Heer Olivier blijft hoog spel spelen PZC Gentleman- oplichter reportage 31 Ten paleize ZATERDAG 23 JULI 1994 Begin jaren '80 werd Ari Olivier ontmaskerd als het brein achter een reeks van geruchtmakende fraudezaken. De 'grootste gentleman- oplichter van Europa' werd voor diverse affaires bij elkaar tot acht jaar cel veroordeeld. Van die straf zat hij 42 maanden en 5 dagen uit. Lange tijd is het stil geweest rondom 'Heer' Olivier. Maar stil zitten doet de 55-jarige Nieuwvenneper nooit. Sinds kort opereert hij in de voor hem hoogst ongebruikelijke rol als 'geheim agent'. Binnenkort gaat hij ook nog meewerken aan een tv- produktie van Veronica over corruptie en fraude. „Ik heb tips genoeg." Ergens midden in het interview plant een agent zijn ronkende motor naast het tafeltje op het buitenterras van land goed Groenendaal in Heemstede. Zonder de andere gesprekspartners een blik waardig te gunnen richt hij zich direct tot Ari Olivier, alsof hij hem als zijn schaduw heeft gevolgd. „Die auto daar", wijst hij op een peper dure Daimler, die onder een paar bomen staat gestald, „die wagen is toch van u?" Olivier knikt bevestigend. „Weet u niet", gaat de politieman verder, „dat er vakken zijn om uw auto in te plaat sen?" „Ja", blijft Olivier vriendelijk. „Maar ik parkeer 'm al jaren op die plek. Mag van Hein, de eigenaar van het restaurant. Maar ik wil 'm best wegzetten hoor!" „Graag", antwoordt de agent en rijdt ter gend langzaam weg. Als Olivier het klusje heeft geklaard en weer aanschuift, zegt-ie stoïcijns. „Dit is het enige conflict dat ik soms nog met de politie heb." De voormalige meester-oplichter heeft de lachers op zijn hand. „Wie had ooit kun nen denken dat het zover zou komen?", leest hij de gedachten van zijn toehoor ders. „Heer Olivier, die samenwerkt met justitie en politie om criminelen in de val te lokken. Ach, het kan verkeren. Al moet ik eerlijk toegeven dat ik liever geld en goederen lever dan daders." De Nieuwvenneper zit er ontspannen bij. Wisselt een Spaatje af met een biertje. Vertelt schaamteloos over zijn besmette verleden, praat over miljoenen alsof het appels en peren zijn en doorspekt zijn ver halen met ludieke en ongeloofwaardige anekdotes. Soms reageert hij nukkig of grimmig op vragen die hem herinneren aan zijn duistere handel en wandel van ja ren terug. Maar meestal verschijnt er een grote grijns op het brede gelaat als hij met conclusies wordt geconfronteerd. „Ik moet voorzichtig zijn. U begint me aardig door te krijgen, geloof ik." Publiciteit Olivier voelt zich zichtbaar als een vis in het water in het mediagezelschap. Om woorden zit hij nooit verlegen en van pu bliciteit kan hij intens genieten. Ooit ver strekte hij vanuit de gevangenis De Koe pel in Haarlem een spraakmakend tv-in- terview aan gossip-journalist Henk van der Meijden. Hij kreeg er landeüjke be kendheid door. Een dag nadat hij de cel deur definitief achter zich dichtsloeg, or ganiseerde hij voor de happy few een uit bundig feest met veel champagne en ka viaar. Hij werkte mee aan talkshows en gaf gastcolleges op de School voor de Journalistiek in Utrecht en aan de Eras mus Universiteit in Rotterdam. In totaal verschenen drie boeken over hem. Het laatste: SA 14 NL, Heer Olivier als ge heim agent - van de hand van Haarlem mer Bert Voskuil, verslaggever van Nieuwe Revu - kwam een paar weken ge leden op de markt. Dat geeft een gedetail leerd beeld van het werk dat Olivier tegen woordig doet. In het waar gebeurde ver haal is hij de spil in een breed opgezette operatie van BVD, CID en de Amerikaan se douane om de drugsmaffia de grootste financiële klap in de geschiedenis toe te brengen. Daarbij moest een van de mach tigste witwassers in de wereld, een drugs baron uit Aruba, in de val worden gelokt. Olivier gebruikte al zijn kennis en contac ten uit zijn roemruchte carrière om de man twee miljard