Heer Olivier blijft hoog spel spelen
PZC
Gentleman-
oplichter
reportage
31
Ten paleize
ZATERDAG 23 JULI 1994
Begin jaren '80 werd Ari Olivier
ontmaskerd als het brein achter
een reeks van geruchtmakende
fraudezaken. De 'grootste gentleman-
oplichter van Europa' werd voor
diverse affaires bij elkaar tot acht
jaar cel veroordeeld. Van die straf
zat hij 42 maanden en 5 dagen uit.
Lange tijd is het stil geweest rondom
'Heer' Olivier. Maar stil zitten doet
de 55-jarige Nieuwvenneper nooit.
Sinds kort opereert hij in de voor
hem hoogst ongebruikelijke rol als
'geheim agent'. Binnenkort gaat hij
ook nog meewerken aan een tv-
produktie van Veronica over
corruptie en fraude. „Ik heb tips
genoeg."
Ergens midden in het interview plant
een agent zijn ronkende motor naast
het tafeltje op het buitenterras van land
goed Groenendaal in Heemstede. Zonder
de andere gesprekspartners een blik
waardig te gunnen richt hij zich direct tot
Ari Olivier, alsof hij hem als zijn schaduw
heeft gevolgd.
„Die auto daar", wijst hij op een peper
dure Daimler, die onder een paar bomen
staat gestald, „die wagen is toch van u?"
Olivier knikt bevestigend.
„Weet u niet", gaat de politieman verder,
„dat er vakken zijn om uw auto in te plaat
sen?"
„Ja", blijft Olivier vriendelijk. „Maar ik
parkeer 'm al jaren op die plek. Mag van
Hein, de eigenaar van het restaurant.
Maar ik wil 'm best wegzetten hoor!"
„Graag", antwoordt de agent en rijdt ter
gend langzaam weg.
Als Olivier het klusje heeft geklaard en
weer aanschuift, zegt-ie stoïcijns. „Dit is
het enige conflict dat ik soms nog met de
politie heb."
De voormalige meester-oplichter heeft de
lachers op zijn hand. „Wie had ooit kun
nen denken dat het zover zou komen?",
leest hij de gedachten van zijn toehoor
ders. „Heer Olivier, die samenwerkt met
justitie en politie om criminelen in de val
te lokken. Ach, het kan verkeren. Al moet
ik eerlijk toegeven dat ik liever geld en
goederen lever dan daders."
De Nieuwvenneper zit er ontspannen bij.
Wisselt een Spaatje af met een biertje.
Vertelt schaamteloos over zijn besmette
verleden, praat over miljoenen alsof het
appels en peren zijn en doorspekt zijn ver
halen met ludieke en ongeloofwaardige
anekdotes. Soms reageert hij nukkig of
grimmig op vragen die hem herinneren
aan zijn duistere handel en wandel van ja
ren terug. Maar meestal verschijnt er een
grote grijns op het brede gelaat als hij met
conclusies wordt geconfronteerd. „Ik
moet voorzichtig zijn. U begint me aardig
door te krijgen, geloof ik."
Publiciteit
Olivier voelt zich zichtbaar als een vis in
het water in het mediagezelschap. Om
woorden zit hij nooit verlegen en van pu
bliciteit kan hij intens genieten. Ooit ver
strekte hij vanuit de gevangenis De Koe
pel in Haarlem een spraakmakend tv-in-
terview aan gossip-journalist Henk van
der Meijden. Hij kreeg er landeüjke be
kendheid door. Een dag nadat hij de cel
deur definitief achter zich dichtsloeg, or
ganiseerde hij voor de happy few een uit
bundig feest met veel champagne en ka
viaar. Hij werkte mee aan talkshows en
gaf gastcolleges op de School voor de
Journalistiek in Utrecht en aan de Eras
mus Universiteit in Rotterdam. In totaal
verschenen drie boeken over hem.
