De eenzame terugkeer van Arafat
Ethiek niet zoiets als Haarlemmerolie
PZC
PZC
Kwestie schouwburg
in Middelburg
vergt daadkracht
opinie en achtergrond
Palestijns bestuur zal wel een geleide democratie worden
ZATERDAG 2 JULI 1994
van onze correspondent
in het Midden-Oosten
Ad Bloemendaal
De hele Gaza-strook was uit
gelopen om de Palestijnse
Jasser Arafat toe te juichen toen
hij daar gisteren zijn intocht
hield. Alle hotels in Gaza-stad
waren afgehuurd voor zijn om
vangrijke entourage. Maar toch
moet de PLO-voorzitter een ge
voel van eenzaamheid hebben
bekopen toen hij voor het eerst
in 27 jaar weer voet zette op zijn
geboortegrond. Geen van de Fa-
tah-leiders van zijn eigen gene
ratie was immers aanwezig om
hem op zijn historische bezoek
te begeleiden.
Van de elf Palestijnen die de Fa-
tah-bewegingin de jaren '50 heb
ben opgericht, zijn er zeven een
gewelddadige dood gestorven.
De meest prominente onder hen
waren Abu Iyad en de leider van
de militaire operaties in de be
zette gebieden, Khalil al-Wazir,
alias Abu Jihad. De laatste ge
niet in de Gazastrook nog altijd
een even grote, zo niet grotere,
populariteit dan Arafat, Geen
muurschildering van de PLO-
leider is compleet zonder een
even groot portret van de door
Israëlische commando's ver
moorde Abu Jihad aan zijn zijde.
Het is geen toeval dat Arafat
diens weduwe, Intissar al-Wazir,
heeft benoemd tot 'minister' van
sociale zaken in het nieuwe Pale
stijnse bestuur.
De vier overlevenden van de eer
ste generatie Fatah-leiders zijn
Jasser Arafat, Farouk Kad-
doumi, Machmoud Abbas en
Khaled al-Hassan. Maar die
laatste drie weigeren om allerlei
redenen met Arafat samen te
werken in de autonome gebie
den. Farouk Kaddoumi, hoofd
van het politieke bureau van de
PLO, blijft achter in Tunis. Hij
zal de buitenlandse betrekkin
gen van de organisatie blijven
regelen, omdat Israël niet wil
dat het Palestijnse bestuur in de
bezette gebieden zich daarmee
bemoeit. Maar er is nog een an
dere reden waarom Arafat een
vestiging in de Tunesische
hoofdstad wil handhaven. Wan
trouwig als hij is, beschouwt hij
een vaste basis in een Arabisch
land als iets waarop hij kan te
rugvallen als de zaken in de Ga
zastrook en Jericho uit de hand
zouden lopen.
Van de zeven leiders tellende
tweede generatie kan Arafat
evenmin veel steun verwachten.
Drie van de zeven zijn toegetre
den tot de rijen der martelaars.
En van de overige vier heeft
slechts één zich solidair ver
klaard. De steun moet duidelijk
komen van de derde generatie,
de groep van negen leiders die
hun positie te danken hebben
aan Arafat persoonlijk.
Het is opmerkelijk dat Arafat
het toezicht op Fatah in het bin
nenland heeft toevertrouwd aan
twee mensen die nooit deel heb
ben uitgemaakt van het leider
schap van de organisatie: Fay-
sal Husseini (Westelijke Jor-
daanoever) en Zakaria al-Agha
(Gazastrook).
Onvermogen
Arafat heeft aangekondigd dat
hij dit weekeinde in de stad Ga
za de eerste vergadering wil
voorzitten van het lichaam dat
de autonome gebieden voorlo
pig zal besturen, de Palestijnse
Nationale Autoriteit (PNA). Van
de 24 leden zijn er inmiddels 18
aangewezen. De helft van hen
behoort tot Fatah en zes zijn on-
afhankelijken.
Voorlopig zal Arafat het in ieder
geval moeten doen zonder de
medewerking van organisaties
als het Democratisch Front, het
Volksfront, de Palestijnse Volks
partij (de voormalige commu
nisten) en een aantal kleinere
groepen binnen zijn eigen PLO.
