De eenzame terugkeer van Arafat Ethiek niet zoiets als Haarlemmerolie PZC PZC Kwestie schouwburg in Middelburg vergt daadkracht opinie en achtergrond Palestijns bestuur zal wel een geleide democratie worden ZATERDAG 2 JULI 1994 van onze correspondent in het Midden-Oosten Ad Bloemendaal De hele Gaza-strook was uit gelopen om de Palestijnse Jasser Arafat toe te juichen toen hij daar gisteren zijn intocht hield. Alle hotels in Gaza-stad waren afgehuurd voor zijn om vangrijke entourage. Maar toch moet de PLO-voorzitter een ge voel van eenzaamheid hebben bekopen toen hij voor het eerst in 27 jaar weer voet zette op zijn geboortegrond. Geen van de Fa- tah-leiders van zijn eigen gene ratie was immers aanwezig om hem op zijn historische bezoek te begeleiden. Van de elf Palestijnen die de Fa- tah-bewegingin de jaren '50 heb ben opgericht, zijn er zeven een gewelddadige dood gestorven. De meest prominente onder hen waren Abu Iyad en de leider van de militaire operaties in de be zette gebieden, Khalil al-Wazir, alias Abu Jihad. De laatste ge niet in de Gazastrook nog altijd een even grote, zo niet grotere, populariteit dan Arafat, Geen muurschildering van de PLO- leider is compleet zonder een even groot portret van de door Israëlische commando's ver moorde Abu Jihad aan zijn zijde. Het is geen toeval dat Arafat diens weduwe, Intissar al-Wazir, heeft benoemd tot 'minister' van sociale zaken in het nieuwe Pale stijnse bestuur. De vier overlevenden van de eer ste generatie Fatah-leiders zijn Jasser Arafat, Farouk Kad- doumi, Machmoud Abbas en Khaled al-Hassan. Maar die laatste drie weigeren om allerlei redenen met Arafat samen te werken in de autonome gebie den. Farouk Kaddoumi, hoofd van het politieke bureau van de PLO, blijft achter in Tunis. Hij zal de buitenlandse betrekkin gen van de organisatie blijven regelen, omdat Israël niet wil dat het Palestijnse bestuur in de bezette gebieden zich daarmee bemoeit. Maar er is nog een an dere reden waarom Arafat een vestiging in de Tunesische hoofdstad wil handhaven. Wan trouwig als hij is, beschouwt hij een vaste basis in een Arabisch land als iets waarop hij kan te rugvallen als de zaken in de Ga zastrook en Jericho uit de hand zouden lopen. Van de zeven leiders tellende tweede generatie kan Arafat evenmin veel steun verwachten. Drie van de zeven zijn toegetre den tot de rijen der martelaars. En van de overige vier heeft slechts één zich solidair ver klaard. De steun moet duidelijk komen van de derde generatie, de groep van negen leiders die hun positie te danken hebben aan Arafat persoonlijk. Het is opmerkelijk dat Arafat het toezicht op Fatah in het bin nenland heeft toevertrouwd aan twee mensen die nooit deel heb ben uitgemaakt van het leider schap van de organisatie: Fay- sal Husseini (Westelijke Jor- daanoever) en Zakaria al-Agha (Gazastrook). Onvermogen Arafat heeft aangekondigd dat hij dit weekeinde in de stad Ga za de eerste vergadering wil voorzitten van het lichaam dat de autonome gebieden voorlo pig zal besturen, de Palestijnse Nationale Autoriteit (PNA). Van de 24 leden zijn er inmiddels 18 aangewezen. De helft van hen behoort tot Fatah en zes zijn on- afhankelijken. Voorlopig zal Arafat het in ieder geval moeten doen zonder de medewerking van organisaties als het Democratisch Front, het Volksfront, de Palestijnse Volks partij (de voormalige commu nisten) en een aantal kleinere groepen binnen zijn eigen PLO. De belangrijkste oppositie bui ten de organisatie wordt ge vormd door de islamitische ver zetsbeweging, de Harnas. Arafat heeft de Harnas vier zetels aan