Ze janken er lekker
ouderwets op los
Luka Bloom
wortelt in
Ierse grond
PZC
Stones scoren met
Voodoo Lounge
Monniken weten zich geen raad met wereldhit
kunst cultuur
VRIJDAG 15 JULI 1994 19
Alles wat goed is, keert terug. Ik weet niet eens óf het een
spreekwoord is van het type Oost-West, Eigen haard of Een
vreemde eend, maar sinds ik de nieuwe studio-CD van The Rolling
Stones heb mogen beluisteren, zweeft dat zinnetje door mijn hoofd.
Voodoo Lounge kan namelijk in alle opzichten de toets der kritiek
doorstaan. De oudjes doen het nog best.
Vanaf augustus keren de Stones
terug naar de concertpodia,
om te beginnen in de VS, maar la
ter, vermoedelijk mei/juni 1995,
ook in Europa. Een vorstelijk pla
tencontract, maar vooral tomeloze
ambitie - het geld rolt via de au
teursrechten namelijk toch wel
binnen - dwingt Mick Jagger,
Keith Richards, Charlie Watts en
Ronnie Wood daar toe. De tour
wordt uiteraard voorafgegaan
door een album.
Voodoo Lounge beschikt over twee
in het oog en oor springende eigen
schappen. De vijftien songs die het
album rijk is, tonen in de vaak vrije
vorm waarin ze op plastic terecht
zijn gekomen, een uitgesproken
ongedwongen karakter. Wie de
jam 'Mean Disposition' hoort,
waarmee Voodoo Lounge besloten
wordt, krijgt zelfs medelijden met
Darryl Jones, de bassist die Bill
Wyman vervangt. Deze voorma
lige Miles Davis/Sting-klant moet
helemaal omschakelen. Hier geen
mooie 7/8-maten, maar gewoon
een garagebandje dat effe lekker
staat door te harken.
Vaart
De plaat is dan ook in krap zes we
ken opgenomen. Tussen de pre-
productiomfase in de Blue Wave
Studios van Eddie Grant op Bar
bados en de afwerking bij Preci
sion Mastering in Hollywood gaap
ten begin dit jaar een kleine twee
maanden. Jagger en Richards, het
schrijverscollectief van de Stones,
hadden niet in het minst last.van
een writer's block. De meeste me
dium- en medium-fast stukken op
Voodoo Lounge, zoals de nieuwe
single 'Love is Strong', zijn met
vaart geschreven. Als Jagger over
seks zingt - en natuurlijk doet-ie
dat weer tot in het absurde - dan
heeft ie amper tijd gehad om mooie
constructies te bedenken. Als een
warmte zoekende torpedo gaat ie
rechtstreeks op zijn doel af.
Pas in 'Sparks will fly' lees je in de
brug van het liedje terug dat Mick
vooral een handige manipulator is
- een van de weinige seksisten die
ik ken die een vrouw kan compli
menteren door te bekennen dat hij
op vergelijkend warenonderzoek is
geweest (I had a good sniff around/
along old hunting grounds/but I
have never found/A woman so hot).
Het tweede, zich direct opdringen
de element betreft de produktie,
die in handen is gelegd van Don
Was. Vroeger zeiden we er altijd
bij: 'van Was Not Was', nu koppe
len we hem als succesproducer aan
de come-back van Bonnie Raitt,
van wie hij de laatste drie CD's af
leverde. Was heeft een weergaloos
oor voor gitaarsounds. De variatie
aan klankkleuren is veel groter
dan waartoe het snarenduo Wood
en Richards tot dusverre in de stu
dio in staat is geweest.
Pedal steel
Zo speelt Wood een prachtige pe
dal steel tegen een decor van fidd
le, piano en bas in 'The Worst', zo'n
gammele, krakkemikkige, jaren
zestig-achtige tearjerker waarin de
charmant zingende Richards te
gen zijn lief zegt dat ze eigenlijk te
goed voor 'm is. (I am the worst
kind of guy/for you to be around/
tear me apart/including this old
heart/that is true/and will never let
you down). Sinterklaasrijm na
tuurlijk, maar midden in de roos.
