Bergen post voor informateurs Vlinders zijn sterk gespecialiseerd Tinbergen zette welzijn mensheid op eerste plaats Afrika's OAE kan bestaansrecht in Ruanda bewijzen opinie en achtergrond Klaagzangen in vele toonaarden van belangenorganisaties DINSDAG 14 JUNI 1994 door Mare Peeperkorn Taxi-chauffeurs, rooms-ka- tholieke bisschoppen en Westlandse plattelandsvrou wen, allemaal hebben ze hun weg" naar de informateurs ge vonden. Hun klaagzang kruipt in vele toonaarden tegen de mu ren van de Eerste Kamer op, maar het refrein is steeds het zelfde: geef ons meer aandacht, geef ons meer geld. Of zoals een van hen zijn verzoek om min stens een half miljard kracht bijzette met: „Iemand die dit niet accepteert, is gek". Zakelijk, smekend, vriendelijk edoch resoluut, danwel ronduit dreigend, geen enkel middel wordt onbeproefd gelaten. Net als de toon is ook de omvang van de verzoekschriften aan de infor mateurs in alle hoogten verte genwoordigd. Van een enkel vel letje via de fax verstuurd, tot lij vige rapporten van dito heren die maanden van noeste arbeid geringband over de tafel schui ven. „Als het niet te dik is, lezen ze de adviezen door", klinkt het teme rig uit de mond van de woord voerder van de informateurs. Wat er na lezing mee gebeurt, laat hij in het midden. Overigens slaan alle actie- en adviesclubjes de plank enigszins mis met de in dringende oproepen aan de in formateurs. Hun rol is immers niet meer dan die van wegveref- fener voor de formateur (tevens beoogd minister-president), bij wie een verzoekschrift meer ef fect kan sorteren. Maai' eenmaal in de fase van het formeren staan de hoofdlijnen van het regeringsbeleid al op pa pier, zodat een verschoven kom ma of een bijzin in bijlage 19 nog het hoogst bereikbare is. Daar bij heeft de formateur wel wat anders aan zijn hoofd op dat mo ment dan de gezamenlijke nood kreet van de Algemene Neder landse Vereniging van Optome- tristen en de Nederlandse Unie van Optiekbedrijven. Daarom grepen zo'n vijftig clubs nu al hun kans. Niet geschoten is im mers altijd mis. Cheque Inwilliging van alle verzoeken is niet alleen onmogelijk vanwege de tegenstrijdige belangen, maar ook financieel absoluut onhaalbaar. Alles bij elkaar op geteld, gaat het om een onge dekte cheque van vele miljarden guldens. Maar het zij toegege ven: als het gaat om het korten op andermans beurs, bezit Ne derland een onuitputtelijke bron van creativiteit. Miljarden blijken doelloos op buurmans begroting te rusten en kunnen dus moeiteloos ingezet voor dat ene allesoverheersende belang, dat bij nog langere veronachtza ming Nederland mee de afgrond in sleurt. Sommige adviezen kunnen de informateurs niet met opgelucht gevoel naar de papierversnippe raar doorgeleiden. Laat staan de drie fractievoorz'tters, die uit eindelijk de politieke verant woordelijkheid dragen. Clubs als de Sociaal-Economische Raad, De Nederlandsche Bank en de CEC (topambtenaren) beïnvloeden met hun rapporten de onderhandelingen over een nieuw kabinet. Alle drie hame ren op forse ingrepen in de so ciale zekerheid en de subsidie stroom, hoewel omvang en plek verschillen. Andere adviezen die zeker hun sporen zullen nalaten in een paars regeerakkoord, zijn die van de commissie-Welschen (de bezem door de gezondheids zorg), de commissie-Donner (idem bij het openbaar ministe rie) en de commissie-Andriessen (200 gulden netto erbij voor werkenden). Zo ook de onge vraagde aanbevelingen van tra ditionele lobby-clubs als de vak beweging (pas op de werkne- mersbelangen), de werkgevers organisaties (meer markt, meer economische groei en meer werk, maar minder regels, min der lasten en minder collectieve regelingen: opbrengst 24 mil jard) en de Vereniging Neder landse Gemeenten (meer vrij heid en geld voor lokaal be stuur). Opstand van onze correspondent in Afrika Frans van den Houdt Elk jaar opnieuw kun je je afvragen of de Orga nisatie van Afrikaanse Een heid (OAE)eigenlijk