Tj?' Na
de granaten kwamen de bevrijders
Wat
kost een enkele reis naar de Heimat?
PZC
Sas van Gent, dinsdag 19 september 1944
DINSDAG 13 SEPTEMBER 1994
en van de eerste
J plaatsen in Zeeland, die
in september 1944 werd
bevrijd, was Sas van
Gent. PZC-redacteur
M. P. Dieleman woonde
als negenjarige met zijn ouders, oudere
broer en drie zusters in een kleine
buurtschap bij Sas van Gent. Een
impressie van de bevrijding.
Dinsdag 19 september 1944. Dag, maand en
jaartal staan onuitwisbaar in mijn
geheugen gegrift. Die dag, ergens in de late
middag, doken plotseling de eerste
Canadese soldaten op aan de ingang van
de drie dagen eerder haastig gegraven
schuilkelder in onze tuin. Locatie:
Scheldestraat 3 <nu Julianastraat) in Sas
van Gent; om het nog preciezer aan te
duiden; in schuine lijn nauwelijks honderd
meter van de grensovergang naar het
Belgische Assenede. Ons huis was het
laatste in de straat. Voor en naast ons
onbebouwd land en weilanden, die zich
richting Poelpolder en verzamelbassins van
de suikerfabriek tot aan de grens bij
Zelzate uitstrekten. Een soort
niemandsland. Van die kant rukten de
geallieerden op Daar kwamen onze
bevrijders vandaan. Uit die richting
kwamen ook gierend en fluitend tientallen
granaten, die in en om het kruispunt van
wegen, bij grenspaal 312, insloegen. In onze
buurtschap. Het begin van de bevrijding.
Grenspaal 312 staat nog steeds dichtbij het
kruispunt, maar niet meer zoals vijftig jaar
geleden naast het laatste huis op
Nederlandse bodem, maar op een kleine
verhoging van de ter plekke gescheiden
Poelweg. die overgaat in de Vrijstraat.
Nieuwe tijden, nieuwe gewoonten. De
Vrijstraat of Vrije straat geeft nog altijd de
grens aan tussen Nederland en Belgie. al is
daarvan in de praktijk niets te merken.
Alleen de keten van grenspalen, slingerend
door het land markeert waar Nederland
ophoudt en België begint.
Speciale pas
Vijftig jaar geleden was de grens letterlijk
een met te nemen barriere. Verkeer van
Nederland naar België en omgekeerd van
België naar Nederland was strikt verboden
Alleen met een speciale pas van de
Duitsers mocht je de grens overschrijden.
Een strook grond van vijfhonderd meter
aan beide zijden was verboden gebied voor
ieder die er niet woonde.
Ik was in september 1944 negen en een half
jaar oud. te jong om het allemaal goed te
begrijpen, maar oud genoeg om te beseffen
dat het nu echt menens werd. Tot dan toe
was het oorlogsgeweld op afstand gebleven
al maakten de nachtelijke
bombardementen op - naar mijn ouders
zeiden - benzinedepots langs het Belgische
gedeelte van het kanaal Gent-Terneuzen
diepe indruk. Lichtflitsen schoten als
vurige strepen door de lucht. Soms zetten
zij de ganse omgeving als het ware in vuur
en vlam. Dan rommelde en donderde het
alsof een zwaar onweer overtrok. De ruiten
trilden, het gehele huis schudde en de
aarde beefde.
Dolle Dinsdag. 5 september, was de
inleiding tot de bevrijding. Vanaf dat
tijdens de bevrijding te verwerken kret
Een onwezenlijk en beklemmend decoi
Iedereen wachtte in angstige spanning
wat er komen zou. Wij woonden dichts
een kruispunt van wegen: de weg Sasr
Gent-Assenede sneed hier de grenswen
Poelstraat en Vrijstraat. Er waren al ha
wat granaten gevallen en er zouden erj
meer volgen. Aan weggaan dacht nieirj
De ene plek was net zo goed of slecht aj
elke andere. Aan het eind van de middi
gebeurde het lang verwachte: de Canaó
bevrijders trokken onze buurtschap
binnen. Frans sprekende Canadezen. B
had het niet gekund. Mijn vader, die eii
jaren twintig, een aantal jaren in Fran);
had gewoond, sprak de taal vloeiend,»
hij al snel in gesprek raakte met onze
bevrijders. We moesten nog even
voorzichtig zijn. want in de buurt vanq
opvangbassins van de suikerfabriek v,e
nog steeds gevochten. Af en toe raakiei
verdwaalde kogel de blinde achtermuii
van ons huis. echter zonder veel scha#
te richten. Echt vrij waren we een dagfc
toen de laatste Duitse weerstand was
gebroken.
