Niet zelden een tikje pervers of misdadig Martin Ros is bezeten van Fausto Coppi PZC Ruige verhalen Meer dichterlijke geest dan dichter kunst cultuur Verzamelde poëzie Michel van der Plas VRIJDAG 15 JULI 1994 16 Iedere zomer verschijnen ze weer in flink aantal, die typische vakantieboeken, vervaardigd om nog een plekje in reistas of rugzak te vinden om wat verstrooiing te bieden tijdens uren van wachten, bij slecht weer of slapeloosheid. Ik heb mijn keuze gemaakt, het is Harde Liefde geworden, want dat boekje zou, althans dat belooft het omslag, 'De ruigste verhalen uit de wereldliteratuur' bevatten, en dat leek me wel wat. Nu belooft dat omslag duidelijk méér dan de inhoud biedt: er zouden vijftien verhalen in staan, ik tel er slechts dertien, er zou een verhaal van Pasolini zijn, ik kan het niet vinden, en hoeveel waar dering ik ook heb voor Tom La- noye, Ischa Meijer en Kristien Hemmerechts, 'wereldberoemde auteurs' zou ik hen toch nog niet noemen, en dat geldt voor méér van de dertien uiteindelijk geselec teerden. Nu is dat niet zo belang rijk, het gaat om de kwaliteit van de verhalen, en die is gemiddeld zeer hoog, terwijl de inhoud over het algemeen verrassend én pittig is. Vaak heel spannend, altijd flink erotisch, niet zelden een tikje mis dadig, pervers of geschift. Kortom: het zijn verhalen die je uit wilt le zen, exact wat je van zo'n vakan tieboek verwachten mag dus. Het maakt daarom zelfs een kans on derweg niet achtergelatén te wor den op camping of in een hotelka mer als je het niet helemaal uitge lezen hebt doordat je zelden hoef de te wachten, meestal mooi weer had, sliep als een roos en al vol doende erotisch geprikkeld werd door de werkelijkheid. Hoe staat het nu met dat begrip 'harde liefde'? Volgens de flaptekst alweer, is dat „de andere kant van de liefde, de donkere kant. De even spannende als gevaarlijke kant, waarover zo zelden geschreven wordt. Geen tedere gevoelens, geen rozengeur en maneschijn, maar heftige verlangens en duis tere obsessies." Wreedheid Je zou dus kunnen zeggen: eerder erotiek, het uitleven van de ge slachtsdrift, dan de romantische verlangens waar men bij het woord 'liefde' allereerst aan pleegt te den ken. Geen rode hartjes en witte tortelende duifjes, niet het ge dweep, gehunker en gezwijmel, niet de ideale versmelting en geluk op een hoogtepunt zelfs, maar de wreedheid en de kwelling van de liefde, de mishandeling, de pijn, de perversiteit en niet zelden de moord, 'liefde's misdaden'. Dan wel de puur commerciële kant, de sex-shops, de peep-shows en de ve le vormen van prostitutie. Dat daar „zo zelden over geschreven wordt" zou ik niet graag beweren, integendeel. Bij zo'n grote verscheidenheid aan mogelijkheden spreekt het haast vanzelf dat de verhalen uit Harde Liefde moeilijk onder één noemer te brengen zijn. De bundel opent met een verhaal van Alberto Moravia over een man die door zijn vrouw wordt uitge daagd tijdens het liefdesspel zijn handen om haar keel te leggen, zo als een vroegere minnaar van haar dat deed bij perverse standjes. Hij is een grote, atletisch gebouwde man, maar hij heeft te korte vin gers en daarom heeft haar aandrin gen iets extra-honends. Het wordt een obsessie. De morbide span ning van het verhaal wordt nog verhoogd door een mysterieus lijk. Van een vrouw, van een hond? Van Ischa Meijer is Maandag op- Kristien Hemmerechts leverde een verwarde bijdrage aan de vakantiebundel Harde Liefde, foto Klaas Koppe geisha met een bedwelmend mid del in zijn macht te krijgen. Hij ta toeëert dan een prachtige spin op haar rug, die lijkt te leven als zij be weegt. Nog voor ze uit haar verdo ving ontwaakt fluistert hij: „Alle mannen, zonder uitzondering, zul len jouw slachtoffer worden." Het laat zich raden: hij zelf wordt