wel be staansrecht heeft. Op elke topontmoeting blinkt de or ganisatie uit door een over daad aan luxueus vertoon en een gebrek aan actie, waaraan het Afrikaanse volk dat gebukt gaat onder oorlogen en tirannieke heer sers juist zo'n behoefte heeft. Dit jaar zal het niet veel an ders gaan. De Afrikaanse staatshoofden die gisteren in Tunis zijn begonnen aan hun jaarlijkse topontmoe ting staat ongetwijfeld niet veel meer voor ogen dan het onderstrepen van de econo mische ontberingen waaron der hun landen gebukt gaan, het bekritiseren van het Westen dat daarvoor gro- teeels verantwoordelijk zou zijn en het met de mantel der liefde bedekken van het door henzelf aangerichte kwaad. Of zijn ze nu eindelijk wel be reid de hand in eigen boezem te steken? Kritiek op bloedige en on menselijke Afrikaanse prak tijken bleef jarenlang be perkt tot het apartheidsre gime in Zuid-Afrika. Nu dat niet meer bestaat en het nieuwe Zuid-Afrika zelfs weer lid mocht worden van de organisatie, lijkt het de hoogste tijd Voor de OAE om alle energie te steken in het actief bestrijden van de door de eigen leiders veroorzaak te wanaden in landen als So malië, Soedan, Liberia en, uiteraard, Ruanda. Veranderingen Wat dat betreft zijn er wel de gelijk veranderingen waar neembaar binnen de OAE. De tijd is voorbij dat binnen landse conflicten worden doodgezwegen en OAE- functionarissen naar dicta tors worden gestuurd om diens praktijken 'in het be lang der natie' te prijzen. Zoals beginjaren '70, toen in Burundi een massaslachting in gang werd gezet door de autoriteiten - vergelijkbaar met wat nu in Ruanda ge beurt - en op het hoogtepunt van de moordpartijen een OAE-man naar Bujumbura vloog om toenmalig presi dent Michel Micombero ge luk te wensen met de ordelij ke wijze waarop hij zijn zaak jes opknapte. De laatste paar j aai- worden, mede door het meer realisti sche beleid van secretaris generaal Salim Ahmed Sa- lim, bloedige conflicten aan de kaak gesteld en buigen de Afrikaanse leiders zich zelfs over voorstellen voor inter ventie. Maar daar blijft het dan weer bij. Er wordt niet in de richting van de schuldi gen gewezen en actie blijft al helemaal uit. Ruanda Neem Ruanda. Na ellenlan ge discussies werden de mi nisters van buitenlandse za ken, die de OAE-top van de ze week hebben voorbereid, het er uiteindelijk over eens dat de massamoorden in Ruanda verwerpelijk zijn, een misdaad tegen de mens heid betekenen en onmid dellijk gestopt moeten wor den. Maar ondanks grote druk van buitenaf lieten de bewindslieden zich niet ver murwen om ook de daders aan te wijzen; de militia noch de twee legers werden bij naam genoemd en ver oordeeld (omdat ze zelfbij de discussies aanwezig waren) en kunnen derhalve ook niet worden aangepakt. Toch moet de OAE in het ge val van Ruanda duidelijk ge worden zijn dat zij ook zelf een poging dient te wagen om de kastanjes uit het vuur te halen. Te lang is de organi satie ervan uitgegaan dat het Westen altijd wel klaar staat om de zaken voor de Afrikaanse leiders op te knappen. Het lijkt er op dat het nu ook bij Afrikaanse leiders begint te dagen. Zeven landen zeg gen klaar te staan om een contingent soldaten naar Ruanda te sturen om deel te nemen aan de humanitaire VN-missie aldaar. Het wach ten is. zeggen ze, alleen nog op zwaar materieel en logis tieke steun uit het Westen. Uiteindelijk, zij het veel te laat, kan de OAE in Ruanda dan toch haar bestaansrecht bewijzen. moeten de kabinetsonderhan delaars ermee? Zoals de Stichting Terzake (met Rabo-topman Wijffels en oud milieuminister Winsemius (VVD) in de gelederen) die naast een half miljard voor landbouw en natuur ook nog eens lasten verlichting wil. Dreigend laat voorzitter Van Dijk weten dat anders de agrarische sector het zelfde lot beschoren is als de scheepsbouw en textiel: volle dige sanering. „Absoluut realis tisch", betitelt Van Dijk de becij feringen. „Iemand die dit niet accepteert, is