Het laatste: SA 14 NL, Heer Olivier als ge
heim agent - van de hand van Haarlem
mer Bert Voskuil, verslaggever van
Nieuwe Revu - kwam een paar weken ge
leden op de markt. Dat geeft een gedetail
leerd beeld van het werk dat Olivier tegen
woordig doet. In het waar gebeurde ver
haal is hij de spil in een breed opgezette
operatie van BVD, CID en de Amerikaan
se douane om de drugsmaffia de grootste
financiële klap in de geschiedenis toe te
brengen. Daarbij moest een van de mach
tigste witwassers in de wereld, een drugs
baron uit Aruba, in de val worden gelokt.
Olivier gebruikte al zijn kennis en contac
ten uit zijn roemruchte carrière om de
man twee miljard dollar afhandig te ma
ken. Dat geld zou hij aan de autoriteiten
toespelen. De hele transactie mislukte
echter, waardoor Olivier zijn toelage - zes
tig miljoen gulden - misliep.
Briljantjes
«MBW
Meesteroplichter Ari Olivier: Slim, sluw, volgens sommigen zelfs briljant en vooral charmant.
Op het eerste gezicht is Olivier nauwelijks
veranderd. De 'provinciale' charmeur van
weleer (inmiddels 55) ziet er met zijn in
drukwekkende postuur (1.90 meter) nog
steeds goed en verzorgd uit. Geen maat
kostuum deze ochtend vanwege de ver
stikkende warmte, maar zomerse kledij.
Het gebruinde gezicht, het fraaie polshor
loge en de blauwkleurige ringen met bril
jantjes aan de linkerpink en de rechter
ringvinger verraden een onbezorgd be
staan.
Binnen handbereikt ligt een draagbare te
lefoon met geheim Zwitsers nummer. Het
apparaat rinkelt slechts eenmaal. Een za
kelijke transactie, zo blijkt. Want in de
wonderlijke wereld van valse en schone
schijn is voor de 'failliete' veelvoudige mil
jonair uit Nieuw Vennep altijd wel 'wat te
doen'. Behalve als het gaat om wapens,
geweld en drugs. „Te gevaarlijk", heeft hij
altijd gevonden. „Er valt in die handel
veel te verdienen, maar er gaan ook veel
levens verloren."
„Trouwens", vergelijkt hij de scene met
vroeger, „in de tijd dat ik grappen uithaal
de, werd er minder op elkaar geschoten.
Het is nu veel harder geworden. Waarom?
Omdat buitenlanders de overhand heb
ben gekregen in de Nederlandse onderwe
reld. Steeds meer voormalige Joegoslaven
maken de dienst uit. Ze komen onder het
mom van asielzoeker binnen en infiltreren
in de criminele wereld om zwart geld wit te
wassen."
Olivier zocht in het recente verleden zijn
slachtoffers vooral in zakencircuits. Daar
bij hanteerde hij het principe: 'als ik de
boel niet oplicht dan doet een ander het
wel'. „Ik zeg altijd: iedereen is te koop, al
leen de prijs verschilt. Je ziet corruptie
overal om je heen, in het groot en in het
klein. Uit pure hebzucht worden de gren
zen van de wet en het fatsoen heel gemak
kelijk overschreden. Ik schat dat 30 pro
cent van onze samenleving echt eerlijk is.
Zeventig procent doet alles. Van belas
tingfraude, het oplichten van de vakantie
verzekering, het opkopen van gestolen
goederen tot het stelen van sigaren op re
cepties. In de zakenwereld, in de politiek,
bij justitie en politie is het niet anders.
Vooral mensen die hoog te paard zitten.
Ze doen - net als ik vroeger - zaken die
moreel op, of óver het randje van het toe
laatbare lopen. Maar ze wijzen nog steeds
naar mij. Het is prima dat er recht is. Maar
als ik me aan de regels moet houden, dan
geldt dat toch zeker ook voor de mensen
die zijn aangesteld om dat recht te hand
haven?"
Voorbeelden daarvan heeft hij genoeg.
