Op weg naar de Oost
gaat vaak wat mis
Aanslag
Anaal
PZC
Indiëvaarders
reportage
39
ZATERDAG 4 JUNI 1994
Door een vreemde speling van het lot kon
ik in de zomer van 1960 als 17-jarige
scholier (geslaagd voor de mulo; door naar de
hbs) als lichtmatroos een cruise meemaken
met het Amsterdamse vlaggeschip van de
maatschappij Nederland ,de Oranje. In
tegenstelling tot de overige vijf lichtmatrozen
achtte ik mijzelf al behoorlijk bevaren. Het
jaar daarvoor immers had ik als liftboy met de
Nieuw Amsterdam New York al bezocht. Nee,
het zeemansleven had voor mij geen geheimen
meer.
De Amsterdamse bootsman van de Oranje had
daar echter geheel andere gedachten over.
„Liftboy", snierde hij. „Dan had je net zo goed
in een hotel kunnen werken. En nog uit
Rotterdam ook. Nou, die varen op volle zee
nog tegen je aan."
Eerst later begreep ik dat hij
doelde op de geruchtmakende
aanvaring tussen de 'Amsterdam
se' Oranje en de 'Rotterdamse'
Willem Ruys in de nacht van 5 op 6
januari 1953. De twee schepen ont
moetten elkaar in de Rode Zee. De
Oranje op weg naar Indonesië, de
Willem Ruys op weg naar Neder
land. Gebruikelijk, en spectaculair
voor de passagiers was natuurlijk
elkaar zo dicht mogelijk te nade
ren en elkaar toe te wuiven. Er ging
echter iets vreselijks mis en de
Oranje boorde zich in het voor
schip van de Willem Ruys. Mijn
bootsman gaf zeven jaar later ove
rigens wel een 'aangepaste' versie
van de geschiedenis. Want nadat
de Raad voor de Scheepvaart de
kapitein van de Oranje schuldig
aan de aanvaring had verklaard,
werd later in arbitrage de schuld
verdeeld. Maar toch nog 60 pro
cent voor de Amsterdammers en
40 procent voor de Rotterdam
mers.
Mailboten
Deze laatste wijsheid heb ik niet
van mijzelf. Edward P. de Groot
heeft een monumentaal boek ge
schreven over de bijna 90 jaar dat
met stoom.en motorschepen via
het Suezkanaal passagiersvaart
op de Oost is bedreven onder de ti
tel Varen op de Oost. En nu - om
welke reden dan ook - deze zomer
vrijwel alle vakantievluchten naar
Indonesië zijn volgeboekt - is het
goed om nog eens stil te staan bij
de manier waarop nog maar een
generatie geleden deze 'mailboten'
een vaste dienst onderhielden tus
sen ons land en 'Indië'.
Brand
Er staan - voor mij - veel nieuwe
dingen in dit boek. Zo wist ik niet
dat het eerste kleine stoomschip
de Willem III, dat op donderdag 18
mei 1871 met 62 passagiers, 130 mi
litairen en 83 bemanningsleden uit
Nieuwe Diep (Den Helder) vertrok
al voor de Engelse kust in brand is
gevlogen en dat de opvarenden
liefdevol werden opgevangen door
de inwoners van Portsmouth.
„Van de Nederlandse consul kre
gen we nog geen glas water. Hij wil
de alleen maar geld wisselen wan
neer hij 10 procent extra winst in
rekening kon brengen", zo klaag
den enkele gestrande passagiers
na afloop.
Stoomvaart
Het boek volgt - goed geïllustreerd-
de ontwikkeling van eerst de
stoomvaart en later de vaart met
motorschepen via het Suezkanaal
naar Indië. Voor de eerste passa
giers - gewend aan de ongerieflijke
zeilschepen die nog via de Kaap
naar Indie zeilden - was deze ma
nier van reizen een openbaring.
Het Suezkanaal maakte het moge
lijk binnen 40 tot 45 dagen op een
redelijk comfortabele manier In
dië te bereiken. De Stoomvaart
Maatschappij Nederland vanuit
Amsterdam en vanaf 1883 de Rot-
terdamsche Lloyd vanuit Rotter
dam onderhielden de 'maildien
sten'. De Rotterdamsche Lloyd be
gon met relatief kleine schepen
van zo'n 2200 ton en met een lengte
van 90 meter. Van privéhutten en
kooien of bedden was nog geen
sprake. Men sliep in couchettes.
Even nummers onder. Oneven
nummers boven. Maar uit de reis
beschrijvingen van de passagiers -
iedereen schreef wel in brieven
naar huis over deze avontuurlijke
reizen - is al snel op te maken dat
de sfeer aan boord van de Rotter
damse schepen wat gemoedelijker
was dan aan boord van de schepen
van de 'Nederland' die als 'stijfjes'
werd ervaren.
