Vier dagen knalden de karabijnen in de Jordaan Palingoproer (1886), Aardappelrellen (1917), Jordaanoproer (1934), Februaristaking (1941). Vier recente volksopstanden uit een lange lijst Amsterdamse oproeren, waarvan de Jordaan, 'een ontvlambare buurt' het brandpunt vormde. Volgende week dinsdag is het precies zestig jaar geleden dat de Jordaan in opstand kwam tegen de 'steunroof. Het verzet werd na vier dagen gebroken. Er waren doden, honderden gewonden. Maar de steunverlaging werd niet ongedaan gemaakt. Hoe zinloos was de Jordaanopstand? In optocht kwamen ze door de straat. Vier agenten te paard voorop, dan een stel op de motor, daarna de soldaten met hun geweren en marechaussees te paard. Binnen blijven, schreeuwden ze, en ze schoten in de lucht. Doodstil was het daarna even, totdat Naatje 'de Porster', zeventig jaar oud en zich nergens van be wust, met haar omslagdoek om op kleppe rende sandalen de Anjeliersstraat in kwam. Dat contrast, ik zal dat nooit ver geten." Op nummer 19 in die straat volgde de toen 35-jarige Han van der Heijden met span ning de onrust op straat. Nu, zestig jaar na het Jordaanoproer, blikt hij vanuit zijn kamertje in het Leo Polakhuis in Sloter- vaart terug op 'rode juli'. De dagen waarin 'het grauw', zoals de burgerlijke pers be richtte, over de daken heerste en de wets- dienaren in de straat potkachels, ledikan ten, klinkers en juspannen met cement naar de kop gesmeten kregen. Op 'lood voor brood' werd de Jordaan ge- tracteerd door politie, marechaussee en leger. Vier dagen lang knalden in vele volksbuurten, maar voornamelijk in de Jordaan. de pistolen en karabijnen. Zes doden en meer dan honderd gewonden telde men na de straatgevechten. De do den vielen uitsluitend aan de kant van 'het gepeupel' in een ongelijke strijd. Met vuisten en stenen vocht men tegen het staal van kogels en sabels in de 'steunrel- letjes' van 1934. Als Jordaanoproer gingen zij de geschie denis in en worden ze nog steeds herdacht. Sinds de 50e herdenking bestaat er een Komitee Herdenking Jordaanoproer, dat dinsdag 5 juli om 16.30 uur een krans laat leggen bij het monument 'Eenheid de sterkste keten' op de Noordermarkt. Sa men met het Komitee Amsterdam tegen verarming, de Werklozen Belangen Ver eniging, de Bijstandsbonden de Neder landse Vrouwen Beweging. Het Jordaano proer leeft nog steeds, al 'boekte het in 1934 geen direct resultaat en oogstte het zelfs jaren later misprijzen omdat het on gewapende en ongeorganiseerde volk zich had laten verleiden tot de kansloze en zin loze confrontatie met leger en politie. Gevochten werd er tegen de steunverla ging die de regering-Colijn die maand had doorgevoerd. Van 12,72 gemiddeld in de laatste week van juni tot 11,51 in de eer ste van juli. Het water stond de steuntrek kers al aan de lippen. Velen leverden fors meer in dan die gemiddelde ene gulden en 21 centen. Wanhoop sloeg toe in gezinnen waar nog maar één keer per maand vlees op tafel kwam - voor vader - en warm eten slechts twee keer in de week: aardappelen met lawaaisaus. Nieuwe kleren kon moe der wel vergeten. Vader had slechts één stel ondergoed en bleef op zaterdag maar in bed als het gewassen werd, wachtend tot het droog genoeg was om aan te trek ken. Palingoproer Tot vijf jaar geleden woonde de' nu 95-ja- rige Han van der Heijden in het monu mentje in de Anjeliersstraat, van waaruit hij schermutselingen bezag. ,,De Jordaan was opstandig, maar men had geen ideo logie. Slechts een klein percentage was immers socialist of anarchist. De haat te gen het gezag deed het verzet ontbranden. En die zat diep. Mijn ouders hadden het Palingoproer van 1886 nog meegemaakt en dat gold voor velen. De Jordaan was een ontvlambare buurt. Toen de politie op demonstranten begon in te hakken, ging de hele buurt zich ermee bemoeien. Ook de werkenden, ook de vrouwen." Het werd een spel met leger en politie. Karren van de straathandelaren lagen ge kanteld in de nauwe straten, om motor