Bergen post voor informateurs
Vlinders zijn sterk gespecialiseerd
Tinbergen zette
welzijn mensheid
op eerste plaats
Afrika's OAE kan
bestaansrecht in
Ruanda bewijzen
opinie en achtergrond
Klaagzangen in vele toonaarden van belangenorganisaties
DINSDAG 14 JUNI 1994
door Mare Peeperkorn
Taxi-chauffeurs, rooms-ka-
tholieke bisschoppen en
Westlandse plattelandsvrou
wen, allemaal hebben ze hun
weg" naar de informateurs ge
vonden. Hun klaagzang kruipt
in vele toonaarden tegen de mu
ren van de Eerste Kamer op,
maar het refrein is steeds het
zelfde: geef ons meer aandacht,
geef ons meer geld. Of zoals een
van hen zijn verzoek om min
stens een half miljard kracht
bijzette met: „Iemand die dit
niet accepteert, is gek".
Zakelijk, smekend, vriendelijk
edoch resoluut, danwel ronduit
dreigend, geen enkel middel
wordt onbeproefd gelaten. Net
als de toon is ook de omvang van
de verzoekschriften aan de infor
mateurs in alle hoogten verte
genwoordigd. Van een enkel vel
letje via de fax verstuurd, tot lij
vige rapporten van dito heren
die maanden van noeste arbeid
geringband over de tafel schui
ven.
„Als het niet te dik is, lezen ze de
adviezen door", klinkt het teme
rig uit de mond van de woord
voerder van de informateurs.
Wat er na lezing mee gebeurt,
laat hij in het midden. Overigens
slaan alle actie- en adviesclubjes
de plank enigszins mis met de in
dringende oproepen aan de in
formateurs. Hun rol is immers
niet meer dan die van wegveref-
fener voor de formateur (tevens
beoogd minister-president), bij
wie een verzoekschrift meer ef
fect kan sorteren.
Maai' eenmaal in de fase van het
formeren staan de hoofdlijnen
van het regeringsbeleid al op pa
pier, zodat een verschoven kom
ma of een bijzin in bijlage 19 nog
het hoogst bereikbare is. Daar
bij heeft de formateur wel wat
anders aan zijn hoofd op dat mo
ment dan de gezamenlijke nood
kreet van de Algemene Neder
landse Vereniging van Optome-
tristen en de Nederlandse Unie
van Optiekbedrijven. Daarom
grepen zo'n vijftig clubs nu al
hun kans. Niet geschoten is im
mers altijd mis.
Cheque
Inwilliging van alle verzoeken is
niet alleen onmogelijk vanwege
de tegenstrijdige belangen,
maar ook financieel absoluut
onhaalbaar. Alles bij elkaar op
geteld, gaat het om een onge
dekte cheque van vele miljarden
guldens. Maar het zij toegege
ven: als het gaat om het korten
op andermans beurs, bezit Ne
derland een onuitputtelijke
bron van creativiteit. Miljarden
blijken doelloos op buurmans
begroting te rusten en kunnen
dus moeiteloos ingezet voor dat
ene allesoverheersende belang,
dat bij nog langere veronachtza
ming Nederland mee de afgrond
in sleurt.
Sommige adviezen kunnen de
informateurs niet met opgelucht
gevoel naar de papierversnippe
raar doorgeleiden. Laat staan de
drie fractievoorz'tters, die uit
eindelijk de politieke verant
woordelijkheid dragen. Clubs
als de Sociaal-Economische
Raad, De Nederlandsche Bank
en de CEC (topambtenaren)
beïnvloeden met hun rapporten
de onderhandelingen over een
nieuw kabinet. Alle drie hame
ren op forse ingrepen in de so
ciale zekerheid en de subsidie
stroom, hoewel omvang en plek
verschillen.