geboden, maai- dat aanbod is be leefd van de hand gewezen. Iedere oppositiegroep heelt zo zijn eigen redenen om verzet te plegen. Het Democratisch Front en het Volksfront zijn tegen de Akkoorden van Oslo en Cairo, de Volkspartij is alleen tegen 'Cairo' en de Harnas verzet zich tegen iedere 'capitulatie' voor de joodse staat. Wat ze delen is hartgrondig wantrouwen jegens Arafat en diens autoritaire be stuur. Alleen Arafat weet precies hoe veel geld er in de PLO-kas zit en het ligt in de verwachting dat hij zal proberen ook in de nieuwe si tuatie van autonomie de hand aan de knip te houden. Zijn on vermogen te delegeren, zal hem in de Palestijnse bijna-staat de kop kosten, tenzij hij in staat is tijdig de bakens te verzetten. „Ik geloof niet dat Arafat een sterk gevoel heeft voor democra tische verhoudingen", meent professor Barry Ruben, hoogle raar aan de Hebreeuwse Univer siteit in Jeruzalem en auteur van een boek over de PLO. „Maar hij weet hoe hij een coalitie moet vormen. Daarom zal hij alles op alles zetten om de zaak te be heersen. Hij is in staat daarbij mensen aan te trekken met ver- schilende gezichtspunten. Als ik kijk naar de Palestijnse be stuursraad dan moet ik zeggen dat hij er zelfs redelijk in is ge slaagd mensen te vinden die des kundig zijn op hun terrein en die verschillende standpunten ver tolken. Maar dat wil nog niet zeggen dat de autonome gebie den een democratie worden". De verwachting is dat Palestijn se entiteit de gedaante van een 'geleide democratie' zal aanne men, vergelijkbaar met de situa tie in Arabische landen als Jor danië en Egypte. Alles staat en valt daarbij met de economische ontwikkeling. Niet voor niets heeft Arafat zijn komst naar de Gazastrook en Jericho afhanke lijk gesteld van de ontvangst van voldoende voorschotten om zijn ambtenaren en zijn politie macht te betalen. Alleen met geld zal hij in staat zijn zijn ge zag te vestigen. En alleen als hij zijn gezag kan vestigen, kan hij rekenen op de medewerking van groepen die nu nog aan de zijlijn staan. Arafat zal moeten delegeren, al was het alleen al omdat de orga nisatorische problemen hem bo ven het hoofd groeien. Zo zal er een oplossing moeten worden gevonden voor de interne ver houdingen in de PLO en voor de toekomstige relatie tussen de or ganen van die organisatie en de Palestijnse Nationale Autoriteit (PNA), het hoogste gezag in de autonome gebieden. Zwaartepunt In meer algemene termen gaat het om de vraag waar straks het zwaartepunt van de Palestijnse macht komt te liggen: bij de we reldwijde organisatie of bij de democratisch gekozen raad in de autonome gebieden? Het is een probleem dat in Israël wel is vergeleken met de frictie tussen de Zionistische wereldorganisa tie en de joodse gemeenschap in Palestina vóór de stichting van de staat. Arafats notoire reislust in aan merking genomen, zal hij een groot deel van zijn tijd besteden aan het regelen van dit soort problemen. Het valt te hopen dat hij de dagelijkse gang van zaken in de autonome gebieden in handen zal geven van prag matisten als Nabil Sha'at en Achmed Korei (Abu-Ala'a), zijn 'minister' van economische za ken. De laatste is ook directeur van de Palestijnse Economische Raad voor Ontwikkeling en We deropbouw (PECDAR), het li chaam dat is belast met de be steding van buitenlandse finan ciële hulp, voorlopig de belang rijkste bron van inkomsten. Wat het binnenland betreft is Arafats belangrijkste zorg niet alleen de economie, maar ook het verdere verloop van de on derhandelingen met Israël. Wie meent dat de achterliggende overlegperiode moeizaam is ver lopen, heeft