Uniek onderzoek naar uw dialect Invullen Inzenden provincie zaterdag 9 juli 1994 14 Persoonlijke gegevens Algemene vragen foto Lex de Meester Op deze pagina verschijnt de grootste enquête over dialecten die ooit in Nederland en Vlaanderen is gehouden. Bij in totaal één miljoen mensen zit van daag, zaterdag, deze vragenlijst in de krant - de onderzoekers van de stichting Nederlandse Dialecten gaan er van uit dat door dit grote bereik een uniek on derzoek mogelijk wordt. Deze enquête, die behalve in de Provin ciale Zeeuwse Courant ook in een groot aantal andere dagbladen verschijnt, is een herhaling van een onderzoek naar streektalen dat ongeveer een eeuw gele den voor het eerst werd gehouden. In 1879 besloot het Aardrijkskundig Ge nootschap tot een eerste onderzoek. Doel was destijds om aan de hand van streek talen een poging te doen vast te stellen waar ooit Friezen, Franken en Saksen ons land hadden bevolkt. In 1895 kwam het tot een tweede en quête. Driehonderd mensen vulden toen een uitgebreide vragenlijst in en op basis van die gegevens maakten de onderzoe kers een aantal taalkaarten: Nederland verdeeld in gekleurde regio's waarbij de verschillende uitspraak van woorden, de verschillende klanken werden onder scheiden. Dat onderzoek wordt nu, na 99 jaar, opnieuw gehouden. In beweging De stichting Nederlandse Dialecten ver wacht dat de enquête duidelijk zal ma ken dat het dialect in deze eeuw in bewe ging is geraakt. Dr Simon Reker, coördi nator van het onderzoek: .,We verwach ten dat de oudere generaties nog een dia lect spreken dat erg lijkt op dat van 1895. Jongeren zullen in veel opzichten afwij ken. Die verandering willen we graag vastleggen." Reker stelde eerder vast tijdens dialect onderzoek in de Groningse regio dat jon geren het plaatselijke dialect anders spreken als hun ouders en grootouders. Hij veronderstelt dat dat te maken heeft met de verschillende status van het Ne derlands en de streektaal. Reker: „Kinderen zijn gevoeliger voor de officiële status van het Nederlands als standaardtaal. Het Nederlands is de on derwezen schooltaal, je schrijft er in en je krijgt er diploma's voor. Er is dus in de taalvormende leeftijd minder aandacht voor hoe je het dialect hoort uit te spre ken." Als kinderen op latere leeftijd dan toch weer dialect gaan spreken, zijn er niet langer ouders die meteen corrigeren. Daar ontstaan dan de verschuivingen in een dialect. In zijn proefschrift beschreef Reker ooit hoe de vervoeging van een werkwoord binnen twee generaties com pleet veranderde. Zo spreken grootvader en kleinzoon beide een zelfde, herken baar dialect, maar met duidelijke accent verschillen. Met het oog hierop wordt de deelnemers aan deze enquête uitdrukkelijk verzocht de vragen in te vullen zoals ze hun dialect zélf spreken. En niet, benadrukt Reker, zoals ze dénken dat men het zou behoren uit te spreken. De onderzoekers vermoeden ook dat dia lecten in de loop van deze eeuw minder 'eigen' zijn geworden. Ook dat heeft te maken met de status die het Nederlands als standaardtaal heeft gekregen. Streektalen worden erg beïnvloed door de standaardtaal, constateert Reker. Hij hoopt dan ook dat de enquête genoeg ge gevens oplevert om de ontwikkelingen in dialecten met elkaar te kunnen vergelij ken. „Misschien is het ene dialect sterker beïnvloed door het standaard Neder lands dan het andere." De stichting Nederlandse Dialecten staat op het standpunt dat het Neder lands en het dialect goed samen moeten kunnen gaan. Reker: „Er wordt wel ge zegd: het is het één of het ander, maar zo zien wij dat niet. Het Nederlands als stan daardtaal bestaat, het is de officiële, de zakelijke taal. Het dialect heeft wat meer een gevoelslading. Het is de taal van je omgeving, van je buurman. Het is goed dat dat naast elkaar bestaat. In een steeds groter wordende wereld hebben mensen er behoefte aan om hun eigen re gionale verscheidenheid te benadruk ken. Het dialect is daar heel geschikt voor." Honderd jaar geleden, zo laten de na- menlijsten van de deelnemers zien, wa ren er vrijwel geen vrouwen die de en- I quête invulden. En volgens Reker kan er gevoeglijk van uit worden gegaan dat de invullers allen een hogere maatschappe lijke positie innamen. Dat dat anno 1994 anders zal zijn, is geen gewaagde uit spraak. Dialectenkaart Deze enquête wordt overigens ook in het