De elektriciteitswere
Modern nutsbedrijf
doet ook in zeevis
PZC
Ieder voor zich en
allen tegen SEP
Zeker, veilig, goedkoop en als het even
kan schoon. Dal zijn de eisen die aan
de stroomvoorziening in Nederland
worden gesteld. Met de veiligheid en de
zekerheid zit het wel goed. De stroomprijs
is bijna de laagste van Europa. Aan
vermindering van de milieubelasting
wordt gewerkt. Het is een fleurig beeld,
maar ondertussen knettert de
elektriciteitswereld van de conflicten.
Sinds de produktie en distributie van
stroom in 1988 op last van de regering
werden gesplitst, is er een strijd om de
macht gaande. Aan de ene kant de door
fusies uitdunnende schare distributeurs
iedér voor zich en aan de andere
kant de producenten met hun
koepelorgaan NV Samenwerkende
Elektriciteits Producenten (SEP) als
ieders kop van jut.
Er dreigt in Nederland binnen afzienbare
tijd een overcapaciteit te ontstaan ter
grootte van enkele flinke centrales.
Distributeurs en producenten geven
daarvan elkaar de schuld. Een
bezinningsperiode van een halfjaar op de
bouw van nieuw produktievermogen moet
de weg vrij maken voor een compromis.
Sinds februari vergaderen negen
kopstukken (het 'A-overleg') over het
toekomstige 'marktmodel'.
Het A-overleg is bijna klaar, maar de leden
houden hun kiezen nog stijf op elkaar, het
is de vraag of er op termijn nog veel van de
monopolistische macht van de SEP over
het stroomwezen zal overblijven. Die
macht werd zes jaar geleden vervolmaakt,
op wettelijke grondslag.
Voordien bemiddelde de SEP fraai
gehuisvest in energiehoofdstad Arnhem -
al heel lang tussen de vele tientallen
zelfstandige stroombedrijfjes van
provincies en gemeenten. Die hadden
bijna altijd te veel stroom of juist te
weinig. De SËP zorgde met het landelijke
koppelnet van hoogspanningskabels voor
een vlekkeloze uitwisseling. De kosten
werden gemiddeld.
Omdat het goed ging met de BV
Nederland, werd over de tarieven niet veel
drukte gemaakt, Dat veranderde in de
jaren tachtig. Toen kwam het kabinet
Lubbers-H met de Elektriciteitswet, die de
SEP vanaf 1988 min of meer een
monopolie schonk op produktieplanning,
import en export. Arnhem bepaalt een
landelijk basistarief, waarin zowel de
brandstofkosten als de vaste lasten van de
centrales over de hele natie worden
uitgesmeerd.
De E-wet bezegelde bovendien de splitsing
van de energiebedrijven in produktie- en
distributiebedrijven. Het toenmalige
Zeeuwse energiebedrijf PZEM raakte
daardoor haar centrales in Borssele kwijt
aan de nv Elektriciteits
Produktiemaatschappij Zuid.
Achtergrond van de splitsing was het
'kostenbewustzijn' te vergroten en de
boekhouding inzichtelijk te maken. Er
volgde een golf van fusies, zodat in plaats
van meer dan 150 geïntegreerde
energiebedrijven nog maar 4 producenten
en nog geen 30 distributeurs over zijn.
De buik vol
Op grond van de E-wet mogen de
distributeurs 'horizontaal winkelen'. Een
Gronings bedrijf mag stroom kopen bij
SEP-directeur N. Ketting, die zie)
kort steeds wist gesteund doorE
de meeste kritiek op zijn organis
misplaatst.
Hij noemt als grote pluspunten v
centraal geleide stroompolitiekd
economische inzet van het elektij
vermogen, zowel technisch als Bn
en de beveiliging van de energiej
rare uitschieters. Niet voor nietsi
streven gericht op 'diversificatie',
een produktiebedrijf in Limburg, als dat
de prettigste aanbieding heeft. In de
praktijk valt er met dat winkelen
nauwelijks iets te verdienen, omdat de vier
produktiebedrijven de meeste kosten
'poolen' via de SEP.