De belangrijkste oppositie bui
ten de organisatie wordt ge
vormd door de islamitische ver
zetsbeweging, de Harnas. Arafat
heeft de Harnas vier zetels aan
geboden, maai- dat aanbod is be
leefd van de hand gewezen.
Iedere oppositiegroep heelt zo
zijn eigen redenen om verzet te
plegen. Het Democratisch Front
en het Volksfront zijn tegen de
Akkoorden van Oslo en Cairo,
de Volkspartij is alleen tegen
'Cairo' en de Harnas verzet zich
tegen iedere 'capitulatie' voor de
joodse staat. Wat ze delen is
hartgrondig wantrouwen jegens
Arafat en diens autoritaire be
stuur.
Alleen Arafat weet precies hoe
veel geld er in de PLO-kas zit en
het ligt in de verwachting dat hij
zal proberen ook in de nieuwe si
tuatie van autonomie de hand
aan de knip te houden. Zijn on
vermogen te delegeren, zal hem
in de Palestijnse bijna-staat de
kop kosten, tenzij hij in staat is
tijdig de bakens te verzetten.
„Ik geloof niet dat Arafat een
sterk gevoel heeft voor democra
tische verhoudingen", meent
professor Barry Ruben, hoogle
raar aan de Hebreeuwse Univer
siteit in Jeruzalem en auteur van
een boek over de PLO. „Maar hij
weet hoe hij een coalitie moet
vormen. Daarom zal hij alles op
alles zetten om de zaak te be
heersen. Hij is in staat daarbij
mensen aan te trekken met ver-
schilende gezichtspunten. Als ik
kijk naar de Palestijnse be
stuursraad dan moet ik zeggen
dat hij er zelfs redelijk in is ge
slaagd mensen te vinden die des
kundig zijn op hun terrein en die
verschillende standpunten ver
tolken. Maar dat wil nog niet
zeggen dat de autonome gebie
den een democratie worden".
De verwachting is dat Palestijn
se entiteit de gedaante van een
'geleide democratie' zal aanne
men, vergelijkbaar met de situa
tie in Arabische landen als Jor
danië en Egypte. Alles staat en
valt daarbij met de economische
ontwikkeling. Niet voor niets
heeft Arafat zijn komst naar de
Gazastrook en Jericho afhanke
lijk gesteld van de ontvangst
van voldoende voorschotten om
zijn ambtenaren en zijn politie
macht te betalen. Alleen met
geld zal hij in staat zijn zijn ge
zag te vestigen. En alleen als hij
zijn gezag kan vestigen, kan hij
rekenen op de medewerking van
groepen die nu nog aan de zijlijn
staan.
Arafat zal moeten delegeren, al
was het alleen al omdat de orga
nisatorische problemen hem bo
ven het hoofd groeien. Zo zal er
een oplossing moeten worden
gevonden voor de interne ver
houdingen in de PLO en voor de
toekomstige relatie tussen de or
ganen van die organisatie en de
Palestijnse Nationale Autoriteit
(PNA), het hoogste gezag in de
autonome gebieden.
Zwaartepunt
In meer algemene termen gaat
het om de vraag waar straks het
zwaartepunt van de Palestijnse
macht komt te liggen: bij de we
reldwijde organisatie of bij de
democratisch gekozen raad in
de autonome gebieden? Het is
een probleem dat in Israël wel is
vergeleken met de frictie tussen
de Zionistische wereldorganisa
tie en de joodse gemeenschap in
Palestina vóór de stichting van
de staat.
Arafats notoire reislust in aan
merking genomen, zal hij een
groot deel van zijn tijd besteden
aan het regelen van dit soort
problemen. Het valt te hopen
dat hij de dagelijkse gang van
zaken in de autonome gebieden
in handen zal geven van prag
matisten als Nabil Sha'at en
Achmed Korei (Abu-Ala'a), zijn
'minister' van economische za
ken. De laatste is ook directeur
van de Palestijnse Economische
Raad voor Ontwikkeling en We
deropbouw (PECDAR), het li
chaam dat is belast met de be
steding van buitenlandse finan
ciële hulp, voorlopig de belang
rijkste bron van inkomsten.
Wat het binnenland betreft is
Arafats belangrijkste zorg niet
alleen de economie, maar ook
het verdere verloop van de on
derhandelingen met Israël. Wie
meent dat de achterliggende
overlegperiode moeizaam is ver
lopen, heeft nog niets gezien.