nog niets gezien. Steeds meer zal blijken hoe kunstmatig de scheiding is tus sen de onderhandelingen over een tijdelijke regeling van zelf bestuur en het overleg over de definitieve status van de bezette gebieden. Palestijnen en Israë liërs beseffen dat de grenzen van de autonomie straks waar schijnlijk ook de grenzen zullen vormen van de Palestijnse staat en daarom zal er om elke centi meter worden gevochten. Glans verbleekt Of Arafat zal kunnen regeren, hangt ook af van het antwoord op de vraag of hij in staat zal zijn de delicate balans te bewaren tussen Palestijnse en Israëlische verlangens. De Palestijnen be schouwen hem als een guerrilla leider, een voorganger in de strijd tegen de Israëlische bezet ting. Maai- de Israëlische rege ring wil dat Arafat zijn politie en veiligheidsapparaat inzet bij het voorkomen van aanvallen op Is raëlische burgers en militairen. Een echte guerrillaleider is Ara fat al lang niet meer. Zijn belang rijkste wapen is nu zijn functie als symbool van het Palestijnse nationalisme en de Palestijnse aspiraties, ook voor mensen bin nen de Harnas. De glans van zijn leiderschap is de laatste jaren weliswaar verbleekt, maar zelfs zijn grootste tegenstanders zul len hem toejuichen als hij de Ga zastrook binnenkomt. Een uur na zijn vertrek zullen ze weer kri tiek uiten, maar het laat zien hoe onlosmakelijk de namen Arafat en Palestina met elkaar zijn ver bonden. ■H door Jan W. Scheffers Ethiek lijkt ouderwets. De uitdrukkelijke aandacht, in theorie en praktijk, voor normen en waarden, waaraan wij onszelf en anderen in rede lijkheid gehouden achten - want dat is ethiek - lijkt uit ge raakt. Bij de een geeft dat een gevoel van opluchting, maar voor de ander is het juist een reden tot zorgelijk klagen. Uit onderzoeken naai- het func tioneren van normen en waar den is duidelijk geworden, dat de economische en technologi sche ontwikkelingen van de af gelopen vijftig jaar gepaard zijn gegaan met diepgaande veranderingen in de cultuur van onze samenleving. Kenmerkend voor de culturen van de Westeuropese landen zijn de individualisering en de secularisatie. Bij individualise ring komt de persoonlijke le venskeuze centraal te staan. Er wordt groot belang gehecht aan zelfontplooiing en het ei gen levensgeluk. Bij secularisatie zien we dat de deelname aan het kerkelijk le ven drastisch daalt en dat de kerken hun duidelijke plaats en taak van vroeger in het pu blieke bestel van de samenle ving verliezen. Verder maakt het geloof niet langer deel uit van de publieke opinie van de bevolking. In samenhang met de individualisering zien we dan dat de kerken hun zeggen schap over de ethische opvat tingen en praktijken van haar leden kwijtraken. Er heeft zich ondertussen een consumptie-maatschappij ont wikkeld, waarin genieten van het leven als fundamentele waarde geldt. Tegelijk is er een besef levend geworden van de rechten van de mens, dat leidt tot erkenning van gewetens vrijheid en tot stijd tegen dis criminatie. Het gaat om gelijke kansen voor iedereen. Hierbij tekent zich een verlies af van veel traditionele normen en waarden. Niet alleen reli gieuze richtlijnen hebben hun maatschappelijk regulerend vermogen geleidelijk aan zien afnemen: ook de daarmee ver band houdende ethische ka ders zijn beduidend minder richtinggevend geworden. Toch lijken er ook tekenen te zijn die er op wijzen dat het met de ethiek in onze samenleving nog niet zo rampzalig is ge steld. Het bedrijfsleven pro beert het streven naai- redelijk gewin te verbinden met be drijfsethiek. Werkgevers bezin nen zich op de relaties