Zelf kocht hij - met succes - tweemaal een
officier van justitie om. Met politiefunctio
narissen, registeraccountants en notaris
sen is het in zijn ogen van hetzelfde laken
een pak. „Ze hebben allemaal boter op
hun hoofd. Neem zo'n Korthals Altes,
voormalig minister van justitie. Was zelf
ooit betrokken bij een olieschandaal en
die Slavenburg-affaire. Uitgerekend van
hem mocht ik de bajes niet uit om één dag
je naar Den Haag te gaan teneinde mijn
rechtenstudie af te ronden."
Normbesef
Olivier zag hoe menigeen een graantje uit
de ruif meepikte en ging hetzelfde doen,.
„Er wordt wel eens gezegd: misdaad loont
niet. Maar dat spreekwoord is niet uitge
vonden door de man of vrouw die in deze
wereld actief is. Als iemand mij vertelde
dat hij via slinkse wegen een miljoen gul
den winst had gemaakt, wilde ik aantonen
dat ik twee miljoen kon pakken. Want ik
was toch altijd slimmer. Daardoor raakte
mijn normbesef zoek. Maar gewetensbe
zwaren, nee die had ik toen niet. Daarvoor
was geld te belangrijk voor me. Ik was al
tijd bang dat ik er te weinig van zou heb
ben. Natuurlijk had ik kunnen gaan stu
deren, een goede baan kunnen zoeken en
een leuk pensioen kunnen opbouwen.
Maar daarmee had ik lang niet bereikt
wat ik nu heb kunnen rauzen."
Bij wet is het hem nu verboden zaken te
doen. „Officieel doe ik niets, maar tóch
leef ik bovenmodaal", klinkt het raadsel
achtig. „Hoe dat kan? Ach, vroeger was ik
goed voor mijn vrienden. Nu zijn zij het
voor mij. De handel blijft gewoon op mijn
reputatie afkomen. Ze benaderen me om
dat ze de kennis ontberen en de contacten
niet hebben om een probleem zelf op te
lossen. Als ik het leuk vind en er zin in heb,
help ik ze."
Voor het geld hoeft hij geen streken meer
uit te halen. Toch kruipt kennelijk het
bloed waar het niet gaan kan. Hij opereert
in wat hij noemt 'een groot grijs circuit'.
Gebruikmakend van 'legale sluizen' om -
buiten het wakende oog van allerlei in
stanties - de eigen portemonnee te spek
ken, bankrekeningen op een andere naam
te openen, verworven onroerend goed in
binnen- en buitenland te behouden en fis
cale heffingen te ontlopen. „Elk jaar valt
er bij mij zo'n blauwe brief in de bus. Afge
lopen jaar was de aanslag 1.978.000 gul
den. Maar ja, die stuur ik gewoon door
naar de curator, want ik ben tien jaar gele
den failliet verklaard", grinnikt hij.
het interessant is, duik ik er als een tijger
bovenop en laat het dan ook niet meer
los."
Die vastberadenheid bezorgde hem de
naam 'hard en meedogenloos' te zijn. Ge
dupeerden, rechters, advocaten en andere
justitiële vertegenwoordigers noemden
hem 'een keiharde ritselaar in rooie rug
gen', 'een ordinaire misdadiger', en 'een
arrogante, zelfvoldane en niets ontziende
persoonlijkheid'.
Eerlijker
De Nieuwvenneper wordt er nog dagelijks
mee geconfronteerd. „Voor de buitenwe
reld ben en blijf ik de meesteroplichter",
gromt hij verongelijkt. „Maar tien jaar na
dato begint me dat zo langzamerhand de
keel uit te hangen. Ik heb mijn straf gehad
en uitgezeten. Daar zeur ik niet over. La
ten anderen mij dan ook niet voortdurend
confronteren met het beeld van vroeger.
Ik heb heus geen supportersvereniging
nodig. En heb evenmin de behoefte aan
randdebielen die de duim omhoog steken
en zeggen hoe slim ik ben. Ik wil gewoon
Ari Olivier zijn. Dat lukt echter niet in dit
klootjesland. Als je een keer je neus flink
hebt gestoten, ben je exit. Ik leef zoals ik
leef, ook al benadert dat niet altijd de
hoogste graad van perfectie. Ik teer in elk
geval niet op de zak van de gemeenschap
en heb er ook nooit een beroep op gedaan.