Andere adviezen die zeker hun
sporen zullen nalaten in een
paars regeerakkoord, zijn die
van de commissie-Welschen (de
bezem door de gezondheids
zorg), de commissie-Donner
(idem bij het openbaar ministe
rie) en de commissie-Andriessen
(200 gulden netto erbij voor
werkenden). Zo ook de onge
vraagde aanbevelingen van tra
ditionele lobby-clubs als de vak
beweging (pas op de werkne-
mersbelangen), de werkgevers
organisaties (meer markt, meer
economische groei en meer
werk, maar minder regels, min
der lasten en minder collectieve
regelingen: opbrengst 24 mil
jard) en de Vereniging Neder
landse Gemeenten (meer vrij
heid en geld voor lokaal be
stuur).
Opstand
van onze correspondent
in Afrika
Frans van den Houdt
Elk jaar opnieuw kun je
je afvragen of de Orga
nisatie van Afrikaanse Een
heid (OAE)eigenlijk wel be
staansrecht heeft. Op elke
topontmoeting blinkt de or
ganisatie uit door een over
daad aan luxueus vertoon
en een gebrek aan actie,
waaraan het Afrikaanse
volk dat gebukt gaat onder
oorlogen en tirannieke heer
sers juist zo'n behoefte
heeft.
Dit jaar zal het niet veel an
ders gaan. De Afrikaanse
staatshoofden die gisteren
in Tunis zijn begonnen aan
hun jaarlijkse topontmoe
ting staat ongetwijfeld niet
veel meer voor ogen dan het
onderstrepen van de econo
mische ontberingen waaron
der hun landen gebukt gaan,
het bekritiseren van het
Westen dat daarvoor gro-
teeels verantwoordelijk zou
zijn en het met de mantel der
liefde bedekken van het door
henzelf aangerichte kwaad.
Of zijn ze nu eindelijk wel be
reid de hand in eigen boezem
te steken?
Kritiek op bloedige en on
menselijke Afrikaanse prak
tijken bleef jarenlang be
perkt tot het apartheidsre
gime in Zuid-Afrika. Nu dat
niet meer bestaat en het
nieuwe Zuid-Afrika zelfs
weer lid mocht worden van
de organisatie, lijkt het de
hoogste tijd Voor de OAE om
alle energie te steken in het
actief bestrijden van de door
de eigen leiders veroorzaak
te wanaden in landen als So
malië, Soedan, Liberia en,
uiteraard, Ruanda.
Veranderingen
Wat dat betreft zijn er wel de
gelijk veranderingen waar
neembaar binnen de OAE.
De tijd is voorbij dat binnen
landse conflicten worden
doodgezwegen en OAE-
functionarissen naar dicta
tors worden gestuurd om
diens praktijken 'in het be
lang der natie' te prijzen.
Zoals beginjaren '70, toen in
Burundi een massaslachting
in gang werd gezet door de
autoriteiten - vergelijkbaar
met wat nu in Ruanda ge
beurt - en op het hoogtepunt
van de moordpartijen een
OAE-man naar Bujumbura
vloog om toenmalig presi
dent Michel Micombero ge
luk te wensen met de ordelij
ke wijze waarop hij zijn zaak
jes opknapte.
De laatste paar j aai- worden,
mede door het meer realisti
sche beleid van secretaris
generaal Salim Ahmed Sa-
lim, bloedige conflicten aan
de kaak gesteld en buigen de
Afrikaanse leiders zich zelfs
over voorstellen voor inter
ventie. Maar daar blijft het
dan weer bij. Er wordt niet in
de richting van de schuldi
gen gewezen en actie blijft al
helemaal uit.
Ruanda
Neem Ruanda. Na ellenlan
ge discussies werden de mi
nisters van buitenlandse za
ken, die de OAE-top van de
ze week hebben voorbereid,
het er uiteindelijk over eens
dat de massamoorden in
Ruanda verwerpelijk zijn,
een misdaad tegen de mens
heid betekenen en onmid
dellijk gestopt moeten wor
den. Maar ondanks grote
druk van buitenaf lieten de
bewindslieden zich niet ver
murwen om ook de daders
aan te wijzen; de militia
noch de twee legers werden
bij naam genoemd en ver
oordeeld (omdat ze zelfbij de
discussies aanwezig waren)
en kunnen derhalve ook niet
worden aangepakt.