tussen markt en moraal. Er is ook een stroom publika- ties over allerlei kwesties van de medische ethiek. Zorgin- Werk in gezondheidszorg steeds meer verlengstuk van instrumenten en medicijnen.... stellingen beschikken steeds vaker over ethische commis sies. En beroepsgroepen, be drijven en branches schrijven een eigen ethische code. Dat leek lange tijd een Amerikaans verschijnsel, maar in ons land heeft momenteel een kwart van de top-honderd onderne mingen een ethische code. Ten slotte: uit Den Haag vernemen we regelmatig een pleidooi voor een ethiek van burger schap. Normen en waarden die nen hersteld te worden. Ethiek lijkt dus ook weer in. Terughoudend Kan hierbij het ethisch erfgoed van het christendom nog een rol spelen? Soms lijkt het er op, dat paniek omtrent de teruglo pende maatschappelijke posi tie van het christendom poli tici en beleidsmakers in de ver leiding brengt snel zoiets als 'een christelijk stelsel van nor men en waarden' naar voren te schuiven. Christelijke ethiek is echter geen Haarlemmerolie. In de huidige maatschappelij ke en politieke situatie past christenen vooral wijsheid die zich kenmerkt door terughou dendheid. Het is beter eerst de achtergronden te bekijken van de situatie waarin de ethiek te recht is gekomen, voordat er plannen worden gemaakt over de inzet van de normen en waarden uit de christelijke tra ditie. Bij nadere beschouwing ko men we dan tot een weinig ge ruststellend beeld. Want veelal moet de nieuwe belangstelling voor ethiek echt bevochten worden. Mensen strijden voor het open houden en erkennen van de ethische dimensies van hun concrete handelen. Een voorbeeld. Met pijn in het (st)ers in die zorgarbeid komt daarbij onder druk te staan. Deze druk is zo sterk geworden, dat het systeem van de gezond heidszorg eerst zal proberen ethische kwesties te vertalen in economische vragen. Want die lijken gemakkelijk te beant woorden: is er wel of geen geld voor? Gelukkig accepteren steeds meer mensen die uitschakeling van ethiek niet langer. Ze ge- hart en soms ook met woede zien werkers en vooral werk sters in de gezondheidzorg, dat hun werk steeds meer een ver lengstuk wordt van instrumen ten en medicijnen. Voor mense lijke zorg en aandacht voor de patiënt is steeds minder tijd. De zorgverlening wordt im mers vooral vanuit economi sche overwegingen georgani seerd en bepaald. De zorgar beid wordt geleid door techni sche en economische normen en waarden. De eigen ethiek van de werk- ven de ethische dimensie van hun handelen niet zonder slag of stoot meer op. Ze voeren strijd tegen de dominantie van het economisch denken. Uit het feit dat de ethiek op zo'n manier in is, mag worden ge concludeerd dat hier de ethiek juist sterk onder druk staat. In een opmerkelijk artikel in het blad De Bazuin kritiseert T. Geurts, medewerker van het Centrum voor Levensbeschou wing en Ethiek in Tilburg, twee reacties op deze benarde posi tie van de ethiek. foto Lex de Meester Een eerste oplossing blijkt vaak te worden gezocht in het uitbesteden van ethische re flectie aan 'deskundigen'. Maar dit uitbesteden kan ook een af schuiven worden, zodat die deskundigen een alibi vormen. Het denken over ethiek en het concrete handelen waarin be slissingen genomen moeten worden dreigen dan twee ge scheiden werelden te worden. Ethiek blijft dan in handen van deskundigen en de democrati sering van de ethiek stagneert. Als de 'deskundigen' zich van de ethiek hebben meester ge maakt, dan rest de 'ondeskun- digen' alleen nog maar de te rugtocht naar de veilige privé- wereld. Maar ethiek is geen zaak meer van