Dat laatste gold zeker niet voor
Het stoomschip
Prins Hendrik ligt
in 1887 voor
reparaties in
Gibraltar.
(ets van A.C.
Verheersh.)
geput. Meerdere malen had de
bootsman met zijn revolver moe
ten dreigen om de orde te handha
ven. Op het verheugende ogenblik
dat „land in zicht" kwam beschik
te de sloep nog over elf scheepsbe
schuiten, een blik „volkseten" en
één blik vlees.
Luxe
Na de eeuwwisseling werden de
schepen groter, de motoren krach
tiger en de inrichting luxer. Be
faamd werd de inrichting van de
ontwerper Lion Cachet (op dit
ogenblik te zien op een schitteren
de tentoonstelling in museum
Boymans van Beuningen in Rot
terdam). die meubels van Berlage,
de Bazel, Penaat en van hemzelf
aan boord van de schepen van de
maatschappij Nederland introdu
ceerde, nog voor gerenommeerde
hotels oog hiervoor kregen.
De namen van de schepen begin
nen ook wat meer bekende klan
ken te krijgen. De Johan de Witt, de
Christiaan Huygens, de JP Coen
en de Prins der Nederlanden van
de maatschappij Nederland. De Si-
bajak, Indrapoera en de Slamat
van de Rotterdamsche Lloyd. De
maatschappijen beconcurreerden
elkaar, maar ook de Britse, Duitse
en Franse rederijen met verfijnde
en overvloedige maaltijden.
Nieuwe treinverbindingen hadden
als gevolg dat de schepen Amster
dam of Rotterdam niet meer aan
deden. De afvaarten vonden plaats
vanuit Marseille of Genua.
Stug
wat al snel een 'zoutwaterliefde'
werd genoemd. In de beslotenheid
van de directiekamers werd daar
driftig over vergaderd, maar hier
voor regels op papier zetten zou be
tekenen dat het probleem erkend
werd. Dus werd aan de kapitein
overgelaten hoe te handelen.
Romances
Er zijn verhalen bekend van kapi
tein Ross van de Indrapoera, die
zodra hij een opbloeiende romance
in de gaten kreeg, hij eerst de be
treffende heer en daarna de „in ver
legenheid gebrachte dame" bij
zich in de salon liet komen. Daar
las hij hen de les. En niet zuinig
ook. Andere passagiers zouden ge
choqueerd kunnen raken en de
goede naam en faam van de maat
schappij zou bezoedeld kunnen ra
ken. En als laatste waarschuwing
stelde hij dat wanneer wederom
berichten over de romance hem
zouden bereiken hij het overspe
lige stel in de eerstvolgende haven
met bagage en al van boord zou
zetten. Zo ver is het nooit geko
men. De meeste kapiteins knepen
over het algemeen een oogje dicht
of waren - zo staat te lezen in de ve
le brieven van oplettende passa
giers - zelf niet ongevoelig voor
vrouwelijk schoon.
Het boek Varen op de Oost heeft
niet voor niets als ondertitel 'inci
denten, rampen en nostalgie op de
vaart naar Indië'. Want afgezien
van de eerder genoemde brand en
aanvaring ging er regelmatig wat
mis op de lange tocht naar Indië,
zeker in de beginjaren. De grootste
ramp die de passagiersvaart op In
dië trof is het vergaan van de Prins
der Nederlanden op 5 oktober 1881
in de Indische Oceaan. De Groot
reconstrueert de dramatische ge
beurtenissen buitengewoon leven
dig. Verdeeld over zeven sloepen
moesten de 213 opvarenden zich
redden. Sloep nummer 3, onder de
strakke leiding van bootsman
Keijzer, deed er 32 dagen over en
legde een afstand af van 1100 mijl
om bij een eilandje aan de zuid
kant van Ceylon (Sri Lanka) te ar
riveren. De inzittenden waren uit
vlak voor de Tweede Wereldoorlog
kwam de Oranje nog in de vaart.
Bij de tewaterlating in Amsterdam
weigerde het schip de helling af te
glijden hetgeen koningin Wilhel-
mina de opmerking ontlokte: „Een
echte Oranje, die staan stug". Nog
geen twee jaar later brak de oorlog
uit en wist de Oranje op miracu
leuze wijze het Noordzee-kanaal
uit te komen en kon voor de geal
lieerde zaak worden ingezet. Op
dat moment was bij scheepswerf
De schelde in Vlissingen al de kiel
gelegd voor het nieuwe vlagge
nschip van de Rotterdamsche
Lloyd. Eerst na de Tweede Wereld
oorlog zou het schip, onder de
naam van de vermoorde verzets
man en reder Willem Ruys - het
ruime sop kiezen.