Natuurlijk was ik vroeger een boef. Maar
nu niet meer. Ik ben eerlijker geworden, zij
het dat ik nog altijd kijk hoe ver ik kan
gaan. Het blijft voor mij een spel. In dat
opzicht ben ik niet veranderd. In tegen
deel. Ik regel mijn zaakjes alleen beter dan
in het verleden. Achteraf gezien had ik dat
eerder moeten doen. Wat me nu wordt
aangeboden is lucratiever dan wat ik
vroeger heb gedaan."
En ook minder kostbaar. Want Olivier
hield zich vroeger graag op in de schijnwe
reld van glitter en glamour, dure auto's,
kapitale villa's en mooie vrouwen. Hij
haalde, wat hij nu noemt, kwajongens
streken uit 'om erbij te horen'. „Op die
leeftijd, zo rond de dertig", memoreert hij,
„koppel je geld aan een bepaalde status.
Dat had ik zat. Kon gaan en staan waai- ik
wilde. Niets was gek genoeg. Beetje uitda
gen en provoceren. In een Rolls Royce rij
den, flink uitgaan, gokken in casino's. Ik
voelde me echt het baasje. Zag er boven
dien goed uit en leefde er maar een beetje
op los. Ook met vrouwen. Wat kon mij het
schelen als het over ging. Als terugkijk zeg
ik: wat een kwal was ik toen."
Vier huwelijken gingen kapot, voordat hij
rust vond bij zijn huidige Poolse levens
partner. Goshia. „Doormijn gedrag heb ik
mezelf toch in de vingers gesneden", reali
seert hij zich. „Ik mag mijn zoon Boris niet
meer zien. Hij is nu 21. Ik moet van ande
ren horen hoe hij er uit ziet, dat hij in Hille-
gom woont en hoe het met hem gaat. Daar
heb ik veel verdriet van. Aanvankelijk
was er tot zijn vierde jaar een omgangsre
geling. Haalde ik hem op met mijn Rolls
Royce, vond-ie prachtig. Hij kreeg niet
één, maar tien T-shits tegelijk en mocht in
de speelgoedwinkel uitzoeken wat-ie wil
de. Zijn moeder vond dat ik hem te veel
verwende. Ik voel me niet te groot om dat
te erkennen. Maai' ze heeft hem te veel op
gevoed met verhalen over mijn wilde tijd,
zodat die jongen een eenzijdig beeld van
Verzekering
Het is Ari Olivier ten voeten uit: slim,
sluw, volgens sommigen zelfs briljant en
vooral charmant. Een grootmeester die
enkele zetten vooruit denkt. En voor alles
een oplossing weet. Ook wanneer bijvoor
beeld geen enkele maatschappij voor hem
een ziektekostenverzekering wil afsluiten.
„Ik zit veel in het buitenland, dus heb ik in
België een permanente reisverzekering af
gesloten. Voor negenenegentig gulden
ben je klaar."
Na een korte adempauze: „Nee, -ik vind
mezelf niet buitensporig intelligent. Zij
het dat ik me in de gevangenis - dank zij
veel vrije tijd en een gratis studiebeurs
van de overheid - aardig heb kunnen bij
scholen. Ik weet wat mijn kwaliteiten en
tekortkomingen zijn. Daar werk ik mee.
Mijn gave is geld verdienen. Ik zie de ga
ten en daar snijd ik op in. Als ik ruik dat
Heer Olivier werd in 1982 door de Belgische autoriteiten aan Nederland uitgele
verd. fotoarchief PZC
Als kiiid had. Ari Olivier al zijn eigen manier om links en rechts wat te graaien
of te ritselen. „Ik heb de sleutel van de brandkast van mijn grootvader ivel
eens 'geleend' om mijn eigen budget wat aan te vullen. Want mijn zakgeld stond
nog op een vooroorlogs tarief."