Orde Dienst
Kort na de bevrijding kon mijn vaders
tooien met de oranje band van de OD
(Orde Dienst). Ik was daar wat trots op,
Maar ik merkte wel dat het ophalen vac
jonge vrouwen die 'iets hadden gehad^
Duitse soldaten weinig enthousiasme bij
hem losmaakte. Hij had dan zoiets van:
akkoord, je kunt het niet zonder meerlij
passeren, maar de wijze waarop het
allemaal gebeurt - hij doelde dan ophs1
kaalknippen - is niet mijn stijl. Die I
houding toonde hij ook enkele maande
later, toen hij werd ingeschakeld bij de j
bewaking van een NSB-kamp bij Sluis
daar allemaal passeerde kon hij tegen
achtergrond van de oorlog en de bevriji
wel verklaren, maar niet goedkeuren.!:
gebrek aan menselijke waardigheid,
stoorde hem het meest.
Wij als kinderen 'vierden' inmiddels hei
zijn. Veel tijd brachten we door in de
Vrijstraat met het kijken naar de
verrichtingen van de geallieerde
vliegtuigen, die hun aanvallen uitvoerdi
op West-Zeeuwsch-Vlaanderen. Het dun
en optrekken van de vliegtuigen was et:
boeiend schouwspel. Spektakel in de lm
en wij op de eerste rang. De 'mof krijgt;
lekker van langs, dachten we, eraan von
gaand dat ook de burgerbevolking zwas
lijden had onder de bombardementenis
beschietingen. In september/oktober 1!
was ik mij er niet van bewust, dat in
van de vele schuilkelders van een
boerenhoeve in een afgelegen polderoo
Zuidzande een klein meisje - nu mijn
echtgenote - gedurende drie lange bar.;
weken ondergronds op de bevrijding
wachtte, haai1 gerafelde pop stevig in#
armen geklemd. Dat vernam ik pas run
tien jaar later. Telkens als ik sindsdien;
de Vrijstraat rijd. denk ik daaraan. Oori
bezetting en bevrijding laten je nooit
helemaal los.
M, P. Dieleman
Granaten sloegen in rond grenspaal 312 bij de grens Sas van Gent-Assenede. Het begin van de bevrijding.
moment moesten we elke dag de spelden
op de landkaart van Europa verplaatsten
die de opmars van de geallieerden
markeerden. Zó snel ging het ineens. De
meeste gegevens verkreeg mijn vader van
Radio Oranje, waarnaar hij elke dag
luisterde. Het hoorde zo'n beetje bij het
bescheiden ondergronds werk, waarmee hij
zich bezighield. Naarmate de maand
september vorderde, liep het dagelijks
leven steeds meer uit de pas. Naar school
gaan was er niet meer bij. De fabriek
waarin mijn vader werkte, lag stil. Het
waren dagen, waarin de stilte voor de grote
storm voelbaar aanwezig was.
Echt onwezenlijk, iets uit een andere tijd of
van een andere plaats, was de dag van de
bevrijding zelf. Eraan vooraf ging een dag
van beschietingen, die wij in de
schuilkelder - niet meer dan een met
houten schotten en grond verstevigde
greppel in onze tuin - doorbrachten,
's Nachts en de volgende dag gingen de
beschietingen, zij het onregelmatig, door.
Enkele honderden meters van ons huis
vandaan hadden de Duitsers anti-
tankgeschut opgesteld. Ik zie het nog voor
me: een kanon met een heel lange loop.
Maanden na de bevrijding stond het er nog.
Wij, kinderen uit de buurt, hadden het als
speelobject gekozen. Als we maar lang
genoeg aan een of ander wieltje draaiden,
legde de lange loop met altijd wel een van
onze speelkameraadjes er bovenop, een
kwart cirkel af. totdat hij links of rechts
door een boom werd tegengehouden.