In de jaren zestig was de vaart op
Indonesië voorbij. Er werd nog ge
probeerd met cruises een alterna
tief te zoeken, maar de resultaten
waren matig. In 1963 werd de Jo
han de Witt naar Griekenland ver
kocht. De Grieken hebben er niet
lang plezier van gehad, want in de
cember 1963 brandde het schip uit
en zonk. De Oranje ging in 1979 als
Angelina Lauro verloren bij brand
in de haven van Sint Thomas op de
Maagdeneilanden. De Willem Ruys
vaart nog steeds trouw als Achille
Lauro voor haar Italiaanse reder,
In oktober 1985 haalde het schip
nog één keer de voorpagina's door
een Palestijnse kaping waarbij een
dode te betreuren viel. En daarmee
besluit dit bijzonder boeiende
boek.
Geert-Jan Laan
Varen op de Oost, Incidenten, rampen
en nostalgie op de vaart naar Indië, Ed
ward P. de Groot, Uitgeverij De Alk,
Alkmaar, 69,90
TT et gebeurde op een mooie
IJ. avond in een rustige, lom
merrijke buitenwijk van Para
maribo. De gezellige echtge
note van de parlementsvoorzit
ter zat in een auto knus te bab
belen met twee vriendinnen.
Maar het gevaar loerde.
„Makkelijke prooi, die drie
oude dikke dames", dacht een
stel overvallers. De mannen
kwamen onverwacht tevoor
schijn, staken een vuurwapen
naar binnen en gristen een tas
je uit de auto. Op het moment
dat ze zich uit de voeten wilden
maken - traag en weerloos wa
ren de dames wel, maar ze zou
den vast en zeker de hele buurt
wakker gillen - besloot de echt
genote van de parlementsvoor
zitter een daad te stellen. Ze
graaide in haar tasje. Tussen
zakdoeken en poederdoosjes
toverde ze een pistool tevoor
schijn. De vrouw verhief zich
zuchtend uit de autostoel en be
gon er kordaat op los te knal
len. Ze had riet schietlessen ge
volgd. Haar man - overtuigd
aanhanger van de vreedzame
theorieën van Mahatma Gand
hi - ivas een paar maanden te
rug door terroristen met gra
naten beschoten, zvaarna voor
haar de maat vol was. Dat we
ke, geiveldloze gepraat van
haar echtgenoot zette geen zo
den aan de dijk. Weliswaar is
zij een sociaal bewogen type,
maar er zijn grenzen. Oog om
oog, tand om tand.
En zo zouden de tasjesrovers
de kogel krijgen. Gezien het tot
nu toe gedemonstreerde beleid
was het niet logisch dat justitie
of politie ook maar enig be-
zivaar zou maken. Tijdens een
korte achtervolging - de vrouiv
werd al snel kortademig - mis
ten de kogels elk doel. Een ont
waakte buurtbewoner spoedde
nog te hulp met een jachtge
weer. Achteraf gezien had de
man beter binnenshuis dek
king kunnen zoeken, want bij
na werd hij door de vrouw van
de parlementsvoorzitter kor
daat van z'n sokken geschoten.
De overvallers verdwenen pro
bleemloos in het donker. De po
litie meldde dat 'misschien' een
van de tasjesrovers gewond
was geraakt.
Die avond werd in Paramaribo
ook nog een mysterieuze aan
slag uitgevoerd op een van de
hoge regeringsadviseurs. Een
kogel doorboorde een terras
stoel en verbrijzelde de schuif
deur van de woning. De promi
nente Surinamer dook weg on
der een salontafeltje. Met een
natte rug lag hij daar het ver
volg af te wachten, maar het
geweld hield op na die ene ko
gel.
Aanslagen zijn goed gebruik in
Paramaribo. President Vene-
tiaan ging een dag later op reis
naar het Verre Oosten. Logisch
dus. Waarschijnlijk hadden te
genstanders van de regering
besloten dat destabiliserende
acties zo vroeg mogelijk moes
ten beginnen. Dan loerden de
staatsbezoeken van de presi
dent pas goed verziekt. Maar
de regeringsadviseur had met
die hele reis niets van doen; het
bleef een groot raadsel waar
om juist hij doelwit was gewor
den van de schutters. Van de
daders ontbrak elk spoor.
De toenemende gewelddadig
heid bezorgt de Surinaamse re
gering slapeloze nachten. Een
week terug had de parlements
voorzitter nog fel gefoeterd te
gen de minister van justitie. Er
moest iets gebeuren tegen de
stijgende criminaliteit. Het ge
boefte toordt met de dag vrij
postiger. Bezorgd zei hij dat
burgers zich onveilig voelen.
En hij waarschuwde dat die
vreedzame burgers zich met
wapens zullen gaan verdedi
gen. Dat hij zijn eigen onver
schrokken echtgenote bedoel
de, werd pas later duidelijk.
