Soms
in het
moet je blind
diepe springen
Sidonia en Lambik trouwen nooit
PZC
Reisgidsen die
de vakantie
veranderen
Irène Jacob
speelt in film
Ate de Jong
MÉLi
JA/-
kunst cultuur
17
VRIJDAG 1 JULI 1994
Onder regie van Ate de Jong
begonnen eind mei in Boedapest
de opnamen voor de film All men are
mortal, een internationale co
productie naar een roman van
Simone de Beauvoir. De supervisie is
in handen van de in Maarssen
woonachtige Matthijs van
Heijningen. De vrouwelijke hoofdrol
wordt gespeeld door de Franse
actrice Irène Jacob, die drie jaar
geleden schitterde in La double vie
de Véronique en onlangs op het
festival van Cannes met Rouge
opnieuw alle harten stal, behalve die
van de jury.
rjirois Couleurs-Rouge, de
nieuwe film van de Pool
Krzysztof Kieslowski, had op het
festival van Cannes volgens drie
enquêtes de Gouden Palm moeten
winnen, maar werd door de jury
van Clint Eastwood zelfs geen
troostprijs gegund. Voor Irène Ja
cob was de teleurstelling niet zo
groot. Tenslotte had de Franqaise
de Actrice-Prijs van Cannes drie
jaar geleden al een keer gewonnen
voor haar optreden in La double
vie de Véronique, onder toen even
eens de regie van Kieslowski. De 28-
jarige actrice heeft de blik al weer
gericht op een volgende film: All
uien are mortal, van Ate de Jong.
Irène Jacob werd 28 jaar geleden in
Frankrijk geboren maai' groeide
op in het Zwitserse Genève, waar
haar vader als fysicus werkzaam is.
Op 18-jarige leeftijd vertrok ze
voor een toneelopleiding naar Pa
rijs en daar woont ze nu bijna tien
jaar. Voor Kieslowski's Trois Cou-
leurs-Rouge kwam ze terug naar
Genève.
-- Wat gebeurde er na het succes
van La double vie de Véronique?
Het werd een beetje stil.
„Ik ben toen eerst toneel gaan
doen. Ik stond in De Misantroop,
van Molière. Een produktie in Pa
rijs die is gaan rondreizen naar Me
xico, Canada en de Verenigde Sta
ten.-Daarna heb ik gespeeld in De
voorspelling, van Eldar Riazanov,
een filmer, die bij ons niet zo be
kend is maar heel beroemd is in
Rusland. Daarna deed ik Le mou-
lin de Daudet, van Samy Pavel. En
vervolgens Trois Couleurs-Rouge.
Maar het is waar, ik heb het rustig
aan gedaan. Na La double vie
kreeg ik plotseling een heleboel
aanbiedingen, maar daar zat ei
genlijk niks tussen dat me aan
sprak. Het waren rollen waarvan ik
dacht dat ze me primair wilden
hebben omdat ik ineens de win
nende actrice van Cannes was. Als
een ander die bekroning had ge
kregen, dan zou men ook die ander
gevraagd hebben, vermoedde ik.
Projecten die zorgvuldiger ontwor
pen zijn, rollen waarover langer is
nagedacht wie men er voor wilde
hebben, die komen nooit zo snel
beschikbaar. Maar nu lijkt het in
eens erg hard te gaan. Als ik deze
zomer klaar ben met de film van
Ate de Jong, komt daar meteen
Victory achteraan, met Willem Da-
foe onder regie van Mark Peploe."
Kieslowski
„Maar zoals het gegaan is met
Rouge, dat was anders dan anders.
