Taaie Duitse verdediging eist hoge tol
DE GEALLIEERDE OPMARS IN ZEELAND
Schelde-oevers van strategisch belang
Brouwershaven
je Britse Lancaster-bommenwerper werd massaal ingezet
eqen doelen in Zeeland. Honderden van deze vliegtuigen
|eten hun dodelijke lading vallen bij Westkapelle, Vlissingen
mVeere. De Lancaster speelde ook een belangrijke rol bij de
leallieerde aanvallen op de Duitse oorlogsindustrieën en
leden.
Colijnsjj^aai
Oostkapelle Serc£skerkB
'Kamperland
Kortgene
Veere
Wolphaartsdijk
29-101
Amefnui
Aan de landing bij Westkapelle namen meer dan
honderd vooral kleine schepen deel. Op de
volgepakte landingsvaartuigen vielen veel
slachtoffers door het vuur van de Duitse
kostbatterijen. Bij de aanval sneuvelden 1000
tallieerde soldaten.
's-Gravenpolder
Vlissini
7-10-1944
I De eenpersoons jachtbommenwerper
Typhoon werd vaak ingezet als
grondaanvalsvliegtuig. De Typhoons
bestookten de Duitse stellingen tijdens
|de aanval op Vlissingen.
Baarland
Hoofdplaat
Kloosterzande
lieuwvliet
Oostburg
srvliet
Aardenburg
Leopoldkanaal
Hei kam
Koewacht
K. 026-10
Sas van Gent
Sint-Niklaas
(september/oktober/november 1944)
De geallieerden maakten bij hun
opmars door.Zeeland veelvuldig
gebruik van de Buffalo. Dit amfibische
rupsvoertuig werd onder meer gebruikt
bij de landingen bij Hoofdplaat.
Baarland en Vlissingen. De Buffalo kon
40 man over flinke afstanden vervoeren
over het water of op het land.
DINSDAG 13 SEPTEMBER 1994
"Vk Zwaar Duits geschut
Dijkdoorbraak na bombardement
Bevrijdingsdatum
Geïnundeerd gebied
lomer 1944. De Tweede
Wereldoorlog op weg
naar het einde. Na de
invasie van 6 juni
groeit onder de
bevolking van bezet
iederland voorzichtig het optimisme. Dat
ijkt aanvankelijk voorbarig. De uitbouw
an het bruggehoofd dat de geallieerde
roepen in Normandië weten te vestigen,
erloopt traag. Dat komt mede door
ebrek aan havenfaciliteiten. De met
lehulp van Phoenix-caissons aangelegde
unstmatige Mulberry-havens hebben
nvoldoende capaciteit. Bovendien is een
'an deze havens door een storm al snel (19
Mil onbruikbaar. Om steden als Bayeux
nCaen wordt zwaar gevochten. De
ivenstad Cherbourg wordt op 26 juni op
(Duitsers veroverd, maar er zijn
•pijpende herstelwerkzaamheden nodig.
as eind juli zorgt een stevig offensief voor
at meer schot in de opmars. Het Britse
*eede Leger trekt Caen binnen. Het
merikaanse Eerste Leger breekt door
enting Avranches. De slag bij La Falaise
16 augustus betekent het einde van het
Mtse Zevende Leger. Eén dag eerder is
b geallieerde landing aan de Franse
Wdenlandse Zeekust uitgevoerd, met als
ie'havenstad Marseille in handen te
njgen (dat lukt eind augustus). Zowel
vanuit het westen als vanuit het zuiden
worden de Duitse troepen teruggedrongen.
Naar het front
De invasie in Normandië veroorzaakt in
Zeeland allerlei Duitse troepenbewegingen.
Op 9 juni arriveren eenheden van een SS-
Pantserdivisie in Zeeuwsch-Vlaanderen;
voor het eind van de maand zijn de
militairen - die zich tegenover de bevolking
honds gedragen - op weg naar het zuiden.
In hun plaats komt uit Denemarken de
363e Infanteriedivisie, die begin augustus
naar het front vertrekt, kort daarop
gevolgd door de 712e Infanteriedivisie, die
er dan twee jaar Zeeuwsch-Vlaanderen op
heeft zitten. Vanuit Midden-Zeeland gaat
de 703e Infanteriedivisie naar Frankrijk. De
bezetters confïsceren paarden en fietsen
voor het vervoer: teken van de teloorgang
van de ooit zo trotse Weermacht.