Slachtoffers
Het kanon had op bevrijdingsdag de eerste
de beste Canadese tank. die vanuit het
zuiden over de bochtige Poelweg, tevens de
grens met België, oprukte, compleet aan
flarden geschoten. De bemanning,
vernamen wij later, was daarbij om het
leven gekomen. De tweede tank in de
colonne, liet zich niet verrassen. Een paar
gerichte schoten waren voldoende om het
anti-tankkanon uit te schakelen. De Duitse
foto Ruden Riemens
bemanning, zo wist een buurman, had wel
willen vluchten, maar hun commandant
wilde van geen wijken weten. Daardoor
vielen aan beide zijden slachtoffers bij de
bevrijding van onze buurtschap. Dat er
burgerslachtoffers waren kan ik me niet
herinneren; wel was er veel materiële
schade en werden enkele burgers gewond
bij de twee dagen durende beschieting.
Een onwezenlijke dag, zei ik al. de dag van
de bevrijding. Tussen de beschietingen
door mochten we dicht bij onze
schuilplaats af en toe een luchtje scheppen.
Voor ons huis, in een weiland, lag een dood
paard. Getroffen door een van de vele
tientallen granaten, die onze buurtschap
ff
Trots leger per kinderwagen op de vlucht
nkele aantekeningen uit dagboe
ken van Zeeuws-Vlaamse inge
zetenen:
Op maandag begon de terug
tocht van de Duitsers. Nee, dat
vergeet ik nooit meer. Wat we
toen een schik gehad hebben.
Alle mogelijke en onmogelijke voertuigen hebben ze
toen gebruikt. Het is een volkomen gedesorganiseer
de terugtocht. Men ziet Duitsers op blote voeten met
kindenoagens ivaarin hun ransel.
Er zijn geen fietsers meer op straat. Bang dat hun
fiets ivordt afgenomeji. Zo is het ook met de paarden.
Je ziet geen paarden meer op het land of in de wei
den. Ze zijn alle weggedfoken.
Dronken soldaten namen steeds met volle teugen je
never uit de fles. Toen tegen de avond een vliegtuig
overvloog schoot een van de bedronkenen naar de
machine.
De notities verwijzen naar de warrige eerste septem
berdagen van 1944. Het Duitse leger was op terug
tocht. Ieders hoop was gevestigd op de ineenstorting
van het Duitse Rijk. Maar de geallieerden bleven bij
Antwerpen steken. En omdat Zeeland niet kon wor
den afgesloten zag een in het noorden van Frankrijk
en in westelijk België klem gezet Duits leger kans
een fantastisch plan uit te voeren: ontsnapping via
Zeeland.
Kinderwagens
Dagenlang nemen Zeeuwse ingezetenen kennis van
de ongeordende terugtrekkende bewegingen van ge
neraal Von Zangëns 15e Leger. De gemotoriseerde
eenheden benutten de hoofdwegen, infanteristen ne
men de binnenroutes. Van alles wordt er meege
sjouwd: hoge tweewielige Franse karren, massa's
Franse paarden, handkarren en - dagboekaanteke
ningen gewagen ervan - zelfs kinderwagens. De in
groepjes noordwaarts trekkende soldaten uit de uit
eengeslagen kolonnes hebben maar éën doel: de
Westerschelde En daar zo snel mogelijk overheen.
Op de Zeeuws-Vlaamse aanlegplaatsen van de veer
boten gooien soldaten hun wapen en andere ballast
weg. in de hoop verkerend een plekje aan boord te
kunnen veroveren. Met koffie en rookwaren worden
de bemanningen bewerkt om voorrang te kunnen
krijgen. Een commandant grijpt in. Alleen soldaten
met een wapen worden op de boot toegelaten. PSD-
ers die ervoor willen passen de vijand een handje te
helpen duiken onder, zodat de Duitsers zelf maar de
verbinding in stand moeten zien te houden. Naast de
veerschepen maakt een bonte verzameling van grote
en kleine vaartuigen de ene overtocht na de andere.
Er worden zelfs stukken geschut met vlotten overge
zet.