Hoewel de Nederlandse energieprijzen de
laatste jaren laag zijn onder meer door
een lage aardgasprijs hebben de
distributiebedrijven hun buik vol van de
naar hun smaak gedwongen winkelnering.
steenkool en uranium moeten elk
groot deel van de elektriciteit lev
de Nederlandse tarieven niet ton
stijgen wanneer een van die
energiedragers excessief duur wc
Dat de positie van de SEP aan Ik
wankelen is gebracht, komt vooi
het daverende succes van warm!
koppeling (WKK) door industrie
distributiebedrijven. Met gecoml
De wereld achter de
meteropnemer is groot.
Energiebedrijven doen al lang
niet meer alleen in stroom of
aardgas. Zij leveren ook
leidingwater en het signaal van
de centrale radio- en tv-
antenne. Zij verhuren geisers en
verwarmingsketels, zij zijn in
weer als installateur en als
incassobureau. Zij pionieren in
regionale omroepen,
kabelkranten, afvalverwerking
en een viskwekerij.
Lichtend voorbeeld zijn de
Duitse stroomgiganten
PreussenElektra, RWE en VEW,
die hun miljardenomzetten uit
een breed pakket belangen
halen. Ook in Nederland geldt:
hoe groter, hoe breder. Naar
elektriciteitsklanten gemeten is
het Noordhollands
Energieconcern'-in-wording
(NECi met bijna 1,1 miljoen
aansluitingen de grootste.
Het NEC wordt op de hielen
gezeten door de holdings NUON
(Gelderland, Friesland,
Flevoland) met'970.000 klanten,
Eneco (Zuid-Holland, 920.000),
EDON (Groningen, Drenthe,
Overijssel, 850.000) en PNEM
(Noord-Brabant, 850.000). Met
z'n vijven hebben deze jonge
concerns driekwart van de
stroomdïstributie, de helft van
de gasklandizie en een kwart
van de kabelabonnees in
handen. Ter vergelijking: Delta
Nutsbedrijven in Zeeland heeft
173.000 klanten voor
elektriciteit, 155.000 voor gas,
190.000 voor water en 122.000
voor kabeltelevisie.
Den Haag huivert
Brussel staat dingen toe,
waarvan Den Haag nog huivert.
Dat geldt bijvoorbeeld voor de
import van elektriciteit door
distributiebedrijven.
Op dit punt beperkt de
natuurwet echter de actieradius.
Stroom importeren uit
Noorwegen (EDON) lukt nog, uit
IJsland (NIJON) lijkt het qua
lengte van de kabel enkele
mijlen te ver.
Maar als Europa helemaal geen
binnengrenzen meer Heeft,
komen hier vroeg of laat
Duitsers en Engelsen om hun
boterham te beleggen van de
winst die uit nutsleveranties
met ijzeren regelmaat valt te
behalen. Alle grote
energiebedrijven zeggen zich te
bewapenen tegen de Europese
mededinging.
EDON-topman C. Witvliet ziet
zich als pleitbezorger van
„gereguleerde commercie". Dat
geldt wat hem betreft voor de
elektriciteitsvoorziening, waar
een scala aan contracten de
plaats zou moeten innemen van
centrale planning en
kostenverevening. Maar ook in
de telecommunicatie en de
afvalverwerking maakt EDON
zich sterk.
„De overheid treedt terug, maar
wil wel waarborgen dat vitale
functies geen speelbal worden
van onbelemmerde commercie",
constateert Witvliet. De
energiebedrijven hebben met
hun huis-aan-huis-leveranties en
hun aanzienlijke financiële
reserves een prachtige basis om
in nevenzaken te gaan. Als dan
de overheid plaatselijk en
regionaal als eigenaar, landelijk
als wetgever bepaalde
maatschappelijke stokpaardjes
bij die bedrijven stalt, lijkt
succes helemaal verzekerd.