De frontlinie verandert na het aarzelende
begin in snel tempo. Op 25 augustus
bereikt het Eerst Amerikaanse Leger onder
aanvoering van generaal Omar Bradley de
voorsteden van Parijs. Het Eerste
Canadese en het Tweede Engelse Leger
(samen de 21e Legergroep) steken westelijk
van de lichtstad de Seine over. Rouen en
Dieppe worden bevrijd. Ook de Somme
vormt geen beletsel voor de geallieerden.
Het Vijftiende Duitse Leger onder bevel
van generaal Gustav von Zangen wijkt. Uit
Zeeland wordt het merendeel van de daar
achtergebleven troepen naar het front
gedirigeerd.
Vooralsnog valt de geaillieerde opmars niet
te stuiten. Opperbevelhebber generaal
Heikant de grens over. Het gebied ten
zuiden van de lijn Axel-Hulst is verlost van
de bezetting. Lastig obstakel voor een
snelle doorsteek naar de Westerschelde is
de in april 1944 aangelegde waterlinie vanaf
de Axelse Sassing en evenwijdig aan het
kanaal Axel-Hulst naar Nieuw Namen en
het Land van Saeftinghe.
Over en weer komt het tot zware
beschietingen. Axel. Zaamslag en Hulst
worden getroffen. Bij Kijkuit slaan de
Polen een brug over het kanaal Axel-Hulst.
Mede dankzij de mist kunnen tanks
oversteken. Daarna is de Duitse weerstand
vlot gebroken. Op 19 september worden
Axel. Hulst en Zaamslag door de Polen
bevrijd. De Canadezen nemen Sas van
Gent in. Eén dag later trekken de
geallieerden Terneuzen en Sluiskil binnen.
De Duitsers trekken zich terug op hun
laatste posities voor de verdediging van
Festung Schelde-Süd: westelijk van de
brede Braakman en het 21 september
bevrijde Philippine. De Eerste Poolse
Pantserdivisie neemt aan de verovering
van West-Zeeuwsch-Vlaanderen niet meer
deel, maar wordt naar Brabant verplaatst.
Struikelblok
Op 22 september veroveren de geallieerden
Boulogne en op 1 oktober valt Calais. Van
het Zeeuwse front valt nauwelijks nieuws
te melden. Het Leopoldkanaal blijft
struikelblok. De Scheldehionding is stevig
in handen van de Duitsers. De tijdelijk
bevelhebber van het Eerste Canadese
Legerskorps, luitenant-generaal Guy G.
Simonds. besluit tot een andere tactiek. Hij
zie verder pagina 12
Landingsvaartuigen
steken vanuit
Breskens de
Westerschelde over
richting Vlissingen.
De slag om
Walcheren is in volle
gang.
foto New York
Times/Zeeuws
Documentatiecentrum
Dwight D. Eisenhower bepaalt dat de 21e
Legergroep van veldmaarschalk Bernard L.
Montgomery naar het Roergebied - hart
van de oorlogsindustrie - moet oprukken.
Onderdeel van de operatie is het veroveren
van havenstad Antwerpen; onmisbare
schakel voor aanvoer van soldaten en
goederen. Op 2 september overschrijden
Britse militairen de Belgische grens, op 3
september hebben ze Brussel bevrijd en 4
september is Antwerpen aan de beurt. De
haven is vrijwel onbeschadigd. Gent kan 5
september de bevrijding vieren.
De verwarring onder de Duitsers is groot.
Na het Zevende Leger dreigt ook het
Vijftiende Leger onder de voet gelopen te
worden. Uit verschillende mogelijkheden
kiest het Duitse opperbevel voor een
terugtocht via Zeeland. Tegelijk wordt het
bevel uitgevaardigd in de gebieden aan
beide boorden van de Westerschelde stand
te houden, om te voorkomen dat de haven
van Antwerpen door de geallieerden
gebruikt kan worden. Voor Zeeland heeft
deze order vérstrekkende gevolgen. De
provincie wordt belangrijk oorlogsgebied,
waarom zwaar gevochten wordt, ten koste
van vele doden (ook onder de burgers) en
enorme materiële schade.