In gedachten ziet André Tuynman de rommelige
vloot nog naderen. Vanuit het dakraam van de ou
derlijke woning aan de Vlissingse Nieuwendijk kan
hij in die spetemberdagen van 1944 als jonge jongen
zo over de vissershaven tot aan Breskens de Schelde
op kijken Het valt hem op: vanuit de lucht wordt de
schepen vrij weinig in de weg gelegd. De geallieerden
nebben kennelijk de betekenis en de omvang van de
over de Schelde te zetten troepen ernstig onder
schat. Pas later, wanneer een belangrijk deel van het
leger aan de overkant is. komen er meer geallieerde
activiteiten op gang. Bij het bestoken van de terug
trekkende troepen zouden later aan de Breskense
kant naast 125 Duitse soldaten enkele honderden
burgers omkomen Bij een van de geallieerde lucht
aanvallen moet ook een Lazaretboot het ontgelden.
Bij reeds gewonde slachtoffers aan boord ontstaan
nieuwe verwondingen. Er vallen ook een paai' doden.
September 1944: Duitse troepen met paard en wagen blazen de aftocht in de straten van Oostburg.
Ortscommandant Heinze heeft het in die dagen ver
twijfeld uitgeroepen: ..Waar blijft onze Luftwaffe
nou?" Hij legt op zijn bureau een grote sigaar. De
eerste persoon die de komst van een Duits vliegtuig
kan signaleren mag 'm hebben. De sigaar wordt niet
afgehaald. Bij de overzetting moeten de Duitsers het
blijven doen zonder ondersteuning vanuit de lycht.
Verbaasd neemt Tuynman. nadat de eerste schepen
met terugtrekkende Duitsers in Vlissingen hebben
aangelegd, kennis van wonderlijke taferelen in de
Scheldestad. In een diep portiek van de winkel Au
bon Marché op de hoek Zeilmarkt-Gravenstraat-
hebben uitgeputte Duitsers zich te slapen gelegd. In
de stad lopen soldaten ontredderd en slordig rond:
de een zonder helm. de ander zonder patroontassen,
sommigen zelfs zonder geweer, maar allemaal be
stoft en smerig. Hoorden die soldaten ook tot dat
zwaar gedrilde, overgedisciplineerde leger? Tuyn
man: ..Het was gewoon een losgeslagen zooitje. Er
waren erbij die in de Badhuisstraat de lopen van hun
geweren in de tramrails krom trokken en de grendel
foto Oscar de Milliano/Zeeuws Documentatiecentrum
:n het water gooiden. Ze wilden echt helemaal niet
meer vechten."
Bij de tramremise klampen Duitse soldaten burgers
aan. Ze vragen wat een enkele reis naar Arnhem
kost. want ze willen ze snel mogelijk naar de Heimat.
In ruil voor geld voor een treinkaartje bieden ze hun
wapen aan.
Een speciaal opgerichte staf probeert na de eerste
dagen van grote chaos orde te brengen in het over
zetten. Ter opkrikking van het moreel worden dui
zenden vervuilde soldaten geheel of gedeeltelijk in
nieuwe kleding gestoken. Als gevolg van een nijpen:
tekort aan ondergoed worden burgervoorraóe
gevorderd. De soldaten krijgen zelfs dameslingea
aangereikt. De Heeresfeldkasse en banken in Mid
delburg en Vlissingen worden geplunderd om alleb;
de operatie ontstane onvoorziene kosten te dekken
De terugtocht is al enkele dagen aan de gang als
Kruiningen wordt aangewezen als rustplaats voorti
voet terugtrekkende Duitse troepen. Omroeper De
kus Kakebeeke galmt in de vroege morgen van de
vijfde september uit dat de bevolking vóór 9 uffi
voornamelijk in de richting Waarde en Krabben#
ke het dorp moet hebben verlaten, om plaats temt
ken voor de Duitse troepen. De totaalcijfers vance
overgezette 9 divisies of wat daarvan is overgebleve
lopen uiteen. Gemiddeld ligt het aantal op 85.000 mi
litairen
Op 21 september worden de laatste Duitsers vanu
Terneuzen naar de overkant gebracht. Als eerst'
overgezette, aanvankelijk versplinterde, maar in4
omgeving van Bergen op Zoom gehergroepeerde os-
derdelen van het Vijftiende Leger hebben dan inma
dels al kans gezien door Brabant op te rukken. Z?
kunnen op een voor Montgomery's operatie 'Marke;
Garden' uiterst kritiek ogenblik ondersteuning ge
ven bij de pogingen om de geallieerde doorbraak eet
halt toe te roepen.
Jacques Cats