alleen deskun digen. Ethiek is een zaak van iedereen geworden. De andere reactie op de crisis van de ethiek en de almachtige beheersing die uitgaat van de economie is een pleidooi voor het herstel van de christelijke normen en waarden. Het pro bleem is echter, hoe dat dan concreet zou moeten gebeuren. Mensen zijn normen en waar den niet vergeten, maar in onze samenleving is het economisch denken zo machtig dat het ethisch denken steeds in de verdrukking komt. Ethiek komt in de hoek van de zweverige luxe terecht als we er niet in slagen ethische overwe gingen te verbinden met het concrete handelen van alledag in bedrijven, instellingen en winkels. Het algemeen pleidooi voor herstel van normen en waarden miskent de weerbar stige maatschappelijke situa tie van de ethiek. De eerste strijd die gevoerd moet worden is het kritisch zicht krijgen op de dominantie van economische belnagen en krachten. Democratisering van de ethiek vraagt daarom vooral educatie: scholing en vorming, mensen economisch en ethisch mondig maken, la ten delen in de verantwoorde lijkheid voor de gang van za ken in de organisaties en de sa menleving. Traditie Wat kan dan nog de inbreng van de christelijke traditie zijn in deze actuele crisis van de ethiek? Niet door te pleiten voor een algemeen herstel van christelijke normen en waar den. Wel door nauwgezet te werken aan ruimte voor ethi sche reflectie die verbindingen weet te leggen met het con crete handelen van alledag. Dan gaat het om vragen als de ze: profiteren zij die de lasten van de technologische ontwik keling het meest dragen ook evenredig van de lusten? Wor den zij die zich aan de onder kant van de samenleving be vinden er uiteindelijk ook be ter van? Moet worden doorge gaan zoveel geld te stoppen in de verfijning van de medische mogelijkheden voor een kleine groep mensen of kan dat geld beter worden besteed aan meer zorgverlening? En waar liggen de grenzen van de moderne biotechnologie wanneer de ver anderingen van genetische ei genschappen de integriteit van dieren, planten, micro-organis men, of zelfs van soorten en ecosystemen aantasten? De antwoorden op deze en an dere actuele ethische kwesties kunnen niet meer door een al dan niet deskundig gezag wor den vastgesteld en van boven af worden opgelegd en afge dwongen. Bij een gedemocrati seerde ethiek dienen alle bur gers, groepen en instanties aangesproken te kunnen wor den op hun aandeel in de tot stand koming van maatschap pelijk welzijn. Dan groeit uit de crisis van de ethiek een nieuwe participatieve ethiek, waarin vorm gegeven wordt aan ieders collectieve verantwoordelijk heid. Maar dat is weer een heel ander verhaal. van onze verslaggever Ab van der Sluis De financiële onmacht van de Stichting Stadsschouw burg Middelburg tekent tege lijk de bestuurskracht van het nieuwe college van burgemees ter en wethouders. Geen enkel collegelid heeft de euvele moed om de nauw aan °de gemeente verbonden stichting de wacht aan te zeggen. Nee, Middelburg bedekt de ontstane crisissitua tie met de mantel der liefde en geeft de noodlijdende stichting zelfs nog een bankgarantie van tweehonderdduizend gulden om te investeren! De programmering in de Middel burgse stadsschouwburg komt al jaren niet goed van de grond. Artistiek is het allemaal mis schien wel voldoende, maar fi nancieel maakten Uit in Zeeland en later de Stichting Stads schouwburg er een rommeltje van. Tot twee maal toe moest de gemeenteraad een forse extra subsidie toekennen aan het in middels ter ziele gegane theater bureau. Dat kostte de gemeente de afgelopen twee Jaar - en dus de