dollar afhandig te ma ken. Dat geld zou hij aan de autoriteiten toespelen. De hele transactie mislukte echter, waardoor Olivier zijn toelage - zes tig miljoen gulden - misliep. Briljantjes «MBW Meesteroplichter Ari Olivier: Slim, sluw, volgens sommigen zelfs briljant en vooral charmant. Op het eerste gezicht is Olivier nauwelijks veranderd. De 'provinciale' charmeur van weleer (inmiddels 55) ziet er met zijn in drukwekkende postuur (1.90 meter) nog steeds goed en verzorgd uit. Geen maat kostuum deze ochtend vanwege de ver stikkende warmte, maar zomerse kledij. Het gebruinde gezicht, het fraaie polshor loge en de blauwkleurige ringen met bril jantjes aan de linkerpink en de rechter ringvinger verraden een onbezorgd be staan. Binnen handbereikt ligt een draagbare te lefoon met geheim Zwitsers nummer. Het apparaat rinkelt slechts eenmaal. Een za kelijke transactie, zo blijkt. Want in de wonderlijke wereld van valse en schone schijn is voor de 'failliete' veelvoudige mil jonair uit Nieuw Vennep altijd wel 'wat te doen'. Behalve als het gaat om wapens, geweld en drugs. „Te gevaarlijk", heeft hij altijd gevonden. „Er valt in die handel veel te verdienen, maar er gaan ook veel levens verloren." „Trouwens", vergelijkt hij de scene met vroeger, „in de tijd dat ik grappen uithaal de, werd er minder op elkaar geschoten. Het is nu veel harder geworden. Waarom? Omdat buitenlanders de overhand heb ben gekregen in de Nederlandse onderwe reld. Steeds meer voormalige Joegoslaven maken de dienst uit. Ze komen onder het mom van asielzoeker binnen en infiltreren in de criminele wereld om zwart geld wit te wassen." Olivier zocht in het recente verleden zijn slachtoffers vooral in zakencircuits. Daar bij hanteerde hij het principe: 'als ik de boel niet oplicht dan doet een ander het wel'. „Ik zeg altijd: iedereen is te koop, al leen de prijs verschilt. Je ziet corruptie overal om je heen, in het groot en in het klein. Uit pure hebzucht worden de gren zen van de wet en het fatsoen heel gemak kelijk overschreden. Ik schat dat 30 pro cent van onze samenleving echt eerlijk is. Zeventig procent doet alles. Van belas tingfraude, het oplichten van de vakantie verzekering, het opkopen van gestolen goederen tot het stelen van sigaren op re cepties. In de zakenwereld, in de politiek, bij justitie en politie is het niet anders. Vooral mensen die hoog te paard zitten. Ze doen - net als ik vroeger - zaken die moreel op, of óver het randje van het toe laatbare lopen. Maar ze wijzen nog steeds naar mij. Het is prima dat er recht is. Maar als ik me aan de regels moet houden, dan geldt dat toch zeker ook voor de mensen die zijn aangesteld om dat recht te hand haven?" Voorbeelden daarvan heeft hij genoeg. Zelf kocht hij - met succes - tweemaal een officier van justitie om. Met politiefunctio narissen, registeraccountants en notaris sen is het in zijn ogen van hetzelfde laken een pak. „Ze hebben allemaal boter op hun hoofd. Neem zo'n Korthals Altes, voormalig minister van justitie. Was zelf ooit betrokken bij een olieschandaal en die Slavenburg-affaire. Uitgerekend van hem mocht ik de bajes niet uit om één dag je naar Den Haag te gaan teneinde mijn rechtenstudie af te ronden." Normbesef Olivier zag hoe menigeen een graantje uit de ruif meepikte en ging hetzelfde doen,. „Er wordt wel eens gezegd: misdaad loont niet. Maar dat spreekwoord is niet uitge vonden door de man of vrouw die in deze wereld actief is. Als iemand mij vertelde dat hij via slinkse wegen een miljoen gul den winst had gemaakt, wilde ik aantonen dat ik twee miljoen kon pakken. Want ik was toch altijd slimmer. Daardoor raakte mijn normbesef zoek. Maar gewetensbe zwaren, nee die had ik toen niet. Daarvoor was geld te belangrijk voor me. Ik was al tijd bang dat ik er te weinig van zou heb ben. Natuurlijk had ik kunnen gaan stu deren, een goede baan