Beiroet herbouwt zijn stadshart m .-«ij Kleine zilverreiger ontdekt Zeeuwse Delta Welvaart, welzijn of weldoen..? opinie en achtergrond Grootscheeps plan moet hoofdstad Libanon elan van vóór 1975 teruggeven Steeds vaker tuberculose in Rotterdam DINSDAG 13 SEPTEMBER 1994 Deze iveek gaat de we deropbouw van het centrum van Beiroet offi cieel van start. Driejaar na beëindiging van de burgeroorlog moet de Li banese hoofdstad weer het Parijs van het Mid den-Oosten rvorden. Maar het zal zeker nog een flink aantal jaren duren voordat de parel aan de Middellandse Zee haar glans terug zal heb ben en het verwoestende effect van de strijd tus sen christenen en mos lim-milities zal zijn ver dwenen. cioor Dora Rovers Beiroet, het Plein der Mar telaren. tegen het vallen van de avond. Een groepje man nen legt een kaartje. Verderop lurkt een Libanees aan zijn wa terpijp. In de laadbak van een bestelbusje is koffie te krijgen. Met een aantal kleurrijke plas tic stoeltjes is op provisorische wijze een terrasje gecreeerd. Het tafereel speelt zich af aan de rand van een verder volstrekt kale zandvlakte. Op enkele me ters afstand razen de bulldozers die de laatste oneffenheden in de zandwoestijn gladstrijken. Het eens zo majestueuze Plein der Martelaren is niet meer. Al in de eerste gevechtsrondes van de in 1975 gestarte burgeroorlog werd het kloppende hart van Beiroet, tussen de ringweg en de kust. getroffen. Pas drie jaar na beëindiging van de burgeroorlog zijn de eerste resten van de aan flarden ge schoten wijk opgeruimd en blijft een macaber maanlandschap over. Het enige wat nog overeind staat is het standbeeld van de martelaren uit de eerste wereld oorlog. De met kogels doorzeef de bronzen beeldengroep zal straks deel uitmaken van een modern nieuw centrum. Het grootscheepse herstelplan voor Beiroet moet de Libanese hoofd stad weer hetzelfde bruisende elan geven als voor 1975. In groten getale komen de Liba- nezen van binnen en buiten de hoofdstad een kijkje nemen op het nu nog kale plein. Er worden vooroorlogse ansichtkaarten te koop aangeboden waarop is te zien hoe de plek er voor de ver woesting uitzag. De koper heeft door John Bunte Het aantal gevallen van tu berculose in Rotterdam blijft toenemen. Bovendien wordt de behandeling steeds ge compliceerder en dreigt meer en meer de ontwikkeling en im port van zogeheten multiresis- tente, niet of nauwelijks te be handelen tuberculose. De afgelopen jaren is het aantal geregistreerde tuberculosepa tiënten heel geleidelijk geste gen: van 149 en 159 naar 166 in 1993. In juli dit jaar lag het aantal al boven de honderd tbc-gevallen. De Rotterdamse Gezondheids dienst (GGD) gaat er vanuit dat die tendens zich zal voortzetten. De Gezondheidsdienst kondigt in het jaarplan 1995, dat volgen de maand wordt gepresenteerd, een aantal maatregelen aan om de tuberculosebestrijding te in tensiveren. GGD-Zeeland Door de uitbreiding van het bud get is de GGD straks in staat veel meer mensen vaker op de (soms besmettelijke) longziekte te controleren. Vorig jaar lag het aantal 'screeningen' op 25.000. Volgend jaar moeten dat er 31.000 worden. Daarbij zal met grote regelmaat gebruik worden gemaakt van de tuberculosebus die van de GGD-Zeeland wordt gehuurd. Met die mobiele voorziening wordt het veel eenvoudiger om 'vindplaatsgerichte' onderzoe ken uit te voeren. De bus rijdt daarbij naar plekken waar zich de risicogroepen (drugsverslaaf den. zwervers en illegalen) be vinden. Gestreefd wordt naar een verdubbeling van het aantal controles onder deze risicogroe