Die rol is heel speciaal. Krzyzstof
Kieslowski was degene die mij
mijn eerste grote kans had gege
ven. Als zo iemand naar je terug
komt omdat hij nog een film met je
wil maken, dan beschouw ik dat
als een geschenk. Daar komt bij
dat de rollen die hij schrijft zo bui
tengewoon mooi zijn. Het zijn al
tijd karakters die een interessante
ontwikkeling doormaken. De ma
nier waarop hij regisseert is ook ui
terst leerzaam omdat hij het tel
kens anders aanpakt. La double
vie was een beetje het verhaal van
een vrouw in contact met een an
dere kant van zichzelf, een heel in
tieme film. Maar Rouge is geen film
die gaat over het personage van de
vrouw die ik speel, of over de oude
rechter die Jean-Louis Trintignant
speelt. Het is een film over interac
tie: over de relatie tussen die twee
hoofdpersonages. Dat is fascine
rend en heel spannend. Het bete
kent dat ik het dan alleen goed kan
doen, wanneer ik zo speel dat mijn
tegenspeler erop reageren kan en
wanneer ik ook adequaat kan op
vangen wat ik van mijn tegenspe
ler krijg. Dan is het wel zo'n genot
om met iemand als Trintignant te
spelen, want die is enorm inventiel
en maakte het me erg gemakkelijk
om tot een verstandhouding te ko
men."
Foto-model
„Ik speel een foto-model met so
ciale betrokkenheid dat via een ge
wonde hond het leven binnenkomt
van een cynisch geworden, terug
getrokken rechter. Deze twee men
sen lijken niets gemeen te hebben,
maar ze raken gefascineerd door
elkaar. Voor de moeilijkste scènes
die we met elkaar hebben, werd ei-
eerst. twee middagen gerepeteerd.
Daar kregen Jean-Louis en ik de
kans om de mogelijkheden van al
die scènes uit te zoeken. Waai- lig
gen de momenten van spanning en
de momenten van emoties? Al spe
lende ontdek je dat die heel ergens
anders kunnen liggen dan je aan
vankelijk gedacht had. Kieslowski
en zijn camera-man kwamen daar
alleen naar ons kijken en luisteren.
Daarna werd er gedraaid. Maar het
ging om erg lange scènes. Soms
duurde het een week voor één zo'n
scène voltooid was."
„Het was bijzonder grappig te zien
hoe Trintignant op Kieslowski rea
geerde. Want Jean-Louis is een
door de wol geverfde veteraan. Hij
heeft zo veel ervaring als acteur en
hij heeft ook zelf twee films geregis
seerd. Hij werd vreseüjk geïntri
geerd door de methode van Kies
lowski en vroeg hem voortdurend
het hemd van zijn lijf, zonder veel
antwoorden te krijgen waar hij wat
mee kon. Dan vroeg Jean-Louis:
Hoe weetje nou waar je de camera
neer moet zetten? En dan ant
woordde Krzystof: Ik weet niet
waar ik de camera neer moet zet
ten, ik weet alleen waaróm!"
Laatste film
„Zelfs als Kieslowski nu volhoudt
dat hij het filmvak de rug toekeert,
is dat geen teken van capitulatie,
desillusie of zwakte. Het is de reac
tie van een man die weet dat er
méér mooie dingen in het leven be
staan dan film alleen. Hij heeft een
onvoorstelbare productiviteit aan
de dag gelegd de laatste jaren.
Eerst de tien films van de Deka-
loog, dan daar meteen La double
vie achteraan en vervolgens in
hoog tempo - in één jaar tijd - geeft
hij Trois Couleurs-Bleu, Blanc en
Rouge te zien. Ik kan me dan de
wens voorstellen je vervolgens te
kunnen terugtrekken op het Pool
se platteland. Maar of Krzyzstof
werkelijk in staat is om het filmvak
voor altijd met rust te laten, dat
moet ik nog zien. Hij zit nog volop
ideeèn. Hij is nog altijd zó verras
send en is zó nieuwgierig naar alles
wat nieuw is. Soms denk ik dat de
ze wat oudere Poolse kunstenaar
de 'jongste' mens is die ik ken."
- Hoe kwam je nu terecht bij All
men are mortal?
„Ik houd erg van het verhaal van
De Beauvoir. En ik was er nieuws
gierig naar hoe men het denkt te
verfilmen. Ik kreeg bovendien het
gevoel dat dit een goede ervaring
kan zijn, want het betreft een rol
die erg ver afstaat van wat ik in de
twee Kieslowski-films heb ge
speeld. Omdat het nu over een
vrouw gaat die bitter en zeer onbe
vredigd in het leven staat. Regis
seur Ate de Jong heeft me persoon
lijk opgezocht en de film binnenge-
praat. Hij legde uit wat hij met de
film wil en hij vertelde dat ook Ste
phen Rea zou meespelen. Ik wil
dolgraag met Stephen Rea
werken, sinds ik hem in The Crying
Game heb gezien. Het is trouwens
helemaal een leuke cast. En Ma
rianne Sagebrecht doet mee, en Je
roen Krabbé."