Ari Oliviergeboren op 20 augustus 1939 in Hoofddorp, groeide op in Nieuw Ven
nep. Hij kwam in de oorlogstijd tijdelijk onder de hoede van zijn welgestelde
grootouders, 'omdat ze meer te eten hadden'. Na 1950 voegde hij zich weer bij zijn
moeder en stiefvader in Heemstede, maar keerde terug naar Nieuw Vennep toen
zijn ouders naar Nieuiv-Guinea vertrokken, In '55 vond in de tropen de hereni
ging met zijn ouders plaats. Twee jaar later zette het drietal weer voet op Neder
landse bodem.
Na zijn diensttijd werkte Ari Olivier in de bush van Monrovia Liberial en in
Nieuw Guinea. In de ivinter van '62 ging hij naar Duitslandwaar hij de nacht
clubeigenares Renate Viehman ontmoette. In '63 trouwde hij met haar in Hoofd-
do7p. De twee leefden er aanvankelijk uitbundig op los. Ze maakten reisjes naar
Las Vegas, gaven veel geld uit aan gokken, reden rond in de Mercedes 300 van
zanger Freddy Quinn en kochten een hotel met tachtig kamers en een royaal
restaurant, Het huivelijk liep stuk nadat Ari Olivier op 24-jarige leeftijd voor de
eerste keer werd veroordeeld. Hij zou met zijn gladde tong bij het Haarlemse
automobielbedrijf Kimman twee Jaguars ter waarde van 52.000 gulden met een
ongedekte cheque hebben losgepraat. Hij ontkende, maar kreeg toch zeven
maanden gevangenisstraf.
De verbittering was zo groot dat de Nieuwvenneper het grootschaliger ging aan
pakken. Hij zag hoe het in de zakenwereld werkte en ontwikkelde een 'Jïngerspit-
zen' gevoel voor 'waar het grote geld' viel te halen. Hij handelde onder meer in
opalen, goud, auto's en zwarte en valse dollars. Miljoenen guldens werden de
inzet van praktijken en projecten (in binnen- en buitenland), die het daglicht niet
konden verdragen. Tussen '77 en 'SI tilde hij banken en particulieren voor ruim
7,5 miljoen gulden.
Vaak ontsprong hij de justitiële dans, maar in '81 werd hij in België ivegens zwen-
delpraktijken tot drie jaar cel veroordeeld. De meeste aandacht kreeg Olivier
toen hij - weer op vrije voeten - in Parijs werd gearresteerd. Hij bleek notaris
Slis-Stroom, die overigens later zelf ook werd veroordeeld en uit haar ambt werd
gezet, drie miljoen lichter te hebben gemaakt. De rechter veroordeelde hem tot
vier jaar. Dank zij zijn raadsman mr Max Moszkowicz kwam Olivier beduidend
eerder vrij, In mei '86 belandde hij opnieuw, nu voor zes maanden, achter de
tralies. Ditmaal wegens oplichting van een vrouw ziit Aerdenhout. Sindsdien
kivam hij niet meer met justitie in aanraking. Tot een paar jaar geleden. Maar nu
in dienst van de overheid: als geheim agent.
me kreeg. Dat heb ik niet verdiend. Ik ben
niet meer zoals vroeger. Ik hoop dat hij
ooit weer contact met me zoekt."
De wilde jaren liggen inmiddels ver achter
hem. „Ik ben rustiger en milder gewor
den", zegt hij. „Al besefik datje zoiets ge
makkelijk kunt zeggen als je je zakken
goed hebt gevuld. Gooi het geld niet meer
over de balk. Ik geniet meer van het leven
dan vroeger. Wil ook niet weg uit Nieuw
Vennep. Ik heb wel een dure auto, maar
woon in een normaal rijtjeshuis. Noem het
maar een stukje psychologie om een be
paald imago buiten de deur te houden. Ik
hoef geen rietgedekte villa in Laren. Heb
ik ooit gehad. Maar dat heeft in zo'n buurt
ook nadelen. Toen ik een voorruitje van
mijn deur liet vervangen, schreef een rod
delblad dat mijn woning kogelvrij werd
gemaakt. Nee, laat mij maar lekker hier
tussen de boertjes zitten. Toen ik zeven
jaar geleden in dit dorp kwam wonen,
werd ik uiteraard gewantrouwd, maar
langzamerhand is er een perfecte relatie
met de buren en de omgeving gegroeid.
