Wraak op verraders smaakte zelden zoet Zes klappen in het gezicht als je niet groette Bijltjesdag leidde in Axel tot volksgericht DINSDAG 13 SEPTEMBER 1994 4 Bovendien was een groot deel van de NSB'ers tijdens Dolle Dinsdag gevlucb „En om dan je wraak te koelen op de moffenmeiden, dat doe je dan niet mee Billijkheid Al tijdens de bezetting riepen vooraanstaande verzetslieden via de illegale pers op om na de bevrijding persoonlijk geen wraak te nemen op collaborateurs. In november 1941 verze Pieter 't Hoen zich tegen Bijltjesdag, it hoofdartikel in Het Parool nam hij een voorschotje op de bijzondere rechtsplei die na de bevrijding werd ingesteld. Hij schreef: „Plaats voor een grootscheeps lynch- en moordpartij, die sommigen zouden willen gebruiken om persoonlij] rekeningen te vereffenen en waarbij volmaakt onschuldigen het slachtoffer zouden kunnen worden, is er zeker niet een samenleving, die tegenover allen re en billijkheid in de eerste plaats wil betrachten. Daarbij willen wij nog afzie van de overweging dat een bloedige massamoord een zeer slecht begin zou: voor de Nieuwe Orde. die wij gezamenli na de vernietiging van het nazibeest in gehele wereld zullen hebben op te bouwen." De meeste illegale bladen spoorden niet aan tot openlijk verzet, n wekten juist op tot geestelijk verzet. Oi de bisschoppen waarschuwen tegen hei einde van de oorlog tegen de niet onwaarschijnlijke uitbarstingen van de volkswoede. In De Vrije Stemmen van Goes schrijft. K. in het bevrijdingsnummer een artiki onder de titel 'Van een kruis klonk: zij weten niet wat zij doen'. Hij vraagtr om wraak, maar om 'strikte rechtvaardigheid'. „Het is een geruststelling dat elk geval zeer nauwkeurig wordt onderzocht en zone- aanzien des persoons recht wordt geds Onze nieuw gewonnen vrijheid vraagt nieuwe zuivere wegen." Ab van der Sluis ijltjesdag, het zou de dag moeten zijn waarop de 'goeden' na de bevrijding de 'fouten' te grazen zouden nemen. De dag ook waarop de frustraties eindelijk afgeschud konden worden. „Nu zal recht gedaan worden", schrijft S. Wisse-Scheele uit Axel in haar dagboek op Dolle Dinsdag, 5 september 1944. „De moffenmeiden en de NSB'ers hebben vier jaar lang een heel dorp beheerst. Nu is de beurt aan de anderen." Massaal nemen de Duitsers en de landverraders de benen als de geruchtenstroom over een snelle opmars van de geallieerde strijdkrachten ook Zeeland bereikt. De Nederlandse bevolking zit tijdens de bezettingsjaren vol met wraakgevoelens jegens de Duitsers en landverraders. Na de bevrijding zou direct afgerekend worden met het Herrenvolk. Het woord Bijltjesdag duidde, aldus J. Meulenbelt in het boek Onderdrukking en verzet, Nederland in Oorlogstijd, op een sterk 'verlangen naar de dag waarop men alle landverraders de hersens in zou slaan'. Tot de dag van een massale aftuiging van de collaborateurs en beulen is het overigens nooit gekomen. Ook in Zeeland vindt de afranseling - weliswaar verspreid door de hele provincie - slechts sporadisch plaats. In Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen neemt de bevolking wel wraak, zelfs nog voor de bevrijding een feit is. Op Dolle Dinsdag worden in diverse plaatsen 'moffenkledders' en NSB'ers opgebracht. In Axel leidt dat tot een volksgericht. Twee vrouwen komen daarbij onder mysterieuze omstandigheden om het leven. Een sigarenzaak wordt leeggeplunderd, een NSB-herbergier krijgt zo veel klappen dat hij zich onder doktersbehandeling moet stellen en in een café slaat een woedende menigte de inventaris kort en klein. Een wachtmeester van de marechaussee moet een schot lossen om de bevolking te kalmeren. Uitvaagsel Vooral moffenmeiden, NSB'ers en andere 'Deutschfreundliche' bewoners worden het slachtoffer van het oproer. Over de afrekening wordt genuanceerd gedacht. „Velen van hen moesten putten dichten, hetgeen een zeer vermakelijk toneel was", schrijft D. J. Oggel in het boek De Maand der Bevrijding. „Het uitvaagsel dat ons zo vaak heeft getreiterd mag nu hetzelfde lot ondergaan." De NSB'ers moeten de lijken van de Duitsers op een kar stapelen en de kadavers van dode dieren begraven. Daarna worden zij geïnterneerd. Ook de wijze waarop dat gebeurt kan niet ieders goedkeuring wegdragen. „Zij werden behandeld op een manier", schrijft P. J. Brand uit