Toch moet de OAE in het ge
val van Ruanda duidelijk ge
worden zijn dat zij ook zelf
een poging dient te wagen
om de kastanjes uit het vuur
te halen. Te lang is de organi
satie ervan uitgegaan dat
het Westen altijd wel klaar
staat om de zaken voor de
Afrikaanse leiders op te
knappen.
Het lijkt er op dat het nu ook
bij Afrikaanse leiders begint
te dagen. Zeven landen zeg
gen klaar te staan om een
contingent soldaten naar
Ruanda te sturen om deel te
nemen aan de humanitaire
VN-missie aldaar. Het wach
ten is. zeggen ze, alleen nog
op zwaar materieel en logis
tieke steun uit het Westen.
Uiteindelijk, zij het veel te
laat, kan de OAE in Ruanda
dan toch haar bestaansrecht
bewijzen.
moeten de kabinetsonderhan
delaars ermee?
Zoals de Stichting Terzake (met
Rabo-topman Wijffels en oud
milieuminister Winsemius
(VVD) in de gelederen) die naast
een half miljard voor landbouw
en natuur ook nog eens lasten
verlichting wil. Dreigend laat
voorzitter Van Dijk weten dat
anders de agrarische sector het
zelfde lot beschoren is als de
scheepsbouw en textiel: volle
dige sanering. „Absoluut realis
tisch", betitelt Van Dijk de becij
feringen. „Iemand die dit niet
accepteert, is gek".
Dreigende taal ook van de HBO-
raad ('kan niet meer, rek is er
uit': 1,4 miljard meer voor hoger
beroepsonderwijs), de Raad
voor de Volkshuisvesting
('schrikbarend tekort woningen,
opstand dreigt, betaalbaarheid
in gedrang'), de Vereniging So
ciale Advocatuur Nederland
('rechtsbijstand onmogelijk
voor minima, chaos bij raden
rechtsbijstand'), de Nederlandse
Vereniging voor Rechtspraak
('tekort aan rechters onder
graaft geloofwaardigheid rech
terlijke macht': 110 miljoen) en
de vier grote steden ('verloede
ring zet door, opstand dreigt').
Minder dreigend maar niet min
der klemmend is de oproep van
de rooms-katholieke bisschop
pen tot een kruistocht tegen de
structurele armoede, een erfelijk
kwaad. Grondige herziening van
het economische stelsel is vol
gens dit paarse gezelschap 'on
ontkoombaar'. Eenmaal in de
pen geklommen uiten de bis
schoppen tegelijkertijd hun zorg
over de nieuwe euthanasiewet,
de teloorgang van de publieke
omroep en de verschraling van
het bijzonder onderwijs.
Dat het onderwijs meer aan
dacht en geld behoeft, wordt de
informateurs door meerdere
'wijzen' onder de neus gewreven.
De onderwijsbonden PCO en
KOV claimen 1,7 miljard, te be
steden aan de docent (de achter
ban van de bonden). De bestu-
renraad protestants-christelij ke
onderwijs doet er nog een schep
je bovenop met 2.8 miljard voor
het niet-academisch onderwijs.
De LSVb eist dat bijkans alle
maatregelen van het vorige ka
binet (tempobeurs, kortingen op
onderwijsbudgetten) ongedaan
worden gemaakt. Om mee te be
ginnen.
Konijn
Kunnen bovengenoemde lobby
clubs nog enige illusies koeste
ren over de invloed van hun in
breng, veel hopelozer ziet het er
uit voor de Stichting Terzake, de
Landelijke Studentenvakbond
(LSVb), de Dierenbescherming,
de Nederlandse Maatschappij
tot bevordering der Tandheel
kunde (NMT), de Nederlandse
Organisatie voor Technologisch
Aspectenonderzoek (NOTA) en
de Westlandse Land- en Tuin-
bouwvrouwen. Zeker niet onin
teressant hun inbreng, maar wat
De bisschoppen vragen om een kruistocht tegen de armoede in Nederland.
foto Cor Mulder/ANP
Richt de lokroep van de meeste
clubs zich tot de geldbuidel,
sommige nemen de informa
teurs werk uit handen door vast
wat tekstjes aan te leveren voor
een nieuw regeerakkoord. Zo
presenteerden de verenigde jon
gerenorganisaties onlangs een
Groen Regeerakkoord. De Die
renbescherming houdt het klein
en verzorgt slechts één para
graaf: die over de erkenning van
de intrinsieke waarde van die
ren.