gek". Dreigende taal ook van de HBO- raad ('kan niet meer, rek is er uit': 1,4 miljard meer voor hoger beroepsonderwijs), de Raad voor de Volkshuisvesting ('schrikbarend tekort woningen, opstand dreigt, betaalbaarheid in gedrang'), de Vereniging So ciale Advocatuur Nederland ('rechtsbijstand onmogelijk voor minima, chaos bij raden rechtsbijstand'), de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak ('tekort aan rechters onder graaft geloofwaardigheid rech terlijke macht': 110 miljoen) en de vier grote steden ('verloede ring zet door, opstand dreigt'). Minder dreigend maar niet min der klemmend is de oproep van de rooms-katholieke bisschop pen tot een kruistocht tegen de structurele armoede, een erfelijk kwaad. Grondige herziening van het economische stelsel is vol gens dit paarse gezelschap 'on ontkoombaar'. Eenmaal in de pen geklommen uiten de bis schoppen tegelijkertijd hun zorg over de nieuwe euthanasiewet, de teloorgang van de publieke omroep en de verschraling van het bijzonder onderwijs. Dat het onderwijs meer aan dacht en geld behoeft, wordt de informateurs door meerdere 'wijzen' onder de neus gewreven. De onderwijsbonden PCO en KOV claimen 1,7 miljard, te be steden aan de docent (de achter ban van de bonden). De bestu- renraad protestants-christelij ke onderwijs doet er nog een schep je bovenop met 2.8 miljard voor het niet-academisch onderwijs. De LSVb eist dat bijkans alle maatregelen van het vorige ka binet (tempobeurs, kortingen op onderwijsbudgetten) ongedaan worden gemaakt. Om mee te be ginnen. Konijn Kunnen bovengenoemde lobby clubs nog enige illusies koeste ren over de invloed van hun in breng, veel hopelozer ziet het er uit voor de Stichting Terzake, de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), de Dierenbescherming, de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheel kunde (NMT), de Nederlandse Organisatie voor Technologisch Aspectenonderzoek (NOTA) en de Westlandse Land- en Tuin- bouwvrouwen. Zeker niet onin teressant hun inbreng, maar wat De bisschoppen vragen om een kruistocht tegen de armoede in Nederland. foto Cor Mulder/ANP Richt de lokroep van de meeste clubs zich tot de geldbuidel, sommige nemen de informa teurs werk uit handen door vast wat tekstjes aan te leveren voor een nieuw regeerakkoord. Zo presenteerden de verenigde jon gerenorganisaties onlangs een Groen Regeerakkoord. De Die renbescherming houdt het klein en verzorgt slechts één para graaf: die over de erkenning van de intrinsieke waarde van die ren. Natuurlijk laten ook Green peace ('geen uitbreiding kern energie'), het Landbouwschap, Natuurmonumenten, de Raad voor het Overheidspersoneel, de Raad van Advies voor de Ruim telijke Ordening, de KNV-Taxi, ouderenorganisaties en de zorg sector zich niet onbetuigd. Of de ANWB, die maar liefst 32 miljard in de Nederlandse infrastruc tuur wil pompen. Een lichtpuntje tussen al deze miljardenclaims is het briefje van de tandartsenclub NMT. Zij reiken de informateurs een plan aan waarmee 500 miljoen gulden bespaard kan worden. Pik in, voordat de druppel verdampt. Inmiddels dient een tweede stroom adviezen zich bij de in formateurs aan: reacties op de eerste vage beleidsvoornemens van de paarse coalitie. Betuwe lijn opnieuw ter discussie? Rot terdams burgemeester Peper weet zeker dat 'Nederland naai de knoppen gaat'. Bij de NS spreken ze al over een 'calami teit van de eerste orde'. Pavlovsgewijs halen jongeren en vakbonden PvdA-leider Kok het vel over de oren als hij de plan nen doorzet om het minimum loon te verlagen voor onervaren werklozen. D66-voorman Van Mierlo kan gerust zijn: het mid denveld is het CDA allang verge ten. wmmmmMmmmmmmmsmmïmmmmmsmxmmism», van onze medewerker Chiel Jacobusse Het gaat onze vlinders niet erg voor de wind de laatste decennia. Nogal wat soorten zijn uitgestorven en andere eer tijds gewone vlinders zijn uit gesproken zeldzaam geworden. Hoe dat komt? De redenen zijn