Steeds meer zal blijken hoe
kunstmatig de scheiding is tus
sen de onderhandelingen over
een tijdelijke regeling van zelf
bestuur en het overleg over de
definitieve status van de bezette
gebieden. Palestijnen en Israë
liërs beseffen dat de grenzen van
de autonomie straks waar
schijnlijk ook de grenzen zullen
vormen van de Palestijnse staat
en daarom zal er om elke centi
meter worden gevochten.
Glans verbleekt
Of Arafat zal kunnen regeren,
hangt ook af van het antwoord
op de vraag of hij in staat zal zijn
de delicate balans te bewaren
tussen Palestijnse en Israëlische
verlangens. De Palestijnen be
schouwen hem als een guerrilla
leider, een voorganger in de
strijd tegen de Israëlische bezet
ting. Maai- de Israëlische rege
ring wil dat Arafat zijn politie en
veiligheidsapparaat inzet bij het
voorkomen van aanvallen op Is
raëlische burgers en militairen.
Een echte guerrillaleider is Ara
fat al lang niet meer. Zijn belang
rijkste wapen is nu zijn functie
als symbool van het Palestijnse
nationalisme en de Palestijnse
aspiraties, ook voor mensen bin
nen de Harnas. De glans van zijn
leiderschap is de laatste jaren
weliswaar verbleekt, maar zelfs
zijn grootste tegenstanders zul
len hem toejuichen als hij de Ga
zastrook binnenkomt. Een uur
na zijn vertrek zullen ze weer kri
tiek uiten, maar het laat zien hoe
onlosmakelijk de namen Arafat
en Palestina met elkaar zijn ver
bonden.
■H
door Jan W. Scheffers
Ethiek lijkt ouderwets. De
uitdrukkelijke aandacht,
in theorie en praktijk, voor
normen en waarden, waaraan
wij onszelf en anderen in rede
lijkheid gehouden achten -
want dat is ethiek - lijkt uit ge
raakt. Bij de een geeft dat een
gevoel van opluchting, maar
voor de ander is het juist een
reden tot zorgelijk klagen.
Uit onderzoeken naai- het func
tioneren van normen en waar
den is duidelijk geworden, dat
de economische en technologi
sche ontwikkelingen van de af
gelopen vijftig jaar gepaard
zijn gegaan met diepgaande
veranderingen in de cultuur
van onze samenleving.
Kenmerkend voor de culturen
van de Westeuropese landen
zijn de individualisering en de
secularisatie. Bij individualise
ring komt de persoonlijke le
venskeuze centraal te staan. Er
wordt groot belang gehecht
aan zelfontplooiing en het ei
gen levensgeluk.
Bij secularisatie zien we dat de
deelname aan het kerkelijk le
ven drastisch daalt en dat de
kerken hun duidelijke plaats
en taak van vroeger in het pu
blieke bestel van de samenle
ving verliezen. Verder maakt
het geloof niet langer deel uit
van de publieke opinie van de
bevolking. In samenhang met
de individualisering zien we
dan dat de kerken hun zeggen
schap over de ethische opvat
tingen en praktijken van haar
leden kwijtraken.
Er heeft zich ondertussen een
consumptie-maatschappij ont
wikkeld, waarin genieten van
het leven als fundamentele
waarde geldt. Tegelijk is er een
besef levend geworden van de
rechten van de mens, dat leidt
tot erkenning van gewetens
vrijheid en tot stijd tegen dis
criminatie. Het gaat om gelijke
kansen voor iedereen.
Hierbij tekent zich een verlies
af van veel traditionele normen
en waarden. Niet alleen reli
gieuze richtlijnen hebben hun
maatschappelijk regulerend
vermogen geleidelijk aan zien
afnemen: ook de daarmee ver
band houdende ethische ka
ders zijn beduidend minder
richtinggevend geworden.
Toch lijken er ook tekenen te
zijn die er op wijzen dat het met
de ethiek in onze samenleving
nog niet zo rampzalig is ge
steld. Het bedrijfsleven pro
beert het streven naai- redelijk
gewin te verbinden met be
drijfsethiek. Werkgevers bezin
nen zich op de relaties tussen
markt en moraal.