Natuurlijk laten ook Green
peace ('geen uitbreiding kern
energie'), het Landbouwschap,
Natuurmonumenten, de Raad
voor het Overheidspersoneel, de
Raad van Advies voor de Ruim
telijke Ordening, de KNV-Taxi,
ouderenorganisaties en de zorg
sector zich niet onbetuigd. Of de
ANWB, die maar liefst 32 miljard
in de Nederlandse infrastruc
tuur wil pompen.
Een lichtpuntje tussen al deze
miljardenclaims is het briefje
van de tandartsenclub NMT. Zij
reiken de informateurs een plan
aan waarmee 500 miljoen gulden
bespaard kan worden. Pik in,
voordat de druppel verdampt.
Inmiddels dient een tweede
stroom adviezen zich bij de in
formateurs aan: reacties op de
eerste vage beleidsvoornemens
van de paarse coalitie. Betuwe
lijn opnieuw ter discussie? Rot
terdams burgemeester Peper
weet zeker dat 'Nederland naai
de knoppen gaat'. Bij de NS
spreken ze al over een 'calami
teit van de eerste orde'.
Pavlovsgewijs halen jongeren en
vakbonden PvdA-leider Kok het
vel over de oren als hij de plan
nen doorzet om het minimum
loon te verlagen voor onervaren
werklozen. D66-voorman Van
Mierlo kan gerust zijn: het mid
denveld is het CDA allang verge
ten.
wmmmmMmmmmmmmsmmïmmmmmsmxmmism»,
van onze medewerker
Chiel Jacobusse
Het gaat onze vlinders niet
erg voor de wind de laatste
decennia. Nogal wat soorten
zijn uitgestorven en andere eer
tijds gewone vlinders zijn uit
gesproken zeldzaam geworden.
Hoe dat komt? De redenen zijn
al uitentreure bekend uit boe
ken en tijdschriftartikelen. Het
verdwijnen van overhoekjes,
het gebruik van pesticiden en
de versnippering van de natuur
worden altijd als voornaamste
genoemd.
Eén oorzaak wordt echter veel
minder genoemd en dat is het
feit dat vlinders heel erg gespe
cialiseerde dieren zijn wat hun
voedselkeuze betreft. Dat geldt
in het bijzonder voor het rups
stadium, maar soms ook voor de
vlinders zelf. De relatie tussen
planten en vlinders kan buiten
gewoon vergaand zijn. Veel vlin
ders zijn voor hun voortbestaan
afhankelijk van het voorkomen
van één bepaalde plant of plan-
tenfamilie. Het omgekeerde
komt trouwens ook voor.
Het mooiste voorbeeld daarvan
is te vinden bij een uitsluitend
op Madagascar voorkomende
orchidee, waarvan de nectar
zeer diep in de spoor van de
bloem zit opgeborgen. Toen de
plant ontdekt werd veronder
stelden biologen dat de bestui-
ver ervan een pijlstaartvlinder
moest zijn, omdat alleen pijl
staartvlinders een zo lange rol-
tong bezitten dat ze de nectar
van de orchidee zouden kunnen
bereiken. Decennia later werd
inderdaad ontdekt dat de be
stuiving door een bepaalde pijl
staart plaatsvindt, en die soort
kreeg achter haar naam het
schitterende toevoegsel prae-
dicta (de voorspélde)!