kunnen zoeken en een leuk pensioen kunnen opbouwen. Maar daarmee had ik lang niet bereikt wat ik nu heb kunnen rauzen." Bij wet is het hem nu verboden zaken te doen. „Officieel doe ik niets, maar tóch leef ik bovenmodaal", klinkt het raadsel achtig. „Hoe dat kan? Ach, vroeger was ik goed voor mijn vrienden. Nu zijn zij het voor mij. De handel blijft gewoon op mijn reputatie afkomen. Ze benaderen me om dat ze de kennis ontberen en de contacten niet hebben om een probleem zelf op te lossen. Als ik het leuk vind en er zin in heb, help ik ze." Voor het geld hoeft hij geen streken meer uit te halen. Toch kruipt kennelijk het bloed waar het niet gaan kan. Hij opereert in wat hij noemt 'een groot grijs circuit'. Gebruikmakend van 'legale sluizen' om - buiten het wakende oog van allerlei in stanties - de eigen portemonnee te spek ken, bankrekeningen op een andere naam te openen, verworven onroerend goed in binnen- en buitenland te behouden en fis cale heffingen te ontlopen. „Elk jaar valt er bij mij zo'n blauwe brief in de bus. Afge lopen jaar was de aanslag 1.978.000 gul den. Maar ja, die stuur ik gewoon door naar de curator, want ik ben tien jaar gele den failliet verklaard", grinnikt hij. het interessant is, duik ik er als een tijger bovenop en laat het dan ook niet meer los." Die vastberadenheid bezorgde hem de naam 'hard en meedogenloos' te zijn. Ge dupeerden, rechters, advocaten en andere justitiële vertegenwoordigers noemden hem 'een keiharde ritselaar in rooie rug gen', 'een ordinaire misdadiger', en 'een arrogante, zelfvoldane en niets ontziende persoonlijkheid'. Eerlijker De Nieuwvenneper wordt er nog dagelijks mee geconfronteerd. „Voor de buitenwe reld ben en blijf ik de meesteroplichter", gromt hij verongelijkt. „Maar tien jaar na dato begint me dat zo langzamerhand de keel uit te hangen. Ik heb mijn straf gehad en uitgezeten. Daar zeur ik niet over. La ten anderen mij dan ook niet voortdurend confronteren met het beeld van vroeger. Ik heb heus geen supportersvereniging nodig. En heb evenmin de behoefte aan randdebielen die de duim omhoog steken en zeggen hoe slim ik ben. Ik wil gewoon Ari Olivier zijn. Dat lukt echter niet in dit klootjesland. Als je een keer je neus flink hebt gestoten, ben je exit. Ik leef zoals ik leef, ook al benadert dat niet altijd de hoogste graad van perfectie. Ik teer in elk geval niet op de zak van de gemeenschap en heb er ook nooit een beroep op gedaan. Natuurlijk was ik vroeger een boef. Maar nu niet meer. Ik ben eerlijker geworden, zij het dat ik nog altijd kijk hoe ver ik kan gaan. Het blijft voor mij een spel. In dat opzicht ben ik niet veranderd. In tegen deel. Ik regel mijn zaakjes alleen beter dan in het verleden. Achteraf gezien had ik dat eerder moeten doen. Wat me nu wordt aangeboden is lucratiever dan wat ik vroeger heb gedaan." En ook minder kostbaar. Want Olivier hield zich vroeger graag op in de schijnwe reld van glitter en glamour, dure auto's, kapitale villa's en mooie vrouwen. Hij haalde, wat hij nu noemt, kwajongens streken uit 'om erbij te horen'. „Op die leeftijd, zo rond de dertig", memoreert hij, „koppel je geld aan een bepaalde status. Dat had ik zat. Kon gaan en staan waai- ik wilde. Niets was gek genoeg. Beetje uitda gen en provoceren. In een Rolls Royce rij den, flink uitgaan, gokken in casino's. Ik voelde me echt het baasje. Zag er boven dien goed uit en leefde er maar een beetje op los. Ook met vrouwen. Wat kon mij het schelen als het over ging. Als terugkijk zeg ik: wat een kwal was ik toen." Vier huwelijken gingen kapot, voordat hij rust vond bij zijn huidige Poolse levens partner. Goshia. „Doormijn gedrag heb ik mezelf toch in de vingers gesneden", reali seert hij zich. „Ik mag mijn zoon Boris niet meer zien. Hij is nu 21. Ik moet van ande ren horen hoe hij er uit ziet, dat hij in Hille- gom woont en hoe het met