Dat valt overigens niet overal in
goede aarde. KNOV-voorzitter
Jan Kamminga: „De semi-
overheid eet van twee walletjes.
Ze willen de voordelen van het
vrije ondernemerschap, maar
zijn financieel met gouden
kettingen verbonden met de
overheid."
Oneerlijk
De zelfstandige
installatiebedrijven bijvoorbeeld
kunnen zich mateloos opwinden
over de in hun ogen oneerlijke
concurrentie van de nutssector.
In veel gevallen hebben de
private installateurs zich
moeten voegen in joint ventures
die onder de namen 'Gasrent' en
'Energierent' boilers en
verwarmingsketels verhuren en
plaatsen.
Ook in de kabelbranche zijn de
energiebedrijven aan de
winnende hand. Nog altijd zijn
er tal van lokale exploitanten
met rond de duizend abonnees,
maai- daarvan worden er ieder
jaai- tientallen opgeslokt. Van de
ruim 5,5 miljoen
kabelaansluitingen in
Nederland, zijn er binnenkort
meer dan 3 miljoen in handen
van 7 exploitanten.
De Koninklijke PTT Nederland
is via Casema (1,1 miljoen
abonnees) de grootste. Daarna
komen vijf energieconcerns
deels in wording met elk
tussen de 200.000 en 500.000
abonnees. Zij werpen zich,
samen met de Nederlandse
Spoorwegen en de
elektriciteitsproducenten
verenigd in Enertel, ook op als
toekomstige concurrent in de
spraaktelefonie.
EDON gaat het verst in het
optuigen van de
kabelactiviteiten. Met uitgever
Wegener NV doet Witvliet in
kabelkranten, terwijl hij ook
publieke regionale televisie wil
produceren.
Een andere nieuwe loot aan de
EDON-stam is het belang in
aDEM dat sinds kort „de
digitale radiodienst Music
Choice" drijft. Een abonnee kan
zich een decodeerinstrumentje
aanschaffen en vervolgens
kiezen uit 25 genres digitaal
luistergenot.
Momenteel wordt zowel door
Casema als door de top-5 van
energieland jacht gemaakt op
het Amsterdamse kabelnetwerk
KTA (380.000 abonnees).
Ingewijden sluiten niet uit dat
zij desnoods met vereende
krachten een bod zullen
uitbrengen om te voorkomen
dat KTA in Amerikaanse
handen komt.
Afvalverwerking
Het Nederlandse kabeldoolhof is
door de interventies van de
nutsbedrijven tot nu toe vrij van
buitenlandse invloed. Dat geldt
beslist niet voor de Nederlandse
afvalverwerking. Daarin hebben
de Amerikaanse concerns BFI
en Waste Management door een
lange reeks overnames een flink
marktaandeel.
De belangen van de Amerikanen
zijn echter eenzijdig
geconcentreerd op transport,
overslag en recycling. Storten en
verbranden zijn nog altijd
overheidsgedomineerd. En daar
zijn de nutsbedrijven al volop
van de partij. Ze hebben
belangen in de nieuwe
afvalovens van Wijster, Hengelo,
Alkmaar en Moerdijk en ze
beheren stortgasgeneratoren op
tal van stortplaatsen. De
bemoeienis beperkt zich echter
tot de energiewinning.
EDON en NUON zien in
'afvalsturing' een geweldige kluif
voor hun gezamenlijke
milieubedrijf-in-oprichting. Het
liefst zouden ze die bestuurlijk
gevoelige taak overnemen van
de provinciebesturen en het
publiekrechtely ke
Afvaloverlegorgaan, dat
daarvoor is opgericht. EDON
probeerde vorig jaar via de
deelneming Frigem al greep te
krijgen op de intergemeentelijke
vuilverwerking in Friesland.
BFI wordt door de
nutsconcurrenten afgeschilderd
als „de Jacobse en Van Es van
de afval wereld" en voor die
stemmingmakerij blijken
wethouders de machthebbers
over het huisvuil - niet
ongevoelig.