Het is bepaald niet nodig om
naar Madagascar te gaan om
voorbeelden te vinden van de
nauwe relatie tussen planten en
vlinders. Overbekend is in onze
omgeving de gevangenisrups of
zebrarups die alleen op kruis-
kruid kan leven. Maar met het
voorkomen van kruiskruid al
leen neemt de rups bepaald geen
genoegen. De planten mogen
bijvoorbeeld niet te veel in de
schaduw staan, want dan is het
suikergehalte te laag. Ook als er
vlak in de omgeving een nest ro
de bosmieren huist wordt het
kruiskruid zelden door zebra
rupsen bewoond.
De zebrarups is bij iedere geïnte
resseerde wandelaar bekend,
maar er zijn veel voorbeelden
van gespecialiseerde rupsen die
net zo talrijk voorkomen, maar
toch zelden worden opgemerkt.
De rups van de asteruil is er één
van. Die is in Zeeland vrijwel
overal waar zeeaster groeit te
vinden. Net als de zebrarups is
Rups van de asteruil tussen de bloeiende zee-asters.
foto Chiel Jacobusse
buitengebied
het een ware overlevingskunste
naar, maar wel een met een heel
andere strategie. Het opvallen
de oranje met zwarte banden
van de zebrarups vormt een
waarschuwing voor eventuele
vijanden dat de rups giftig is.
De rups van de asteruil moet het
juist hebben van camouflage, en
die is bij deze soort opgevoerd
tot een hoge graad van perfectie.
Als de rupsjes - ergens halver
wege de plant - uit het ei komen
zijn ze heldergroen met over-
langs gele strepen. Het groen
correspondeert exact met de
bladkleur van de zeeaster en de
gele strepen lijken op de gelige
middennerf van het blad. De
rups baant zich al vretend een
weg naar de top van de plant
waar de bloemen zitten. Een
maal daar gearriveerd verandert
het groen in paars, zodat de
kleur van de rups precies over
eenkomt met de bloemkleur.
Je zou de rups van de asteruil de
kameleon van het schor kunnen
Prof. dr Jan Tinbergen.
noemen, ware het niet dat je
juist op het schor, waai- de zeeas
ter het weligst groeit, vaak te
vergeefs naar de rups zoekt. Het
is allemaal nog niet tot in detail
onderzocht, maar het lijkt er
veel op dat alleen de zeeasters
die boven de lijn van gemiddeld
hoogwater groeien, rupsen van
de asteruil herbergen. Net als
voor de zebrarups geldt dus dat
ook deze gespecialiseerde soort
geen genoegen neemt met het
eerste beste exemplaar van zijn
voedselplant.
Er zijn alleen al voor Zeeland ve
le tientallen andere voorbeelden
te geven van rupsen die gespe
cialiseerd zijn op één bepaalde
plant. Op het Sint Janskruid is
heel vaak de rups van de herts-
hooispanner te vinden, rijen lin
debomen herbergen steevast de
lindepijlstaart (na harde wind
vind je ze onder de bomen) en op
bloemen van de echte kamille
tref je soms de rupsen van de
zeldzame kamille-uil. Voor de
laatste is trouwens wat geluk no
dig, want vaak verbergen de rup
sen zich overdag op de grond,
om pas in de schemering weer te
voorschijn te komen
Met deze voorbeeldenis de voed-
selspecialisatie van rupsen wel
duidelijk. En wie een nog over
tuigender beeld wil krijgen kan
zich verdiepen in de kleine mot
jes, waar specialisatie op één be
paalde plant eerder regel dan
uitzondering is. Aan specialisa
tie zijn verschillende voordelen
verbonden. Eén ervan is dat een
gespecialiseerde rups op een
voedselplant vaak min of meer
het rijk alleen heeft.
Nadelen
Aan specialisatie kleven voor
een soort ook forse nadelen. Als
een plant om welke reden dan
ook achteruit gaat. keldert de
vlinder bijna automatisch mee.
Want juist die voedselspecialis-
ten hebben vaak een weinig mo
biele leefwijze, omdat in het al
gemeen de noodzaak daartoe
ontbreekt. Een vlinder die uit
het cocon kruipt hoeft bij wijze
van spreken niet eens te vliegen
om een geschikte voedselplant
voor haar nageslacht aan te tref
fen.