al uitentreure bekend uit boe ken en tijdschriftartikelen. Het verdwijnen van overhoekjes, het gebruik van pesticiden en de versnippering van de natuur worden altijd als voornaamste genoemd. Eén oorzaak wordt echter veel minder genoemd en dat is het feit dat vlinders heel erg gespe cialiseerde dieren zijn wat hun voedselkeuze betreft. Dat geldt in het bijzonder voor het rups stadium, maar soms ook voor de vlinders zelf. De relatie tussen planten en vlinders kan buiten gewoon vergaand zijn. Veel vlin ders zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van het voorkomen van één bepaalde plant of plan- tenfamilie. Het omgekeerde komt trouwens ook voor. Het mooiste voorbeeld daarvan is te vinden bij een uitsluitend op Madagascar voorkomende orchidee, waarvan de nectar zeer diep in de spoor van de bloem zit opgeborgen. Toen de plant ontdekt werd veronder stelden biologen dat de bestui- ver ervan een pijlstaartvlinder moest zijn, omdat alleen pijl staartvlinders een zo lange rol- tong bezitten dat ze de nectar van de orchidee zouden kunnen bereiken. Decennia later werd inderdaad ontdekt dat de be stuiving door een bepaalde pijl staart plaatsvindt, en die soort kreeg achter haar naam het schitterende toevoegsel prae- dicta (de voorspélde)! Het is bepaald niet nodig om naar Madagascar te gaan om voorbeelden te vinden van de nauwe relatie tussen planten en vlinders. Overbekend is in onze omgeving de gevangenisrups of zebrarups die alleen op kruis- kruid kan leven. Maar met het voorkomen van kruiskruid al leen neemt de rups bepaald geen genoegen. De planten mogen bijvoorbeeld niet te veel in de schaduw staan, want dan is het suikergehalte te laag. Ook als er vlak in de omgeving een nest ro de bosmieren huist wordt het kruiskruid zelden door zebra rupsen bewoond. De zebrarups is bij iedere geïnte resseerde wandelaar bekend, maar er zijn veel voorbeelden van gespecialiseerde rupsen die net zo talrijk voorkomen, maar toch zelden worden opgemerkt. De rups van de asteruil is er één van. Die is in Zeeland vrijwel overal waar zeeaster groeit te vinden. Net als de zebrarups is Rups van de asteruil tussen de bloeiende zee-asters. foto Chiel Jacobusse buitengebied het een ware overlevingskunste naar, maar wel een met een heel andere strategie. Het opvallen de oranje met zwarte banden van de zebrarups vormt een waarschuwing voor eventuele vijanden dat de rups giftig is. De rups van de asteruil moet het juist hebben van camouflage, en die is bij deze soort opgevoerd tot een hoge graad van perfectie. Als de rupsjes - ergens halver wege de plant - uit het ei komen zijn ze heldergroen met over- langs gele strepen. Het groen correspondeert exact met de bladkleur van de zeeaster en de gele strepen lijken op de gelige middennerf van het blad. De rups baant zich al vretend een weg naar de top van de plant waar de bloemen zitten. Een maal daar gearriveerd verandert het groen in paars, zodat de kleur van de rups precies over eenkomt met de bloemkleur. Je zou de rups van de asteruil de kameleon van het schor kunnen Prof. dr Jan Tinbergen. noemen, ware het niet dat je juist op het schor, waai- de zeeas ter het weligst groeit, vaak te vergeefs naar de rups zoekt. Het is allemaal nog niet tot in detail onderzocht, maar het lijkt er veel op dat alleen de zeeasters die boven de lijn van gemiddeld hoogwater groeien, rupsen van de asteruil herbergen. Net als voor de zebrarups geldt dus dat ook deze gespecialiseerde soort geen genoegen neemt met het eerste beste exemplaar van zijn voedselplant. Er zijn alleen al voor Zeeland ve le tientallen andere voorbeelden te geven van rupsen die gespe cialiseerd zijn op één bepaalde plant. Op het Sint Janskruid is heel vaak de rups van de herts- hooispanner te vinden, rijen lin debomen herbergen steevast de lindepijlstaart (na harde wind vind je ze onder de bomen) en op bloemen van de echte kamille tref je soms de rupsen van de zeldzame