pen. Opname De GGD kondigt daarnaast in het jaarplan maatregelen aan die de behandeling van TBC-pa- tiënten moeten verbeteren. Mensen met tuberculose - een eeuw geleden nog doodsoorzaak nummer 1 in Nederland - zijn na melijk verplicht gedurende ne gen maanden medicijnen te slik ken en om dat toezicht te waar borgen sluit de gezondheids dienst gedwongen opname na drukkelijk niet uit. De Rotterdamse GGD neemt voorts de beleidslijn van de lan delijke Gezondheidsraad over om buitenlandse werknemers, die afkomstig zijn uit gebieden waar TBC veel voorkomt, vaker te controleren. Nu worden zij tij dens de eerste twee jaar in Ne derland tweemaal gescreend. Dat gaat naar vijf keer. <r. -> Aan flarden geschoten gebouwen in het centrum van Beirut worden opgeruimd; een maanlandschap blijft over. foto ANP een keuze uit een opname bij dag- of bij avondlicht. In het laatste geval wordt een romanti sche kijk geboden op de palmen, de opera, het Regency-hotel en de bioscoop Rivoli die het plein eens omringden. Tijdens de burgeroorlog 1975- 1991) liep de groene lijn die de vechtende christenen in het oos ten en de moslims in het westen van Beiroet van elkaar scheidde, midden over het plein. Nu ko men Libanezen van alle gezind ten hier bij elkaar en scharen zich eensgezind rond een ar cheologische opgraving uit de Romeinse tijd. Met een beetje geluk komen on der de ruïnes van het kapotge schoten Beiroet resten uit ach tereenvolgens de Turkse, By zantijnse. Romeinse. Hellenisti sche. Phoenicische en prehisto rische tijd tevoorschijn. Met fi nanciële steun van Unesco, het fonds voor kunst en onderwijs van de VN, krijgen de archeolo gen de kans de ruïnes onder de ruïnes te bekijken. De feitelijke wederopbouw van Beiroet gaat pas deze week van start. Solidere, de maatschappij voor de wederopbouw van het centrum van Beiroet, had enige tijd nodig om het benodigde geld op tafel te krijgen. De totale kosten van het ambitieuze her stelprogramma werden drie jaar geleden geschat op ruim 2 mil jard gulden. Volgens directeur voorlichting. Rached Fayed, is niet bekend wat de totale kosten zijn van herbouw van het centrum. In de eerste fase bedragen die volgens hem in elk geval 1.1 miljard gul den. Het bedrag dat hij noemt komt precies overeen met de som geld die tot nu toe door pri vate investeerders is bijeenge bracht. Het werkkapitaal is via een aan delen-emissie tot stand geko men. Het overgrote deel van de 140.000 aandelen is in handen van mensen die grond bezaten in het gebied dat opnieuw wordt ingericht. De aandelen vormen de compensatie voor hun ontei gende bezit. Veel Libanezen uit ten kritiek op de lage prijzen die zij voor hun bezit kregen, maar namen er veelal - noodgedwon gen - genoegen mee. Onder de 19.000 Libanese en Arabische investeerders die sa men 1,1 miljard gulden inbrach ten. was ook de schatrijke Liba nese premier Rafic Hariri. De voormalige zakenman kocht 7 procent van de aandelen ter waarde van ruim 200 miljoen gulden. De plannen voor de wederop bouw van het centrum zijn in middels meerdere malen aange past onder kritiek van inwoners van Beiroet die vreesden dat het centrum in een modern Manhat tan zou veranderen. Daarop werd besloten tot herbouw van de oude souk (bazaar) en renova tie van in totaal 260 gebouwen. Daaronder zijn het Grand Thea tre en een aantal gevels uit de Turkse tijd. „Misschien stuiten we zelfs nog wel op de oude Romeinse school van rechtsgeleerdheid van het oude Berytus", zo oppert Fayed optimistisch, beseffend dat daardoor de waarde van de grond snel zou kunnen