Middelburgers - ruim 260.000 waardoor Middelburg voor ruin zes ton het schip inging, zoal: bleek toen eindelijk opening vai zaken werd gegeven. Besturei op afstand, noemen ze dat ii Middelburg. De gemeente be stuurt inmiddels zoveel zakei op een zo grote afstand dat con trole een lachertje is geworden. De dupe van die nieuwe be stuurscultuur is de Middelbur ger. Hij hoort via de onafhanke lijke media te weten hoe het ge meentebestuur omgaat met zijr belastingcenten. Middelburg ii geen groot voorstander vai openbaarheid van bestuur. Ja wel, de vergaderingen zijn ovei het algemeen openbaar en d< ambtelijke stukken wordei netjes toegezonden aan de me dia, maar o wee, als er proble men zijn. Dan wordt de burgei monddood gemaakt en word hem elke poging tot inspraak onmogelijk gemaakt. Puinhopen gulden. Met zo'n bedrag kun je leukere dingen doen dan het in een bodemloze put gooien. Eind vorig jaar zette Uit in Zee land de gemeente Middelburg voor het blok. Omdat het thea terbureau met ingang van 1 ja nuari 1994 niet meer bestond, moesten de raadsfracties een te kort van 140.000 gulden gelaten accepteren. De raad wilde de Stichting Stadsschouwburg niet met een last uit het verleden opzadelen. Eens, maar nooit meer, klonk het ferm in de raads zaal. Middelburg is geen melk koe, sprak het CDA dapper. En WD-raadslid J. C. van Dijk- Sturm, nu wethouder van cul tuurzaken, noemde de cijfers van Uit in Zeeland een terugke rende ergenis. Als de Stichting Stadsschouwburg toch met te korten zou werken, dan m ze zelf daarvoor opdraaien door het verües te verrekenen met het budget van het jaar daarop, zelfs als dat ten koste zou gaan van de programmering. Ferme taal, dat wel, maar van woorden alleen is nog geen en kele subsidie-ontvanger ge schrokken. Het kat-en-muis- spelletje tussen de gemeente Middelburg en de Stadsschouw burg begint opnieuw, alleen nu met een gewijzigde gemeente raad en een nieuwe stichting. De politiek durft nog steeds geen daad te stellen en de stichting maakt daar dankbaar gebruik van. Blijft Middelburg 'sturen op afstand' en dus controleren ach teraf, dan rest de gemeenteraad vootdurend niets meer dan uit huilen en opnieuw beginnen. Bioscopen De affaire Stadsschouwburg vertoont bijzondere gelijkenis sen met de affaire rond de bio scopen. Ook daar maakte het bestuur er een rommeltje van en durfde de politiek geen daad te stellen. Wantoestanden werden beloond met investeringen van nog eens enkele tonnen, waar voor de gemeente garant stond. De inwoners van Middelburg kregen pas tekst en uitleg toen het al veel te laat was. De biosco pen waren al failliet verklaard, Een nieuw voorbeeld daarvan is de affaire rond de Stadsschouw burg. Slechts twee uur vooi een extra ingelaste commissie vergadering, stelt het gemeente bestuur de media (én dus de be volking van Middelburg) op de hoogte van de financiële puinho pen bij dë Stadsschouwburg. De ambtelijke nota, waarin word! voorgesteld andermaal de porte ïnonnee open te trekken, was ge-I dateerd op 23 juni, een week vóór de extra (openbare) com missievergadering was gepland Waarom heeft het gemeentebe stuur zo lang gewacht om de in woners in te seinen? Heeft de PTT soms een week nodig on één ambtelijke nota te verstu ren? Zelfs tijdens de persconferentie repte de verantwoordelijke wet-] houder met geen enkel woordL over de financiële en organisatoj- rische puinhopen bij de Stads] schouwburg. Nee, alleen maa» een jubelende uiteenzetting! over uitbreiding van de theaterT zaal met tachtig stoelen en eei* verplaatsing van het theater-! café. In een latere fase moeten ef