de eerste prooi. Minder geslaagd is Aanrander!, letterkundige kroniek li' genomen, een uitgebreid en zeer openhartig verslag van het drijven en streven van een hoerenloper, mét de reacties van prostituées. Het is zowel informatief als heel persoonlijk. Betoverend Daarnaast is Tatoeage van Juni chiro Tanizaki haast sprookjes achtig en betoverend. Een beroem de tatoeëermeester, Seikichi, weet een beeldschone en bloedjonge Aanrander! van Charles Bukows- ki. Een man volgt een vrouw die hem fascineert de stad door, dringt met een list haar flat binnen en ver kracht haar. Met haar zin, tegen haar zin? In elk geval stuurt ze de politie op zijn dak. Daarna volgen nog wat onwaarschijnlijkheden. Hitsig van Jayne Anne Phillips is het verhaal in ik-vorm van een bij na vijftien-jarig meisje, ooit te von deling gelegd, dat een ellendige jeugd in kindertehuizen achter de rug heeft en nu volkomen de hort op is, zich veel met jongens van haai- eigen leeftijd, maar ook met oudere mannen afgeeft. Tom Lanoye's Een perfecte moord is een geraffineerd omkeerverhaal uit het hier onlangs besproken Spek en bonen, en al even geraffi neerd is Een donkerblauw parfum van Ruth Rendell: een man keert na veertig jaar terug uit den vreemde, op zoek naar zijn vrouw die hem verliet voor een ander, en die hij nooit heeft kunnen verge ten. Zij is nu weduwe, en bejaard. Hij herkent haar niet als hij haar ontmoet, maar meent haar te her kennen in een ander, met fatale ge volgen. Plezier Een van de allerbeste verhalen is Marcel van ^Vnaïs Nin. Nin schrijft "zonder enige terughoudendheid over het sexuele plezier zoals een vrouw dat beleeft, ze was daarin een pioniere en nog steeds een van de beste, de openhartigste. Show World van Jonathan Ames speelt in de wereld van peep-show en pornofilm, de 'ik' is eraan ver slaafd; het verslag van zijn dwaal tochten door de groezelige buur ten en tenten is te vergelijken met dat van Ischa Meijer die langs de hoeren trekt. Het minst geslaagd is het nogal verwarde In mijn hoofd van Kristien Hemmerechts, terwijl Bloed en Water van Patrick McGrath een beetje bezwijkt on der al te bizarre en gruwelijke scè nes die eerder op je lachspieren gaan werken dan dat ze huivering wekkend zijn. Van Sade is de 'Vierentwintigste Dag' uit De 120 Dagen van Sodom opgenomen, en de bundel sluit met het wel heel curieuze verhaal Een echte pop van A. M. Homes, een schrijfster die zich perfect weet in te leven in jongens tijdens hun pu berteit. Deze grillige fantasie over de perverse spelletjes die een jon gen doet met de poppen Barbie en Ken van zijn zusje hoort tot de al lerbeste van deze 'Harde Liefde' verhalen. Wie deze bundel in zijn bagage steekt zal zich er beslist geen mo ment mee vervelen en wie weet een erotische ontdekkingsreis maken naar gebieden waar hij nog nim mer kwam. Hans Warren Harde Liefde, de ruigste verhalen uit de wereldliteratuur, 19,90, 190 pagina's, Uitgeverij Prometheus, Amsterdam. De wielrenners van tegen woordig fietsen harder dan ooit, maar er valt tegelijk ook minder dan ooit over hen te ver tellen. De grote koersen worden beheerst door coureurs die aan onverstoorbare computers doen denken, aan mensen met eigen schappen van kille machines. Ongetwijfeld zijn Indurain, Ro- minger en al die anderen uitste kende sportslieden, maai- ze zul len nooit helden worden. Dat lag bij de beroemde wielrenners uit het verleden meestal anders, ze waren kleurrijk en verrassend, over hen doen heroïsche verha len en sappige anekdotes de ron de. Waarschijnlijk spreekt geen ren ner zo sterk tot de verbeelding als Fausto Coppi (1919-1960), de Ita liaan met de verbijsterende ere lijst. Hij won de Ronde van Frankrijk in 1949 en 1952, hij werd wereldkampioen in 1953. Hij heeft voor een revolutie in