Er is ook een stroom publika-
ties over allerlei kwesties van
de medische ethiek. Zorgin-
Werk in gezondheidszorg steeds meer verlengstuk van instrumenten en medicijnen....
stellingen beschikken steeds
vaker over ethische commis
sies. En beroepsgroepen, be
drijven en branches schrijven
een eigen ethische code. Dat
leek lange tijd een Amerikaans
verschijnsel, maar in ons land
heeft momenteel een kwart
van de top-honderd onderne
mingen een ethische code. Ten
slotte: uit Den Haag vernemen
we regelmatig een pleidooi
voor een ethiek van burger
schap. Normen en waarden die
nen hersteld te worden. Ethiek
lijkt dus ook weer in.
Terughoudend
Kan hierbij het ethisch erfgoed
van het christendom nog een
rol spelen? Soms lijkt het er op,
dat paniek omtrent de teruglo
pende maatschappelijke posi
tie van het christendom poli
tici en beleidsmakers in de ver
leiding brengt snel zoiets als
'een christelijk stelsel van nor
men en waarden' naar voren te
schuiven. Christelijke ethiek is
echter geen Haarlemmerolie.
In de huidige maatschappelij
ke en politieke situatie past
christenen vooral wijsheid die
zich kenmerkt door terughou
dendheid. Het is beter eerst de
achtergronden te bekijken van
de situatie waarin de ethiek te
recht is gekomen, voordat er
plannen worden gemaakt over
de inzet van de normen en
waarden uit de christelijke tra
ditie.
Bij nadere beschouwing ko
men we dan tot een weinig ge
ruststellend beeld. Want veelal
moet de nieuwe belangstelling
voor ethiek echt bevochten
worden. Mensen strijden voor
het open houden en erkennen
van de ethische dimensies van
hun concrete handelen.
Een voorbeeld. Met pijn in het
(st)ers in die zorgarbeid komt
daarbij onder druk te staan.
Deze druk is zo sterk geworden,
dat het systeem van de gezond
heidszorg eerst zal proberen
ethische kwesties te vertalen in
economische vragen. Want die
lijken gemakkelijk te beant
woorden: is er wel of geen geld
voor?
Gelukkig accepteren steeds
meer mensen die uitschakeling
van ethiek niet langer. Ze ge-
hart en soms ook met woede
zien werkers en vooral werk
sters in de gezondheidzorg, dat
hun werk steeds meer een ver
lengstuk wordt van instrumen
ten en medicijnen. Voor mense
lijke zorg en aandacht voor de
patiënt is steeds minder tijd.
De zorgverlening wordt im
mers vooral vanuit economi
sche overwegingen georgani
seerd en bepaald. De zorgar
beid wordt geleid door techni
sche en economische normen
en waarden.
De eigen ethiek van de werk-
ven de ethische dimensie van
hun handelen niet zonder slag
of stoot meer op. Ze voeren
strijd tegen de dominantie van
het economisch denken. Uit
het feit dat de ethiek op zo'n
manier in is, mag worden ge
concludeerd dat hier de ethiek
juist sterk onder druk staat.
In een opmerkelijk artikel in
het blad De Bazuin kritiseert
T. Geurts, medewerker van het
Centrum voor Levensbeschou
wing en Ethiek in Tilburg, twee
reacties op deze benarde posi
tie van de ethiek.
foto Lex de Meester
Een eerste oplossing blijkt
vaak te worden gezocht in het
uitbesteden van ethische re
flectie aan 'deskundigen'. Maar
dit uitbesteden kan ook een af
schuiven worden, zodat die
deskundigen een alibi vormen.
Het denken over ethiek en het
concrete handelen waarin be
slissingen genomen moeten
worden dreigen dan twee ge
scheiden werelden te worden.
Ethiek blijft dan in handen van
deskundigen en de democrati
sering van de ethiek stagneert.
Als de 'deskundigen' zich van
de ethiek hebben meester ge
maakt, dan rest de 'ondeskun-
digen' alleen nog maar de te
rugtocht naar de veilige privé-
wereld. Maar ethiek is geen
zaak meer van alleen deskun
digen. Ethiek is een zaak van
iedereen geworden.
De andere reactie op de crisis
van de ethiek en de almachtige
beheersing die uitgaat van de
economie is een pleidooi voor
het herstel van de christelijke
normen en waarden. Het pro
bleem is echter, hoe dat dan
concreet zou moeten gebeuren.