Hulst in zijn dagboek, „die wel van de nazi's leek afgekeken." Van meisjes die met de Duitse soldaten hebben geheuld, worden de haren kort geknipt. Sommigen worden zelfs gebrandmerkt. „De plukken haar lagen op de grond", schrijft Wisse-Scheele in haar daar kwam het dankzij hun routine minder snel tot ontsporingen dan bij degenen die niet vertrouwd waren met de wijze waarop inhechtenisnemingen geschiedden", schrijft historicus Gijs van der Ham in Zeeland 1940-1945. Zo verloopt het opbrengen van de NSB'ers in Haamstede en Burgh opmerkelijk rustig. De NSB- burgemeester fietst tot 8 mei vrolijk rond en meldt zich zelf voor internering. Oud-huisarts A. H. van Dijk, kenner van de Vlissingse geschiedenis, denkt dat het in foto Zeeuws Documentatiecentrum Vlissingen nooit tot een echte afranseling is gekomen, omdat de bevrijding van delen van Zeeland anders plaatsgreep dan menigeen hoopte. „Wij dachten dat de geallieerden zonder problemen bij de keersluis zouden binnenrijden. We hebben er nooit lang bij stilgestaan dat het op zo'n gewelddadige manier zou gebeuren." In Vlissingen bleven in de laatste dagen van oorlogsgeweld slechts drieduizend inwoners over. „Die hadden wel iets anders aan hun hoofd dan wraak nemen op moffenmeiden of landverraders." 'Moffenmeiden' op weg naar de kapper in de Vlissingse Glacisstraat. dagboeknotities. Op sommige plaatsen werd door de Ordedienst geknipt, in andere dorpen op de Bevelanden namen de Canadezen de schaar in de hand, terwijl in Goes een hoge Canadese officier verzocht verdere wraakhandelingen achterwege te laten. „It's not custom in our country", citeerde het Goese nieuwsblad De Vrije Stemmen de militair. Burenruzies Niet zelden bleek de afrekening niets te maken te hebben met vaderlandsliefde, maar speelden persoonlijke kwesties een belangrijke rol. Burenruzies, familievetes en 'zakenjaloezie' worden wel genoemd als oorzaak van de mishandelingen. In het Walcherse Serooskerke bijvoorbeeld knipt een onderduiker een moffenmeid kaal voor het gemeentehuis. De vrouw had hem aangebracht bij de Duitsers. „In verscheidene delen van de provincie waren leden van de politie nauw betrokken bij de arrestaties - in grote delen van Walcheren bijvoorbeeld, op Noord-Beveland en in Goes - aangezien zij ook OD-er waren en Strafkampen in Groede, Souburg en Koudekerke eeland is in de Tweede Wereld oorlog het eerste Nederlandse gebied geweest, waar stelselma tig burgers werden gedwongen om werkzaamheden te verrich ten voor de Wehrmacht. Dat werk bestond hoofdzakelijk uit het verder verster ken van de Atlantik Wall met tankgrachten en aar den versterkingen. Ook moesten langs wegen loop graven en schuttersputjes worden gedolven. Daar naast maakte het plaatsen van hindernissen deel uit van het opgedrongen werk. In een later stadium trommelden de Duitsers burgers op om de inunda ties te beperken door met het opwerpen van dam men en dijken het water een halt toe te roepen. Bij elkaar waren bijna 20.000 Zeeuwen voor de Duit sers actief. Wie geen geldige reden had om zich aan dat werk te onttrekken hing als strafinaatregel een wekenlang verblijf in een strafkamp boven het hoofd. Deze kam pen waren gesitueerd in Groede, Souburg en Koude kerke. Het was er niet aangenaam. W. Brand uit Domburg zou later een uitgebreide notitie maken over het Souburgse kamp, dat ruim veertig bewo ners telde, meest Zeeuwen, maar ook mensen van buiten de provincie, zelfs een paar Belgen. De dag begon al vroeg: om vier uur. Dan was het vlug wassen en aankleden, de kamer vegen en dweilen, daarna eten, wat onmiddellijk werd gevolgd door mi litaire oefeningen. Om zeven uur moesten de kamp bewoners gereed staan voor het werk: aan de tan kwal bij Vlissingen of bij Fort Rammekens en in de betonfabriek van Pieterse in Middelburg. Het eten was slecht. Brand: 'Alleen 's morgens werd als drin ken een bruinachtig vocht verstrekt, voor de rest moesten we het met water doen. Velen hebben ons op de gang van het werk iets toegestopt. Vaak kre gen we onderweg wat melk'. In het kamp moest alles in looppas worden gedaan. Kwam er iemand achteraan dan kreeg die er van langs. Brand heeft gezien dat de toen 59-jarige Nieuwlandse ingezetene Kakebeeke een paar gevoe lige schoppen kreeg. Trap 's Avonds werden de bewoners