de wielersport gezorgd: als eerste legde hij een verband tussen voedsel en vorm van de dag, hij bestudeerde zeer zorgvuldig de parcoursen, pas in zijn tijd raakte het systeem van knechten en be schermde renners ingeburgerd. Maar het zijn vooral de verhalen vol triomf en drama rondom zijn persoon die Coppi tot een legen de maakten. Bijna iedereen heeft wel eens ge hoord van 'de dame in het wit', de mooie Napolitaanse die hem tot zijn grootste prestaties inspireer de. Zij was getrouwd, hij was ge trouwd, Jarenlang bleven hun contacten beperkt tot een groet, een briefje, een heimelijke ont moeting. Maar toen hij wereld kampioen werd, mocht zij hem in de regenboogtrui helpen. Het leidde tot een enorm schandaal in Italië, Martin Ros schrijft prachtig over de affaire in zijn in de 'Nederlandse Sportbiblio theek' verschenen Fausto Coppi, een heldenleven. Fausto Coppi, een echte held. Zelfheeft Ros, vooral bekend om dat hij als geen andere Nederlan der van boeken is bezeten, ook gefietst. Zijn voornaamste triomf was de Ronde van Uithoorn in 1954, hij beweert dat hij ook een goede klimmer was. Hij stopte met de sport toen Coppi grote ne- foto GPD derlagen begon te lijden. Zijn boek heeft een sterk persoonlijke inslag, hij vertelt wat Coppi voor hem persoonlijk heeft betekend en voert de lezer mee naar 'Klein- Rome', de „heerlijke vol-roomse volksbuurt" in Hilversum waar hij is opgegroeid. Wat een boeiend boek heeft hij gemaakt, ongekend enthousiasme gaat met ongekende feitenkennis ge paard, hij laat je lachen en hij laat je huilen. Zo kan er dus ook over sport geschreven worden. Maar ja, Coppi was voor de au teur dan ook een „lichtbaken, een venster in de nacht." Dat heeft te maken met de onaf hankelijkheid en vrijheid die de wielrenner uitstraalde. Hij liet in zijn verhouding met 'de dame in het wit' geheel tegen de tijdgeest in de liefde op de conventie triomferen. Ook verzette hij zich fel tegen de almacht van de rooms-katholieke kerk. Fijntjes liet hij eens weten dat de meeste christen-democratische politici er zo onguur uitzagen. Vanwege zijn levenswandel weigerde de paus pelotons te zegenen waarin hij meereed. Er waren destijds twee grote kampen, de aanhan gers van Coppi en die van Bar tali stonden lijnrecht tegenover el kaar. Bartali was „door en door rooms-katholiek, hij was zelf zoiets als een monnik of in elk ge val bijna een geestelijke." Ros schrijft natuurlijk ook met de van hem bekende uitbundigheid over de strijd tussen de rivalen èn over hun vriendschap. Fausto Coppi, een heldenleven hoort tot de meeslependste en liefdevolste boeken uit de sportli- teratuur, 'De dame in het wit' was een fan, die uiteindelijk min nares werd. Martin Ros is echter zonder twijfel de op één na groot ste bewonderaar van Coppi. H. W. Martin Ros: Fausto Coppi, een hel denleven -192 pag. met fotokatern - Nederlandse Sportbibliotheek 4 - Thomas Rap, Amsterdam. Michel van der Plas (66) kwam de laatste jaren in het nieuws door zijn biografie over Guido Gezelle en door een bundeling van zijn cabaretteksten. Hij beschouwt zichzelf echter in de eerste plaats als een dichter. De oevers bekennen kleur, de bundel waarin zijn poëzie is verzameld, ziet er in elk geval indrukwekkend uit. Maar het is niet te verwachten dat er vanuit de literaire wereld veel belangstelling voor deze verzen zal zijn. Het begon allemaal zo voorspoedig met Van der Plas' dichterlijke loopbaan. Zijn eerste bundels spraken een groot publiek aan, voor Going my Way (1949) ontving hij een belangrijke prijs. Hij bleef doorschrijven, zijn faam taande desondanks. De Vijftigers gingen het poëtisch kli maat beheersen, waardoor som bere tijden aanbraken voor tradi tioneel ingestelde dichters. Het werk van de sterksten onder hen, zoals M. Vasalis