Als een voedselplant ergens ver
dwijnt, wordt dat in het gunstig
ste geval gecompenseerd door
een nieuwe vestiging van dezelf
de plant elders. Maar in het alge
meen zal het daarna geruime
tijd duren voordat de daarop ge
specialiseerde vlinder arriveert.
Neem daarbij nog dat in het al
gemeen aanvullende eisen aan
de groeiplaats gesteld worden
en de impasse is compleet. Hoe
zouden gespecialiseerde vlin
ders kunnen gedijen in een land
schap dat zo voortdurend op zijn
kop staat als dat van Nederland
anno 1994?
door G. Zalm,
directeur
Centraal Planbureau
Jan Tinbergen, eerste Nobel
prijs-winnaar Economie en
Nederlands grootste econoom,
is op 9 juni op 91-jarige leeftijd
in Den Haag overleden. Tinber
gen was iemand van zeer grote
gaven van geest en hart. Richts
noer bij al zijn denken en hande
len was hoe hij zijn grote intel
lectuele gaven het beste kon
aanwenden voor de opbouw
van een duurzame en rechtvaar
dige samenleving, voor hem be
lichaamd in de sociaal-demo
cratie.
Wetenschap was voor Tinbergen
dus nooit l'art pour l'art; het was
altijd wetenschap in dienst van
de samenleving vooral in dienst
van de zwakken. Deze levens
houding heeft Tinbergen conse
quent toegepast tot de dag
waarop hij stierf. Zo was hij de
afgelopen maanden, samen met
andere Nobelprijs-winnaars nog
actief bezig met de bestrijding
van de kinderarbeid in ontwik
kelingslanden.
Gevolg van deze levenshouding
was dat als de rangorde van
maatschappelijke problemen
veranderde, Tinbergen zijn on
derzoeksprioriteiten ging ver
leggen. Gevolg hiervan was weer
dat hij op veel terreinen pionier
was en door zijn enorme denk
en daadkracht een groot aantal
innovatieve bijdragen heeft ge
leverd aan de economische we
tenschap.
Wat hierbij tenslotte nog opvalt
is dat er in de loop van de tijd
langs twee lijnen schaalvergro
ting optreedt: van nationale
naar mondiale problemen en
van een louter economische be
nadering naar een geïntegreerde
maatschappij-analyse met bij
voorbeeld ook aandacht voor
het milieu en voor vraagstukken
van oorlog en vrede.
Dienstweigeraar
Als jong afgestudeerd fysicus en
dienstweigeraar op het CBS
stort Tinbergen zich in de crisis
jaren op de bestudering van de
conjunctuurcyclus: de enorme
werkloosheid en de daarmee sa
menhangende armoede. In dit
kader ontwikkelt hij een macro-
economisch model voor de Ne
derlandse eocnomie (1936), het
eerste model van deze soort in de
wereld.
Tevens is hij een van de hoofdau
teurs van het Plan van de Arbeid
(1935) van de toenmalige SDAP
om de werkloosheid te bestrij
den. Daarnaast levert hij als me
deoprichter van de Econometrie
Society belangrijke bijdragen
aan de ontwikkeling van de eco-
nometrie. Vanaf 1933 is hij ook
hoogleraar aan de Nederlandse
Economische Hogeschool te
Rotterdam, de voorloper van de
huidige Erasmus Universiteit.
In de tweede helft van de jaren
dertig vindt zijn werk een inter
nationaal vervolg wanneer hij
voor de Volkerenbond de monu
mentale studie 'Statistical Tes
ting of Business Cycles Theo
ries' (1939) uitvoert. In de Twee
de Wereldoorlog denkt Tinber
gen na over de lessen van de ja
ren twintig en dertig, die hij in de
periode 1945-1955 als eerste di
recteur van het Centraal Plan
bureau in de praktijk gaat bren
gen. In deze periode verricht hij
baanbrekend onderzoek op het
terrein van de economische poli
tiek.