Risico
„Ik heb mijn 'ja' nogal impulsief
gegeven. Ik weet dat het een zeker
risico inhoudt. Ik bedoel, die Ne
derlanders willen de hele film in
vijf weken opnemen en dat lijkt me
toch nogal snel als je het echt goed
wilt doen. Boedapest moet voor
Parijs doorgaan, maar dat schijnt
goed te kunnen. Er werd ook nog
volop aan het script zelf geschre
ven, het moest nog worden omge
werkt. Dus ik ken het definitieve
draaiboek nog steeds niet. Water
dicht is het allemaal niet. Maar
soms is het goed met je ogen dicht
in het diepe te springen en ontdek
je pas later waarom op een of an
dere manier de dingen toch met el
kaar geklopt hebben."
Pieter van Lierop
La double vie de Véronique is zondag 3
juni te zien in Cinema Middelburg.
België laat geen gelegenheid
voorbijgaan om een grootse
gebeurtenis te herdenken. Na de
uitvinder van de saxofoon (100
jaar geleden gestorven), is het nu
de beurt aan Suske en Wiske (50
jaar geleden geboren). Er zijn al
een bio- en een bibliografie ver
schenen over schrijver-tekenaar
Willy Vandersteen. Een speciaal
stripalbum, waarin Vandersteen
de hoofdfiguur vormt, staat op
stapel. In oktober gaat in Ant
werpen Suske en Wiske, de musi
cal in première, die later ook naar
Nederland komt. Van Wiske
wordt een beeldje op de markt
gebracht, een producent van
filmrolletjes doet al albums ca
deau 'bij aankoop van...' en het
Belgisch Centrum van het Beeld
verhaal in Brussel bereidt een
grote tentoonstelling voor.
Wie met Vlamingen over Suske
en Wiske spreekt, krijgt onveran
derlijk de klacht te horen dat de
strip niet meer dezelfde is sinds
december 1963. Met het oog op de
te veroveren Nederlandse markt
werd toentertijd besloten dat
Suske, Wiske, Lambik en tante
Sidonia voortaan nog uitsluitend
Algemeen Beschaafd Neder
lands zouden bezigen. 'Een grote
verarming', zeggen de Vlamin
gen.
Peter van Hooydonck, die zojuist
ter gelegenheid van het vijftigja
rig bestaan van Suske en Wiske
een biografie publiceerde over
Willy Vandersteen, onderschrijft
dat gevoel volledig: „Voor Van
dersteen leende deze taal (het
ABN) zich minder voor spiege
leieren."
Wonderschone uitdrukkingen
verdwenen: 'nu maar eens zien of
die mispel mij geen kamelot in
mijn pollen gedraaid heeft', 'dat
is niet gezeverd', 'mijn krachten
trappen het af, 'zeg mannen, ziet
eens wat een schoon koleuren op
die schilderij', 'ik zal daar eens
gaan ruizemuizen', 'ga die bel uit-
vijzen', 'op een ik-en-een-gij flik
ker ik u in de 19e eeuw' en 'Zand-
kiekens? Allee, ga-de-weg! Dat is
truut!'
Schalulleke
Ook enkele namen veranderden
voor de Nederlandse markt. In
De Nerveuze Nerviers legde tan
te Sidonia in het openbaar haar
Vlaamse naam Sidonie af. En
Schanulleke, de pop van Wiske,
had tot dan toe Schalulleke gehe
ten. In het Vlaams heeft het
woordje 'lui' de betekenis van
ons woordje 'sul', maar dat viel
Nederlandse kinderen natuurlijk
niet duidelijk te maken.
Schalulleke was overigens al
eens eerder slachtoffer van de
vooruitgang geworden, samen
met Wiske. In 1948 vroeg Hergé,
de schepper van Kuifje, of Willy
Vandersteen niet voor de Neder
landse editie van het stripblad
Kuifje wilde tekenen, want dat
liep in Vlaanderen niet zo goed.
Hergé eiste echter wel enkele
aanpassingen. Hij vond de Suske
en Wiske. zoals Vandersteen die
aan het eind van de Tweede We
reldoorlog had ontwikkeld, veel
te volks in uiterlijk en optreden.