en Ida Gerhardt, doorstond deze stormen. Voor de gedichten van Van der Plas was dat niet weggelegd. Dat lag na tuurlijk niet alleen aan de tijd geest, maar ook aan hemzelf. Dat hij onbekommerd sonnetten bleef maken is zo erg niet, wat hem wèl aangerekend kan worden is dat er nauwelijks spanning op de verzen staat. Wanneer je het onvriende lijk wil zeggen: er was meer een dichterlijke geest dan een dichter aan het woord. Geloof De oevers bekennen kleur biedt de gelegenheid het oeuvre nog eens te overzien. Dan blijkt dat tussen al dat voorspelbare gerijmel óók goede gedichten schuil gaan. Va derland, zijn meest recente bun del, bevat zelfs zijn beste werk. Of die vaststelling veel zal helpen voor zijn positie in de Nederlandse literatuur is de vraag. Waarom is Ed Leeflang zoveel bekender dan Guillaume van der Graft? Wat is de reden dat J. Eij keiboom meer aanzien geniet dan Michel van dei- Plas? Het heeft meer met moeilijk peilbare bijzaken te maken, dan met de kwaliteit van hun werk. Het geloof is door de jaren heen een belangrijke bron van inspiratie voor deze dichter geweest. Aan vankelijk nam hij min of meer kri tiekloos deel aan het Roomse le ven. Dat leidde tot weinig geloof waardig werk als 'Een nieuw lied voor de Heer die de vogeltjes schiep' en tot buitengewoon lang dradige verdichtingen van tafere len uit het nieuwe testament. Maat houden is trouwens toch niet zijn sterkste kant: oeverloos is de meest toepasselijke kwalificatie' voor de tachtig pagina's lange cy clus over Columbus. Langzamerhand nam hij afstand van de religie. Eerst is er lichte weemoed: „Soms speel ik nog wel eens met de gedachte. Een mon nik. Dorpspastoor. Het had ge kund. Ergens toe dienen. Gods ge-1 heime krachten. En ik had het mijn moeder zo gegund." Wat later schrijft hij bitter over de kerk.de onverdraagzame paus wordt deles gelezen: „Hij bindt geen zware las ten tot een pak dat op hun schou- i ders weegt, kommer en kwel. Hij wijst de hemel aan als onderdak,! Hij maakt ze niet tot kinderen van de hel." En over Jezus, eens zo'n vanzelfsprekende aanwezigheid in zijn leven en werk, verzucht hij: „Jezus, wat ben je ver van hier,/en ik hoor nooit meer van je." Vader Een andere verschijning die in Van der Plas' poëzie steeds weer terug keert is- zijn vader. Die heeft de hoofdrol in Vaderland, maar wordt ook elders herdacht. Zo schreef de dichter een merkwaar dig vers over zijn verwekking: „Ik hoop zo dat die januarinacht/van zevenentwintig niet alleen maar koud geweest is; dat je ook iets vond ontvouwd aan vrede of zoiets, waardoor je dacht: maar dit is toch de vrouw van wie ik houd?" Het is een gedicht uit Kor te metten 1980), een van de laatste bundels in deze verzameling die ook veel vertaald werk van Auden, Claudel, Cummings en Eliot bevat De oevers bekennen kleur is een monument voor een dichter wiens moment voorbij lijkt te zijn. H.tf. Michel van der Plas: De oevers beker, nen kleur. Verzamelde gedichten - 572 pag. gebonden 59,50 - Antlws. Baarn. Eerste liefde Zeventien. - 's Avonds viel voor 't eerst een ster voor je venster in drie wensen uiteen: schittertranen op een wereld van steen. Maak me mooi. Laat me beven. Breng me ver. En de dagen werden opeens een strand om blootsvoets op te dansen. Nergens kon een rok wijder staan dan jouw horizon, en de appel zon trilde in je hand. Maar je stelde de beet wervelend uit voor het reiken naar lucht, vluchten van grond. Ogen had je en benen; nog geen mond. Adem wasje en dorst; nog geen besluit. De zee en één duin maar hebben je zien uitduizelen: vogelvrij zeventien. (Michel van der Plas, in Achter de rattenvanger, 1959) Michel van der Plas: Tussen gerijmel ook goede gedichten. foto KlaasKoPe

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 16