kampen is in Pakistan nauwelijks
sprake meer Dorpen zijn het. Tentdoek
heeft plaatsgemaakt voor huizen van
modder. Met muurtjes eromheen, een
tuintje soms. Bijna alle jongens gaan naar
school, sommige meisjes ook. In de bazaar
is het een drukte van belang. De meeste
mannen hebben een baan. Op het land, in
de wegenbouw, horeca, transportsector,
als sjouwer. Afghanen staan bekend als
inventieve, hardwerkende mensen. Veel
Pakistanen werven arbeidskrachten in de
kampen. Naar schatting honderdduizend
Afghanen hebben werk gevonden in de
Golfstaten, waar ze vier maal zoveel ver
dienen als in Pakistan.
Veel vluchtelingen zijn zo in de Pakistaan
se samenleving genesteld dat ze waar
schijnlijk nooit meer naar hun land terug
keren. De UHNCR ziet ze ook niet langer
als vluchtelingen, maar als migranten.
Volgens veel Afghanen is dit een goed
kope smoes om te bezuinigen op de hulp.
„We zijn helemaal niet geïntegreerd. We
wonen in aparte wijken, gaan naar aparte
scholen en hebben onze eigen winkels. Zo
gauw het vrede is, willen we allemaal weer
terug naar ons land. Daarom is het zo be
langrijk dat we in onderwijs investeren.
Wie anders moet het land opbouwen? Als
deze generatie niet wordt geholpen, zijn
we voor honderd jaar verloren", meent Sa-
kena Yacoobi, coördinatrice van het on
derwijsprogramma voor vrouwen.
Anders
De teruglopende financiën dwingen de
hulporganisaties inderdaad tot keuzen.
De Verenigde Staten, met zestig miljoen
dollar per jaar de grootste geldschieters,
trekken zich volledig terug. Maar het is
meer dan alleen een ordinaire bezuinigs-
operatie. Vluchtelingenhulp moet anders.
De VN willen ontheemden zo dicht moge
lijk bij huis helpen. Liever in eigen land
dan bij de buren. Het Afghaanse Jalala
bad moet de nieuwe magneet worden. In
enkele maanden tijd is het aantal vluchte
lingen er verdubbeld tot 200 000 De win
ter zal naar verwachting nog eens 200.000
Afghanen Kabul uit jagen. Al deze men
sen hebben onderdak, voedsel en medi
sche zorg nodig.
Tegelijkertijd moeten Afghanen worden
gestimuleerd terug te keren naar gebie
den waar niet gevochten wordt. Van Krie
ken: ..Moetje wachten? Of kan terugkeer
tot vrede leiden0 Ik denk datje in Afgha
nistan condities kunt creëren die de terug
keer vergemakkelijken. Met het risico dat
een opgebouwd schooltje nog een keer
omver wordt geschoten."
Macht
Maar wie investeert nog in Afghanistan?
De Amerikanen hebben nul komma nul
belangstelling voor het land dat commu
nisme noch olie kent. Europa is de vijftien
jaar durende strijd moe. Veel omringende
landen zijn gebaat bij de permanente cha
os waarin drugs- en wapenhandel gedijen.
Het beste akkerland wordt niet gebruikt
voor de verbouw van tarwe, maar papa
ver. De opiuminkomsten zijn nog altijd
vele malen hoger dan alle internationale
hulpgelden bij elkaar De grootste afne
mer is buurland Pakistan, waar naar
schatting een op de honderd inwoners ver
slaafd is.