In de eerste strip die Vander
steen voor het blad tekende. Het
Spaanse Spook, veranderde Wis
ke dan ook van de ondeugende,
Antwerpse straatmeid met rode
strik in het onhandelbare piek
haar in een knappe, maar nuffige
schoonheid met blonde krullen.
Ze zou zo blijven totdat Vander
steen in 1959 zijn medewerking
aan Kuifje stopzette.
Poenschepper
Willy Vandersteen (1913-1990)
heeft zich in sommige Vlaamse
ogen te vaak door 'het succes' la
ten leiden. Hij was er niet op te
gen om regelmatig in de Suske en
Wiske-albums reclame te maken
voor deze of gene instelling,
wordt hem verweten.
Dat gebeurde onder meer in De
Gouden Cirkel, waarin de Neder-
Willy Vandersteen (links) en zijn opvolger Paul Geerts in 1989.
foto Ruben Oreel
landse KLM een prominente
plaats kreeg. Vandersteen had
dan ook zojuist met de KLM een
wereldreis gemaakt.
Bij Hergé had Vandersteen ge
leerd dat het niet per se één ie
mand hoefde te zijn die van begin
tot eind een strip voor zijn reke
ning nam. Dat kon ook in een te
kenstudio. Maar Hergé liet zich,
minder dan Vandersteen, opjut
ten tot het snel maken van steeds
weer nieuwe albums. En waar
Hergé bepaalde dat na zijn dood
geen nieuwe Kuifje-avonturen
meer mochten verschijnen, ook
niet uit eigen studio, bleven Sus
ke en Wiske altijd voortbestaan.
Al vanaf De Gekke Gokker in
1972 gaf Vandersteen Suske en
Wiske geheel uit handen aan te
kenaar Paul Geerts, die de al
bums ook na de dood van Van
dersteen voortzette. Toch klonk
het een beetje al te tendentieus
toen het Vlaamse weekblad
'Knack' onlangs boven een be
schouwing over Vandersteen,
zijn studio en de Standaard-uit
geverij de titel plaatste van één
van de Suske en Wiske-albums:
De Poenschepper.
Vandersteen. die door Hergé per
soonlijk werd geëerd met de titel
'de Bruegel van het beeldver
haal', heeft namelijk wel vaker in
zijn leven geliefde stripfiguren
aan anderen overgelaten om
voor zichzelf 'opnieuw' te kunnen
beginnen.
Geuzen
Met Suske en Wiske was Vander
steen al verscheidene keren, on
der meer dankzij de uitvindingen
van professor Barabas, in vroe
ger tijden verzeild geraakt. Niet
voor niets lijken sommige Belgi
sche oorden, dankzij albums als
De Schat van Beersel, soms een
'hoog Suske en Wiske-gehalte' te
hebben. Dat was het oer-België,
waarmee je als kind als eerste
kennismaakte.
Met de serie 'De Rode Ridder'
dook Vandersteen eind jaren zes
tig opnieuw in de tijd terug. En
toen hij in 1972 de tekenpen van
Suske en Wiske aan Geerts over
handigde, wilde hij dat wederom
doen. Nu voor zijn grote project
'De Geuzen', gesitueerd in de Ne
derlanden van de zestiende
eeuw. Door omstandigheden ont
stonden uiteindelijk eerst de Bel
gische volksfiguren van 'Robert
en Bertram', twee vagebonden
uit het eind van de negentiende
eeuw.
Maar in 1985 gaf hij (op 72-jarige
leeftijd!) ook 'Robert en Bertram'
uit handen aan andere tekenaars
om zich tenslotte tot aan zijn
dood nog alleen maar aan 'De
Geuzen' te wijden. Volgens bio
graaf Peter van Hooydonck be
wees Vandersteen daarmee nog
een keer 'de absolute monarch
van het Vlaamse beeldverhaal' te
zijn. Het moet iets speciaals te
betekenen hebben dat Vander
steen in zijn testament bepaalde
dat van al zijn strips (waaronder
ook 'Bessy', 'Jerom', 'Karl May',
'Biggies' en 'Safari') alleen 'De
Geuzen' niet door een ander
mocht worden voortgezet.