Mensen zijn normen en waar
den niet vergeten, maar in onze
samenleving is het economisch
denken zo machtig dat het
ethisch denken steeds in de
verdrukking komt.
Ethiek komt in de hoek van de
zweverige luxe terecht als we er
niet in slagen ethische overwe
gingen te verbinden met het
concrete handelen van alledag
in bedrijven, instellingen en
winkels. Het algemeen pleidooi
voor herstel van normen en
waarden miskent de weerbar
stige maatschappelijke situa
tie van de ethiek.
De eerste strijd die gevoerd
moet worden is het kritisch
zicht krijgen op de dominantie
van economische belnagen en
krachten. Democratisering
van de ethiek vraagt daarom
vooral educatie: scholing en
vorming, mensen economisch
en ethisch mondig maken, la
ten delen in de verantwoorde
lijkheid voor de gang van za
ken in de organisaties en de sa
menleving.
Traditie
Wat kan dan nog de inbreng
van de christelijke traditie zijn
in deze actuele crisis van de
ethiek? Niet door te pleiten
voor een algemeen herstel van
christelijke normen en waar
den. Wel door nauwgezet te
werken aan ruimte voor ethi
sche reflectie die verbindingen
weet te leggen met het con
crete handelen van alledag.
Dan gaat het om vragen als de
ze: profiteren zij die de lasten
van de technologische ontwik
keling het meest dragen ook
evenredig van de lusten? Wor
den zij die zich aan de onder
kant van de samenleving be
vinden er uiteindelijk ook be
ter van? Moet worden doorge
gaan zoveel geld te stoppen in
de verfijning van de medische
mogelijkheden voor een kleine
groep mensen of kan dat geld
beter worden besteed aan meer
zorgverlening? En waar liggen
de grenzen van de moderne
biotechnologie wanneer de ver
anderingen van genetische ei
genschappen de integriteit van
dieren, planten, micro-organis
men, of zelfs van soorten en
ecosystemen aantasten?
De antwoorden op deze en an
dere actuele ethische kwesties
kunnen niet meer door een al
dan niet deskundig gezag wor
den vastgesteld en van boven
af worden opgelegd en afge
dwongen. Bij een gedemocrati
seerde ethiek dienen alle bur
gers, groepen en instanties
aangesproken te kunnen wor
den op hun aandeel in de tot
stand koming van maatschap
pelijk welzijn. Dan groeit uit de
crisis van de ethiek een nieuwe
participatieve ethiek, waarin
vorm gegeven wordt aan ieders
collectieve verantwoordelijk
heid. Maar dat is weer een heel
ander verhaal.
van onze verslaggever
Ab van der Sluis
De financiële onmacht van
de Stichting Stadsschouw
burg Middelburg tekent tege
lijk de bestuurskracht van het
nieuwe college van burgemees
ter en wethouders. Geen enkel
collegelid heeft de euvele moed
om de nauw aan °de gemeente
verbonden stichting de wacht
aan te zeggen. Nee, Middelburg
bedekt de ontstane crisissitua
tie met de mantel der liefde en
geeft de noodlijdende stichting
zelfs nog een bankgarantie van
tweehonderdduizend gulden
om te investeren!
De programmering in de Middel
burgse stadsschouwburg komt
al jaren niet goed van de grond.
Artistiek is het allemaal mis
schien wel voldoende, maar fi
nancieel maakten Uit in Zeeland
en later de Stichting Stads
schouwburg er een rommeltje
van. Tot twee maal toe moest de
gemeenteraad een forse extra
subsidie toekennen aan het in
middels ter ziele gegane theater
bureau. Dat kostte de gemeente
de afgelopen twee Jaar - en dus
de Middelburgers - ruim 260.000
waardoor Middelburg voor ruin
zes ton het schip inging, zoal:
bleek toen eindelijk opening vai
zaken werd gegeven. Besturei
op afstand, noemen ze dat ii
Middelburg. De gemeente be
stuurt inmiddels zoveel zakei
op een zo grote afstand dat con
trole een lachertje is geworden.