nog eens honderd zitplaatsen bijkomen. Die maatregelen moeten voldoende geld in het laatje brengen om de stichting) weer boven Jan te helpen. De stadsschouwburg wordt be-! stuurd door een Raad van Toe-I zicht, bestaande uit drie raadsle-l den en drie deskundigen, diel toezicht houden op de directeur.! Hij is op zijn beurt verantwoor delijk voor de dagelijkse gangg van zaken. Hem is niet kwalijk te nemen dat de boel uit de hand isi gelopen. De Raad van Toezicht had nog voor daar een rapportu van VB Accountants voor nodigr was, moeten vragen om een mo-l derne bedrijfsvoering. Hij had moeten vragen om budgetbewa king, kwartaalrapportages en toezending van financiële over zichten. De gemeenteraad gaat helemaal niet vrijuit. Bij de privatisering van de stadsschouwburg en de* Concert- en Gehoorzaal zijn al-e leen maar de gebouwen losge-E weekt. Drie afzonderlijke ge- meentelijke diensten bemoeien)1' zich nog met de stichting: stads-f beheer voor verhuur en onder- houd, maatschappelijke zaken1 voor de subsidie en middelen1 voor de personeelsadministra tie. Die hebben elk hun eigen op- vattingen en cultuur. Daar ligtl: de oorsprong van alle ellende. Als nu de verwarmingsketel;1 springt, moet de directeur van1 de schouwburg eerst een belletje plegen met stadsbeheer, die ver-1 volgens een onderhoudsmon- teur inschakelt. Over privatise ring gesproken! Als je privati-" seert, moet je het meteen goed doen. redactie 111111 111111Ill PROVINCIALE ZEEUWSE COURANT Hoofdredactie: M. P. Dieleman, algemeen hoofdredacteur: C. van der Maas, hoofdredacteur commentaar: A. L. Oosthoek, adjunct-hoofdredacteur. Eindredactie: K. Cijsouw en J. D. van Scheijen. Bureauredactie provincie: N. T. T. Banh, M. E. Ernens-Abrahamse: B. Goudswaard: P. C. de Jonge; S. C. Osman; A. W. C, Mullink; M. T. O. van der Vleuten; I. D. A. M. Russel; J. P. van de Sande; J. P. Verbeek. Redactie binnen- en buitenland: M. S. van Reems (chef); G. J. Kers; J. P. H. Noot; C. J. Schets; W. P. Staat. Sportredactie: R. Thannhauser (chef); J. F. D. Bakker; M. H. J. Caldenhoven; E. L. Ramakers; T. J. van den Velde; K. L. de Vries. Redactie bijlagen: A. L. Kroon (chef); J. van Damme; F. P. J. Doeleman; J. A. M. Tabbers; A. Zevenbergen. Vormgeving: A. A. Adriaanse; N. Geelhoed; A. F. Schreurs; W. M. J. Verstuyf. Systeembeheer: C. W. M. Keuning. Nieuwsdienst: M. Antonisse (chef). Algemeen verslaggevers (Vlissingen): W. A. Bareman; J. C. M. Cats; W. J. van Dam; A. M. van der Jagt; B. Jansen (plv. chef nieuwsdienst); H. O. Postma; E. J. Rozendaal; M. J. Schrier; A. J. Snel; H. van der Werf; M. van Zuilen (Den Haag). Regio Bevelanden/Noord-Zeeland: F. B. Balkenende (chef); M. van Barneveld; I. M. Dekker; M. A de Jongh; H. Stegenga; M. E. Woudenberg. Regio Walcheren (Vlissingen): A. A. van der Sluis (chef); R. Bosboom; Y. Hoekstra; N. J. C. Kluijtmans; C. M J. Sondervan (ondernemend Zeeland). Regio Zeeuwsch-Vlaanderen (Terneuzen): C. A. M. van Gremberghe (chef); P. I. F. M. Cappetti, J. J. Heijt; R. E. A. Hoonhorst; M. Modde. Correspondenten Geassocieerde Persdiensten (GPD): A. Knol (Brussel); P. de Vries (Brussel); H. B. Hoogendijk (Berlijn); J. W. M. Gertsen (Parijs); C. van Zweeden (Londen); A. Bloemendaal (Tel Aviv); E. J. A. van der Linden (Rome); S. van Rijn (Willemstad); J. A. Geleijnse (Moskou); D. R. M. de Wit (Madrid); W. Bunschoten (Paramaribo); J. A. M. de Bruijn (Washington); F. J. M. van der Houdt (Nairobi); F. Hellinga (Johannesburg). Jasser Arafat wordt uitbundig toegejuicht bij binnenkomst in de Gaza-strook.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 2