oplopen. Van een trage start met minder geld dan waarop was gehoopt, wil hij niets weten. Op een steenworp afstand van van het kantoor van Solidere wordt gewerkt aan de algehele wederopbouw van het land van de ceders waar gedurende de zestien oorlogsjaren weinig voorzieningen zijn aangebracht. CDR. de nationale Raad voor Ontwikkeling en Reconstructie, heeft zo'n 300 projecten op sta pel staan, van herstel van het elektriciteitsnet tot de verwer king van afval. Nog maar een klein percentage van de projec ten wordt uitgevoerd. Het herstel van elektriciteit heeft er inmiddels toe geleid dat de stroomvoorziening is uitge breid van gemiddeld twaalf uur naar vijftien uur per dag. In de resterende uren wordt de elek triciteit aangevuld door met veel lawaai draaiende generato ren die door slimme Libanese handelaren worden geëxploi teerd. Het is echter niet makkelijk om projecten goedgekeurd te krij gen. De onevenredige machts verhoudingen tussen de christe nen en de moslims die in feite de oorzaak was van de burgeroor log. mogen niet meer terugke ren. Dat betekent dat het geld. evenals de politieke posten, evenredig over de verschillende groeperingen moet worden ver deeld. Dat wil zeggen tussen ma ronieten, Grieks-orthodoxen, Armeniërs (christenen) en sun- nieten, shi'ieten en druzen (mos lims). Afgezien van het Plein der Mar telaren staan de trieste resten van zestien jaar burgeroorlog praktisch overal nog overeind. Tussen het onkruid en het vuil nis dat zich inmiddels in de deso late straten heeft verzameld, le ven nog talloze mensen. Een ac tie om daklozen uit de kapotge schoten woningen te krijgen is grotendeels gelukt. De regering bood een groot aantal van hen een uitkoopsom van 10.000 dol lar (tegen de 20.000 gulden). Het lijkt een groot bedrag maar het is nog niet voldoende om een ka mertje te kopen in Beiroet, Het is hooguit toereikend voor bijna twee jaar huur van een apparte ment. De krakers zijn van diverse plui mage. Naast een aantal mensen uit het zuiden van Libanon en uit Syrië die van de gelegenheid profiteerden, werd het meren deel echter tot kraken gedwon gen omdat hun eigen huizen wa ren gebombardeerd. De burger oorlog dreef naar schatting een miljoen Libanezen uit hun wo ningen. De strijd leidde namelijk tot kantonisering; de christenen in het oosten van Beiroet, de moslims in het westen, de shi'ie ten in het zuiden en weer een an dere groep in de bergen. Veel be woners worden nu onder druk gezet om terug te keren naar de wijken waar ze vandaan kwa men. Pas als deze volksverhui zing in de omgekeerde richting heeft plaatsgevonden, is de oor log volgens velen in Libanon echt afgelopen. Op de zandvlakte rond het Plein der Martelaren zijn werklieden nog niet gestart met het bouw rijp maken van de grond. Eerst wordt alles in gereedheid ge bracht voor een concert op 17 september van de Libanese nachtegaal, de zangeres Fai- rouz. Het optreden luidt de start in van de wederopbouw op de plaats die straks deel zal uitma ken van een plein vanwaar een brede laan naar de kust zal lo pen. (ANP) van onze medewerker Jan-Willem Vergeer Op een winderige zaterdag, begin september, loopt een vogelaar over de Slikken van Bommenede, aan de Zeeuwse kant van de Grevelingen. Het water staat niet dieper dan enkele centimeters en het wemelt er van de garnalen en kleine visjes. Links vliegt een groepje steltlopers op en alom klinkt het gekrijs van de meeuwen. Plots ziet de vogelaar wat slanke, wit te vogels ter grootte van een forse meeuw door het lage water waadden. Een flits van