kamille-uil. Voor de laatste is trouwens wat geluk no dig, want vaak verbergen de rup sen zich overdag op de grond, om pas in de schemering weer te voorschijn te komen Met deze voorbeeldenis de voed- selspecialisatie van rupsen wel duidelijk. En wie een nog over tuigender beeld wil krijgen kan zich verdiepen in de kleine mot jes, waar specialisatie op één be paalde plant eerder regel dan uitzondering is. Aan specialisa tie zijn verschillende voordelen verbonden. Eén ervan is dat een gespecialiseerde rups op een voedselplant vaak min of meer het rijk alleen heeft. Nadelen Aan specialisatie kleven voor een soort ook forse nadelen. Als een plant om welke reden dan ook achteruit gaat. keldert de vlinder bijna automatisch mee. Want juist die voedselspecialis- ten hebben vaak een weinig mo biele leefwijze, omdat in het al gemeen de noodzaak daartoe ontbreekt. Een vlinder die uit het cocon kruipt hoeft bij wijze van spreken niet eens te vliegen om een geschikte voedselplant voor haar nageslacht aan te tref fen. Als een voedselplant ergens ver dwijnt, wordt dat in het gunstig ste geval gecompenseerd door een nieuwe vestiging van dezelf de plant elders. Maar in het alge meen zal het daarna geruime tijd duren voordat de daarop ge specialiseerde vlinder arriveert. Neem daarbij nog dat in het al gemeen aanvullende eisen aan de groeiplaats gesteld worden en de impasse is compleet. Hoe zouden gespecialiseerde vlin ders kunnen gedijen in een land schap dat zo voortdurend op zijn kop staat als dat van Nederland anno 1994? door G. Zalm, directeur Centraal Planbureau Jan Tinbergen, eerste Nobel prijs-winnaar Economie en Nederlands grootste econoom, is op 9 juni op 91-jarige leeftijd in Den Haag overleden. Tinber gen was iemand van zeer grote gaven van geest en hart. Richts noer bij al zijn denken en hande len was hoe hij zijn grote intel lectuele gaven het beste kon aanwenden voor de opbouw van een duurzame en rechtvaar dige samenleving, voor hem be lichaamd in de sociaal-demo cratie. Wetenschap was voor Tinbergen dus nooit l'art pour l'art; het was altijd wetenschap in dienst van de samenleving vooral in dienst van de zwakken. Deze levens houding heeft Tinbergen conse quent toegepast tot de dag waarop hij stierf. Zo was hij de afgelopen maanden, samen met andere Nobelprijs-winnaars nog actief bezig met de bestrijding van de kinderarbeid in ontwik kelingslanden. Gevolg van deze levenshouding was dat als de rangorde van maatschappelijke problemen veranderde, Tinbergen zijn on derzoeksprioriteiten ging ver leggen. Gevolg hiervan was weer dat hij op veel terreinen pionier was en door zijn enorme denk en daadkracht een groot aantal innovatieve bijdragen heeft ge leverd aan de economische we tenschap. Wat hierbij tenslotte nog opvalt is dat er in de loop van de tijd langs twee lijnen schaalvergro ting optreedt: van nationale naar mondiale problemen en van een louter economische be nadering naar een geïntegreerde maatschappij-analyse met bij voorbeeld ook aandacht voor het milieu en voor vraagstukken van oorlog en vrede. Dienstweigeraar Als jong afgestudeerd fysicus en dienstweigeraar op het CBS stort Tinbergen zich in de crisis jaren op de bestudering van de conjunctuurcyclus: de enorme werkloosheid en de daarmee sa menhangende armoede. In dit kader ontwikkelt hij een macro- economisch model voor de Ne derlandse eocnomie (1936), het eerste model van deze soort in de wereld. Tevens is hij een van de hoofdau teurs van het Plan van de Arbeid (1935) van de toenmalige SDAP om de werkloosheid te bestrij den. Daarnaast levert hij als me deoprichter van de Econometrie Society belangrijke bijdragen aan de ontwikkeling van de eco- nometrie. Vanaf 1933 is hij ook hoogleraar aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, de voorloper van de huidige Erasmus Universiteit. In de tweede helft van de jaren dertig vindt zijn werk een inter nationaal vervolg wanneer hij