hem gaat. Daar heb ik veel verdriet van. Aanvankelijk was er tot zijn vierde jaar een omgangsre geling. Haalde ik hem op met mijn Rolls Royce, vond-ie prachtig. Hij kreeg niet één, maar tien T-shits tegelijk en mocht in de speelgoedwinkel uitzoeken wat-ie wil de. Zijn moeder vond dat ik hem te veel verwende. Ik voel me niet te groot om dat te erkennen. Maai' ze heeft hem te veel op gevoed met verhalen over mijn wilde tijd, zodat die jongen een eenzijdig beeld van Verzekering Het is Ari Olivier ten voeten uit: slim, sluw, volgens sommigen zelfs briljant en vooral charmant. Een grootmeester die enkele zetten vooruit denkt. En voor alles een oplossing weet. Ook wanneer bijvoor beeld geen enkele maatschappij voor hem een ziektekostenverzekering wil afsluiten. „Ik zit veel in het buitenland, dus heb ik in België een permanente reisverzekering af gesloten. Voor negenenegentig gulden ben je klaar." Na een korte adempauze: „Nee, -ik vind mezelf niet buitensporig intelligent. Zij het dat ik me in de gevangenis - dank zij veel vrije tijd en een gratis studiebeurs van de overheid - aardig heb kunnen bij scholen. Ik weet wat mijn kwaliteiten en tekortkomingen zijn. Daar werk ik mee. Mijn gave is geld verdienen. Ik zie de ga ten en daar snijd ik op in. Als ik ruik dat Heer Olivier werd in 1982 door de Belgische autoriteiten aan Nederland uitgele verd. fotoarchief PZC Als kiiid had. Ari Olivier al zijn eigen manier om links en rechts wat te graaien of te ritselen. „Ik heb de sleutel van de brandkast van mijn grootvader ivel eens 'geleend' om mijn eigen budget wat aan te vullen. Want mijn zakgeld stond nog op een vooroorlogs tarief." Ari Oliviergeboren op 20 augustus 1939 in Hoofddorp, groeide op in Nieuw Ven nep. Hij kwam in de oorlogstijd tijdelijk onder de hoede van zijn welgestelde grootouders, 'omdat ze meer te eten hadden'. Na 1950 voegde hij zich weer bij zijn moeder en stiefvader in Heemstede, maar keerde terug naar Nieuw Vennep toen zijn ouders naar Nieuiv-Guinea vertrokken, In '55 vond in de tropen de hereni ging met zijn ouders plaats. Twee jaar later zette het drietal weer voet op Neder landse bodem. Na zijn diensttijd werkte Ari Olivier in de bush van Monrovia Liberial en in Nieuw Guinea. In de ivinter van '62 ging hij naar Duitslandwaar hij de nacht clubeigenares Renate Viehman ontmoette. In '63 trouwde hij met haar in Hoofd- do7p. De twee leefden er aanvankelijk uitbundig op los. Ze maakten reisjes naar Las Vegas, gaven veel geld uit aan gokken, reden rond in de Mercedes 300 van zanger Freddy Quinn en kochten een hotel met tachtig kamers en een royaal restaurant, Het huivelijk liep stuk nadat Ari Olivier op 24-jarige leeftijd voor de eerste keer werd veroordeeld. Hij zou met zijn gladde tong bij het Haarlemse automobielbedrijf Kimman twee Jaguars ter waarde van 52.000 gulden met een ongedekte cheque hebben losgepraat. Hij ontkende, maar kreeg toch zeven maanden gevangenisstraf. De verbittering was zo groot dat de Nieuwvenneper het grootschaliger ging aan pakken. Hij zag hoe het in de zakenwereld werkte en ontwikkelde een 'Jïngerspit- zen' gevoel voor 'waar het grote geld' viel te halen. Hij handelde onder meer in opalen, goud, auto's en zwarte en valse dollars. Miljoenen guldens werden de inzet van praktijken en projecten (in binnen- en buitenland), die het daglicht niet konden verdragen. Tussen '77 en 'SI tilde hij banken en particulieren voor ruim 7,5 miljoen gulden. Vaak ontsprong hij de justitiële dans, maar in '81 werd hij in België ivegens zwen- delpraktijken tot drie jaar cel veroordeeld. De meeste aandacht kreeg Olivier toen hij - weer op vrije voeten - in Parijs werd gearresteerd. Hij bleek notaris Slis-Stroom, die overigens later zelf ook werd veroordeeld en uit haar ambt werd gezet, drie miljoen lichter te hebben gemaakt. De rechter veroordeelde hem tot vier jaar. Dank