En ach, het duo Richards/Wood
jankt er natuurlijk bij tijd en wijle
flink ouderwets op los. In 'I go wild'
zelfs dwars door de brug heen. Dat
feestnummer beschikt zelfs over
een stukje voorgeproduceerde live-
pret. Halverwege valt de band weg
en hoor je Watts' in echo uitver
grote drumgeluid vast een voor
schotje nemen op de 'audience
participation time' tijdens concer
ten. De expliciete teksten van Jag
ger in dit nummer en in 'Suck on
the Jugular' zullen de Ameri
kaanse radiostations wel niet ha
len en de CD in de Amerikaanse
V5JS-'
The Rolling Stones: Voodoo Lounge is een klein wondertje.
platenzaken het felbegeerde stic
kertje Explicite Lyrics/Parental
Warning opleveren.
Koortje
Voodoo Lounge is een klein won
dertje. Je hoort de Stones in het
koortje van 'The Worst' duetteren
als The Everly Brothers, in 'New
Faces' terugkeren naar de Engelse
folk van het midden van de jaren
zestig (vergelijk dat maar eens met
'Sitting on a Fence') en Jagger in
dat zelfde nummer zich beklagen
over zijn inmiddels veel jongere
mannelijke concurrenten. En, oh
baby, wat kent ie hun gemene ma
niertjes goed! Hoogtepunt van'
Jaggers prachtige poseerwerk tref
je aan in het fraai gezongen 'Out of
Tears' en de (pastiche van een)
smartlap 'Sweethearts Together'.
Zo klef dat 't goed wordt.
De plaat geeft ook al een indicatie
over de bezetting van de live band.
Naast Darryl Jones zal daar weder
om pianist-toetsenist Chuck Lea-
vell deel van uitmaken; verder ver
wacht ik op toetsen Benmont
Tench (van Tom Petty The
Heartbreakers) en een kleine uit
breiding van de afdeling percussie
(op de plaat knappen Luis Jardim
en Lenny Castro deze verfijningen
op de stevige beat van Watts op).
Een laatste woord van waardering
voor good old Bobby Womack, die
andermaal de pilot vocal track
(het voorbeeld waarvan Jagger en
Richards de solozang afkijken)
moet hebben ingezongen. Vooral
Keith maakt er in het prachtige
'Thru and Thru' optimaal gebruik
van. Voodoo Lounge is een mooie
plaat; eentje die de acht recente re-
releases van Stones-albums uit de
jaren zeventig in een juist histo
risch perspectief plaatst.
John Oomkes
Van de ene dag op de andere wereldberoemd worden en
veel geld verdienen - maar dat toch betreuren. Dat is de
situatie waarin de Benedictijner-monniken van Santo Do
mingo de Silos terecht zijn gekomen. Want door het wereld
wijde succes van 'hun' Gregoriaanse liederen, is hun rust
verstoord en worden ze voortdurend lastig gevallen door
toeristen journalisten en hun platenmaatschappij.
Tot driekwart jaar geleden had buiten Spanje niemand ge
hoord van de monniken van Santo Domingo de Silos, een
klein plaatsje tussen Madrid en Burgos met 320 inwoners.
Liefhebbers kenden natuurlijk hun vier albums met prach
tige Gregoriaanse liederen. Ze werden tussen 1973 en 1981
door de Spaanse platenmaatschappij Hispavox opgeno
men, maai- hadden nooit echt de aandacht getrokken.
In september vorig jaar besloot Rafael Gil van EMI-Spanje
een dubbel-cd uit te brengen, gebaseerd op de vier oorspron
kelijk albums. Tot veler verbazing werd de cd in Spanje een
enorme klapper en inmiddels zijn er daar 400.000 exempla
ren van verkocht. Ook buiten Spanje is de cd met midde
leeuws kerkgezang een doorslaand succes geworden. Alleen
al in de VS gingen er ruim twee miljoen exemplaren over de
toonbank. In andere landen, waaronder Nederland, dron
gen de Gregoriaanse liederen eveneens door tot de top tien.