herkenning: zilverrei gers! En niet een of twee, nee, liefst ne gentien van die prachtige slanke rei gertjes lopen daar hun kostje op te scharrelen. Een uniek beeld voor een Nederlandse vogelkijker in onze eeuw... Kleine zilverreigers zijn vogels van grootschalige moerasgebieden. Ze broeden in gematigde en subtropische streken en overwinteren in Afrika. Of het water zilt. brak of zoet is, maakt ze niet zoveel uit, zolang er maar voldoen de te eten valt en er hier en daar wat bosjes zijn waarin het nest gebouwd kan worden. Het voedsel bestaat uit zo'n beetje alle dierlijk leven wat in of nabij laag water leeft en niet groter is dan een centimeter of tien. Meestal staat vis als hoofdschotel op het menu, daarnaast behoren kikkers, salaman ders, kleine zoogdieren, waterinsekten en garnalen tot de regelmatig verorber de prooien. Kleine zilverreigers broeden in kolo nies, vaak tesamen met andere reigers en grote watervogels als aalscholvers. Tegenwoordig bevinden de dichtsbij- zijnde broedgebieden zich in Noord- Frankrijk, op enkele honderden kilo meters ten zuiden van onze provincie grenzen. De kaart van de huidige ver spreiding in Europa bestaat uit veel witte vlekken met hier en daar een stip. veelal bij een rivierdelta of een kustla- gune. Enkele honderden jaren geleden zag die kaart er nog veel completer uit. Kleine zilverreigers broedden toen ook veel verder noordwaarts, waarschijn lijk tot in Nederland. Het verleden van de soort als broedvo- gel in ons land is echter, evenals dat van zijn verwanten de grote zilverreiger en de ralreiger, vooralsnog in nevelen ge huld. Zeker is dat er in de middeleeu wen talrijke 'reighereijen' in ons land bestonden, grote kolonies van vaak ver schillende reigerachtigen. Vooral in het toen nog zeer moerasrijke westen des lands werden dergelijk reighereijen ge vonden. Rond het midden van de vorige eeuw is echter de laatste van deze fa meuze grote kolonies, die op het Schol levaarseiland in de buurt van het hui dige Rotterdam, verdwenen. Belangrijkste oorzaak voor het verdwij nen van de kolonies was de grootscha lige drooglegging van de moerassen, terwijl de mate waarin de mensen eie ren en jongen van de reigers verzamel den voor consumptie ook een rol speel de. Elders werden in de negentiende eeuw -toen de soort waarschijnlijk al uit Jonge aalscholvers. Nederland was verdwenen- enorme aantallen zilverreigers geschoten van wege de prachtige veren, die vooral in luxe dameshoeden werden verwerkt. Export van deze veren naar onder meer Engeland en Nederland gaf in beide lan den aanleiding tot het oprichten van - nog steeds bestaande- Vogelbescher mingsorganisaties. De acties van de prille vogelbescher mers hadden na enige tijd succes, de jacht op zilverreigers werd in grote de len van Europa verboden. Trouwens, in landen als Frankrijk en Italië zat er ook weinig anders op, want het beest was bijna uitgestorven. Gelukkig trad in de loop van de eeuw een voorzichtig her stel op. Met name in Frankrijk breidde de soort zich weer noordwaarts uit, een proces dat nog niet gestopt lijkt te zijn. Broeden Sinds begin jaren zestig worden weer bijna elk jaar een of enkele kleine zilver reigers gezien in Nederland. Waar schijnlijk zijn het vooral de broedvogels en jongen uit de Noord-Franse kolonies die ons land met een bezoek vereren. Van meet af aan komt een behoorlijk deel van de Nederlandse waarnemin gen uit de Delta, waarbij vooral de Braakman. Het Verdronken land van Saeftinghe en later ook de Grevelingen eruit springen. Toch vindt de opval lendste