De oorlog in Afghanistan heeft niets te
maken met godsdienst of idealen. Het is
een ordinaire machtsstrijd en vrede lijkt
ver weg. „Het verwarrende is dat niemand
meer weet waarvoor we vechten. Als je het
de strijdende partijen vraagt, dan zeggen
ze: we zijn het vechten moe. maar we moe
ten ons verdedigen", jammert Naeemi. De
jonge Afghaanse consul begrijpt er niets
meer van. „Ze zijn samen naar Mekka ge
weest, dé heilige plaats voor moslims. Ze
hebben er gehuild en gehuild, zóveel tra
nen dat ik dacht dat ze nooit meer een Ka-
lasjnikov zouden aanraken." En dan boos:
„Waar is nu Amerika? In de stnjd tegen de
communisten steunden ze ons met 600
miljoen dollar per jaar. Nu helemaal niets
meer.*
Huizen
Hij heeft z'n handen nooit vuil gemaakt,
maar nu zit ie tot z'n ellebogen in de mod
der. Gevlucht ambtenaar uit. Kabul
Bouwt zijn eigen huis in Nasir Bagh. Ge
leerd van Shelter Now International <SNI>
met steun van de 'Stichting Vluchteling'.
Met weinig geld en veel zelfwerkzaamheid
zijn in vier maanden tijd bijna 1100 huizen
gebouwd. Van verstikkend tentenkamp
naar koel modderdorp. De VN waren on
der de indruk. Een modderhuis is slechts
honderd gulden duurder dan een tent (250
gulden), die hooguit een half jaar mee
gaat. Een contract voor nog eens duizend
huizen is getekend.
Een nieuwe familie slentert het kamp bin
nen. Of er een tent voor ze is. Officieel niet,
maar niemand die erover piekert de
vluchtelingen heen te zenden. Niet als ze
zover zijn gekomen. Van Krieken: „Ik
hoop dat de internationale gemeenschap
de nieuwe vluchtelingen niet in de steek
laat. Juist deze mensen, de middenklasse,
die tot de laatste snik gebleven zijn, alles
hebben moeten verkopen, moeten we niet
in de kou laten staan. Zij zijn de mensen
die straks Afghanistan weer moeten op
bouwen."
Monique de Knegt
ZATERDAG 29 OKTOBER 1994 43
Raketten verdreven Siagul en haar
kinderen van de huiskamer naar de
keuken, van de keuken naar de slaapka
mer en tenslotte naar het opkamertje.
Toen ook dit in puin werd geschoten, na
men zij de benen. Door de bergen naar Pa
kistan. „Ik heb twee zonen verloren, zes
tien en twintig jaar. Mijn man is ver
moord. Met m'n andere kinderen ben ik
Kabul ontvlucht."
Haar stem slaat over, felle ogen achter tra
nen van verslagenheid en woede. Zes kin
deren zitten naast haar in het stro. Ze heb
ben alleen elkaar nog. Geen andere kle
ding dan die ze dragen, geen kom om uit te
drinken. „We zijn gewoon gaan lopen. Een
dag en een nacht. Toen heb ik aan een
man tweehonderd roepies betaald om ons
over de grens te smokkelen."
Abdul Wahed gebaart dat zijn drie kinde
ren eten nodig hebben. Hij kan niet
werken door de kogels in zijn arm en
spaargeld om eten te kopen heeft hij al
lang niet meer. Al het geld is gebruikt om
tot de laatste snik in Kabul te kunnen blij
ven. Toen hebben ze hun twee enige tapij
ten verkocht om aan de grens smokke
laars te kunnen betalen. „Na vier dagen
reizen per boot, te voet en te paard zijn we
hier aangekomen. We wisten dat we eigen
lijk niet welkom waren in Pakistan, maar
wat moesten we? Als je naar andere gebie
den in Afghanistan vlucht, word je ge
dwongen te vechten. Weliswaar niet in Ja
lalabad. maar daar is het nog slechter dan
hier."
Fundamentalisten
'Hier' is het vluchtelingenkamp Nasir
Bagh, even buiten Peshawar. Een streng
islamitische stad in Noordwest-Pakistan.
Een stad waar veel vrouwen verstopt gaan
in meters stof, de ogen achter tralies. Een
stad, waar nog geen tien procent van de
meisjes naar school gaat. Fundamentalis
ten plaatsen er bommen bij hulporganisa
ties die vrouwen onderwijs willen geven.