Volgens EMI zijn er van de succes-cd nu wereldwijd meer
dan vier miljoen stuks verkocht.
Voor de 36 monniken van Silos dreigt dit succes een nacht
merrie te worden. De monniken behoren tot de Benedictij
ner-orde en vullen hun dag met bidden en werkzaamheden
binnen het klooster. „En dat bidden doen wij door te zingen.
Zo'n negen keer per dag", aldus kloosterling Miguel, die om
dat hij goed Engels spreekt tot woordvoerder is gebombar
deerd. „Maar wij piekeren er niet over om buiten onze kloos
terkerk op te treden, zoals sommige impressario's ons heb
ben gevraagd. Wie ons wil horen, komt maar naar de negen
uur-mis."
Toeristenstroom
Dat doen vele belangstellenden, die het dorpje Santo Do-
uiingo de afgelopen maanden op z'n kop hebben gezet. De
hotels en pensions in de wijde omtrek zijn volgeboekt tot het
einde van het jaar en burgemeester Emeterio Sanchez - te
vens eigenaar het het hotel tegenover het klooster - heeft
een aantal maatregelen moeten nemen om de toeristen-
stroom in goede banen te leiden.
Zo is er een parkeerplaats buiten het dorp aangelegd voor de
tientallen autobussen, zijn stallen vanwege stankoverlast
verplaatst en zal de weg tussen Burgos en Soria, die langs
het klooster loopt, worden omgelegd. De monniken zelf heb
ben een particuliere bewakingsdienst ingehuurd die erop
moet toezien dat de toeristen in de kerk niet voor ongewen
ste toestanden zorgen. Ook moeten de bewakers controle
ren dat niemand geluids- en foto-apparatuur het klooster
binnensmokkelt.
Niet iedereen in Santo Domingo de Silos is gelukkig met het
succes van de monniken. „Ze hebben de beste weide- en
landbouwgronden van de omgeving", klaagt Alberto Ca-
razo. „Ze zijn schatrijk, dus ik begrijp niet dat ze dat geld dat
ze nu met die liederen verdienen niet naar Somalië sturen."
Ook andere buren morren: „Vroeger was het hier rustig. Nu
worden we elke dag geconfronteerd met toeristen. Die mon
niken sluiten gewoon hun kloosterdeur en zeggen dat ze niet
gestoord willen worden. En wij zitten met de problemen."
Vervolgalbum
Ook vanuit een heel andere hoek worden de monniken be
laagd. Een maand geleden bracht de Amerikaanse baas van
EMI, James Fifield, een bliksembezoek aan het klooster. Of
ficieel was het een beleefdheidsbezoek aan de mannen die
EMI het grootste klassieke succes uit zijn bestaan hebben
bezorgd. Maar Fifield, die zich per helicopter in Santo Do
mingo liet afeetten. kwam ook om de monniken over te ha
len hun medewerking te verlenen aan een vervolgalbum.
Volgens sommige bronnen had Fifield zelfs al een chèque
van duizend miljoen peseta, oftewel veertien miljoen gul
den, op zak.
Maar de monniken hebben besloten het verzoek van EMI af
te wijzen. Er komt dus de komende jaren geen vervolgal
bum, hoewel er met het materiaal van de oorspronkelijke
vier albums nog makkelijk een nieuwe dubbel-cd kan wor
den samengesteld. „Onze bezigheden bestaan uit bidden en
werken. Daar hebben wij onze handen vol aan", aldus abt
Clemente Serna.
Niet iedereen is met die opstelling even gelukkig. EMI niet.
maar ook niet de regering van de regio Castillië en Leon, die
nog niet zo lang geleden enige miljoenen guldens in de res
tauratie van het klooster heeft gestoken. „Nu zouden de
monniken tenminste iets kunnen terugdoen", aldus een
ambtenaar van de autonome regering.