De geallieerden naderen Nederlands
zuidgrens. Dat feit doet in heel het land de
hoop op een spoedige bevrijding sterk
toenemen. De wildste geruchten doen de
rondte. Menigeen waant zich al bevrijd. Die
gedachte wordt aangewakkerd door de
ordeloze vlucht van Duitse troepen en
foute Nederlanders. De 5e september
ontaardt in Dolle Dinsdag. De euforie
duurt kort. De Duitsers hebben het nog
steeds voor het zeggen en hernemen zich.
De geallieerden schieten niet meer op. Ze
maken een pas op de plaats of stuiten op
sterke verdedigingslinies. Ondanks
verwoede bombardementen op onder meer
Terneuzen en Breskens, krijgt het
Vijftiende Duitse Leger de kans om,
grotendeels over de Westerschelde. te
ontsnappen. En dan via de Kreekrakdam
naar het oosten. Ze laten in Zeeland wel
een taaie verdediging achter.
Veldmaarschalk Montgomery wil het liefst
in één ruk richting Berlijn optrekken. Een
dolkstoot in het hart van Duitsland. Op
andere fronten moeten troepen dan maar
een pas op de plaats maken, ook die nabij
Zeeland. De Amerikanen voelen er weinig
voor. Die willen over een breed front, van
Noordzee tot Zwitserse grens, oprukken.
Dat achten ze minder riskant. Vandaar dat
de Amerikanen zo snel mogelijk de
Antwerpse haven beschikbaar willen
hebben (waarvoor in elk geval het gebied
aan weerszijden van de Westerschelde
bevrijd moet zijn). Wel mag Montgomery de
operatie Market Garden - vestiging van een
bruggehoofd bij Arnhem door
luchtlandingstroepen - uitvoeren. Die
begint op 17 september en mislukt
jammerlijk.
Na het bereiken van Antwerpen stoten de
geallieerde troepen niet door richting
Bergen op Zoom en Kreekrakdam. De
aandacht is immers vooral geconcentreerd
op de doorsteek naar de Rijn. Ook wil
Montgomery eerst de nog niet bevrijde
havens van Boulogne en Duinkerken in
handen krijgen. Volgend doel is dan het
zuiveren van het gebied noordelijk van
Gent. Het vrijmaken van de
Scheldemonding - én daardoor het openen
van de haven van Antwerpen - heeft
helemaal geen voorrang. Eén en ander
biedt de Duitsers vanuit Zeeland een prima
afvoerroute voor hun Vijftiende Leger.
Nabij de Kreekrakdam plaatsen ze
kanonnen om het havengebied van
Antwerpen te beschieten.
Festung Schelde-Süd
Op 8 september strandt de Vierde
Canadese Pantserdivisie op het kanaal
Brugge-Gent, de eerste verdedigingslinie
van de Duitsers ter bescherming van vooral
West-Zeeuwsch-Vlaanderen, ofwel Festung
Schelde-Süd. Die hinderpaal wordt snel
genomen. De troepen bereiken 12
september het Leopoldkanaal en het
Schipdonkkanaal. Ze krijgen opdracht via
Maldegem naar Breskens op te rukken.
Terwijl in Frankrijk Le Havre wordt
ingenomen, blijkt het Leopoldkanaal een
hardnekkige sta-in-de-weg. Ondanks felle
gevechten slagen de Canadezen er niet in
het water over te steken. Bijna één maand
lang worden ze bij het smalle kanaal
tegengehouden door fanatiek vechtende
Duitse troepen.
Het vergaat de Eerste Poolse
Pantserdivisie in het oosten beter.
Generaal Henry D. G. Crerar, commandant
van het Eerste Canadese Leger, geeft de
divisie opdracht het gebied ten oosten van
het kanaal Gent-Terneuzen tot aan
Antwerpen te zuiveren. Op 14 september
rukken de Polen op en bevrijden Stekene
en Sint-Gillis-Waas. Op 16 september,
wanneer Maastricht als eerste grote
Nederlandse stad bevrijd is. steekt de
divisie bij Koewacht en wat later ook bij