Zijn studies On the Theory of
Economie Policy (1952) - in
slechts enkele weken geschre
ven - en Economie Policy: Prin
ciples and Design (1956), beho
ren tot de klassiekers van de eco
nomische wetenschap. Samen
met het conjunctuurwerk uit de
jaren dertig, levert dit hem in
1969 de eerste Nobelprijs voor de
economie op, samen met Rag
nar Frisch.
Armoede
Tinbergen heeft zijn aandacht
dan alweer lang verlegd. Aan het
begin van de jaren vijftig, na een
reis naar India, wordt hij gegre
pen door de immense armoede
in deze en andere pas onafhan
kelijk geworden koloniën. Het
CPB is ondertussen een
tigd instituut geworden,!
over hij eind jaren tacht^
merkt dat hij het als zeerst
vol beschouwt. In 1955 a
Tinbergen daarom ontsla,!
full-time hoogleraar onte
lingsprogrammering te m
aan de Nederlandse Era®
sche Hogeschool.
Tot 1972 wijdt hij zich dan'!
volledig aan de problem
van de ontwikkelingsland
de internationale economi
samenwerking. In deze ps
levert hij belangrijke bij®
aan de onderwijs-economi
ruimtelijke economie e
beoordeling van grote ine
ringsprojecten.
In de jaren zestig maakt Ti
gen ook vele reizen naar out
kelingslanden, onder ai
naar Egypte en Turkije, a
helpen bij de opstelling van
wikkelingsplannen. Als va
ter van de VN-commissie
Ontwikkelingsplanning
Tinbergen ook in belaii?
mate bijgedragen aan dei
bereiding van het tweeds
wikkelingsdecennium, hen
naamde DDII.
Milieuvraagstuk
Na publikatie van het eerste
port voor de Club van E
vindt in Tinbergens denke
nieuw een heroriëntatie g
Milieu en grondstoffen d
als randvoorwaarden te ra
betrokken in het mondial-
wikkelingsproces. Deze hen
weging van het denkejiE
uit in het RIO-rapport Ri
ping the International
1976). Onder dreiging vané
cleaire mondernisering n
begin van de jaren tacht?
gint Tinbergen op ruim80;
leeftijd met de analyst
vraagstukken van oorloge:
de.
In zijn lange leven heeft'T:
gen alles bij elkaar entelf
derden boeken en artikel!
schreven. Hij was daanffl
alleen Nederlands groots*
noom, maar zeker ook de:
produktieve. De krachtva
denken straalt nog stee®
zijn werk af. Het kenmetö
door een groot vermoga
zeer ingewikkelde .protó
tot in de kern te analyses
vervolgens via eenvoudig!
ties in 'model' te brengen®
sluitstuk een empirisch?
sing van het model.
In feite was de econome
hem niet anders dan de:
quente toepassing van i
tuurwetenschappelijke
thode op economische
schijnselen. Ook het ls
CPB wordt bij model-oü®
ling en model-gebnift;
steeds in belangrijke mal*
vloed door deze opvat®?
Geloof
Zo bezien is Tinbergen i
tuurwetenschap altijd
bleven. Dit gold niet aha
methode, maai- ook del
sing van economische men
Hierbij komt nog eenla$
peet van Tinbergens
lijkheid naar voren: dat
sociaal-democraat een gE®
loof had in de maakbaar»
de samenleving en dei»
rol van de overheid daa®
danks alle rampen die®
twintigste eeuw voltrok^
ben, heeft hij dit gelooft^
loren. Te allen tijde bied
loven dat mensen door®
analyse en discussie, las'
genbelang, gewonnen E
worden voor (ingrijpen1*
anderingen om maats®
ke problemen op te loss®
Tinbergen was dat deen?
zelfs als iedereen hem®
en naief noemde. Metre»
deze al tijd bescheiden ff
clelijke mens daarom e®
ne 'heilige' worden ge®*®
We kunnen Tinberg®
dachtenis het beste e®
zijn voorbeeld te volg®;
(economische) wetens®
dienst te stellen van®
sing van maatschappij
blemen. Of zoals Tinb®
zelf enkele jaren ge^
woordde: „Het welzijn
mensheid, daar is het?
mie om begonnen!" t