Autersrechten
Hoeveel de monikken inmiddels verdiend hebben aan de
dubbel-cd is door geen van de betrokken partijen naai- bui
ten gebracht. Er wordt een bedrag genoemd van twee mil
joen gulden. Hoewel het om authentieke Gregoriaanse mu
ziek gaat. waarop geen copyright rust. hebben onlangs twee
monniken die bij de oorspronkelijke opnamen 21 jaar gele
den betrokken waren, juridische stappen ondernomen om
de uitstaande copyright-gelden op te eisen.
Het gaat om de toenmalige abt Ismael Fernandez de la
Cuesta en een ex-kloosterling, Francisco Lara. De eerste
verliet het klooster in 1973 en de ander in 1983. Fernandez de
la Custea was de man die het koor leidde bij de eerste opna
men. Volgens de Spaanse Buma-Stemra, de SGAE, bij wie
de twee ex-monniken hun claim hebben neergelegd, kunnen
zij geen aanspraak maken op auteursrechten.
Maar de advocaten van Fernandez de la Custea en Lara zijn
van mening dat hun cliënten wel degelijk iets nieuws aan de
eeuwenoude liederen hebben toegevoegd, zodat er sprake is
van een nieuwe creatie. Het gaat om een bedrag van zeven
honderd miljoen peseta, bijna tien miljoen gulden.
Enige maanden geleden werd aan pater Miguel gevraagd
wat het ergste gevolg was van het succes van de dubbel-cd.
Miguel noemde toen de in zijn ogen opdringerige aandacht
van de media, die hem en zijn mede-kloosterlingen zo wreed
uit hun vreedzame geestelijk bestaan hadden gerukt. Met
het succes van de Gregoriaanse liederen groeide in de maan
den die volgden de mediabelangstelling alleen maar; de
monniken van Santo Domingo de Silos moeten nu welhaast
tot de overtuiging zijn gekomen dat ze met hun hemelse ge
zangen een hellevloek over zich hebben afgeroepen.
Ruud de Wit
Luka Bloom komt zo uit
Duitsland en het voelt of
hij thuis is. „Snap jij waarom
mensen die alles hebben toch
zo ontevreden zijn? Er is waar
schijnlijk geen rijker land dan
Duitsland, maar iedereen kijkt
de hele dag chagrijnig. Er kan
geen lachje af. Vreselijk. Geef
mij dan maar Ierland en Neder
land. Daar zijn de mensen met
minder tevreden en lachen ze
de hele dag."
Ierland en Nederland, het zijn
de twee landen waar globetrot
ter Luka Bloom telkens weer
terugkeert. Veilige havens in
de materialistische wereld
waar Bloom als liedjeszanger
het liefst van de buitenkant te
genaan zou kijken.
In Ierland woont hij. Tot zijn
zoon zo ver is dat hij altijd mee
kan. „En als ik me dan ooit nog
ergens anders vestig, is het in
Nederland." Dat lijkt op de
grootspraak van veel van z'n
collega's, die Nederland in
soortgelijke bewoordingen
prijzen, maar dat alleen maar
doen vanwege het liberale
drugsklimaat.
Bij Luka Bloom ligt het anders.
Hij kent Nederland op z'n
duimpje. „Ik heb jarenlang in
Groningen gewoond. Ik speel
de daar op de straathoek. Later
heb ik nog een paar jaar in
Utrecht gezeten. Mooie ste
den."
In Utrecht nam hij ook een deel
van zijn nieuwe plaat Turf op.
Twee avonden achtereen vulde
hij zijn favoriete concertzaal,
Tivoli, en nam zijn optredens
op. Aanvankelijk bestonden er
nogal wat misverstanden over
de plaat. „Sommige mensen
dachten dat ik een live-plaat
ging opnemen. Maar waar het
mij om ging was de sfeer van de
optredens vast te leggen. Ik
nam vooral het publiek op en
niet zozeer mijzelf."
Op Turf hoor je inderdaad nau
welijks iets van Tivoli terug.
Alleen in het intro van 'The fer
tile rock' verwerkte Luka
Bloom de spontane koorzang
van het Utrechtse publiek.