zij zijn raadsman mr Max Moszkowicz kwam Olivier beduidend eerder vrij, In mei '86 belandde hij opnieuw, nu voor zes maanden, achter de tralies. Ditmaal wegens oplichting van een vrouw ziit Aerdenhout. Sindsdien kivam hij niet meer met justitie in aanraking. Tot een paar jaar geleden. Maar nu in dienst van de overheid: als geheim agent. me kreeg. Dat heb ik niet verdiend. Ik ben niet meer zoals vroeger. Ik hoop dat hij ooit weer contact met me zoekt." De wilde jaren liggen inmiddels ver achter hem. „Ik ben rustiger en milder gewor den", zegt hij. „Al besefik datje zoiets ge makkelijk kunt zeggen als je je zakken goed hebt gevuld. Gooi het geld niet meer over de balk. Ik geniet meer van het leven dan vroeger. Wil ook niet weg uit Nieuw Vennep. Ik heb wel een dure auto, maar woon in een normaal rijtjeshuis. Noem het maar een stukje psychologie om een be paald imago buiten de deur te houden. Ik hoef geen rietgedekte villa in Laren. Heb ik ooit gehad. Maar dat heeft in zo'n buurt ook nadelen. Toen ik een voorruitje van mijn deur liet vervangen, schreef een rod delblad dat mijn woning kogelvrij werd gemaakt. Nee, laat mij maar lekker hier tussen de boertjes zitten. Toen ik zeven jaar geleden in dit dorp kwam wonen, werd ik uiteraard gewantrouwd, maar langzamerhand is er een perfecte relatie met de buren en de omgeving gegroeid. Bij de plaatselijke juwelier loop ik zo naar binnen en krijg ik probleemloos sieraden op zicht mee. Vroeger deed ik zulke din gen niet. Uit angst dat het verkeerd zou worden opgevat." Te rustig moet het echter voor Olivier ook niet worden. Vandaar dat hij tegenwoor dig als dubbelagent voor de Nederlandse overheid 'geheime' missies uitvoert. Voor de Binnenlandse Veiligheids Dienst en Centrale Inlichtingen Dienst is hij de ideale man om criminele netwerken bloot te leggen. „Deze instanties hebben men sen zoals ik keihard nodig. Ik heb de ken nis en de contacten. Maar ook het avon tuur en de spanning spreken me aan. Bo vendien is het op deze manier mogelijk te laten zien dat er een andere kant zit aan heer Olivier." Opsporingsapparaat Een aantal operaties heeft hij al achter de rug. Maar echt efficiënt wordt er bij deze instanties niet altijd gewerkt, vindt hij. Wat ontbreekt, zijn in zijn ogen een be hoorlijk budget en goed personeel. „In dit land laat de overheid zich bestelen. Onno dig. Ik zou zeggen: Nederlandse Staat, in vesteer een half miljoen in opsporingsap paraten. Dat betaalt zich vanzelf terug wanneer zo'n ondernemening slaagt. Het zou de schatkist miljoenen guldens extra opleveren. Hoeven ze ook niet meer zo moeilijk te doen over die aow. Maai' het gebeurt niet. Ik heb meegemaakt dat be paalde projecten niet konden doorgaan omdat rechercheurs zich beriepen op atv- dagen of vrije uren. Dat gelóóf je toch niet...?! Over sommige dingen heb ik me helemaal verbaasd. Er zijn politiemensen die in de criminele wereld proberen te in- filteren, maar direct al door de mand val len. Komen ze in dure kostuums van Tip de Bruin aankakken, maar dragen er de verkeerde schoenen bij of hebben een Ro- lex-horloge om hun pols met een valse briljant erin. Amateurs mag je niet inzet ten in dit soort zaken. Op zo'n manier zijn en blijven justitie en politie vier slagen achter op de criminele wereld." Bang voor een afrekening of een wraakac tie uit de voor hem zo bekende hoek is hij niet. „Vroeger wel. nu niet meer", merkt hij op. „Ik heb zo mijn contacten. Boven dien liggen er goede afspraken met de po litie. Ze waarschuwen me wel als het nodig is. Dan knijp ik er even tussenuit. Natuur lijk heb ik zelf ook mijn maatregelen geno men. Ik laat me geen gewillig slachtoffer maken. Ik kijk heus wel uit." De pretoogjes verraden dat hij van zijn nieuwe rol geniet. De slotvraag of hij er gens spijt van heeft, beantwoordt hij di plomatiek: „Ik ben nergens trots op. Het leven