BFI-directeur Paul Schaling is
evenwel mild pessimistisch over
de kansen van de energiesector
op de afvalmarkt. „Als er
energie-aspecten in het spel zijn.
zoals bij verbranding en
vergisting, werken wij graag met
hen samen. Maar in het
transport hebben ze niets te
zoeken. Ook voor de inzameling
zie ik ze niet als serieuze
concurrent", aldus Schaling.
Voetbalsponsoring
Vooralsnog zet NUON de
Amerikaanse afvalreus alleen
symbolisch de voet dwars. Dat
gebeurt in het betaald voetbal,
waar het energiebedrijf zich als
hoofdsponsor van het Arnhemse
Vitesse manifesteert. NUON's
voorganger op Monnikenhuizen
was BFI, dat zijn bedrijfslogo nu
over het televisiescherm laat
draven via de truien van
Cambuur-Leeuwarden.
Op 26 maart van dit jaar kreeg
het in degradatienood
verkerende BFI-Cambuur
bezoek van NUON-Vitesse. dat
toen net een week of wat aan de
verliezende hand was. De
Arnhemmers hadden zich echter
voor 750.000 gulden versterkt
met inschuivende middenvelder'
Jerry Simons. Dat hielp. Onder
leiding van Simons (doelpunt)
rolde NUON BFI op met 1-3.
Weinig Cambuur-supporters
zullen zich realiseren dat zij via
hun stroomnota aan de latere
degradatie van hun club hebben
meebetaald.
Delta Nutsbedrijven doet niet
aan dit soort activiteiten.
Verzoeken om financieel mee te
werken aan de (her)oprichting
van een profvoetbalclub in
Zeeland zijn steeds beslist
afgewezen. Het blijft wat Deltan
betreft bij 'aardigheidjes': een
bijdrage aan een concert van het
Zeeuws Orkest en bij het
aanbod aan nieuwe
kabelabonnees de wedstrijd
Sparta-Ajax of een pianoconcert
van Marianne Boer bij te wonen.
In het algemeen hebben
elektriciteitsafnemers geen
benul van de Sinterklaasacties
van hun energiebedrijf. Zelfs de
aandeelhouders van NUON
moesten uit de krant vernemen,
dat het concern tonnen uittrekt
om te vieren dat Almere dit jaar
100.000 inwoners krijgt.
NUON presenteert zich
ondertussen als huisvriend
('Mijn energiebedrijf), alsof de
klant zijn stroom- of
gasleverancier voor het
uitzoeken heeft. Dat is
natuurlijk niet zo, de
energiebedrijven bestempelen
huishoudens niet louter uit
behoudzucht als 'captive users',
gebonden klanten.
De grote producenten van
stroom zijn voor het publiek nog
wat verder van huis. Hun
prozaïsche taak is het zo
efficiënt en schoon mogelijk
laten draaien van centrales. De
kosten worden, ongeacht de
hoogte, onderling verrekend en
vervolgens bij de distributeurs
gedeclareerd.
Van de winst spendeert de
overkoepelende NV Sep
miljoenen aan het planten van
bomen over de hele wereld.
EPON (Noordoost-Nederland)
permitteert zich geld te steken
in de herintroductie van
dagvlinders en in het
Stadsknapenkoor Elburg. EPON
participeert zelfs in een
commerciële viskwekerij.
Tarbot wil namelijk goed
groeien in het koelwater van de
Eemscentrale.
Delta Nutsbedrijven doet samen
met de provincie, de
waterschappen en de
Koninklijke Schelde Groep mee
aan een proeffabriek waarin
rioolslib en in de toekomst
mogelijk ook mest worden
verwerkt. Deltan is eveneens
betrokken bij de
vuilverbrandingsinstallatie die
in Moerdijk wordt gebouwd. In
studie is een mogelijke inbreng
van het nutsbedrijf in de
financiering en exploitatie van
de Westerschelde
oeververbinding.