Bij de plaatselijke juwelier loop ik zo naar
binnen en krijg ik probleemloos sieraden
op zicht mee. Vroeger deed ik zulke din
gen niet. Uit angst dat het verkeerd zou
worden opgevat."
Te rustig moet het echter voor Olivier ook
niet worden. Vandaar dat hij tegenwoor
dig als dubbelagent voor de Nederlandse
overheid 'geheime' missies uitvoert. Voor
de Binnenlandse Veiligheids Dienst en
Centrale Inlichtingen Dienst is hij de
ideale man om criminele netwerken bloot
te leggen. „Deze instanties hebben men
sen zoals ik keihard nodig. Ik heb de ken
nis en de contacten. Maar ook het avon
tuur en de spanning spreken me aan. Bo
vendien is het op deze manier mogelijk te
laten zien dat er een andere kant zit aan
heer Olivier."
Opsporingsapparaat
Een aantal operaties heeft hij al achter de
rug. Maar echt efficiënt wordt er bij deze
instanties niet altijd gewerkt, vindt hij.
Wat ontbreekt, zijn in zijn ogen een be
hoorlijk budget en goed personeel. „In dit
land laat de overheid zich bestelen. Onno
dig. Ik zou zeggen: Nederlandse Staat, in
vesteer een half miljoen in opsporingsap
paraten. Dat betaalt zich vanzelf terug
wanneer zo'n ondernemening slaagt. Het
zou de schatkist miljoenen guldens extra
opleveren. Hoeven ze ook niet meer zo
moeilijk te doen over die aow. Maai' het
gebeurt niet. Ik heb meegemaakt dat be
paalde projecten niet konden doorgaan
omdat rechercheurs zich beriepen op atv-
dagen of vrije uren. Dat gelóóf je toch
niet...?! Over sommige dingen heb ik me
helemaal verbaasd. Er zijn politiemensen
die in de criminele wereld proberen te in-
filteren, maar direct al door de mand val
len. Komen ze in dure kostuums van Tip
de Bruin aankakken, maar dragen er de
verkeerde schoenen bij of hebben een Ro-
lex-horloge om hun pols met een valse
briljant erin. Amateurs mag je niet inzet
ten in dit soort zaken. Op zo'n manier zijn
en blijven justitie en politie vier slagen
achter op de criminele wereld."
Bang voor een afrekening of een wraakac
tie uit de voor hem zo bekende hoek is hij
niet. „Vroeger wel. nu niet meer", merkt
hij op. „Ik heb zo mijn contacten. Boven
dien liggen er goede afspraken met de po
litie. Ze waarschuwen me wel als het nodig
is. Dan knijp ik er even tussenuit. Natuur
lijk heb ik zelf ook mijn maatregelen geno
men. Ik laat me geen gewillig slachtoffer
maken. Ik kijk heus wel uit."
De pretoogjes verraden dat hij van zijn
nieuwe rol geniet. De slotvraag of hij er
gens spijt van heeft, beantwoordt hij di
plomatiek: „Ik ben nergens trots op. Het
leven is gelopen zoals het is gegaan. Er
valt niets terug te draaien. Ik heb gezorgd
dat ik zorgeloos door het leven kan. De be
hoefte nog iets groots te verrichten, is er
eigenlijk niet. Ja, misschien minister van
financiën worden. Niet vanwege het sala
ris, maar om te laten zien dat het ook heel
anders kan. Ik heb wel eens gezegd: laat
me twee weken op een belastingkantoor
werken, dan zal ik de mensen aanwijzen
die de fiscus tillen en de inspecteurs er bij
vertellen hoe ze het doen. Als schatkistbe
waarder van Nederland zou ik ook zo han
delen. Kan ik de Staat echt miljoenen be
zorgen."