agenten de doorgang te beletten. „Ze za ten met twee man op de motor en nog twee tot drie in de zijspan. En maai' rondom zich heenslaan. Ze vroegen niet eerst wie je was. Als je een pet droeg, kon je er van langs krijgen." Buren gaven door wanneer er politie in de straat kwam. Losgewrikte schoorstenen liet men van het dak naar beneden zeilen. „En als de politie dan zo'n huis binnenging, trof ze op drie hoog slechts een vrouw die een kind de borst gaf. De rest was gevlogen, want in de Jor daan was toen geen deur gesloten. Zo bied je weerstand", zegt Van der Heijden. Hilariteit Soldaten die 's avonds langs zijn huis slo pen, vuurden salvo's naar een pand verder op. „Ze schreeuwden dat iedereen binnen moest blijven. Er stapte een man uit het portiek, die telkens naar achteren sprong als er op hem geschoten werd. De hilari teit achter de ramen was enorm, toen de soldaten ontdekten dat ze met een mans- grote pop beet waren genomen. Want on danks dat er steeds 'weg bij de ramen' was geroepen, bleef iedereen mooi staan." Zo was de Jordaan. Het waren mensen die voor het gezag niet bogen, het niet altijd even nauw namen, maar op wier solidari teit je rekenen kon. „Aan het eind van de straat, bij de Lijnbaansgracht, woonden de 'Rooie Heuvels'. Dat waren grote kerels met rooie haren en grote vrouwen met knappe gezichten. Toen de soldaten daar langs kwamen met hun 'ramen dicht of we schieten' stond een van die kerels met een revolver voor het raam te zwaaien: 'denk erom, want ik schiet terug'. Wat er gebeur de? Nou, de soldaten liepen gauw door. Die broers hebben trouwens eens een agent uit een brandend huis gehaald, die een vrouw wilde redden die er niet meer uit kon. Hup, een emmer water over zich heen en naar binnen. Mooi dat ze met die agent en die vrouw naar buiten kwamen. Zulke mensen waren dat. Een klasse apart." Al trokken de 'relletjes' van '34 bekijks van duizenden, die op de omliggende sin gels en grachten in toom moesten worden gehouden, de wijk met z'n monumentjes, nauwe nette straatjes en leuke winkeltjes die nu toeristen van heel de wereld naar. zijn hofjes lokt, moest nog ontstaan. Ar moe troef, ellende, stank en woningnood. Dat was de Jordaan in crisistijd. De soeio- graaf Henk Dijkhuis, die in 1930 een kost huis aan de Palmgracht betrok om een dissertatie over de Jordaan te kunnen schrijven, kon niet uit over de ondraaglij ke smerigheid om hem heen. Hij schrijft over 'zure achterbuurtengeurtjes' en de 'kookgeur van kool en vis, gemengd met die van het vermolmende huis, en die van mensenzweet, en een zurige rotte geur van allerlei afval en dan daarbij soms nog het tonnetje', die buitenstaanders de 'walgril- lingen' doen krijgen. Over het sanitair schrijft hij: „Voor ge meenschappelijk gebruik is er dan een druipend kraantje, met een zwart, vies, klein gootsteentje eronder en een privaat, soms een tonnetje, dan stinkt het er af schuwelijk, soms een watercloset. Soms moeten de bewoners van de tweede ver dieping hier ook gebruik van maken. Voor de deuren staan de vuilnisemmers, hal verwege vol met afval. Meestal zonder deksel." Beoordelingsfout 'Se komme an je vrete!' Met die kreet moet een volksvrouw op woensdagavond 4 juli 1934 in gebouw De Harmonie op de Rozen gracht de lont bij het kruitvat hebben ge légd. De meeting van het Werklozenstrijd- comité verliep rustig. 'De vergadering was kalm, maar toen een vrouw op het podium sprong en met krijsende stem begon te schreeuwen, veranderde de stemming en werd zeer vijandig en zéér rumoerig', rap porteerde een rechercheur die stiekem was binnengedrongen. Een collega van hem is wellicht een beoordelingsfout te verwijten, omdat die naar het hóofdbu- reau seinde, dat een 'schreeuwende en tie- Juli 1934: Politie te paard patrouilleert door de gedeeltelijk opgebroken straten van de Jordaan. rende massa' het gebouw om 23 uur ver liet. In werkelijkheid ging het om spreek koren in een demonstratieve optocht te gen de 