gedrild. Hardlopen en oefeningen doen. Brand: 'Boogje niet diep genoeg door dan kreeg je een trap in de rug'. Verder moest het zingen van liedjes zoals 'Heidemarie' bijdragen tot de opvoeding. Wie er op roken werd betrapt mocht een week langer blijven en het ontvangen van bezoek kon je dan ook wel vergeten. Meermalen zijn er kampbewoners mishandeld. Uit de notitie van Brand: 'Iemand die de Sturmführer niet groette omdat hij als nieuw binnen komende de ze nog niet kende, kreeg zes klappen in het gezicht. Veel nieuwelingen moesten tegen soldaten boksen wat altijd uitliep op een flinke mishandeling." Tot de wachtsmannen in het Souburgse kamp be hoorden een stel Denen. Zij vertelden de bewoners dat ze gedwongen waren dat werk te doen. Ze waar schuwden vaak wanneer er iets tegen de bewoners zou worden ondernomen. Alles wat aan verboden ar tikelen mee naar binnen was gesmokkeld werd, om gevaar voor ontdekking zo gering mogelijk te ma ken, meegenomen naar het buitenwerk, want over dag werden de slaapplaatsen gecontroleerd. Dwangarbeiders gaan aan het werk voor de bezetter. Met 'Heidemarie' als een van de verplichte nummers. Bewoners van het kamp bij Koudekerke herinneren zich met name de slechte hygiënische omstandighe den. „Het verging er van de vlooien", weet Willem Koole uit Koudekerke. Vlissinger Cor van den Bulck zat toen hij weer naar huis kon onder de zweren. Het spitwerk van de kampbewoners zette niet echt zoden aan de dijk. Van den Bulck: „Als de Oberleutnant langs kwam werd er eens wat gedaan." Koole: „Je deed niet veel. maar door de massa gebeurde er nog wat." Het toezicht was niet echt streng te noemen. Koole: „Dat stelletje dat ons bewaakte zag er zelf ook geen gat meer in." Kampbewoner 224, de nu in Den Haag wonende vroegere Zoutelandse kapper Piet Brasser, die met zijn broer Leen in het kamp terecht kwam, herinnert zich de sabotage-activiteiten van mede dorpeling Kees Spuij. „Dat was helemaal een mooie. Als de lorrie was volgeschept trok-ie 'm om en kon je weer opnieuw beginnen." Brasser vertelt dat hij met de twee anderen bij aan komst in het kamp de boel eens flink op stelten had gezet. „Het was er een trieste boel. Iedereen zat in de penarie." Razzia Daar was wel reden voor ook. De meeste jongens en mannen die in het kamp zaten waren opgepakt tij dens een razzia op Walcheren. Op de binnenplaats van de Middelburgse kazerne waren de getrouwden van de vrijgezellen gescheiden. Uit deze laatste groep werden er zes gepakt. De Middelburgse Schel- de-werknemer Janus Leijnse, inmiddels 73 jaar en wonend in Rotterdam hoorde daar bij. Hij vertelt hoe tijdens een zitting van het Standgericht in een pand aan de Seissingel werd beslist. De aanklacht luidde: sabotage, omdat geen gevolg was gegeven aan het bevel zich voor werk aan een nooddijk te mel den. Van de zes gingen twee alsnog vrij-uit omdat ze gen. Leijnse: „Ik zei nog: Co zeg ook wat. Maar he. was een erg stille knul." Het is maandag 9 oktober 1944 als de 26-jarige Franc ke naar de Oude Veerseweg wordt gebracht, waard; Duitsers een schietterrein hebben aangelegd. Soldi ten binden hem vast aan een paal. Luttele minutec later stelt het vuurpeloton zich op. Dan klinken» knetterende geweerschoten. Een vogel vliegt vet schrikt op. Jacobus Francke is niet meer. Nogdt zelfde dag wordt Middelburg volgeplakt met pam fletten, waar op staat dat de Duitsers een voorbeeld hadden gesteld. Jacques Cats foto J.N. Houterman geldige papieren konden tonen. Twee kregen gevan- genissstraffen van tien en vijftien jaar. Leijnse en stadgenoot Co Francke, met wiens zus Janus verke ring had, hoorden terdoodveroordeling tegen zich ei sen. Tijdens de berechting bracht Leijnse naar voren dat hij als duiker op de Scheldewerf een op de kaai uit gegleden schildwacht uit het water had gehaald. Hij vertelde er niet bij, dat dat pas na twee dagen was gebeurd. Een controletelefoontje om na te gaan of de man de waarheid sprak, leverde een verrassende wending op in het proces. Degene die naar de toe dracht informeerde zei te hebben begrepen dat Leijnse een Duitser van de verdrinkingsdood had ge red. Deze informatie leidde tot een omzetting van de doodstraf in levenslang. Francke kon niets in zijn voordeel naar voren bren-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 24