VVim Bank en
Ad Heesbeen
Laatst moest ik bij de ko
ningin zijn. Ze gaf een
tuinfeestje en op mijn deur
mat was een xiitnodiging
met het bekende gouden
kroontje beland. Hare Ma
jesteit, zo schreef de Lord
Chamberlain (de hofmees
ter), zou de aanwezigheid
van 'de heer en mevrouw
Cees van Zweeden' zeer op
prijs stellen.
Ik hees mij in mijn beste
pak, een zijden exemplaar
van Yves Saint Laurent.
Mijn vrouw ging hoogge
hakt, strakgerokt, en met
hoed.
Hoewel wij ons vaker in ho
ge kringen bewogen, had
den wij realiteitszin genoeg
om thuis wat beleefdheids
buigingen in te studeren.
Wij kwamen niet elke week
bij de vorstin over de vloer,
maar dat hoefden de an
dere genodigden niet gelijk
te merken.
Wij waren wat vroeg, zodat
wij op weg naar het paleis
nog even bij de Ritz binnen
wipten. Ik gebruik hier ge
regeld een lunch, hoewel al
tijd op uitnodiging van
mensen met diepe zakken.
Maar in de wetenschap dat
de koks ten paleize al voor
ons bezig waren, volston
den we nu met elk een
vruchtensapje. We waren
slechts 25 gulden kwijt.
Bij Buckingham Palace
baanden ive ons een weg
door het gepeupel dat zich
in groten getale bij het hek
had opgesteld om een glimp
op te vangen van mensen
zoals wij. Het volk ging ge
kleed in veelkleurige jeans
en korte broeken, maar wij
lachten vriendelijk.
We kuierden loom over het
enorme plein voor het pa
leis en slenterden naar bin
nen door de poort die wordt
geflankeerd door paleis
wachten met halfautomati-
sche geweren. Weinig ge
wone stervelingen beseffen
dit. maar achter de poort
strekt zich nog een groot
binnenplein uit. Pas aan ge
ne zijde van dat plein begint
het eigenlijke paleis. Maar
het feestje ivas dus in de
tuin, achter het paleis.
Gelukkig waren er een
paar bekende gezichten.
Douglas Hurd was er, de
flegmatieke minister, en we
zagen de in het paars gehul
de aartsbisschop van Can
terbury.
Verder waren er mannen in
jacquets en met hoge hoe
den. en geparfumeerde da
mes met hoofddeksels in de
vorm van een fruitmand.
Wat echter vooral opviel,
was hun aantal. Wij ston-
den op het bordes en lieten
onze verbaasde ogen glij
den over een tuin ter groot
te van Hyde Park. In die
tuin stojid een menigte van
8.000 mensen.
Wij hadde7i wel eens ge
hoord dat de aristocratie
een bedreigde diersoort
ivas, maar hier liepen dui
zenden exemplaren in het
ivild rond. Zo veel hoogmo-
genden ware7i toege
stroomd dat de vorstin
enige voorzieningen had
moeten treffen in haar tuin.
Zo was er een tent van het
Rode Kruis, waarvan de in
gang werd gemarkeerd
door twee ambulances. En
er waren toiletten, die ech
ter in tegejistelling tot de
openbare toiletten in de
Londense parken geen
kroo7itjes-papier hadden.
Borden wezen de weg aan
genodigden die ivaren ver
dwaald in de bosschages
achter de vijver met de fla
mingo's.
Wij ware7i zo druk met de
kritische analyse van de ge-
krijtstreepte billentikkers
en de geparfumeerde fruit
manden, dat wij bijna wa
ren vergeten dat er ook nog
zoiets als een koningin was.
Maar om precies 4.00 uur
klonk het 'God Save The
Queen'stokte het geroeze
moes, en blikten duizenden
aristocratische ogen om
hoog naar het bordes. Een
zijdeur ging open, en daar
was ze, prins Charles in
haar kielzog.
Het feest kon beginnen.