„Ik heb jarenlang gezocht naar
een manier om een solo-album
te maken dat toch vol klonk. Ik
vind al die platen van een man-
alleen-met-gitaar zo mager. Er
moest toch een mogelijkheid
zijn om dat te ondervangen. Li
ve lukt het me namelijk altijd
wel."
Bloom liet microfoons ophan
gen in de hele studioruimte in
Dublin, nodigde vrienden uit
om stille getuigen van de opna
mes te zijn, mixte daar de sfeer
van de Tivoli-opnamen door
heen en hoorde dat het goed
was. „Groots en toch intiem",
lacht hij tevreden. „Met het ge
voel van een live-optreden in
een grote concertzaal, maar
dan gewoon voor de woonka
mer."
Pseudoniem
De wereld maakte kennis met
Luka Bloom in 1990 toen hij,
Barry Moore, zijn pseudoniem
samenstelde uit de hit 'Luka'
van Suzanne Vega en Bloom,
de hoofdpersoon uit James
Joyce's 'Ulysses', het moder
nistische literaire meesterwerk
over Dublin. Riverside was zijn
debuut, al bleek later dat hij
ook al een aantal platen had
gemaakt onder zijn eigen
naam. Hij is echter de broer
van de grote Ierse folkzanger
Christy Moore en hij was de
vergelijkingen zat.
In 1991 zette Bloom een unieke
prestatie neer door in z'n een
tje, gewapend met een akoesti
sche gitaar, een felgekleurd
overhemd en prachtige liedjes
Pinkpop plat te spelen. Heel
Landgraaf aan de voeten van
één bard. „Dat was een magni
fieke dag. Ik voel de ontroering
en de opwinding nu nog. Ik heb
later nog wel eens zo'n festival
gedaan, maar zo magisch als
Pinkpop was het niet."
Bloom dwong het respect me
de af door onverwachte liedjes
van anderen te spelen. Een Ier
se folkie die een modere rap-hit
covert, dat valt op. En Bloom
viel op door 'I need love' van
L. L. Cool J. te spelen. Boven
dien nam hij Elvis' 'Can't help
fallin' in love' op.
„Ik heb nooit in het hokje van
de pure folk willen passen.
Door Pinkpop en die rap-cover
hoorde ik opeens bij de roek-
wereld. Niet dat ik daar nu di
rect thuishoor, maar je komt
wel in circuits terecht die je de
hele wereld over brengen. Zo
moet ik pijlsnel weer eens naar
Ariierika voordat ze me daar
vergeten zijn." Bloom woonde
en speelde eind jaren tachtig
enkele jaren in de Verenigde
Staten.
Spiritueel
De cd Turf is behalve, zoals hij
zelf zegt 'groots en intiem', ook
heel poëtisch en melancholiek.
Op de hoes staat hij op een
steen in het water uit te kijken
over het nevelige Ierse land
schap bij Connemara. „Het
nummer 'Diamond Mountain'
gaat daarover. Voor mij is dat
een hele spirituele plek. De aar
de, de lucht, het water, het ver
langen."
Ik vraag hem of hij met de titel
Turf een knipoog richting Ne
derland geeft. „Turf is een Iers
woord. Het representeert voor
mij de sterke verbondenheid
die ik voel met de Ierse grond.
Het rudimentaire, het eerlijke,
de natuur, het zuivere. Turf- ik
denk niet datje het woord kent
- is een soort delfstof die boven
op de aarde ligt. Die werd in
Ierland afgegraven om er sim
pele huizen van te bouwen of
om te verbranden. Voor mij
vatten die vier letters mijn hele
gevoel voor Ierland samen."
Hij valt bijna van de bank van
verbazing als hij hoort dat 'turf
in het Nederlands dezelfde be
tekenis heeft. „Is dat echt zo?
Dat kan bijna niet. Echt waar?
Oh, man. Dat had ik eerder
moeten weten. Wat een fantas
tisch toeval. Wat ben ik blij dat
mijn album zo heet."
Theo Hakkert
Luka Bloom komt begin september
voor enkele optredens naar Neder
land.
Luka Bloom: Groots en toch intiem.
I