Nederlandse kleine zilver-ge beurtenis niet hier. maar in Flevoland plaats. In het prachtige Oostvaardersplassen- gebied, dat door kenners wordt gezien als een gelijke van die vroeger Holland se moerasgebieden, vond in 1979 een ge slaagd broedgeval van een paartje kleine zïlvers plaats. Waarschijnlijk hadden we hier van doen met een stel met een ware pioniersgeest, want ge broed werd er daarna - tot op heden - niet meer. Maar duidelijk is wel, dat het idee van broedende kleine zilvers in ons land niet volledig uit de lucht gegrepen is. Ook de aanwezigheid van een ge mengd broedpaar van kleine zilver- en blauwe reiger in het Belgische deel van het Zwin in 1982 wijst immers in die richting. Sinds het broedgeval in '79 is het een tijdje rustig geweest rond de kleine zil verreiger in Nederland, maar de laatste jaren is er weer wat aan de hand. De aantallen, die in de nazomer (van half juli tot in oktoben Nederland aandoen, zijn plots sterk aan het toenemen. En. een groot deel van deze vogels bevindt zich in de Zeeuwse Delta. Zo werden vo rig jaar flink wat zilvers gezien in het Zwin (tot 7 stuks) en Saeftinghe (tot 8 stuks), terwijl lange tijd een tot twee ex emplaren ronddoolden in de Grevelin gen en het Veerse Meer. Verwend als de Zeeuwse vogelaars al le ken bij het zien van deze ongekende aantallen, valt hun verrukking over wat er dit jaar gebeurt nauwelijks te be- foto Willem Mieras schrijven. Tientallen exemplaren over spoelen de Delta: zowel in het Zwin als in Saeftinghe zijn een dertigtal vogels bij elkaar gezien en in de Grevelingen zitten er ook nog minstens iets van 25 tot 30. Dat zijn de hoogste aantallen die ooit van de soort in Nederland zijn vast gesteld. Waarschijnlijk heeft deze -ook in Zuid-Engeland opgemerkte- toe name te maken met de groei van het aantal broedende zilvers in Noord- Frankrijk. Het is bijzonder spannend om te beden ken hoe dat de komende jaren verder zal gaan. Is er sprake van een eenmalige piek (wellicht onder invloed van de weersomstandigheden) of van een stap in een doorgaand proces? Duidelijk is wel, dat de kansen op een (her)vestiging van de kleine zilverreiger als broedvo- gel in Nederland er niet kleiner op wor den. En, het aardige is dat er juist in het Deltagebied aardig wat geschikt broed gebied voorhanden lijkt te komen. Ge bieden als de Biesbosch, het Zoommeer en het Markiezaat. misschien ook delen van Zeeuws-Vlaanderen, de Grevelin gen en het Veerse Meer. Spannende vooruitzichten. In zekere zin zou zo'n vestiging de beloning zijn van een wat fatsoenlijker natuurbe heer. Een soort basisdiploma, zo zou je het kunnen zien. Maar wil het zover ko men, dan zal er hier en daar nog wel wat verbetert moeten worden aan zaken als rust en waterkwaliteit. Vooralsnog moeten we het doen met de kleine zil verreigers die hier een stuk of wat we ken komen bivakkeren. Die zijn een be zoek - wel graag zonder verstoring - ech ter zeker waard. Het Nederlandse bedrijfsleven maakt weer winst, min ti ter van financiën Zalm rekent op extra belas tinginkom sten en de werkloosheid daalt. Kortom, de Nederlandse ecoj nomie trekt weer aan. De donkere wolken boven ons hoojl maken plaats voor een lekker zonnetje. Is het hoge-drum bied van blijvende aard of is een depressie in aantocht? Veel zal afhangen van de resultaten van de grote Nederlands ondernemingen. Zij bepalen het verschil tussen regen of zoi neschijn. Hoe een groot aantal top ondernemers uit ons lam denkt over de economische ontwikkelingen, leest u de fo mende weken in de serie 'Kassa'. De directeur