Een complete fabriek in een vluchtelin
genkamp is opgeblazen omdat in dat
kamp vrouwen zijn gezien op kinder
schommels. Een stad die in de verste verte
niet lijkt op wat het Afghaanse Kabul ooit
was. In Kabul kon je drinken, dansen in de
discotheek. Zag je gesluierde meisjes
hand in hand lopen met meisjes in mini
rok. Kabul was het Parijs van centraal
Azië.
Nu is het een ruïne. Kapot geschoten in
een gezamenlijke strijd tegen het commu
nisme C79-'91) en een bloedige broedert
wist (vanaf '93) tussen de regeringstroe-
pen van president Rabbani, de volgelin
gen van de fundamentalistische Hekma-
tyar en die van generaal Dostum. Die zijn
elkaar te lijf gegaan uit honger naar
macht. Het volk sloeg op de vlucht. Naar
Iran, Pakistan en westerse landen. Ander
half miljoen vluchtelingen keerden in '92
terug, 500.000 in '93. Dit jaar passeerden er
meer vluchtelingen de grens dan families
die met 110 dollar en twee zakken meel te
rugkeren.
Verhevigde gevechten in Kabul hebben
een nieuwe stroom vluchtelingen op gang
gebracht. Volgens sommigen zijn het
„smerige communisten, verraders', ande
ren spreken van „helden van het laatste
uur." Ze hebben hun inboedels geruild te
gen voedsel of opgestookt. Nu de winter
invalt, alles op is. en de rakketten maar
niet opraken, is er geen andere keus dan te
vluchten. De Verenigde Naties verwach
ten komende maanden nog eens tweehon
derdduizend vluchtelingen uit Kabul.
En Pakistan heeft na vijftien jaar gastvrij
heid de poort gesloten. Het ijzeren hek
werk in de indrukwekkend Khyber-pas zit
op slot. Honderden knuisten klemmen
zich aan de tralies. Mannen zwaaien met
paspoorten, papieren en geld. De poort
gaat op een kier. Mensen roepen en drin
gen. wanhoop in hun ogen. Vijftig centi
meter vrijheid. Zwaar bewaakt door man
nen met geweren. Wachten op het onver
mijdelijke; een doorbraak van vluchtelin
gen. Een bewaker met het rode haar van
een pelgrim neemt zijn geweer van de
schouder en port met de kolf in magen en
ruggen. Anderen slaan op de massa in met
een stuk tuinslang. Geldige visa en sta
pels roepies vinden doorgang. Na een
kwartiertje gaat de poort weer op slot.
Honderden mensen wachten op een
nieuwe kans.
Modder
Witte wolken kruipen over de bergtoppen.
Bergen in beige, bruin, roest, bijna rood.
Sneeuw op de toppen. Pal naast groene en
gele vlaktes vol olijfbomen, mais. huppe
lende ezels, grazende schapen, palmbo
men. Afghanistan is te mooi om waar te
zijn. Een bedriegelijk paradijs bezaaid
met tien miljoen mijnen, doordrenkt van
verdriet.
In de laadbak van onze auto staat een
man in gevechtstenue, het geweer in de
aanslag. Zonder bewaker lopen hulporga
nisaties een grote kans door 'comman
ders' van hun auto te worden beroofd.
'Commanders' dragen al lang geen uni
form meer. Ze hebben het nieuwste type
Landrover, een grote groep lijfwachten en
niet zelden een twee meter lange raket in
de hand.
Richting Jalalabad verandert het land
schap langzaam van kleur en vegetatie.
Met Nederlandse hulp werden deze toiletten gemaakt in het kamp Jalalabad. Voor elk gezin één.
De onderkomens van nieuwe vluchtelingen in het kamp bij Jalalabad.
Afghaanse kinderen krijgen onderwijs in een van de Pakistaanse vluchtelingen
kampen.