is gelopen zoals het is gegaan. Er valt niets terug te draaien. Ik heb gezorgd dat ik zorgeloos door het leven kan. De be hoefte nog iets groots te verrichten, is er eigenlijk niet. Ja, misschien minister van financiën worden. Niet vanwege het sala ris, maar om te laten zien dat het ook heel anders kan. Ik heb wel eens gezegd: laat me twee weken op een belastingkantoor werken, dan zal ik de mensen aanwijzen die de fiscus tillen en de inspecteurs er bij vertellen hoe ze het doen. Als schatkistbe waarder van Nederland zou ik ook zo han delen. Kan ik de Staat echt miljoenen be zorgen." VVim Bank en Ad Heesbeen Laatst moest ik bij de ko ningin zijn. Ze gaf een tuinfeestje en op mijn deur mat was een xiitnodiging met het bekende gouden kroontje beland. Hare Ma jesteit, zo schreef de Lord Chamberlain (de hofmees ter), zou de aanwezigheid van 'de heer en mevrouw Cees van Zweeden' zeer op prijs stellen. Ik hees mij in mijn beste pak, een zijden exemplaar van Yves Saint Laurent. Mijn vrouw ging hoogge hakt, strakgerokt, en met hoed. Hoewel wij ons vaker in ho ge kringen bewogen, had den wij realiteitszin genoeg om thuis wat beleefdheids buigingen in te studeren. Wij kwamen niet elke week bij de vorstin over de vloer, maar dat hoefden de an dere genodigden niet gelijk te merken. Wij waren wat vroeg, zodat wij op weg naar het paleis nog even bij de Ritz binnen wipten. Ik gebruik hier ge regeld een lunch, hoewel al tijd op uitnodiging van mensen met diepe zakken. Maar in de wetenschap dat de koks ten paleize al voor ons bezig waren, volston den we nu met elk een vruchtensapje. We waren slechts 25 gulden kwijt. Bij Buckingham Palace baanden ive ons een weg door het gepeupel dat zich in groten getale bij het hek had opgesteld om een glimp op te vangen van mensen zoals wij. Het volk ging ge kleed in veelkleurige jeans en korte broeken, maar wij lachten vriendelijk. We kuierden loom over het enorme plein voor het pa leis en slenterden naar bin nen door de poort die wordt geflankeerd door paleis wachten met halfautomati- sche geweren. Weinig ge wone stervelingen beseffen dit. maar achter de poort strekt zich nog een groot binnenplein uit. Pas aan ge ne zijde van dat plein begint het eigenlijke paleis. Maar het feestje ivas dus in de tuin, achter het paleis. Gelukkig waren er een paar bekende gezichten. Douglas Hurd was er, de flegmatieke minister, en we zagen de in het paars gehul de aartsbisschop van Can terbury. Verder waren er mannen in jacquets en met hoge hoe den. en geparfumeerde da mes met hoofddeksels in de vorm van een fruitmand. Wat echter vooral opviel, was hun aantal. Wij ston- den op het bordes en lieten onze verbaasde ogen glij den over een tuin ter groot te van Hyde Park. In die tuin stojid een menigte van 8.000 mensen. Wij hadde7i wel eens ge hoord dat de aristocratie een bedreigde diersoort ivas, maar hier liepen dui zenden exemplaren in het ivild rond. Zo veel hoogmo- genden ware7i toege stroomd dat de vorstin enige voorzieningen had moeten treffen in haar tuin. Zo was er een tent van het Rode Kruis, waarvan de in gang werd gemarkeerd door twee ambulances. En er waren toiletten, die ech ter in tegejistelling tot de openbare toiletten in de Londense parken geen kroo7itjes-papier hadden. Borden wezen de weg aan genodigden die ivaren ver dwaald in de bosschages achter de vijver met de fla mingo's. Wij ware7i zo druk met de kritische analyse van de ge- krijtstreepte billentikkers en de geparfumeerde fruit manden, dat wij bijna wa ren vergeten dat er ook nog zoiets als een koningin was. Maar om precies 4.00 uur klonk het 'God Save The Queen'stokte het geroeze moes, en blikten duizenden aristocratische ogen om hoog naar het bordes. Een zijdeur ging open, en daar was ze, prins Charles in haar kielzog. Het feest kon beginnen.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 31