De dupe van die nieuwe be
stuurscultuur is de Middelbur
ger. Hij hoort via de onafhanke
lijke media te weten hoe het ge
meentebestuur omgaat met zijr
belastingcenten. Middelburg ii
geen groot voorstander vai
openbaarheid van bestuur. Ja
wel, de vergaderingen zijn ovei
het algemeen openbaar en d<
ambtelijke stukken wordei
netjes toegezonden aan de me
dia, maar o wee, als er proble
men zijn. Dan wordt de burgei
monddood gemaakt en word
hem elke poging tot inspraak
onmogelijk gemaakt.
Puinhopen
gulden. Met zo'n bedrag kun je
leukere dingen doen dan het in
een bodemloze put gooien.
Eind vorig jaar zette Uit in Zee
land de gemeente Middelburg
voor het blok. Omdat het thea
terbureau met ingang van 1 ja
nuari 1994 niet meer bestond,
moesten de raadsfracties een te
kort van 140.000 gulden gelaten
accepteren. De raad wilde de
Stichting Stadsschouwburg
niet met een last uit het verleden
opzadelen. Eens, maar nooit
meer, klonk het ferm in de raads
zaal. Middelburg is geen melk
koe, sprak het CDA dapper. En
WD-raadslid J. C. van Dijk-
Sturm, nu wethouder van cul
tuurzaken, noemde de cijfers
van Uit in Zeeland een terugke
rende ergenis. Als de Stichting
Stadsschouwburg toch met te
korten zou werken, dan m ze zelf
daarvoor opdraaien door het
verües te verrekenen met het
budget van het jaar daarop, zelfs
als dat ten koste zou gaan van de
programmering.
Ferme taal, dat wel, maar van
woorden alleen is nog geen en
kele subsidie-ontvanger ge
schrokken. Het kat-en-muis-
spelletje tussen de gemeente
Middelburg en de Stadsschouw
burg begint opnieuw, alleen nu
met een gewijzigde gemeente
raad en een nieuwe stichting. De
politiek durft nog steeds geen
daad te stellen en de stichting
maakt daar dankbaar gebruik
van. Blijft Middelburg 'sturen op
afstand' en dus controleren ach
teraf, dan rest de gemeenteraad
vootdurend niets meer dan uit
huilen en opnieuw beginnen.
Bioscopen
De affaire Stadsschouwburg
vertoont bijzondere gelijkenis
sen met de affaire rond de bio
scopen. Ook daar maakte het
bestuur er een rommeltje van en
durfde de politiek geen daad te
stellen. Wantoestanden werden
beloond met investeringen van
nog eens enkele tonnen, waar
voor de gemeente garant stond.
De inwoners van Middelburg
kregen pas tekst en uitleg toen
het al veel te laat was. De biosco
pen waren al failliet verklaard,
Een nieuw voorbeeld daarvan is
de affaire rond de Stadsschouw
burg. Slechts twee uur vooi
een extra ingelaste commissie
vergadering, stelt het gemeente
bestuur de media (én dus de be
volking van Middelburg) op de
hoogte van de financiële puinho
pen bij dë Stadsschouwburg. De
ambtelijke nota, waarin word!
voorgesteld andermaal de porte
ïnonnee open te trekken, was ge-I
dateerd op 23 juni, een week
vóór de extra (openbare) com
missievergadering was gepland
Waarom heeft het gemeentebe
stuur zo lang gewacht om de in
woners in te seinen? Heeft de
PTT soms een week nodig on
één ambtelijke nota te verstu
ren?
Zelfs tijdens de persconferentie
repte de verantwoordelijke wet-]
houder met geen enkel woordL
over de financiële en organisatoj-
rische puinhopen bij de Stads]
schouwburg. Nee, alleen maa»
een jubelende uiteenzetting!
over uitbreiding van de theaterT
zaal met tachtig stoelen en eei*
verplaatsing van het theater-!
café. In een latere fase moeten ef
nog eens honderd zitplaatsen
bijkomen. Die maatregelen
moeten voldoende geld in het
laatje brengen om de stichting)
weer boven Jan te helpen.
De stadsschouwburg wordt be-!
stuurd door een Raad van Toe-I
zicht, bestaande uit drie raadsle-l
den en drie deskundigen, diel
toezicht houden op de directeur.!