Overigens legde hij nog iets in
dat testament vast. Suske en
Wiske zouden ten eeuwigendage
moeten vasthouden aan de dog
ma's: geen seks, geen drugs, geen
religie en geen racisme. Boven
dien, zo bepaalde Vandersteen,
mochten zijn figuren niet ver
ouderen. En tante Sidonia mocht
nimmer met Lambik in het huwe
lijk treden.
Aly Knol
Een beetje boekhandel heeft
toch al gauw een meter of
tien aan reisgidsen staan. Een
plankje van krap zeven centi
meter is lang genoeg om alle
boeken met toeristische infor
matie voor kinderen bij elkaar
te zetten.
Voor kinderen geschreven reis
gidsen over populaire vakan
tiebestemmingen zijn dun ge
zaaid. Zelfs als men de niet
meer in boekhandels verkrijg
bare maar nog wel in biblio
theekbestanden voorkomende
titels meerekent, telt het lijstje
waarmee jonge reizigers zich
op een buitenlandse vakantie
kunnen voorbereiden amper
tien Nederlandstalige uitgaven
in bijna tien jaar. Vijf ervan vor
men de vorig jaar verschenen
Lannooserie Lees en reis met
delen over Duitsland, Frank
rijk, Groot-Brittannië, Italië en
Spanje. De andere werden op
de markt gebracht door de uit
gever, die al vijfentwintig jaar
Nederlanders op pad stuurt
met een van zijn ruim honderd
Dominicus Reisgidsen.
In 1985 verschenen bij J. H.
Gottmer H. J. W. Becht de
eerste deeltjes in de serie Ju-
ilior landengids. Het waren
vertalingen uit het Duits voor
negen- tot veertienjarigen met
wetenswaardigheden over Ita
lië (Zilveren Griffel) en Oosten
rijk. In de jaren erna kwamen
daar nog pocketjes bij over En
geland, Frankrijk. Duitsland
en Spanje. De handzame boek
jes (13,5 x 19 centimeter en in
een slap kaftje) met veel foto
materiaal en tekeningetjes bij
vrij algemene informatie waren
kennelijk niet succesvol ge
noeg om in het fonds gehouden
te worden, want ze werden ge
ruime tijd geleden tegen een
spotprijsje verramsjt.
Luxe uitvoering
Onder dezelfde serienaam.
maar in een luxere uitvoering
(prentenboekformaat en ge
bonden) zette de uitgever kort
geleden met twee boeken over
Duitsland en Spanje een
nieuwe reeks op stapel. Ook
het binnenwerk werd herzien.
In plaats van korte teksten en
voornamelijk zwart/wit foto's
nu vrijwel uitsluitend kleuren
foto's die met de heel wat uit
voeriger informatie een com
pleter beeld van beide landen
geven.
In het deel over Duitsland la
ten Willem Erné en Lutgard
Mutsaers na een achttiental
pagina's met algemene infor
matie en feitelijke gegevens
hoofdstukgewijs een groot aan
tal toeristische trekpleisters de
revue passeren. Ze doen dat op
een aanstekelijke toon en met
veel gevoel voor wat kinderen
tijdens hun vakantie nog liever
doen dan achter hun ouders
aanhobbelen - de ene kerk uit,
het andere museum in: spelen
op en aan het water; zich verga
pen aan sprookjesachtige
kastelen en onheilspellende
burchten; in Villa Barenfett
met Karl May over de prairie
dwalen; meedoen aan het Tan-
zelfest in Hameln, en al het an
dere dat Duitsland bij Neder
landers (dit jaar zo'n 750.000)
na Frankrijk tot het populair
ste vakantieland maakt.
Nummerborden
Aan de vanzelfsprekendheid
kinderen ruim vantevoren al
vast gelegenheid te bieden
kennis te maken met het land
waar ze zich enige tijd later
gastvrij zullen laten onthalen
(op pagina 25 wordt een vrijwel
complete lijst met autonum
merborden gegeven, een leuk
zoethoudertje voor onderweg)
kleeft één groot bezwaar. Thuis
het boek al in handen geven be
tekent. dat ze na het lezen van
de laatste pagina de in goed
overleg gemaakte plannen
voor een sportieve vakantie
met veel natuurschoon en his
torische stadjes alsnog zullen
willen bijstellen. De daar op
een blauwe steunkleur afge
drukte zin 'Duitsland is een
leuk land: nergens in Europa
zijn zoveel pretparken' is een
mededeling die hun als muziek
in de oren zal klinken.