Vlaamse deel van België gehouden. Voor iedere regio is een apart lijstje vragen toegevoegd dat ingaat op het specifieke dialect dat daar wordt gesproken. De zin netjes die hierbij zijn afgedrukt, hebben niet noodzakelijkerwijs een betekenis. De opstellers van de vragen wilden zo veel mogelijk woorden uit de enquête van 1895 erin opnemen, zodat sommige zinnen wat krom zijn geworden. Uiteindelijk moet de dialectenkaart van Nederland met de gegevens worden inge vuld. De vrucht van dit onderzoek wordt gepresenteerd tijdens de Derde Neder landse Dialectendag op 25 maart 1995. Deze krant zal daaraan voorafgaand over resultaten beschikken betreffende het dialect van uw regio. Schrijf op de aangegeven plaatsen zo precies mogelijk in gewoon schrift wat u zegt of zou zeggen voor de aange geven Nederlandse woorden. Als de ruimte te gering is of als u aanvullende zaken kwijt wilt, voeg dat op een apart blad bij waarop u ook uw naam en woonplaats vermeldt. Knip de onderste helft van deze pagina uit en doe die in een voldoende gefrankeerde envelop die u vóór 5 septem ber 1994 stuurt naar de Redactie van de Provinciale Zeeuwse Courant, Postbus 466, Postcode 4380 AL te Vlis- singen. Vergeet niet om uw naam en geboortejaar aan te geven evenals een globale aanduiding bij de vraag welk dialect u spreekt. Als mensen deze krant delen en toch willen meedoen, kunnen ze een kopie maken van de enquête. Of ze zetten hun antwoorden onder elkaar, zonder de vragen helemaal over te schrijven. naam: adres: plaatsnaam: man/vrouw geboortejaar: spreekt 't dialect van de omgeving: Indien uitgebreidere beantwoording nodig is, voeg een apart papier toe met daarop ook uw naam genoteerd.) lezer van (vul in de naam van deze krant Vóór 5 september 1994 in voldoende gefrankeerde enve loppe inzenden aan: Redactie PZC Postbus 466 4380 AL Vlissingen met vermelding: DIALECTEN A 1 - TMr* 10- was moe van het zaaien en had eelt op zijn 1. ZINNETJES: Zet de volgende zinnetjes als het ware woord voor woord om in uw eigen streektaal. Als er tussen twee woorden 11. Bijna viel 'ie van de schommel in een nest mieren, een schuin streepje staat (het/de, vaak/dikwijls e.d.), kies dan dat woord dat u het beste vindt passen. 1. Het schaap en zijn lammetje stonden samen met het veulen erwteschillen te eten achter het/de prikkeldraad bij de molen. 12. In de schaduw van het bosje zit een kikker te kwaken. 13. Er vloog een vlinder door de lucht en die kwam op mijn aardbeien zitten. 2. We gaan de zeug aan haar/d'r/zijn staart trekken. 14. Eén lucifer volstaat om een groot vuur te maken. 3. De ham hing te drogen in de schouw/haard van het boerenhuis. 15. Toen hij bedreigd werd, stak de egel zijn neus weg onder zijn/de buik. 4. Ik vroeg u om een kopje thee, maar ik kreeg zure azijn. 16. De jongens zijn naar het strand. ik zoek - jij zoekt - wij zoeken - zochten - gezocht sterven - stierf - gestorven 3. VARIA Een makkelijk tussendoortje: zet het Nederlandse woord om in uw eigen streektaal. schapen - schaapje voet - voetje staart - staartje [zand] strooien ik hield stevig vast schreien [meer woorden mogen worden ingevuld] 5. Hij bracht een foto van de koning en de koningin mee uit de lade van zijn kast. 17. Het veulen staat bij de sloot. 18. Het is erg koud. 4. OPEN VRAGEN Als u wel eens in uw dialect leest, welke auteur (m/v) leest u 't liefst? (hooguit drie noemen, in volgorde van voorkeur) 6. Het mannetje hield zich wel vast, maar viel en brak z'n armpje. 19. Kent u nog andere woorden op -ing zoals kaarting? 7. Haar twee zonen wassen vaak/dikwijls zelf hun broeken. 8. Ik zie jullie wèl, maar jullie zien mij niet. 2. WERKWOORDSVORMEN Net een oefening als op school: zet de gegeven woorden om in uw eigen streektaal. ik ga - jij gaat - wij gaan - gingen - gegaan Is er een boek in de streektaal dat u het mooiste zou willen noemen? (hooguit drie noemen, in volgorde van voorkeur) Als u wel eens luistert naar streektaalmuziek, wie (zanger, zangeres, groep) is voor u dan de top? (hooguit drie noemen, in volgorde van voorkeur) ik sta - jij staat - wij staan - stonden - gestaan 9. Ze eten met een vork de aardappelen en uien van hun e;*i bord. - ik word - jij wordt - wij worden - werden - geworden Als u in één woord moet karakteriseren wat uw dialect u doet, dan is dat:

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 14