van het orgo. nisatiebureau McKinsey in de Benelux, Mickey Huibregtser, open vandaag deze serie. door ir. F.W. Huibregtsen Voorafgaand aan de serie van kanttekeningen door zeer verschillende waarnemers bij de slaat van de Nederlandse economie, is het misschien nut tig ons af te vragen wat de ideale staat zou zijn. Vrijwel on vermijdelijk is, dat elke be schrijving van de Nederlandse economie en in het bijzonder haar relatieve ontwikkeling, zo beperkt en daarmee zo eenzij dig is als het beschrijven van de ontwikkeling van een mens aan de hand van zijn of haar lengte. De economie onze huishou ding in de breedste zin - heeft te maken met onze individuele en collectieve welvaart en ons wel zijn. In ons spraakgebruik staat welvaart (let op de dynamiek in het woord) voor alles wat met ons inkomen te maken heeft en welzijn (al aanzienlijk minder dynamisch) vaak voor het resul taat van de inzet van dat inko men en dat van de overheid. De industriële produktie en de daarbij behorende schaalgroot te van ondernemingen hebben een steeds sterkere scheidslijn aangebracht tussen ons verwer ven van inkomen en het beste den daarvan. Mensen zouden steeds minder dagen en uren wil len werken, want dat is 'verve lend' en ons welzijn wordt steeds meer bedreigd door de produk- ten van ons werken, bijvoor beeld milieuverontreiniging, en de verworvenheden van onze welvaart, zoals tv- en drugsver slaving. Met onze neiging om het verle den te idealiseren lijkt dan het welzijn van een hoefsmid of van een kleine kruidenier, of een ge zellige conducteur op een Am sterdamse tram, veertig jaar ge leden gemiddeld genomen aan zienlijk hoger dan dat van een willekeurige functionaris van nu, ondanks een toen aanzien lijk lager niveau van welvaart in financiële termen gemeten. Uit dien hoofde is het gevaarlijk om beschouwingen over de eco nomie puur in financiële, niet- humane termen te vatten. Onge twijfeld zouden velen van ons, met uitzondering wellicht van de zwakste groepen, bereid zijn om tien procent van ons inko men op te offeren in nul voor sommige van de maatschappe lijke aspecten van veertig jaar geleden, zoals veiligheid op straat en rond het huis en ge meenschapszin in buurt of dorp. Combinatie Een gezonde economie in de ech te zin van het woord kenmerkt zich dan ook door de juiste com binatie van welvaart en welzijn. Deze bredere benadering van het begrip economie wint gelei delijk aan terrein, niet in het minst gestimuleerd door het mo derne denken over organisaties, waarin de onafhankelijke rol van het individu een steeds gro tere aandacht krijgt. Hoewel ve len deze ontwikkeling met scep sis volgen zie bijvoorbeeld een recent programma van NOVA over 'toyotisering' zie je overal in grote en kleine organisaties de signalen van het afbrokkelen van het door de lopende band in gegeven denken, dat medewer kers vooral robots moeten zijn die instructies opvolgen. Nederland heeft in de loop der tijden in vele maatschappelijke en economische processen voor op gelopen. Soms leidt dit tot grote successen, soms betekent het dat wij als eersten met nieuwe problemen te maken krijgen die ons op een achter stand werpen. Een van die situa ties doet zich nu in de Neder landse economie voor. In onze vooruitstrevende ont wikkeling naar een 'menselijke' en 'zorgzame' maatschappij, hebben we de verantwoordelijk heid voor welvaart en die voor welzijn in sterke mate en op vrij wel elk niveau ontkoppeld, of het nu de onderneming of de overheid is. Het risico hiervan is dat de 'zorgzaamheid' mecha nisch wordt en de