Hij is op zijn beurt verantwoor
delijk voor de dagelijkse gangg
van zaken. Hem is niet kwalijk te
nemen dat de boel uit de hand isi
gelopen. De Raad van Toezicht
had nog voor daar een rapportu
van VB Accountants voor nodigr
was, moeten vragen om een mo-l
derne bedrijfsvoering. Hij had
moeten vragen om budgetbewa
king, kwartaalrapportages en
toezending van financiële over
zichten.
De gemeenteraad gaat helemaal
niet vrijuit. Bij de privatisering
van de stadsschouwburg en de*
Concert- en Gehoorzaal zijn al-e
leen maar de gebouwen losge-E
weekt. Drie afzonderlijke ge-
meentelijke diensten bemoeien)1'
zich nog met de stichting: stads-f
beheer voor verhuur en onder-
houd, maatschappelijke zaken1
voor de subsidie en middelen1
voor de personeelsadministra
tie. Die hebben elk hun eigen op-
vattingen en cultuur. Daar ligtl:
de oorsprong van alle ellende.
Als nu de verwarmingsketel;1
springt, moet de directeur van1
de schouwburg eerst een belletje
plegen met stadsbeheer, die ver-1
volgens een onderhoudsmon-
teur inschakelt. Over privatise
ring gesproken! Als je privati-"
seert, moet je het meteen goed
doen.
redactie
111111 111111Ill
PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT
Hoofdredactie: M. P. Dieleman, algemeen hoofdredacteur:
C. van der Maas, hoofdredacteur commentaar:
A. L. Oosthoek, adjunct-hoofdredacteur.
Eindredactie: K. Cijsouw en J. D. van Scheijen.
Bureauredactie provincie: N. T. T. Banh, M. E. Ernens-Abrahamse:
B. Goudswaard: P. C. de Jonge; S. C. Osman; A. W. C, Mullink;
M. T. O. van der Vleuten; I. D. A. M. Russel; J. P. van de Sande;
J. P. Verbeek.
Redactie binnen- en buitenland: M. S. van Reems (chef);
G. J. Kers; J. P. H. Noot; C. J. Schets; W. P. Staat.
Sportredactie: R. Thannhauser (chef); J. F. D. Bakker;
M. H. J. Caldenhoven; E. L. Ramakers; T. J. van den Velde;
K. L. de Vries.
Redactie bijlagen: A. L. Kroon (chef); J. van Damme;
F. P. J. Doeleman; J. A. M. Tabbers; A. Zevenbergen.
Vormgeving: A. A. Adriaanse; N. Geelhoed; A. F. Schreurs;
W. M. J. Verstuyf.
Systeembeheer: C. W. M. Keuning.
Nieuwsdienst: M. Antonisse (chef).
Algemeen verslaggevers (Vlissingen): W. A. Bareman;
J. C. M. Cats; W. J. van Dam; A. M. van der Jagt; B. Jansen
(plv. chef nieuwsdienst); H. O. Postma; E. J. Rozendaal;
M. J. Schrier; A. J. Snel; H. van der Werf; M. van Zuilen (Den Haag).
Regio Bevelanden/Noord-Zeeland: F. B. Balkenende (chef);
M. van Barneveld; I. M. Dekker; M. A de Jongh; H. Stegenga;
M. E. Woudenberg.
Regio Walcheren (Vlissingen): A. A. van der Sluis (chef);
R. Bosboom; Y. Hoekstra; N. J. C. Kluijtmans;
C. M J. Sondervan (ondernemend Zeeland).
Regio Zeeuwsch-Vlaanderen (Terneuzen):
C. A. M. van Gremberghe (chef); P. I. F. M. Cappetti, J. J. Heijt;
R. E. A. Hoonhorst; M. Modde.
Correspondenten Geassocieerde Persdiensten (GPD):
A. Knol (Brussel); P. de Vries (Brussel);
H. B. Hoogendijk (Berlijn); J. W. M. Gertsen (Parijs);
C. van Zweeden (Londen); A. Bloemendaal (Tel Aviv);
E. J. A. van der Linden (Rome); S. van Rijn (Willemstad);
J. A. Geleijnse (Moskou); D. R. M. de Wit (Madrid);
W. Bunschoten (Paramaribo); J. A. M. de Bruijn (Washington);
F. J. M. van der Houdt (Nairobi); F. Hellinga (Johannesburg).
Jasser Arafat wordt uitbundig toegejuicht bij binnenkomst in de Gaza-strook.