voor de Volkerenbond de monu mentale studie 'Statistical Tes ting of Business Cycles Theo ries' (1939) uitvoert. In de Twee de Wereldoorlog denkt Tinber gen na over de lessen van de ja ren twintig en dertig, die hij in de periode 1945-1955 als eerste di recteur van het Centraal Plan bureau in de praktijk gaat bren gen. In deze periode verricht hij baanbrekend onderzoek op het terrein van de economische poli tiek. Zijn studies On the Theory of Economie Policy (1952) - in slechts enkele weken geschre ven - en Economie Policy: Prin ciples and Design (1956), beho ren tot de klassiekers van de eco nomische wetenschap. Samen met het conjunctuurwerk uit de jaren dertig, levert dit hem in 1969 de eerste Nobelprijs voor de economie op, samen met Rag nar Frisch. Armoede Tinbergen heeft zijn aandacht dan alweer lang verlegd. Aan het begin van de jaren vijftig, na een reis naar India, wordt hij gegre pen door de immense armoede in deze en andere pas onafhan kelijk geworden koloniën. Het CPB is ondertussen een tigd instituut geworden,! over hij eind jaren tacht^ merkt dat hij het als zeerst vol beschouwt. In 1955 a Tinbergen daarom ontsla,! full-time hoogleraar onte lingsprogrammering te m aan de Nederlandse Era® sche Hogeschool. Tot 1972 wijdt hij zich dan'! volledig aan de problem van de ontwikkelingsland de internationale economi samenwerking. In deze ps levert hij belangrijke bij® aan de onderwijs-economi ruimtelijke economie e beoordeling van grote ine ringsprojecten. In de jaren zestig maakt Ti gen ook vele reizen naar out kelingslanden, onder ai naar Egypte en Turkije, a helpen bij de opstelling van wikkelingsplannen. Als va ter van de VN-commissie Ontwikkelingsplanning Tinbergen ook in belaii? mate bijgedragen aan dei bereiding van het tweeds wikkelingsdecennium, hen naamde DDII. Milieuvraagstuk Na publikatie van het eerste port voor de Club van E vindt in Tinbergens denke nieuw een heroriëntatie g Milieu en grondstoffen d als randvoorwaarden te ra betrokken in het mondial- wikkelingsproces. Deze hen weging van het denkejiE uit in het RIO-rapport Ri ping the International 1976). Onder dreiging vané cleaire mondernisering n begin van de jaren tacht? gint Tinbergen op ruim80; leeftijd met de analyst vraagstukken van oorloge: de. In zijn lange leven heeft'T: gen alles bij elkaar entelf derden boeken en artikel! schreven. Hij was daanffl alleen Nederlands groots* noom, maar zeker ook de: produktieve. De krachtva denken straalt nog stee® zijn werk af. Het kenmetö door een groot vermoga zeer ingewikkelde .protó tot in de kern te analyses vervolgens via eenvoudig! ties in 'model' te brengen® sluitstuk een empirisch? sing van het model. In feite was de econome hem niet anders dan de: quente toepassing van i tuurwetenschappelijke thode op economische schijnselen. Ook het ls CPB wordt bij model-oü® ling en model-gebnift; steeds in belangrijke mal* vloed door deze opvat®? Geloof Zo bezien is Tinbergen i tuurwetenschap altijd bleven. Dit gold niet aha methode, maai- ook del sing van economische men Hierbij komt nog eenla$ peet van Tinbergens lijkheid naar voren: dat sociaal-democraat een gE® loof had in de maakbaar» de samenleving en dei» rol van de overheid daa® danks alle rampen die® twintigste eeuw voltrok^ ben, heeft hij dit gelooft^ loren. Te allen tijde bied loven dat mensen door® analyse en discussie, las' genbelang, gewonnen E worden voor (ingrijpen1* anderingen om maats® ke problemen op te loss® Tinbergen was dat deen? zelfs als iedereen hem® en naief noemde. Metre» deze al tijd bescheiden ff clelijke mens daarom e® ne 'heilige' worden ge®*® We kunnen Tinberg® dachtenis het beste e® zijn voorbeeld te volg®; (economische) wetens® dienst te stellen van® sing van maatschappij blemen. Of zoals Tinb® zelf enkele jaren ge^ woordde: „Het welzijn mensheid, daar is het? mie om begonnen!" t

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1994 | | pagina 2