Niet naar Joegoslavië kunnen
en Turkije nog te gevaarlijk
vinden zijn met de devaluatie
van de peseta de belangrijkste
redenen waarom zoveel Neder
landers (meer dan 100.000 over
boekingen) dit jaar hun vakan
tie in Spanje doorbrengen. De
meesten zijn tevreden met 'La
Espana de pandareta', maar
wie meer wil dan tamboerijnen,
sangria en terrasjes aan het
strand, leert met Lutgard Mut
saers als gids een land kennen
dat nauwelijks lijkt op wat toe
ristenfolders aanprijzen. Zijn
liefde voor Spanje verhinderde
hem niet een kritisch hoofd
stuk over het stieregevecht op
te nemen: Wat er daarna al
lemaal gebeurt, is om misselijk
van te worden. De stier wordt
gepest en krijgt steeds meer
scherpe lansen in zijn nek en
rug. Hij verzwakt snel door het
bloedverlies. Het rood van de
lap (muleta) ziet hij niet. want
hij is kleurenblind. Als de ma
tador stokstijf blijft staan,
merkt de stier hem niet eens
meer op. Alleen beweging
maakt hem razend. Als de stier
al helemaal uitgeput is. steekt
de matador hem met een dolk
dood'.
In geen van beide boeken
wordt vermeld dat meerdere
delen in voorbereiding zijn. Te
hopen valt dat het daar toch
nog van komt. De gehanteerde
formule zou in ieder geval een
opmerkelijke reeks reisgidsen
opleveren die in het onderwijs
bovendien een zeer bruikbare
aanvulling voor het documen
tatiecentrum kan zijn.
Jan Smeekens
Willem Erné en Lutgard Mutsaers:
Duitsland.
Lutgard Mutsaers: Spanje.
Beide boeken werden geïllustreerd
door Julius Ros, worden uitgegeven
door JHGottmer I H J W Becht-
Bloemendaal en kosten 27,50 per
deel.
<*&ÈÊE
C
i\y|. Aa\
tóffe*»
Illustratie van Julius Ros in de landengids Spanje.
Cormac McCarthy: Kind van
God (De Arbeiderspers, 149 blz.,
ƒ29.90, vertaald uit het Engels
door Guido Golüke). Na Al de
mooie paarden de tweede roman
van McCarthy in vertaling. Hoofd
persoon in Kind van God is een
van aanranding verdachte man
die wordt vrijgelaten
William Boyd: De blauwe na
middag (Prometheus, 318 blz., f
39,90, vertaald uit het Engels door
Marion Op den Camp en Maxim de
Winter).
Nieuwe roman van William Boyd
1952) over een jonge architects die
haar vader vergezelt op zijn zoek
tocht naar zijn verleden.
Amos Oz: De ware oorzaak van
mijn grootmoeders dood (Meulen-
hoff. 222 blz., 39,90, vertaald uit
het Hebreeuws, Duits en Engels
door Hilde Pach, Ruben Verhas
selt, Carlien Brouwer, Barbara de
Lange en R. C. Musaph-Andries-
se). Een keuze uit essays en artike
len uit de periode 1967-1993. Deze
periode bestrijkt de hele schrijver
sloopbaan van Amos Oz 1939). De
uitgave is in overleg met de schrij
ver samengesteld.
Marc Petit: De Reuzendwerg
(Goossens/Manteau, 320 blz.,
49,50, vertaald uit het Frans door
Marijke Arijs). Nieuwe roman van
de Franse dichter en romancier
Marc Petit 1947). De reuzendwerg
is een fantastische vinding van een
fabrikant van mechanisch speel
goed. Na zijn overlijden gaat zijn
zoon op zoek naar het mysterieuze
voorwerp.
Maeve Haran: De oorlog tussen
de sexen (Luitingh-Sijthoff, 382
blz., 34,90, vertaald uit het Engels
door Ytje Holwerda). Nieuwe ro
man van de auteur van Alles of
niets over liefde en macht in een
modern gezin,