economie niet 'menselijk'. Geen van beide as pecten van onze huishouding komen dan tot hun recht. Totaalvoetbal Structureel is er dan ook veel te doen om onze huishouding weer in topconditie te brengen. Een analogie met de sport, bijvoor beeld een voetbalelftal, dringt zich op. De eisen die aan een voetbalelftal gesteld worden zijn redelijk overzichtelijk. In wezen zijn de eisen die aan de economie gesteld worden niet anders. Mijn opvolgers in deze serie zullen on getwijfeld meer specifieke sug gesties doen, maar ik beperk me hier graag tot de hoofdlijnen, omdat juist het 'totaalvoetbal' in de economische huishouding zo belangrijk is. Een aantal basisfactoren voor succes - zowel in voetbal als in economie - zijn: Kwaliteit, Atti tude, Samenspel. Speelveld en Aanpassingsvermogen. Kwaliteit richt zich allereerst op de individuele 'spelers' die over X. Huibregtse State of the Art-kennis eni de dienen te beschikken. Ks en kunde die bovendien rel? is voor het spel dat ges? moet worden. In sommige,: genlijk teveel gevallen, bes ken we wel over kennis ee de. maar helaas zijn die niet vant voor het benodigde sp- Attitude richt zich op de n ling waarmee gespeeld wore: wil om topprestaties te leve het vermogen om zich in te ten, zowel voor zichzelf als: het team (bijvoorbeeld de ling, de onderneming), Dooi ze instelling worden niet aS de resultaten veel beter, m\ veelal ook het plezier in het; aanzienlijk groter. In dal zicht hebben de kleine ondc ming en de kleine afdeling nen een grote organisatie natuurlijke voorsprong. Ee: de uitdagingen in een greï ganisatie is dan ook om de: selijke maat opnieuw te duceren en dit gebeurt o? plaatsen met toenemends Samenspel Samenspel richt zich op he: mogen om individueel ka en kunnen op elkaar af tea men en daardoor een taan? tatie neer te zetten. Dit a vooral plaats te vinden ia drijfstakken, regio's en an natuurlijke clusters. On) goed te kunnen, is overadil dig over het totale systeem zicht in individuele vaardï den en bereidheid om si meerwaarde te creëren. Speelveld benadrukt de a zaak om gebruik te mak® natuurlijke sterktes en ja op die speelvelden te bea waar de kansen op succö grootst zijn. Die sterktes ku zowel van nature gegeven zoals de Rotterdamse hf maar kunnen ook in de lot? tijden tot bloei zijn geks rond een bepaald initiatiefa' ontwikkeling. In Nederi geldt dit bijvoorbeeld rond dio-visuele produktie. I» bankieren duidelijk in zijn centrum vindt. Aanpassingsvermogen is laatste, maar niet het min? langrijke in dit rijtje. Dithed maken met het vermogens aan de steeds sneller wissel omstandigheden te kunnen passen. In de sport geld® voorbeeld nieuwe techS nieuwe spelregels - binn® volleybal met de knieen- nieuwe terreinomstandtö - hockey op kunstgras Is bedrijfsleven geldt dit nieuwe technologieën - voorbeeld informatietak gie, nieuwe kostenstructuK' nieuwe concurrenten. De vijf factoren staan të» voor kassa: het gebruikeP sultaat van een onderne# inspanning. Een minder? de huishouding wordt net zo goed als een wekE menhangend elftal, niet fl ene dag op de andere eenf Zoals alle goede coaches zullen aangeven, wordt W eindelijke succes niet W door een of twee grote inP maar veel meer door eer> menhangend, inspirerend* gisch pakket van maatrtj dat. gesteund door de in alle spelers, met enthoiP in praktijk wordt gebracht Mickey Huibregtsen is de clireC* het organisatiebureau McKin® Benelux. Daarnaast is hij voort® het Nederlands Olympisch Cc« de Nederlandse Sport Federatie

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 2