Gelukkig is de mysterieuze
aanslag op de regeringsadvi
seur intussen opgehelderd. De
kogel die het doelwit onder het
salontafeltje deed belanden,
bleek verdwaald te zijn. Het ho
peloos mislukte schot ivas af
komstig uit het wapen van de
echtgenote van de parlements
voorzitter.
TT oe roep je in Rusland on-
JlI heil over je zelf af? Doe als
Jaroslav Mogoetin. In Novy
Zgljad Nieuwe Visie), een bij
lage van het voormalige rode
partijdagblad Moskovskaja
Pravda, lanceerde hij onder de
kop 'Teven, Groot en Klein' de
oorzaak en oplossing van Rus-
lands problemen. Zijn analyse
sloeg het establishment eerst
met stomheid en deed het ver
volgens woedend in de hoogste
bomen klimmen.
Wat had Jaroslav ontdekt? Hij
had met een regisseur gespro
ken die recent een film over Le
nin maakte. De anonieme
filmmaker kreeg ter verhoging
van het waarheidsgehalte van
zijn rolprent de beschikking
over geheime documenten, die
uitwezen dat Lenins echtge
note Nadjezjda Kroepskaja als
maagd het graf inging.
Hoe kwam dat? Jaroslav op
perde drie mogelijkheden. Le
nin hoopte op een onbevlekte
ontvangenis, zoals die ook de
maagd Maria was overkomen.
De tiveede variant acht hij
kansrijker: Lenin was een
overtuigd sodomiet en bedreef
alleen anale sex.
Maar het derde alternatief leek
de scribent het meest waar
schijnlijk. Kroepskaja was zo
ongelooflijk lelijk, dat Lenin de
andere kant opkeek als ze in
zijn blikveld kwam. Had Lenin
maar op gezette tijden goede
sex met Kroepskaja gehad,
dan was het nu een paradijs ge
weest in Rusland.
Zijn echtgenote bleef onbevre
digd tot het graf en, aldus Ja
roslav, er is geen wilder beest
dan een onbevredigde vrouw.
Seksuele ontevredenheid leidt
tot politiek extremisme. En om
Rusland uit de problemen te
helpen en te houden, raadt hij
de lezer aan: een vrouw moet
worden bevredigd, denk er
aan.
Het duurde even, maar toen
barstten de experts op tv en in
de kranten los met weerleggin
gen van deze 'onwetenschap-
pelijke' en uiteraard 'beledi
gende' analyse. Jaroslav kreeg
het zivaar te verduren. Hij is
een erkend homoactivist, die
twee maanden terug voor grote
opschudding zorgde door met
zijn Amerikaanse vriend bij
een 'trouiopaleis' te verschij
nen teneinde te kunnen huwen.
Dat werd uiteraard geweigerd,
want homoseksualiteit is hier
pas recent niet strafbaar meer.
De Moskovskaja Pravda werd
bekogeld met woedende reac
ties van de oude achterban.
Uiteindelijk kreeg redacteur
Leonid Gvozdjev opdracht een
'tegenstuk' te schrijven, dat bol
staat van de verontschuldigin
gen aan Lenin en verwijzingen
naar de 'anale voorkeuren'
van Mogoetin.
Omdat de door Mogoetin aan
gekondigde 'sex-analyses' van
Sacharovs weduwe Jelena
Bonner en ex-Jeltsin-advi-
seuse Starovoitova uitbleven,
zochten we contact met de
schrijver. Hij bleek een verle
gen, 21-jarige jongen, die gnif
felde over alle reacties op zijn
als 'provocerende grap' be
doelde verhaal. „Ik had niet
verwacht dat het zo letterlijk
zou worden genomen. Natuur
lijk schrijf ik het tweede artikel
ook, maar het is veel leuker om
dat aan de hand van de reac
ties op het eerste te doen", be
kende hij.
Veel meer te lachen viel er niet
voor hem. Een vorig jaar sep
tember gepubliceerd artikel
met illustraties van blote heren
bevatte zoveel scheldwoorden
en onkuise taal, dat een Mos-
kouse officier van justitie hem
wegens 'hooliganisme' voor de
rechter sleepte. Indien veroor
deeld kan hij vijfjaar gevange
nis krijgen.
De 'onafhankelijke bijlage' No
vy Zgljad verkoopt intussen zo
goed, dat Moskovskaja Pravda
er niet aan denkt om de geza
menlijke uitgave te staken. Het
hemd is ook anaal nader dan
de rok.
■V.
Feest aan boord van de J.P. Coen van de Stoomvaart Maatschappij Nederland te Belawan in 1925.
De Oranje wordt Tandjong Priok binnengesleept nadat het schip 5 januari 1953 op de Rode Zee in aanvaring
kwam met de Willem Ruys. Illustraties uit Varen op de Oost