'steunroof. De politie trof intussen maatregelen en de 500 man tellende me nigte werd in de Westerstraat opgewacht en uit elkaar geslagen. Schermutselingen volgden tot twee uur na middernacht en de politierapporteur noteerde: 'In de mor gen van de 5den juli was de rust in de Jor daan weergekeerd'. In de middag laaiden de gevechten echter weer op en vielen zwaargewonden en de eerste dode: metaalarbeider en een van de woordvoerders op de avond van het Werk- lozenstrijdcomité J. Gerressen. In de Goudsbloemdwarsstraat viel een dode en 's avonds werden twee broers neergescho ten in de Willemsstraat. Maar ook een 82- jarige kindse man die voor het raam zat, werd dodelijk getroffen door een politie kogel. Voetballers van DWS of De Sparta- nen stonden vooraan in de strijd. Een po pulaire DWS'er uit de Spaarndammer- buurt deed voor hoe je op de handigste manier een potkachel uit het raam kon werken. Kopspijkers en glasscherven strooide men met gulle hand rond en in de Tuinstraat werd de rijweg onder een laag olie gezet, zodat er geen wagen meer door kon. Onbewoonde panden werden ver sterkt tot heuse forten. De politie kreeg hulp van 200 man mare chaussee en 800 soldaten: infanteristen, genie en de mitrailleurafdeling uit Arn hem met drie pantserauto's. Ook werden allebei de tanks die het Nederlandse leger bezat, de 'Wisent' en de 'Bison', ingezet te gen de onbewapende oproerkraaiers. Het Handelsblad juichte: 'Het grote offensief is begonnen. Er zijn honderden kranige gezagsdienaren op de been: kranige, on vervaarde leiders en onverschrokken manschappen. Een laatste vraag van de kapitein: Karabijnen geladen, dan voor waarts! Met het voortrukken der patrouil les stijgt de zekerheid: Deze avond is de Jordaan ons, het wettig gezag wordt er hersteld'. Dronken „Die soldaten werden dronken gevoerd, zodat ze geen verantwoordelijkheid voel den", schampert de toenmalige meubel maker Van der Heijden. „Ik heb het zelf meegemaakt. Liep vanaf de Palmgracht naar huis. Op een kruispunt waggelde een soldaat. Zijn geweer rookte nog. Twee agenten waarschuwden me: 'Ga terug, hij is dronken'." Dit beeld, dat Van der Heij den op zijn netvlies werd gegrift, is van al le tijden. „Op de tv zie je hoe de Israëliërs de armen van de Palestijnen breken. En je ziet een ME'er inrammen met een gummi- lat op een kraakster die al weerloos door zijn collega's wordt weggevoerd. Dat is het vervolg van het Jordaanoproer. De steunverlaging werd in '34 niet onge daan gemaakt. De Jordaan likte zijn won den, de barricades werden opgeruimd en de asfalteringsplannen werden met wat extra voortvarendheid uitgevoerd. Overi gens vond de politie haar eigen gedrag niet excessief. „Het is geen kunst om de Jordaan in een paar uur uit te moorden. Maar dat gaat'toch niet!" liet de hoofd commissaris zich tegen een journalist ont vallen. Solidariteit Job Pruijser van het Komitee Herdenking Jordaanoproer, is als jongere bij de her denking betrokken. „Deels herdenken we de slachtoffers en deels geven we het sig naal af dat we moeten blijven strijden te gen het afbreken van sociale verworven heden. Juist omdat ze sluipender worden doorgevoerd dan destijds. Dan is er weer een korting hierop en een bezuiniging daarop, wordt het openbaar vervoer duur der, etcetera. We bepleiten niet de strijd als vorm van verzet maar de solidariteit tussen de werkenden enerzijds en de uit keringsgerechtigden en de mensen met de superlaagste inkomens anderzijds.' Hoe zinloos was het Jordaanoproer? Van der Heijden, dinsdag zeker aanwezig op de Noordermarkt: „Je moet het zien in een opeenvolgende reeks gebeurtenissen. Het volk was in die tijd al aan het ontwaken, daarom is het gebeurd. De herinnering aan het Jordaanoproer is als een vuur, dat soms opvlamt maar altijd blijft smeulen, want we moeten waakzaam blijven." Peter Schat mo< Ihet JZw pro gel< de i sla] het lez< nen plo per in z vla een ja, „Ve dan

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 34